Met een hele bende mannen & vrouwen naar ginder. Ik
weet niet wie allemaal maar dat zal je in Yvans verslag wel lezen veronderstel
ik. De ritbeschrijving beloofde ons 900hm op de 65km. Na de splitsing 50-65 schoten we nog met zeven 65km-rijders
over. Jan, Frank VDS, Rudy, Dany F, Davy, Rony en ik. Het was ne schonen
lastige rit maar ik ga mij hier speciaal richten aan Dany Fack.
Besten Dany,
Als ge ne keer op den achterkant van uw
koerstruitjes kijkt, dan staat er daar op : mountainbikeclub. (maantenbaikklup)
bike [baik]
(telbaar zelfstandig naamwoord) (informeel) Fiets /
club (verzamelnaam) sociëteit, vereniging
Dus samengevat ben je lid EN bestuurslid van een vereniging
die met de fiets in de bergen en heuvels rijdt.
Concreet wil dit zeggen dat ge bij nen steilen bergop
niet uwen eersten boven rijdt, dan onderweg stopt,
Davy doet afstappen en mij laat
vallen zodat niemand meer boven geraakt.
Ge zegt zeker niet dat het te voet rapper gaan dan mee
den vélo, dat is ons bedoeling niet Dany,
wij rijden liever dan te wandelen.
Nog wat verklarende taal;
Bocht : de bocht, de bochten
buiging in een verkeersader, buis e.d.
Als je dus een buiging in een verkeersader tegen komt
Dany, dan neem je die buiging van buiten naar binnen
gelijk iedereen het zou
doen. Niet van buiten naar buiten zoals gij het doet, grote mensen zoals Rudy
en liefhebbers van de sport zoals ik, hinderen zodat die ook moeten afstappen.
Nog een laatste stukje verklarende taal.
Gracht :
Bij nader inzien onnodig te verklaren want dat heb je
onder de baan zelf leren kennen dank zij een
verzamelde toepassing van al uw
MTB-vaardigheden, zie fotos hier onder.
Geert S.
Veel hoef ik aan het verslag van Geert niet toe te voegen
wegens het feit dat ik aan de bevoorrading kies voor de 50 i.p.v. de 65Km, en
dat ik kort na de splitsing een pijltje niet gezien heb en hoe hard Mario,
Karel en Jurgen ook zaten te roepen, ik gewoon rechtdoor reed.Maar het kan nog straffer!Na de rit krijgen we de gelegenheid een
tijdritje van zon anderhalve Km te rijden.Voor de 1e en 2e plaats is er een reiskoffer te
winnen.Ondanks de aanmoedigingen van
onze dames, zijn er geen Modderfokkers
die zich geroepen voelen.Ik besluit dan
zelf maar het goede voorbeeld te geven, en zet tot mijn eigen verbazing, een
volgens de inrichtersknappe 5e
tijd neer.Als ik al in de buurt van de
toptijden kom, moet het voor de straffe mannen klein bier zijn om het podium
volledig in te palmen.Davy is de
volgende die het probeert, met een 3e tijd als resultaat, net buiten
de prijzen.Vervolgens is het de beurt
aan Geert.Hij neemt een blits-start,
maar aan het keerpunt rijdt hij gewoon rechtdoor i.p.v. terug te keren voor een
bijna zekere eerste plaats.Verkeerd
rijden op een single-track van 1.5Km, dat is nog wat anders dan mijn
vergissing.De inrichters zijn zo danig
onder de indruk van zoveel domheid, dat ze Geert nog een tweede kans geven,
maar die kans draait Geert vakkundig de nek om door in de laatste bocht te
vallen.Hoe hard we ook aandringen, de
rest houdt het voor bekeken, dus gaan de koffers niet mee richting Kalken.Toch een beetje schrik om af te gaan????????
Bij aankomst voor de jaarlijkse afspraak aan de
autoscooters waan ik mij een beetje Rrrrohny King, je weet wel, een van de vele
typpetjes van Chris Van Den Durpel, want, ALLEEEEEEN, IK STOND DAAR ZO
ALLEEN.Gelukkig krijg ik even later het
gezelschap van Frank Van de Steen en Dirk Hanselaer.Het is ondertussen zon 5 na 9, en ik zeg dat
we niet te veel volk meer hoeven te verwachten, misschien enkel nog Rudy
Rogiers, want het is nu zo ongeveer zijn uur.Mijn woorden zijn nog niet koud als hij het kerkplein oprijdt.Slechts met zn vieren voor een traditioneel
kermisritje, al zijn er wel nog een paar afvalligen op verplaatsing. En dan
zegt Dirk nog dat hij het niet ziet zitten om met de zware mannen mee te rijden
( tiens, hoor ik daar ook al bij ?).Rudy wil graag eens gaan kijken hoe de werken voor het plaatsen van de
windmolens vorderen, en stelt voor om ons beginritje richting Heiende, Lokeren,
Heikant, Berlare, Uitbergen en Schellebelle, kortom DEN OERTOER nog eens te rijden.Tradities zijn er tenslotte om in ere te
houden.Als we aan de funderingswerken
passeren, besluiten we een nader kijkje te nemen, en rijden we tot aan de
voeten van de molens.Een serieuze massa
beton moet er voor zorgen dat alles rechtop blijft staan, mijne wijnkelder is
er maar klein bier bij.De gratiebossen
liggen er al bij al nog vrij goed bij, en door het feit dat Rudy en Frank een
rustig ritje in gedachten hebben, lukt het bij mij ook vrij goed.Wanneer we het veld uitkomen en de weg opdraaien
richting Schellebelle-Aard, merkt Rudy op, dat er in het begin van onze
MTB-toerkes, er hier al een paar stikkapot zaten,ook al lag het gemiddelde dan op zon 18 per
uur. We ronden ons ritje af, en genieten van een kermis-aperitiefke in De
Beize.Even later krijgen we nog het
gezelschap van Eddy Troch, die op zijn eentje ging toeren, nog wat later gevold
door Danny Fack die ook ging rijden met al zijn vrienden!!!!!.
Patjen-29er-Roels
nodigde ons uit naar de laatste safety jogger classic te Oudenaarde. Veel had
ik er niet verwacht zo daags na Kalkenkermis, toch stonden er een 5-tal om
07u30 aan Kalkenkerk : Patjen, Steven,
Gert, Davy en ik.
Frank-frankenstein-Vander
steen liet per sms weten dat het te nat, te zat en te laat geweest was, en
haakte af.
Om 08u30
zaten we ginder op den vélo, direct redelijk wat modder gezien de regen van de
zaterdag. Er stond ons wat te wachten, 2x de Koppenberg, 3x de Kwaremont, 1x de
Paterberg en zo nog wa van die schone dingen tijdens de 60km lange tour.
Steven,
Patrick en Gert rijden vlot daar waardoor Davy en ik besluiten ons eigen tempo
te rijden en die mannen te laten gaan. Bij de 1° bevoorrading komen we niet
veel achter hen toe en krijgen te horen van Steven dat hij de strijd moet
staken wegens materiaalpech. Chainesuck keer op keer, en ge hebt daar een klein
blad, echt nodig. Met 4 verder dus. Bij de 2° bevoorrading komen we alle 4 nog
eens samen en vertrekken Patrick en Steven voor mij en Davy. Niet veel verder
krijgen we daar een helling in het zicht waar we iedereen zien te voet naar
boven gaan. Davy stopt vóór de helling, houdt iedereen tegen, en zegt dat hij
gaat proberen boven rijden. Steil naar boven, dwarse boomwortels en al wat niet
deugd. Achter ons krijgen we het commentaar dat er niemand boven raakt, toch
proberen denkt Davy. Davy zet aan, en ik ben zedelijk verplicht te volgen.
Bijna het kleinste verzet, stukken op en van het zadel, trekken en sleuren, en
alle 2 boven zonder stoppen noch vallen. Boven krijgen we van toeschouwers te
horen dat we bij de eersten van de dag zijn die al fietsend boven geraken, wij
blij natuurlijk. Achteraf krijgen we te horen dat Steven ook boven gereden is,
Patrick was blijven haperen achter de grootste boomwortel en zachtjes op zijn
zij gevallen.
Na een klim
volgt logischerwijs een afdaling. Bijna beneden zie ik een zwerm wespen hangen,
stoppen ging niet, er door dus. Met als resultaat ne fermen stek onder mijn
knie. 50m verder stop ik en hoor ik achter mij Davy ai roepen, die hadden ze te
stekken in zijnen bovenarm dwars door 2 mouwen. Davy kon beginnen uitzuigen, ik
niet wegens niet flexibel genoeg om er aan te kunnen. Direct alle 2 een serieuze
zwelling (op arm en been voor alle duidelijkheid).
Een eind
verder staan Patrick en Steven ne band op te pompen, we rijden ze voorbij en
wat later halen ze ons weer in. Patrick bleek ook gestoken te zijn van die
zelfde stomme beesten. Net als ik kon hij er ook niet aan, maar Steven heeft
bij Patrick gezogen. Ja, die kennen elkaar blijkbaar al wat beter dan ik en
Davy elkaar kennen.
Van dan af
hebben Davy en ik, de andere twee steeds in het vizier. Tot wanneer Patrick
onder spanning begint te geraken. Het was wel de verkeerde spanning, het was
die van nen elektrieken wei-draad waar hij in lag. Eventjes bekomen en hup weer
weg. En blij dat we waren dat we ze nog altijd in het vizier hadden, zo zagen
we Steven 2x vallen op 50m technisch bergop. Het nodige gesukkel was mij
eerlijk gezegd ook niet vreemd.
Bij de 3° en
laatste bevoorrading hebben we onze biestekken laten verzorgen en konden we
aan de laatste 12km beginnen. Onderweg zien we vóór ons, op den rechten end
iemand rechts van de baan, vlotjes de beek in rijden, hoe is dat mogelijk zeggen
we tegen elkaar. Nog een eindje verder moeten we van een trappeken, met ons gat
achter ons zadel rijden we er af om net niet overkop te gaan. Toch ne keer
achter ons kijken zeg ik tegen Davy, dienen grachtenkuiser zal daar gaan zijn.
En ja, voor ons ogen overkop natuurlijk.
Op het einde
werden we nog getrakteerd op een technisch parcours het welke velen lieten
links liggen.
Het was dus
nen schone rit van 60km en 987 hoogtemeterkes.
Bij deze,
collega-verslaggever Mario ne keer verbeteren, vorige week zijn we namelijk
niet naar Erembodegem maar naar St-Martens Bodegem geweest. Het is niet omdat
Poperinge en Poeperinge en Poolman en Poelman en Davy en Dany goed op mekaar
lijken dat het ook het zelfde is.
Ja, het is gelukt. Uit mijn bed raken
om 7 uur op zondagmorgen. Als ik mijn tubeless, die al een paar weken lost,
bijpomp, begint die plots helemaal te lossen. Ai, ai. Ik ga met mijn ouwe velo
moeten rijden. Als ik op de kasseikes van de Steenbeekstraat controleer of mijn
drinkbus goed vast zit, zie ik geen drinkbus. Ze zit nog in mijn nieuwe velo.
Terug naar af. Wat gaat dat hier worden vandaag? Aan de kerk zijn we slechts
met 8 man. Vier rijden naar Erembodegem met de auto: Geert Schepens, Thomas
Bisschop, Roste Senna en één van de Poolman Brothers, maar niemand weet ooit of
het Davy of Danny is. De andere 4 zijn Ivan Rogiers, Patrick Roels, Frank Van
De Steen en den dezen. E o ja, Rudy Rogiers komt ook nog. Als ge maar lang
genoeg wacht. In Overmere pikken we Pascal Lippens op, zodat we met zijn zessen
de 16 km of 18 km (naargelang de bron) naar Grembergen afwerken. Zonder veel
problemen, een goeie opwarmer.
De toer zelf.
Ze kennen bij de inschrijving Rudy nog,
van ietske dat hij is tegengekomen aldaar, 2 jaar geleden. Eerst nog veel
asfalt, maar in de wegels gaat het meteen vooruit. Door de snelheid en het
drummen word ik gedwongen door een plas te vlammen, waarop Frank roept: Zeg,
vetzakske, het is niet omdat gij met een oud krot rijdt dat ge mijn duur
machien ook moet vuil maken hé. Er ontspant zich een hoogstaande conversatie,
en door het geroep om boven het lawaai van wind en fietsen uit te komen, en
doordat ik achter me kijk om mijn hooggeachte collega Van der Steen van
wederwoord te dienen, zie en hoor ik niet dat het plots naar links is. Vlam,
tegen Ivan R. zijn achterwiel en daar schuif ik enkele meters door modder en
steentjes. De Olympia blijft recht, de Giacomelli ligt tegen de vlakte. Gelukkig
van mijn helm. Knie en elleboog vol bloed, en pieken dat dat doet. Ik had het
van in het begin kunnen peinzen dat het mijn dagje niet ging worden! We
besluiten bij meerderheid van stemmen dat ik toch maar verder moet rijden. Eigenlijk
zit er nog veel origineels in het parkoers dat gebaseerd is op de MTB routes
van Waasmunster en Hamme.
Op een
bepaald ogenblik zie ik een eind voor mij er eentje omverklikken, in een
groooote plas. Het is een modderfokker potverdorie, en ja het is Ivan, die aan
het zwemmen is. Een nieuwe discipline? Nee, hij probeert gewoon de rand van de
plas te bereiken om weer bij zijn velo te geraken. Aan de bevoorrading, vertrek
ik rap rap, want als ge zo stil staat, voelt ge goed dat ge gevallen zijt en
beginnen knie en elleboog te verstijven. Als de andere 5 me na 5 minuten weer
te stekken hebben, is het net een technisch stukje. Bij mij gaat dat dan als
volgt: Oeioei, hoe ga ik hier rechtblijven? Amai, die eerste meters ben ik al
rechtgebleven. Ja, ik ben nog altijd recht. Joepie! Helemaal rechtgebleven.
Maar achter mij hoor ik een Husseveldse vloek en een duidelijke Rogiers-stem?
Rudy? Daar hoop je toch altijd op alsje
verslag schrijft. Nee, het is Ivan maar. Maar allez, twee valpartijen van Ivan
in één verslag, daar kikvorst een mens toch ook van op.
Dan is het
ver gedaan met de leute. Ik raak wat achter, en op een bepaald moment is het
parkoers slecht aangeduid en ben ik het kwijt. Ik rij dan maar alleen terug,
van tegen Moerzeke: 25 km windop. Lang geleden dat ik er zo zwaar door heb
gezeten. Wat is mountainbike toch een toffe zondagmorgensport, geknipt voor
50-plussers.
Ivan is blij
om achteraf nog een belangrijk nieuwsfeit te melden. Ik heb het dan wel gemist,
maar het is dan toch gebeurd en het zal in het verslag staan! Want zelfs Rudy
deed nog een knieval. Toen hij te voet naar beneden stapte op een pallet
die over een gracht lag, gleed hij uit en lag bijna op zijn gat.
Mario, met assistentie van Ivan voor
het belangrijkste feit van de dag.
Deze keer
trokken Jan en ik niet naar fouffalize, maar wel naar Bouillon. Weet niet
of er nog andere modderfokkers hebben deelgenomen. We
vertrokken droog maar kwamen al snel in een onweer terecht met veel regen brrr.
Jan deed
de 72km en eindigde knap 4de algemeen en behaalde de eerste plaats bij de
masters. Ikzelf
reed de 45km en werd 12de algemeen en behaalde de 5de plaats bij de elite.
Nu iedereen zich geroepen voelt om verslag te
geven, wat we alleen maar kunnen toejuichen, wordt het tijd dat de ouwe
verslaggever eens een verslag terug geeft, euh, terug verslag geeft, zeker nu
er zich tijdens de rit van de Scheve Villa een historische gebeurtenis heeft
voorgedaan.
De
hele nacht weeral gegoten, dus dat belooft, maar Modderfokkers laten dat niet
aan hun hartje komen, want Ivan R. telt 29 man en vrouw aan de Scheve Villa,
startplaats voor de rit van de Chiro van Berlare. Voor ik het weet, ben ik mee
met de aakes en moet na een km of 8 de rol lossen. Even later krijg ik zelfs
een klop van de hamer en moet ik stoppen om iets te eten en het is maar dankzij
een banaan van Karel dat ik me kan redden. We kunnen nog net aanpikken als even
later de beekes passeren. Gelukkig. Anders zie ik ze al denken: pfoeh, dat
rijdt nog eens mee en dat denkt al meteen dat hij met de aakes meekan en kijk
zie, al subiet een klop van de hamer. Die Mario kan zichzelf nogal eens
overschatten, de blaas. Ja, de mensen kunnen wreed zijn. Maar allez, ze denken
dat toch niet te lang omdat Karel en ik even later ons op kop zetten om onze
maten uit de wind te zetten. De eerste helft van de rit kan als volgt
beschreven worden: hoe rijg ik zoveel mogelijk wegeltjes op een zakdoek grootte
aan mekaar zonder dat ze mekaar kruisen. Ik denk dat we een keer of 4, om de 10
minuten, door Uitbergen passeren. En plassen, plassen, plassen. (Ik bedoel het
zelfstandig naamwoord, niet het werkwoord!). Even later rijden we de aakes in
verspreide slagorde voorbij. Eer de eerste aakes gesnapt hadden dat de laatste
een platte band had, waren ze al een paar km verder. Zo rijden de beekes
voorop. Het staat trouwens voorspeld in de Bijbel: De beekes zullen de aakes
zijn.*
Van
regen blijven we grotendeels gespaard, maar de kasseien van de Koningsstraat
tussen Overmere en Uitbergen liggen er natuurlijk gevaarlijk glad bij. Ik heb
van Rudy R. geleerd dat ge daar zo rap mogelijk moet overrijden. Drie voordelen:
ge foelt ze minder, ge valt minder rap, en vooral: ze zijn rapst achter de rug.
Groot nadeel: als ge dan toch wel valt, dan doet het meer zeer, want zo een
kassei, dat geeft nu eens geen beetje mee, hé. Net als ik, op kop, de registers
heeltegans wil opentrekken voor de laatste honderd meters kassei (volgens
welingelichte bronnen reden we toen 37), geroep en getier. Een valpartij. Dirk
H. is onderuit gegaan, en Rudy DC moet daardoor in de remmen, maar valt dan
natuurlijk ook. Dirk mag direct naar huis: velo en vent met serieus blessures.
Gelukkig is het niet ver. Rudy DC, zelf toch ook een blok beton, denkt nog te
kunnen rijden, maar even verder wordt het duidelijk dat de ribben niet meer
meewillen.
Ondertussen
zijn door ons oponthoud de aakes weer komen aansluiten, maar even verder zitten
Karel en ik met een paar straffe mannen voorop in de meersen: Bart Van Hecke en
Geoffrey Maes. Ter info: Bart zijn mama en papa reden ook mee maar dan wat
meer naar achteren. Vraag me niet hoe wij daar zo plots voorop zaten. Waren de
anderen blijven hangen bij Rudy DC, in een plotse opwelling van solidaritititeit? Als
we, uit de meersen komende, rechts afslaan naar achter de zoutfabriek, is de
rest nog steeds niet te zien. Als we in de Uitbergse straat komen, zien we echter
de hele bende modderfokkers (as en bs samen) voor ons uitrijden, richting
Kalken. Zij hebben dat onnozel omwegje achter de zoutfabriek niet gedaan. Groot
gelijk eigenlijk, want dat spel is veel te smal en met mijn beperkte rijkunsten
ben ik dan ook efkes in de haag blijven hangen.
Zo
rijdt de hele bende weer samen tot aan de 2° bevoorrading. Het laatste stuk
voor de bevoorrading is via de blauwe steen naar de scheldedijk aan de Aard.
Door de voorbije regen en door de werken aldaar, ligt het behoorlijk smerig.
Als we smerigheid graderen op een schaal van 0 (heel proper) tot 5
(super-smerig), dan gaat een score van 7 en een half er niet ver naast zijn. En
daar gebeurt het dan, aan de bevoorrading: het historische feit waarvan hierboven
sprake, nog nooit gebeurd in de 12-jarige carrière van de modderfokkers. Het
begint bij Jan W die Dirk DB opstookt om aan Rudy V voor te stellen dat we
ermee ophouden. Rudy V valt eerst uit de lucht, maar dan, ja, dan zegt hij:
Eigenlijk zijn we onze boel aan het kapot rijden. En dan zegt ook Rudy R, yes
himself, dat hij het ook zowat gehad heeft. En dan gebeurt het. Ge gelooft het
niet. Wat ga ik nog allemaal in mijn jonge leven moeten meemaken!? Collectieve
opgave van de Modderfokkers. Reden: te veel modder!
Karel
en ik zien dat anders, voor die ene keer dat we dan meerijden zeg, voor die ene
keer dat ik uit mijn bed geraakt ben, en er staat nog maar 42 km op de teller,
en het is nog niet eens 11 uren, en vuiler kunnen we toch al niet meer worden,
en de beentjes zijn goed wonder boven wonder na de vroege appelflauwte. We
besluiten nog tenminste een half uurtje verder te rijden, maar rijden
uiteindelijk toch de rit helemaal uit. Slechts nog efkes wat modder en dan
komen de schoonste stukjes nog, over het gras van de Paardenweiden, op en af de
dijken aldaar, over een houten spel, door de Zandbergen, op en af het
privé-stukje dat elk jaar alleen voor deze rit open gaat en waar ik voor de
eerste keer in mijn carrière bovenraak. Alles nog wat technischer door de
glattigheid.
Na
1 Duvel aan de Scheve Villa het achtste wereldwonder, ge moet daar echt eens
binnen gaan - komen daar ook nog Pascal L en Axel T aan. Die waren wat
achtergebleven om Rudy DC te ondersteunen en hadden zo de zeer ernstige feiten
die zich een uur eerder op de dag hadden voorgedaan, gemist. Ook zij geloven
hun oren niet.
Mario
(ja,
ondertussen toch al een beetje bekomen van de shock, het lukt wel, weest maar niet
ongerust over mij).
*
De laatsten zullen de eersten zijn.
PS. Valt er enkel nog toe te voegen dat Dirk De Boever nog een Johnie Hoogelandeke gedaan heeft. Op de terugweg naar huis, op het dolemietwegelke van Schellebelle-aard naar de schilderes, wipt hij net niet hoog genoeg over een omgewaaid boompje, en belandt in de piekdraad, en valt daarbij nog eens plat ook. Gelukkig is er Els H, de sponsor die ervoor gezorgd heeft dat we ten eeuwigen dage met een pikuur op ons achterwerk rondrijden, om hem in de Beize te verzorgen.
Met zon 7 dames vertrokken we woensdag om 7u30 richting
zee. De 7 dames : Nancy, Linda, Karine, Nadine, Veerle, Ann en ik (Machteld).We
waren Laarne nog niet uit of plosteling reed een camionette op het fietspadom terug te draaien. Ons protest tegen de man
was niet in goede aarde gevallen. We waren kutwijven!!! voor hem. Maar wij
dames lieten ons niet doen en lachten hem uit.
In Gent toegekomen begon het te motregenen. De twijfels
om een regenjas aan te doen waren groot. Ze hadden toch voorspeld dat het de beste
dag van de week ging zijn? Dus we dachten dat het niet lang zou regenen en
reden dan verder zonder regenvest. Ja, was de voorspelling maar waar. De hele
weg tot in Damme hebben we van die stomme motregenen gehad. Vermits Nancy een
andere weg had uitgestippeld, voelden we onder de bomen niet altijd het
gedruppel. Het was ne mooie weg zenne. We hebben langs de Leopolds vaart gereden met ne tussenstop voor een speedreep
of nen banaan te eten.
In Damme toegekomen was het gestopt met regenen. Oef,
helemaal kletsnat, dat verdient een aperitiefje. Na Damme reden we richting
Heist waar we op de dijk in het restaurant De Waterlijneen lekkere lunch
hebben gegeten. Linda was wel eerst gaan vragen of we met onze natte kledij
binnen mochten! Ons buikje vol gegeten en gedronken reden we langs de polders
naar Blankenberge toe.
Oef! De zon kwam er door. We waren droog en de zee lonkte
naar ons. We parkeerden onze fietsen op het strand. Schoenen en kousen uit om
pootje te baden in de zee. Wel met de helm op ons hoofd want je weet nooit wat
er kan gebeurenJ
Door al dat water te zien kregen we dorst. Op het strand
van Blankenberge was er een leuk terrasje met lekkere sangria. Voor de
verandering begon het weer te regenen. Gene motregen maar een goeie pletsbui.
Gelukkig was er beschutting en konden we onze sangria met een gezellige babbel
uit drinken.
Its time to go home.
Richting
polders reden we naar Brugge met nogmaals ne tussenstop(plasstop). In Brugge
hadden we nog nadorst ( voor de liefhebbers een Tongerlo) en goesting naar een
broodje. Nadien reden we naar station
van Brugge.
Dit jaar was het geen gezaag in het station. We kregen
mooi onze tickets. Op het perron zaten we lekker op de grond(zoals op een
kampvuur)te wachten op onze trein. De vrolijkeconductrice hielp ons met de fietsen op de trein. Ze bewonderde onze prestaties
en we waren voor haar vrouwen met ballen!!. Amaai, dat hoorden we veel liever
dan wat we s morgens te horen kregen. We mochten zelfs van haar in 1ste
klasse rijden.
In Gent Dampoort aangekomen reden we met de fiets
richting Kalken. De hele dag heeft er niemand pech gehad. Tot we onder de brug
van R4 in Destelbergen reden en Nadine
hoorden roepenstoppe!!! platte band. Eventjes gewacht tot iemand haar kwam
ophalen. Toen waren we nog met 6. Met natte kousen maar voor de rest droog
kwamen we blij gezind in Kalken toe. Wij vrouwen hadden het weer gedaan, 126km met
de fiets gereden!!! We waren trots op onze prestaties. Volgend jaar rijden we
terug met hopelijk meer zon en geen regen.