Een bekend gezegde in Su is:"yu no sab mi stuurman, yu no sabi mi kapten. . . en dat aangevuld met wat op die specifieke situatie van toepassing is. Een andere, niet typisch Surinaams maar wel heel gebruikelijk: "Kijk eerst de kat uit de boom".
Eerst de kat uit de boom kijken ja, want yu no sabi wan trawan den kapten of stuurman, dus zou je lelijk op je neus kunnen kijken als mocht blijken dat je de ander gering hebt geschat.
En dat is de bere van deze krabbel. Men (Mi kondreman vooral) gaat er vaak genoeg vanuit dat die beter is dan een ander. De maatstaven die daarbij worden gebruikt zijn vaak genoeg futiliteiten als: welke auto men rijdt, welke buurt men woont, is men huiseigenaar, en meer van dat fraais.
Inderdaad allemaal leuke en mooie dingen. Zeker als je ze bezit. Maar mensen toch! Teh un langa un futu in a dede kisi gaat geen moer mee. Als je nou had of niet, maakt geen blauwe bal uit. Je ligt daar nog net niet in je blote kont zonder schoenen aan. Want den no e beri sma nanga susu.
Eenvoud siert de mens. Ik kan het niet vaak genoeg zeggen. Is mij van huis uit in mijn hoofd getimmerd. Streef naar goed, streef naar mooi, streef zelfs naar veel zo je wilt. Maar doe in jouw streven naar al dat "hebben", niemand te kort. En mocht je erin slagen te "hebben", steek de anderen dan de ogen niet uit. Want je "hebt" niet om het oog van de mens. Sma ay sani e weri yu skin. Want je zal altijd maar moeten blijven bijbenen.
Je zal er nog bij dood kunnen neervallen! Denk a tori, zoveel hebben en er niet van kunnen genieten omdat je te druk bezig was met geweldigheid.
In dit zelfde kader is mij reeds vaker opgevallen dat mensen (mi kondreman) al heel gauw van wal steken met allerlei, in mijn ogen, bleke verhaaltjes, om vooral te doen doorschemeren, dat ze "hebben", dat ze "zijn". Dat ze op een bepaalde trede van de maatschappelijk ladder staan, of zich wanen. Er worden dan quasi onbewust, opmerkingen in het gesprek gegooid. Huisvesting, buurt, vervoersmiddel, scholing (maar niet heus). Alles wordt er met de haren bijgesleept.
Mi ede nanga unu! Tjeh Gado, alles om maar een streepje voor te kunnen zijn? Maar denk aan die kapitein en die stuurman. Abun dan!
Best zielig dat gezwam en die drang naar erkenning. Wanneer mensen beginnen meer diepgang aan hun leven te geven en stil te staan bij wat werkelijk telt, dan wordt je onherroepelijk door jouw omgeving opgemerkt. Het blijft niet onopgemerkt a fasi fa yu e tyari yu srefi. En ook al weten de meesten niet wàt het precies is dat zo opvalt, opvallen zal het zeker.
Het feit dat de mens bij jou centraal staat. En niet de wagi die hij rijdt of hoe groot zn oso is. Of waar zn dofo staat. De mens, de persoon, a libisma na yu fesi, dat moet tellen. Dat geeft een heel andere dimensie aan jouw vriendschappen en relaties, omdat materiële rommel niet belangrijk is.
Wel fijn die materiële rommel. Zeker als je daar op eigen kracht en met veel inzet aan bent gekomen. Maar no wan taki no ab fu taki. Jij weet, laat de anderen maar raden. Met eenvoud kom je veel verder dan met gekwaak en holle grootdoenerij. Tenslotte. . . . al 't aardse is vergankelijk, maar een mooie ziel leeft voort. . . .
Dus un tapu met die indruk en stemming makerij hoor. Het is niet omdat mensen niet hoog van de toren blazen dat ze niet stevig op een treetje staan. Jullie weten wel, die ladder. Maar als je valt kan je je smond breken hoor.
Zullen we gewoon proberen elkaar te waarderen voor de MENSEN die we zijn?