Daarnet zat ik nog te mijmeren bij de 'Pont du Paraire' op de Audiernes in Peyrusse en nu ga ik even achter de computer van Jacky zitten om een tekstje aan het blog toe te voegen. Gisteren hebben wij allerlei boodschappen gedaan in Montbazens en Villefranche. We zijn onder andere de treintickets, die we eergisteren via internet hadden besteld en betaald, gaan halen in het station. Morgen brengen Jacky en Jean-Claude me naar Montauban. Daar neem ik rond kwart na elf een trein naar Paris Austerlitz. Dan moet ik met de metro naar Paris Nord om van daaruit met de TGV naar Lille Europe te sporen. Volgens Lieve is er vanuit Lille Flanders om acht minuten na elk uur een trein naar Kortrijk. Dan zou ik 's avonds in Kortrijk kunnen zijn waar Lieve me komt ophalen. Het is dan 22 juni en ik ben dan juist 2 maanden van huis weggeweest want ik ben vertrokken thuis met de fiets op 22 april. Ik voel me niet als een handelsreiziger die van een zakenreis terugkomt en snel terug moet renderen. Ik voel me zelfs niet als een reiziger die van een recreatieve reis terug thuiskomt. Ik voel me als een pelgrim die aan het einde van zijn tocht tijd nodig heeft om te bekomen van de opgedane ervaringen en niet klaar is om dadelijk terug in het 'gewone' leven te springen en te doen alsof er niets gebeurd is. Ik hoop dat mijn directe omgeving daar begrip voor opbrengt. Ik ben heel blij dat ik zowel op de heenrit als op de terugrit een rustpunt had in Peyrusse waar ik even op mijn plooien kon komen. Nu zal ik de rest van de verwerking van de pelgrimstocht thuis in Waarmaarde kunnen doen samen met Lieve. En voor even later zien we dan wel. De rest van het reisverslag zal ik van thuis op het blog zetten; er zijn namelijk nog enkele ontbrekende dagen die in het schriftje staan opgetekend. Gelukkig heb ik nu 2 maanden zomervakantie om de opgedane 'levenswijsheid' geleidelijk in de levenspraktijk van elke dag op te nemen.
73. Bij het pelgrimsbeeld in Fisterra 74. Vissersboten in de haven van Fisterra 75. Groep aankomende mountainbikepelgrims (bijna allemaal Italianen en Spanjaarden) op de foto voor de kathedraal van Santiago de Compostela
Tot zover een selectie van foto's die ik nam op mijn tocht. Toen ik mijn fiets terug had gemonteerd in Irun en de grens had overgestoken naar Hendaye op Frans grondgebied, ben ik een postkantoor binnengestapt om overbodige spullen naar Peyrusse te sturen. Ook het fotoapparaat ging mee in de doos. Van de terugtocht tussen Hendaye en Peyrusse (6 dagen, ongeveer 475 km) heb ik dus geen foto's. Ik hoop dat jullie, de volgers van het blog, hebben genoten van het beeldmateriaal dat ik heb gepost. Ik ben er alleszins heel tevreden over omdat ik denk dat het een representatief beeld weergeeft van wat er te 'beleven' is op de camino. Maar de essentie van het pelgrimeren kan je natuurlijk niet in foto's vatten.
64. Aankomende pelgrims op het plein voor de kathedraal van Santiago 65. Sint-Jacob troont boven op de kathedraal 66. Het reuzenwierookvat in actie tijdens de pelgrimsmis elke dag om 12u. 's middags 67. Tien priesters tijdens de pelgrimsmis 68. Twee Vlaamse fietspelgrims zien hun vrouw terug na 5 weken fietsen 69. Typische pelgrimsscène op het grote plein 70. Voor de vuurtoren van Finisterre in de dichte mist 71. Schoenen worden door pelgrims, aan het einde van hun tocht, achtergelaten of verbrand achter de vuurtoren van Finisterre 72. Een rustige oceaan bij de kaap op Fisterra
55. Eucalyptusbomen is Galicië 56. Nog 10 kilometer en ik ben in Santiago 57. Al fietsend gefotografeerd, zo roekeloos ben ik van blijdschap 58. Aankomst op het grote plein voor de kathedraal van Santiago 59. Een Russische collega fotografeert mij voor de kathedraal 60. Een pelgrim tekent de kathedraal: iedereen verwerkt z'n vreugde op zijn manier 61. In het bureau waar we ons 'diploma' mogen afhalen 62. Het reuzenwierookvat of 'botafumeiro' onder de koepel van de kathedraal 63. Nog een foto van de kathedraal
46. Alpenflora bij de Cruz de Ferro op 1 500 m hoogte 47. Pelgrims komen aan in de abdij van Ponferrada waar 144 bedden staan 48. Bij het pelgrimsbeeld in Pedrafito do Cebreiro op 1 099 m hoogte 49. Boven op de 'Col do Cebreiro' op 1 300 m 50. In de preromaanse kerk van Cebreiro 51. De tiende-eeuwse kerk van Cebreiro 52. In de slaapzaal van de pelgrims in de abdij van Samos 53. Dit bord kom je wel duizend keer tegen op de camino 54. Sint-Jacobsbeeld in de kerk van Boente
37. Ik kruis het pad van een schaapherder 38. Hartelijk onthaal in de 'albergue' van Villares de Orbigo 39. Samen met de superlieve uitbaatster van de herberg in Villares de Orbigo 40. De meeste Spaanse dorpen en steden op mijn weg zien er, wat de ruimtelijke ordening betreft, nogal archaïsch uit 41. Ontmoeting met een Franse collega die is gestart op de Mont Saint Michel, op de historische brug van Hospital de Orbigo 42. Grandioze pelgrimsbrug met 11 ongelijke bogen in Hospital de Orbigo 43. Kathedraal in Astorga 44. Klim met in het zicht de Telenoberg van 2 185 m hoog 45. Bij het 'Cruz de Ferro' waar de pelgrims een steen, of iets anders wat hun hart bezwaart, achterlaten
28. De camino gaat hier door de abdijruïne 29. De Meseta met zijn tarwevelden lijkt eindeloos 30. Oneindig veel klaprozen tussen de velden maar geen boerderij te bespeuren 31. Pelgrimsbrug over de 'Rio Pisuerga' 32. Wondermooie romaanse San Martinkerk in Fromista 33. De echte camino voor de stappers rechts van de 'fietsroute' naar Santiago 34. Overal ooievaarsnesten op de Spaanse keerken, hier in El Burgo Ranero 35. Soms stuurt de gids (het boek met de route) mij op de echte camino, als die breed genoeg en vlot berijdbaar is 36. Nog één bed vrij in herberg 'Lagañares', na 130 km fietsen
19. Pelgrimsherberg van Los Arcos, waar vrijwilligers van het 'Vlaams genootschap' werken 20. Wijngaarden in de Riojastreek 21. In de kerk van Santo Domingo de la Calzada is er, volgens een aloude pelgrimslegende, altijd een kippenren met levende kippen en een haan 22. Pelgrim in Santo Domingo de la Calzada 23. Santo Domingo de la Calzada, gezien vanop de kerktoren 24. Rustende pelgrim naast zijn fiets 25. De 'Camino francès' op de schaduwloze vlakte van de 'Meseta' 26. Kruis op de 'fietscamino' tussen de tarwevelden 27. Merkteken voor de pelgrims op de Meseta
10. Standbeeld van de 'Vier musketiers' in Condom 11. Bij een kilometerpaal in Navarrenx (Pyrenées orientales) 12. Pelgrimsbeelden in een park in Navarrenx 13. Gezellige babbel in de 'Auberge l'alchimiste' in Navarrenx 14. Wijngaarden van de 'Irouleguy' nabij Saint-Jean-Pied-de-Port (Pays Basque) 15. Boven op de 'col de Roncevaux' in de Pyreneeën - Spanje 16. Buste van Ernest Hemingway voor de stierenarena van Pamplona (Spanje - Navarra) 17. Pelgrimsbrug in Puente la Reina, waar de 4 pelgrimsroutes samenkomen 18. Mountainbikepelgrims komen aan in de herberg van Los Arcos
1. Fruitbomen kreunen onder het slechte weer (Tarn-et-Garonne) 2. Close-up van tarwe in de regen 3. Massa's klaprozen 4. De pandgang van het klooster in Moissac 5. Eén van de 68 gebeeldhouwde kapitelen in het klooster van Moissac 6. Achttiende-eeuwse markthal in Auvillar aan de Garonne 7. Wijngaarden in de Armagnacstreek in de buurt van Condom (Gers) 8. Hier kan ik aan het blog werken 9. Pelgrimsherberg in de 'Ancien Carmel' van Condom
Vandaag mag ik het rustig aan doen. Ik maak van de gelegenheid gebruik om al mijn kledij die enkele weken niet meer is gewassen, in de wasmachine van Jacky te stoppen. Ook de fietstassen worden grondig schoongemaakt. Al het gebruikte materiaal sorteer ik grondig. Ten slotte krijgt de fiets zelf een zeer grondige poets- en afstelbeurt. Hij ziet er weer uit als nieuw en heeft toch al 4 000 km gebold. We beginnen uit te kijken hoe ik het goedkoopst in België kan geraken: met de trein of het vliegtuig. Er is nog niets gereserveerd. Ondertussen maak ik ook een selectie van representatieve foto's van mijn tocht door Zuid-Frankrijk en Spanje tot in Santiago en Finisterra. Ik zit te zoeken naar een overzichtelijke lay-out om foto's en tekst met elkaar te combineren. Morgen heb ik wellicht de tijd om me daar grondig in te verdiepen.
De wekker loopt al af om 6 uur omdat ik wil fietsen voor de grote hitte eraan komt. Maar een diepgaand gesprek aan de ontbijttafel met een koppel leeftijdsgenoten uit Frans Lotharingen over de zin van het pelgrimeren anno 2013 zorgt er toch voor dat ik pas om 8u.30 weg geraak. We sliepen hier maar met z'n vijven in een afgedankt schoolgebouw in Limogne-en-Quercy. Het is erg gaan waaien vannacht en ik heb het gevoel dat het onweer ons al op de hielen zit. Tot in Martiel heb ik de wind op de kop maar richting Villeneuve d'Aveyron zit hij min of meer in het voordeel. Na een ritje van 45 km bereik ik mijn rustbestemming en eindbestemming Peyrusse-le-Roc, klokslag 11u. Nog net op tijd voor Jacky naar het werk vertrekt. Hij meent aan mijn ogen te zien dat ik het goed stel en nog in vorm ben. En zo voel ik me ook. In totaal heb ik nu 3 267 km op de teller, in 38 fietsdagen met heel veel slecht weer. Op deze tocht heb ik ontzettend veel geleerd. Onder andere dat je pelgrimeren in de eerste plaats doet met het hoofd en pas in tweede instantie met de benen. Maar over dat soort dingen zal ik verder filosoferen als ik wat meer uitgerust ben. Ik ben een beetje trots op mezelf omdat ik deze onderneming tot een heel goed einde heb gebracht. Vooral dank zij een grondige voorbereiding. Menige Fransman die ik heb ontmoet heeft gezegd:"Ces belges ne laissent rien au hasard et quand c'est des enseignants, c'est encore pire!" Ik heb een supergoede fiets gekozen en die heeft me geen seconde in de steek gelaten. En dat terwijl alle fietsers die ik ontmoette met alle soorten technische mankementen hadden af te rekenen. Sommigen kon ik helpen, anderen niet. Ik heb supergoede waterdichte fietstassen gekocht maar ik had toch nog te veel materiaal mee. Tot 2 keer toe heb ik een grote doos naar Peyrusse teruggestuurd. De leuze van de Hollanders in dit verband is:"Alles wat je kan thuislaten is handig meegenomen!" En ze hebben gelijk. Ik heb haalbare trajecten uitgestippeld en heb ze altijd kunnen afleggen. Ik heb voldoende gelet op goede voeding en veel drinken en ik heb nooit 'zwarte sneeuw' gezien. Ik ben ook nooit op pad gegaan zonder reservedrinken en eten in de tas. Ik heb onderweg en in de herbergen heel veel fantastische contacten gehad met allerlei mensen van allerlei leeftijden uit alle continenten. Daarover later meer. Er waren ook heel veel gebeurtenissen waarbij ik willens nillens een traan moest wegpinken. Ik heb elke avond een heel gezonde maaltijd kunnen nemen in alle soorten etablissementen. In Spanje kan je je buikje rond eten en je dronken drinken voor 9 euro, alles inbegrepen. Ik heb veel minder geld nodig gehad dan ik had ingeschat want in de herbergen betaal je meestal niet meer dan 10 euro per nacht. En vele herbergen werken volgens de formule 'donativo' dat wil zeggen dat je betaalt wat je kan missen. Zelfs veel herbergen die een avondmaal en ontbijt aanbieden doen dat. Ik heb niet overal een computer kunnen gebruiken om het blog aan te vullen. Of vaak vroegen ze veel te veel geld om er één te gebruiken, b.v. een euro per 30 minuten. Gelukkig was er dan Lieve die me depanneerde door van thuis een verslag te posten, na een telefoongesprek. Ik ben niets kwijt geraakt en men heeft me niets gestolen. De verstandhouding tussen de pelgrims is van die aard dat diefstal niet voorkomt. Ik heb twee diploma's behaald: één van de 'Camino Francès' tussen Saint-Jean-Pied-de-Port en Santiago en één van de 'Camino Fisterra' tussen Santiago en Cabo Fisterra. Die zal ik dan inkaderen. Ik heb nu meer tijd om het blog aan te vullen met de verslagen van de ontbrekende dagen en foto's van onderweg want de computer van Jacky mag ik gratis gebruiken. Ik heb zopas de fietstassen leeggemaakt en het is verbazend wat een hoop vuile was ik verzameld heb. Morgen krijgt de fiets een grondige poetsbeurt. Jacky zal ook nog wel wat toevallige werkjes achter de hand hebben. Die ik helemaal niet hoef te doen! Van zodra het past, plaats ik enkele representatieve foto's op het blog.
Vandaag reed Marnix van Lauzerte naar Limogne-en-Quercy. Een rit van 77 km onder een loden zon. Het is zondag, er zijn niet zoveel winkels open. Bij de bakker in Caze Mondenard haalt hij zijn mondvoorraad. In de heenrit ging hij bij dezelfde bakker langs. Nu nog een drankvoorraad inslaan en jawel hij kan 1,5 liter prik kopen maar deze fles kan niet in de bidonhouder. Dan maar overgieten in de bidons en de rest opdrinken. Hobbel de bobbel over de Franse wegen en jawel één van de bidons "ontploft". Een beetje teveel gas in de limonade of te hobbelige wegen?, in ieder geval ligt een deel van de bidon midden op de weg. Met kleefband alle stukken bij elkaar want deze bidon heeft een te grote emotionele waarde om hem hier achter te laten. Ik kan mij zijn gezicht inbeelden op het moment van "de ontploffing". Ik lach mij te pletter aan de andere kant van de telefoonlijn. Voor enkele Spierenezen en Helkijners, inderdaad we zijn door toedoen van de burgemeester en zijn vrouw, ooit al eens ontvangen geweest te Limogne. We zijn er naar de markt geweest en we hebben gepicknickt bij Mary's nicht. Nog hoeveel kilometers van Peyrusse? Normaal gezien hoopt Marnix morgen te Peyrusse aan te komen. Ik zocht het weerbericht voor die streek op en ik hoop dat Marnix de onweders voorblijft.
Groetjes Lieve
Peyrusse, Peyrusse antique cité, autrefois grand duce aujourd'hui quité et demain occupé par un pelerin
De stappers nemen al afscheid van mij voor 8u. Stappers vertrekken traditioneel vroeger dan fietsers. Rond 8u.30 daal ik af van de 'bastide' Lauzerte die als een adelaarsnest hoog op een heuvel ligt. Ik volg het zacht glooiende dal van de Barguelonne tot vlak bij de bron. Dan klim ik en kom op het kalkplateau van de Quercy terecht, een twintigtal km ten zuiden van Cahors. Rond 12u.30 ben ik in Lalbenque. Er is nog een winkeltje open. Snel wat frisdrank en 'madeleintjes' kopen. Ik koop een fles van anderhalve liter omdat er geen kleinere zijn. Ik giet ze over in één van mijn drinkbidons en even later, tijdens een klimmetje, is het zo ver: onder de druk van de CO² in de bidon springt de kop eraf met een luide knal. Gelukkig zonder erg. Zal ik dan toch niet in Peyrusse geraken zonder technische problemen? Via Bach rijd ik naar Limogne-en-Quercy waar ik aankom om kwart na twee. Ik wil gaan logeren in de gîte van de nicht van de burgemeester van Spiere-Helkijn (gîte 'Les Gloriettes'). Maar de poort is er op slot met een dikke ketting en op een krijtbord staat de vermelding: 'Le gîte est fermé et à vendre'. Dus neem ik mijn intrek in de gemeentelijke gîte die zich in een oud schoolgebouw bevindt. Na de gebruikelijke was en plas val ik, wegens het warme weer, in slaap op mijn bed. Maar ik ben op tijd wakker om het dorp te gaan verkennen en een goedkoop restaurantje op te sporen. Vanavond wordt het een pizza 'Chez Bob'. Als alles meevalt, kan ik morgen voor de middag in Peyrusse aankomen. Volgens mijn berekeningen is dat maar 45 km meer.
Voor het eerst sinds ik terug in Frankrijk ben, vind ik een computer ter beschikking in het 'Office de tourisme' van Lauzerte. Het verslag van de voorbije dagen (van dinsdag 11 tot en met vrijdag 15 juni) zal ik aanvullen van zodra ik terug in Peyrusse ben. Vorige nacht sliep ik in het gewezen klooster van La Romieu. Het is er prachtig met alle bloeiende rozen maar de uitbaters zijn heel erg commercieel ingesteld en er zit niet echt bezieling in hun werk. Bovendien vragen ze 20 euro voor een nacht in een slaapzaal. Ik neem ontbijt in gezelschap van een Oostenrijkse man die samen met zijn dochter van Genève naar Santiago stapt. 't Is te zeggen: hij begeleidt z'n dochter tot in Saint-Jean-Pied de Port en laat ze dan alleen verder stappen op de Camino Francès tot in Santiago. Het meisje doet erg haar best om te communiceren in het Frans en Engels. De rit gaat via heel smalle wegen naar Dunes (een mooie bastide) naar Valence d'Agen. In Dunes vraag ik de weg en de dames die ik aanspreek blijken Vlamingen uit Zottegem te zijn. Prompt wordt er een groepsfoto gemaakt. Ik kom in de vallei van de Garonne terecht. Hier wordt allerlei fruit gekweekt: abrikozen, perziken, kersen, druiven (ook wijndruiven: côtes du Brulhois), ... De streek van de look (de Gers) heb ik net achter me gelaten. Ik houd erg veel van de dorpen en de huizen in de Gers: mooie, bebloemde tuinen en huizen en boerderijen met veel karakter. Ik stop even om kledij af te doen en maak ervan gebruik om een bejaarde dame te feliciteren met de schoonheid van haar tuin. In Valence drink ik koffie op een terrasje en vraag ik de weg naar Lauzerte. Ik blijk bij een Brit terechtgekomen te zijn. Hij woont al 23 jaar in Frankrijk en kan zich nog steeds niet in het Frans verstaanbaar maken. Dus vraag ik de weg aan andere voorbijgangers. iedereen stuurt me een andere kant op. Ten slotte loop ik binnen in een benzinestation en daar is eindelijk iemand die me op het rechte pad zet. Het is een heel mooie rit in rechte lijn naar Lauzerte, door het mooie dal van het Barguelonne-riviertje, 30 km rechtdoor. Ik picknick onderweg naast het mooie Saint-Serninkerkje 12 km voor Lauzerte. Lauzerte is een zeer mooie bastide die op een hoge heuvel ligt. Ik zie het dorp al vanop 10 km afstand liggen. Het is een mooie klim tot in het middeleeuwse dorp. Ik ga dadelijk informeren naar een pelgrimsonderkomen en kom in de gemeentelijke 'gîte d'étape' terecht, na een rit van 84 km. Die was me gisteren nog door een pelgrim in Condom ten stelligste afgeraden maar het ziet er niet zo slecht uit, voor 10 euro. Ik neem er mijn intrek en maak er kennis met een jong koppel. Ze hebben elkaar leren kennen op 'Le Chemin' in Conques. Sindsdien zijn ze samen onderweg, tot in Santiago. Hij is een osteopaat uit de Jura en het meisje is een Zuid-Duitse. Als dat niet mooi is. Ze bieden me de rest van hun middagmaal aan, wat ik dadelijk aanneem. Ik ga nu dit wondermooie dorp verkennen en nagaan waar ik vanavond kan eten voor een schappelijk prijsje.
J'ai fait 84 km entre La Romieu et Lauzerte. Le temps était couvert toute la journée, mais pas de pluie. Si tout se passe bien, je serai dans le Lot demain. La santé va bien. Je suis toujours en forme. Je veux aller découvrir le village. C'est une belle bastide construite en pierre blanche.
Marnix is deze morgen vertrokken vanuit Mont-de-Marsan richting La Bastide d'Armangnac. Vorige zomer hebben we deze streek bezocht en deze bastide. Het was één van de authentiekste die we al hadden gezien. Vorig jaar had ik ook een wegwijzer gezien met daarop : Notre Dame de Cycliste. Marnix is er vandaag naar toe gereden, als hij daar aankwam was de kerk en de opvanggebouwen afgesloten, enkel toegankelijk omstreeks 15u. Plots hoort hij iets. Het blijkt dat er iemand bezig is met wat kuiswerk. Deze man kijkt en luistert naar Marnix en haalt een kanjer van een sleutel en laat Marnix binnen in deze kerk. Marnix gelooft zijn eigen ogen niet. In de ingang de wielertruien van alle grote wielergoden. De trui van Merckx zijn Ronde van Frankrijk van het jaar 1969. Een trui van Boonen. De rest kan ik niet meer opnoemen. In de kerk zelf hangen dan in 3 rijen boven elkaar meer dan 800 truien van wielerclubs. Marnix vraagt of hij er een kaars kan aansteken, de man maakt nogmaals een uitzondering. Hij haalt een kanjer van een kaars boven en Marnix kan ze aansteken. Er komen nog toeristen aan maar deze worden niet binnengelaten. Marnix vertrekt richting Montréal, Condom om tenslotte na 99 km met kopwind in La Romieux te eindigen voor vandaag. Ondertussen heeft hij de kaap van 3060 km op de teller gehaald zonder materiaalpech. Nu overnacht hij in het "dortoir" in het kraaknette pand : Le couvent de la Romieux.
Groetjes, Lieve
Marnix a dépassé les 3060 km. Il est passée par La Bastide d'Armangnac, Montréal, Condom. Il est arrivé au couvent de la Romieux. Il a visité l'église notre dame de cycliste.
Ik rijd de hele dag in oostelijke richting: van Mont de Marsan naar Villeneuve-de-Marsan en dan naar Labastide d'Armagnac. Daar is het tijd voor een picknick en koffiestop op het centrale plein van de mooie bastide waar allerlei rozen op de muren bloeien. In de bloembakken van de gemeente staan wijnstokken geplant. Ik rijd richting Cazaubon en zie links een bordje 'Notre-Dame-des-Cyclistes' - sanctuaire national. Ik wil er binnen gaan maar de kerk is op slot. In het paviljoen op de parking is een bejaarde man aan het werk. Het blijkt de conservator te zijn. Ik doe mijn pelgrimsverhaal en de man besluit om de kerk voor mij open te maken. We wandelen erheen en ik sta versteld van wat ik te zien krijg: de muren van de kerk zijn behangen met 800 wielertruien van allerlei clubs die op die manier een beroep doen op de bescherming van Onze-Lieve-Vrouw. In de inkom van de kerk hangen enkel truien van de grote kampioenen: Merckx, Maertens, Van Impe, Bartalli, Poulidor, Ocaña, Indurain, Virenque, Museeuw, Boonen, Armstrong, ... onvoorstelbaar! Ik beslis een kaars aan te steken. Deze keer voor mezelf uit dankbaarheid omdat ik zo stilaan het gevoel krijg dat mijn hele onderneming netjes op haar pootjes aan het vallen is. De conservator steekt ze zelf aan en stelt voor dat ik een tekstje in het 'Gulden boek' zou schrijven. Ik bedank de man heel intens omdat dit bezoek voor mij een moment van grote waarde is geweest. Erg ontroerd en onder de indruk zet ik mijn weg voort richting Montréal du Gers. Daar kan ik zeggen:"De kring is gesloten!" want tijdens de heenrit op 24 mei kwam ik hier ook voorbij. Ik rijd verder naar Condom. Daar ga ik een cola drinken alvorens de laatste 12 km naar La Romieu aan te vatten. In La Romieu neem ik m'n intrek in het voormalige klooster (Le Couvent de La Romieu), na 99 km. Het onthaal is er zeer professioneel maar zonder bezieling. Ik krijg er een bed in een slaapzaal met 15 bedden waarvan er slechts 3 beslapen zijn, samen met nog een Oostenrijkse man en diens dochter. Ik ga een lekker avondmaal nuttigen in een restaurantje in het centrum, gezellig onder de arcaden.
Na het rituele telefoontje van elke dag, kijk ik nu op de landkaart van Frankrijk. 110 km heeft Marnix onder de wielen vandaag waarvan 40 in druk verkeer en 80 km in de gietende regen. Op een bepaalde plaats is er een stuk weg weggespoeld en gaat de omleiding voor de fietsers recht het bos in. Er staat een wegwijzer met daarop "la voie". Zonder het goed te beseffen zat Marnix terug op één van de routes naar Santiago. Het is de route die over Tours loopt. Marnix ziet een bouwvallig huis waar hij aanklopt om te vragen waar hij naartoe zou kunnen als pelgrim. Een half bij "bewust" zijnde man doet open en vraagt aan Marnix om binnen te komen. Hij krijgt er een kop warme koffie en een handdoek om zich af te drogen. De canabis rokende man zit duidelijk met grote problemen, hij vertelt het t 'één en t 'ander aan Marnix. Marnix vertrekt via het bospad, hij kijkt achter zich en ziet een fietser met aanhangwagen. De fiets van de man is van hetzelfde Belgische merk als deze van Marnix. Marnix spreekt de man aan. Hij blijkt een pelgrim uit Blankenberge. Na herhaaldelijke pech aan zijn fiets, hebben zijn twee metgezellen de arme stakker achter zich gelaten. Marnix en deze man zoeken nu samen een schuiloord zodanig dat Marnix aan het versnelling apparaat kan sleutelen maar er zijn dingen stuk. De man zet zijn weg verder naar Dax waar hij een fietsenwinkel zal proberen te vinden. Marnix heeft medelijden met de man, zo kan hij de bergen niet over. Hij is ook te zwaar beladen. Zijn beide wielen waren al stuk gegaan. Alle kledij van Marnix is nu nat. In de tent zijn ze niet droog geraakt en vandaag met of zonder regenjas ben je nat. Hij besluit om in een bushokje zijn regenvestje op de ontblote torso aan te trekken net op dat moment lossen ze een hele bus scholieren. De scholieren hebben er het grootste plezier aan. De laatste 30 km verlopen via kalmere wegen en het wordt ook iets droger. Marnix heeft Mont-de-Marsan bereikt. Hij kan er in een pelgrimsonderkomen terecht. Hij moet wel de sleutel in de Shanghai shop halen. Zijn logement is een oud pand maar kraaknet. Hij zal er zijn kledij kunnen drogen. We luisteren met enkelen via de luidspreker van de telefoon naar zijn verhaal. Hij klinkt als de rust zelve. Het geeft een goed gevoel langs beide kanten van de lijn.
Als ik om 9u. de camping in Labenne-Océan uitrijd, wuiven de dames aan het onthaal mij uit. Ze hadden me beter een pelgrimskorting gegeven. Het motregent maar is niet koud: 16°. Ik heb rugwind en het is vlak in de Landes. In Saint-Vincent-de-Tyrosse (een duivenstad) haal ik geld uit de muur en koop ik proviand. In Saint-Géours-de-Maremne ga ik noordwaarts. Het regent nu goed door en ik verdwaal bijna door de slechte aanduidingen. Op goed geluk af volg ik een smalle weg rechts naast de autosnelweg en na enkele kilometers blijkt dat de goed keuze te zijn. Ik kom uit in Magescq. Daar kan ik eindelijk, na bijna 40 km, op de rustige vlakke wegen tussen de dennenbossen fietsen. Daar is het mij om te doen. Ik hou van de bouwstijl van de 'maisons landaises' en geniet vooral van de aanblik van de boerderijen. Via Herm gaat het naar Gourbera. Daar bots ik, na 53 km, op een wegversperring. Er is door de overvloedige regen een wegverzakking geweest. Die is hersteld maar mag nog niet bereden worden. Er staan bordjes aan de kant met 'Voie de Tours' en een Sint-Jacobsschelp erop. Zonder het te beseffen ben ik dus op de 'Via Turonensis', de pelgrimsweg die start in Tours, terecht gekomen. Maar ik denk (verkeerdelijk) dat in het huis rechts pelgrimsopvang is en klop er aan om te vragen of ik er in het droge mag picknicken want ik ben doorweekt. Een slaperige man opent de deur. Ik doe mijn verhaal. Hij laat me binnen en geeft me een handdoek. Ik trek mijn natte bovenkleren uit en doe droge aan. Ik krijg koffie en kan picknicken. De man legt uit dat de bordjes er enkel staan om de omlegging voor de pelgrims (door het bos) aan te duiden wegens de wegverzakking. Hij vertelt ook dat hij een werkloze lasser is en zijn huis moet verkopen omdat het financieel te moeilijk wordt. Van pelgrimsopvang dus geen sprake. De man rookt de hele tijd. Er hangt een vreemde geur in huis... "Ga je echt vertrekken met dit hondenweer?" vraagt de man als ik hem bedank. Ik zeg dat alleen onweer ons pelgrims kan tegenhouden. Ik volg met de fiets aan de hand de omlegging via het bospad en kom even verder weer op de straat terecht. Een andere fietser volgt in mijn spoor: een man met een trekkingfiets van hetzelfde merk en een karretje eraan. Dat kan alleen maar een Belg zijn. Het is een Vlaming uit Blankenberge. Hij heeft al allerlei technische problemen gehad met de fiets en sakkert op de achterderailleur. Ik stel voor om een droge plek te zoeken en te proberen de zaak te repareren. Aan het gemeentehuis van Gourbera is een grote leegstaande carport. Daar haken we het karretje af en beginnen te sleutelen. Algauw blijkt het probleem moeilijk op te lossen. De man heeft eerder op zijn tocht al een nieuw achterwiel laten monteren en volgens mij werden daar niet de goede wisselstukken bij gebruikt. Hij besluit om naar Dax te rijden (op een kleine 10 km) en daar weer een fietsenmaker te zoeken. We nemen afscheid en wensen elkaar een goede tocht toe. Mijn tocht gaat verder via Laluque, Lesgor en St.-Yaguen, recht naar Mont de Marsan, in sneltreinvaart. Na 110 km kom ik daar aan in het toerismebureau. En wat blijkt: zonder het te beseffen ben ik op 'La voie de Vézelay' (het pelgrimspad vanuit Vézelay) terechtgekomen. Er is hier een pelgrimsherberg. Ik kom er aan en een vriendelijke dame laat me binnen. Mijn sleutel moet ik afhalen in de Aziatische winkel 'Shangaistore'. Ik neem een douche en hang de natte kleren van twee dagen te drogen boven een elektrische radiator. Ik heb hier het hele huis voor mij alleen: er zijn acht bedden, een keuken, woonkamer,... ingericht in de vroegere gemeentelijke badinrichting. 'Bains - douches' staat er boven de ingang. Mont de Marsan is een gezellig stadje. Ik ga eten in het verzorgde 'Spaanse' restaurant 'La Casa' dat de hospitalero me heeft aangeraden. En het is er lekker en genoeg.
Deze morgen moest Marnix omstreeks 8u de deur uit maar zijn fiets kon hij maar een uur later gaan oppikken. Hij ziet alvast door het raam een kartonnen doos waar een fiets in kan. Midden in deze winkel van "mail boxes" kan hij zijn doos open maken en ja het is zijn fiets maar dan wel meer gedemonteerd dan dat hij had gedacht. Dan maar je herstelmateriaal boven halen en knutselen. Zelfs de horentjes, de kaarthoudersteun, op zijn stuur zijn losgevezen maar geen enkele schram op het kader. De mensen in deze winkel waren zeer vriendelijk en lieten Marnix maar sleutelen te midden een kantoor met p.c.'s, copiertoestellen, en dergelijke meer. Ze geven hem nog een stadsplan mee. Het is tegen de middag en Marnix haast zich naar een postkantoor en koopt er een doos om nog wat spullen op te sturen die hij niet meer nodig heeft in Frankrijk. Hij wil de doos terug binnen dragen als het meisje van deze post zegt dat ze pas omstreeks 13u30 terug begint te werken. Ik denk dat dit zijn eerste pelgrimsvloek is geworden. Dan maar een koffie gaan drinken gedurende anderhalf uur want zijn betaalbewijs ligt ook nog binnen in de post, samen met het opkleefvignet. Marnix koopt nog twee wegenkaarten want hij had deze weg niet voorzien. Het wordt een rit van 63 km langs aarts gevaarlijke wegen. In Biaritz en Bayonne kan hij van de busstroken gebruik maken. Gelukkig is het weer goed. tenslotte komt hij omstreeks 18u30 op een camping te La benne Océan aan. Hij zal er in een tent kunnen overnachten maar dan ene met een frigo en een waterverwarmer erin. Deze overnachting kost hem wel 40 in dit kustdorp. Hij heeft een prachtig zicht over de zee ne in de tent hoort hij het ruisen van de golven. Marnix klinkt bijzonder "zen" deze avond. Lag het aan de mosselen met frieten die hij net binnen heeft of aan het feit dat hij terug kan fietsen en alle onderdelen van zijn fiets nog aanwezig zijn of zit St.-Jacob hier voor iets tussen. Ik laat hem spreken, op de achtergrond hoor ik de vogels van La Benne, je zou van minder tot rust komen.
Après St.-Jean de Luz, Biaritz et Bayonne, Marnix se trouve à La benne Océan, après 63km.Demain, Il continue vers Mont de Marsan.