Toen ik de totale uitputting nabij was dacht ik dat ik vooral moest gaan schipperen in de dingen die ik deed. Op dat moment kon het ook niet anders, ik kon nog maar heel weinig echt doen. Maar nu dat een beetje beter gaat ontdek ik heel andere energierovers. Dingen die je graag doet moet je je niet laten, ook al kosten ze je soms veel (lichamelijke) energie, je krijgt er massa's (geestelijke) energie voor terug.
Laatst ging ik uit eten met, laat ons zeggen, zeer dichte kennissen. De organisatie verliep, zoals altijd met hen, zeer moeizaam. Ik had al langer het gevoel dat we niet op dezelfde golflengte zaten. Toch keek ik er ook naar uit, het zou wel gezellig worden. Maar het is juist op gebied van gezelligheid en sfeer dat we niet op dezelfde golflengte zitten. Het viel dus dik tegen. Ik had ff een dipje maar ik maakte mij er niet druk om, iets wat ik vroeger wel zou gedaan hebben, en zou beginnen plannen zijn hoe ik mij voor de volgende keer kon wapenen. Dat doe ik niet meer, er komt gewoon geen volgende keer. Zo simpel is het soms. Het is ook niet de moeite om hierover een gesprek te voeren als je op een heel ander niveau praat. Een hele opluchting. We zullen elkaar nog zien, ik zal vriendelijk zijn maar bij de volgende uitnodiging om samen iets te gaan eten zeg ik gewoon, 'neen, danku'. Mijn energie is kostbaar, ik ga er voortaan zuinig mee om.