Of desnoods t hele alfabet. Goed laat me t houden op B. Ik heb jullie laatst deel gemaakt van hetgeen me overkwam op Zanderij, de internationale luchthaven van mijn geboorteland. Geen kritiek, slechts een ergerlijke gebeurtenis die hoe raar of het ook klinkt, bijdraagt aan de kleurrijkheid van het Surinaams gebeuren.
Na ruim acht uur vliegen kwamen we rond een uur of half acht s morgens aan op Schiphol. Menig reiziger die uit Suriname aankomt op Schiphol heeft dit reeds meegemaakt. Dus het gros van de passagiers die popelen om uit te stappen, weten wat hen te wachten staat. D R U G S C O N T R O L E!
Maar Vicky op Zanderij die had zn werk al goed gedaan dus ik denk niet dat er veel werk aan de winkel zou zijn voor zijn collega hier op Schiphol.
Héla, de deur van het vliegtuig ging open, we mochten uitstappen en. . . . . . wat een verademing! Geen tot de tanden bewapende marechaussees, die met grimmige gezichten en Vicky part II ons stonden op te wachten. Ook bij de preekgestoeltes aan deze kant van de aardbol ging het vlot deze keer. De meeste mensen, waaronder ikke mochten meteen door. Niks geen: wie heeft uw ticket betaald en wat is uw beroep geleuter. Hèhè ik mocht door! Dus wacht, zal t dan toch waar zijn? Ik lijk niet op een drugskoerier? Ik zie dr dan toch nog normaal uit? Waw, wat een opluchting.
Een transit stop van zeven uren later en ik mocht doorvliegen naar Luxemburg. Daar aangekomen landden er drie vluchten relatief kort na mekaar hetgeen maakte dat er op één bagageband de bagages van al die drie vluchten kwam binnenrollen. Om een goed beeld te scheppen: er stonden zo een 300 passagiers op hun bagage te wachten om daarna langs de douane te lopen naar de uitgang.
Zoals op de meeste luchthavens heb je een uitgang voor mensen die iets aan te geven hebben en een uitgang voor mensen die niets aan te geven hebben. Iedereen kiest voor de laatste. Welk normaal mens heeft iets bij de douane aan te geven? Enfin een aardig aantal mensen waren me reeds voor naar de uitgang, ik volgde de menigte en lachte al naar mijn welkomst comité, en jaaaaaa hooooooor. Alweer was ik de pineut. Uit het niets verscheen er een douane ambtenaar die mij uit de rij pikte en vroeg waar ik vandaan kwam. Nederland kende hij wel, maar kwam ik nog elders vandaan voor Nederland? Ja, Suriname. Dat kende hij niet.
Had ik iets aan te geven? Nee, daarom maakte ik gebruik van de niets aan te geven uitgang. Na mijn antwoord begon hij verdacht veel op een tomaat te lijken. Wat was het doel van mijn reis? Ik had zin om er even tussen uit te gaan. Hij zag water branden, en had het kennelijk heet want de zweetdruppels stonden op zijn voorhoofd. Had ik ook nog iets gekocht tijdens mijn verblijf? Ik antwoordde niet en was reeds bezig de code van mijn koffers in te voeren om zo mijn aankopen aan deze idioot te tonen. Goed, koffer nummer 1 open. Hij bekeek de inhoud die er zeer netjes bij lag en hup, nog netjes in de verpakking van de winkel vond meneer Speurder één van mijn aankopen. Een damestas van één of ander semi-materiaal, glanzend nieuw en vooral mooi! Wat die had gekost? Nog geen vijftig euro, maar mag men nu niets meer kopen als men op vakantie gaat? Ondertussen stroomt de aankomsthal leeg, iedereen vertrekt ongestoord naar buiten.
U mag tot 400 euro invoeren. Oef is dat even boffen. Maar een geluk dat ik niet twee maar één Kerstbrood van Fernandes had meegenomen. Met mijn nieuwe tas nog in de hand werd er een collega bij gehaald. De tas werd van alle kanten bekeken en gekeerd. Van welk materiaal de tas was. Nu zag ik water branden. Waren deze idioten serieus? Want je mag geen slangen of krokodillenleer invoeren. Mi Gado! Ben er echt trots op dat ik niet één van die oncontroleerbare lachbuien van me kreeg op dat moment. Slangen- of krokodillenleer!
Een tas van imitatie ik-weet-niet-wat, donkerblauw ge-upgrade met zwarte luipaard stippen! En dat zou reptielen leder kunnen zijn. Ik vermoedde t al, maar nu weet ik het zeker:
Er is ergens een universele cursus voor douaneambtenaren. Kwestie van geschoold worden in het zo dom mogelijk voor de dag komen.
Vermeldenswaard is dat ik de enige niet blanke reiziger was die langs de douane liep. Zal dat er iets mee te maken hebben. Nee toch! Zo kleinzielig is de Europese mens niet. Ik vroeg er voor de zekerheid naar, maar die jongeman werd alleen maar roder en ik wacht nog op antwoord.
Al met al een heerlijke tijd gehad. En die tas van slangenleer? Is een hit. Een ieder vraagt waar ik m heb gekocht. Ik antwoord steevast: ik heb m Europa binnengesmokkeld.
|