In oktober 2012 viert het dichterscollectief Mengmettaal zijn twintigjarig bestaan met een tentoonstelling, een poëzieavond en een groepsbundel (Bibliotheek Tweebronnen / Leuven)
KORTE HISTORIEK
In 1991 verdween het Europees Poëziecentrum dat in Leuven
gevestigd was en daarmee kwam ook een einde aan een mooie reeks publicaties en
nooit geëvenaarde Europese Poëziefestivals (Mario Luzi, Padron, Homero Aridjis,
Seamus Heaney, Desmond Egan, André Chouraqui, Casimiro de Britoetc.) De Leuvense Schrijversaktie, die
regionale poëzieavonden en publicaties uitgaf verdween eveneens van het
poëtisch toneel en moest plaats maken voor het Gentse Poëziecentrum. Om dit vacuum aan te vullen en te voorkomen dat
Vlaams-Brabant een poëtisch niemandsland zou worden, besliste Mark Meekers (Marcel Rademakers) om
een aantal ex-medewerkers en aankomende talenten bij hem thuis uit te nodigen.
Hij had reeds een tweetal internationale groepen opgericht voor schilders en
beeldhouwers en wist dat je in groep meer invloed hebt en luider kunt roepen
dan uit één mond.
Tijdens deze eerste vergadering in Heverlee, betreurde
iedereen het heengaan van Eugène Van Itterbeek, de bezieler van het
poëziecentrum, maar werd de situatie ook kritisch geëvalueerd. De ter ziele gegane organisatie was te elitair, had te
weinig aandacht besteed aan eigen, Vlaamse auteurs en was er nauwelijks in
gelukt om een geïnteresseerd kliënteel op te bouwen.
Op Meekers' voorstel werd besloten (door o.a. Karel Sergen,
Johan van Cauwenberge, Guido Cloet, Lieve Devijver, Paul Loeckx, Anne Wiering)
om een dichterscollectief op te richten. Mijn voorstel om het Heavymettaal
te noemen (met een wat revolterende verwijzing naar de rockgroep Heavy metal)
werd door Karel Sergen omgeturnd tot Mengmettaal. Mark Meekers werd
tot voorzitter gekozen, Lieve Devijver tot secretaris.
We zouden een losse structuur hanteren, waarbij elk lid
als creatief artiest in zijn eigenzinnigheid werd gerespecteerd en voorstellen
kon doen en initiatief kon nemen. Dank zij deze vrijheid bestaat de groep na
achttien jaren nog steeds. Politiek engagement kan, maar geen partijpolitiek
(hoe voor de hand liggend ook voor sommige leden). Voor Mengmettaal
activiteiten worden altijd alle leden uitgenodigd tot deelname en inbreng.
Nieuwe leden worden met instemming van de meerderheid gecoöpteerd.
Met de tijd breidde het collectief zich uit tot maximaal dertig gelijkgestemden. Gerda De Preter, Cyriel Gladines, Mark Naessens, Alfred
Warrinnier, Reine Wellens, Wim Menheer, Bernard de Coen, Ann van Dessel vervoegden de groep. Mark Meekers merkte hen op als juryvoorzitter of succesvol deelnemer aan poëziewedstrijden.
Hij koos beloftevolle, getalenteerde dichters, die in de actualliteit stonden. Hoewel onze auteurs bij verschillende uitgeverijen aan het woord komen
(Uitgeverij P, Lannoo, Davidsfonds, Querido, Kramat, Ellessy e.a.) bestaat de
nood voor Mengmettaal om ook eigen (ambachtelijke) publicaties, flyers,
verzamelbundels, bloemlezingen en een ledenblad (Mengmettaaltje op 800
exemplaren) uit te geven.
Mengmettaal had / heeft een eigen poëtica die in grote
lijnen geformuleerd werd in een Poëtisch Credo. We zouden reageren
tegen de high brown, hermetische dichtkunst, die modieus postmodernistisch was
en waarvoor universitaire studies en een biliotheek binnen handbereik onmisbaar
waren om er grip op te krijgen. We wilden ons afzetten tegen de ivorentoren-,
loftgedichten, canapé-poëzie.
In de Mengmettaal-poëtica primeert de inhoud, vent komt
voor vorm. Scherp werd dit geformuleerd in de oneliner: Poëzie is software
voor de ziel. We zijn niet weg van het experiment om het experiment, maar
zeker niet wars van vernieuwing als ze poëtisch functioneel is. Een groep is
een middel om een poëtische visie scherp te stellen.We wensten een poëzie die niet levensvreemd is en durfden
tegen de verbale l'art pour l'art- acrobatiek in, de sociale functie van poëzie
beklemtonen. We wilden een ruim publiek uit alle bevolkingslagen bereiken.
Goede poëzie moet niet per se frusterend onleesbaar zijn (de moeilijheidsgraad
is geen literair criterium). Daarom lazen we in ziekenhuizen, bejaardentehuizen,
hogescholen, op trein en bus. We organiseerden als pluralistische,
multiculturele organisatie lezingen en avonden met allochtone dichters,
steunden de Koerden, schakelden Afrikaanse auteurs in, ijverden met
straatoptredens voor meer verkeersveiligheid, autoloze zondagen, klaagden verkeersagressie
aan, schreven gedichten voor nieuw in te richten begraafplaatsen, leidden tal
van literaire wandelingen. We hielden stands open, traden op markten en
tuinbeurzen op, gaven workshops, schrijfcursussen, poëzielessen in scholen en
vormingswerk.
We wilden poëtisch leven in de Oost-Brabantse brouwerij
brengen. Daarom organiseerden we poëzieavonden met indivduele dichters,
historici, filosofen, dichtersgroepen en tijdschriften. We gingen ervan uit
geen establishmentpoëten te brengen, maar wel auteurs die wij origineel,
authentiek en kwalitatief hoogstaaand(er) vonden. Ook jonge beloftevolle elementen lieten we graag aan het
woord. We organiseerden voor hen een tweejaarlijkse poëziewedstrijd, in
samenwerkig met Galerie Hannah, die telkens een ruime landelijke en
internationale respons kent. Bij elke gelegenheid schakelden we eigen auteurs
in om podiumervaring op te doen. Muziek kreeg altijd een plaats, van rock over
klassiek tot liederen van een Russische operadiva.
Zoals de naam Mengmettaal het zegt sloten we ons
niet op in een dichterlijk sprookjeskasteel, maar wilden we poëzie buiten het
boekje brengen, door het te mengen met andere kunstvormen: Muziek was er altijd
bij, we vertaalden Pierrot Lunaire uit het Frans / Duits en brachten opvoeringen
tijdens het Festival van Vlaanderen. We lieten danseressen (zelfs buik-)
parallel evolueren met poëzie, brachten gedichten tijdens muzikale evenementen
van fanfares en harmonieën, schreven bij tentoonstellingen van individuele
kunstenaars, voor exposities in de Kruidtuin of in het beeldenpark Spaas.
Onze natuurgedichten klonken in de modeltuinen van Geerts
(Herent) of Hoegaarden. Wij plantten onze poëziepanelen en spandoeken op
straten, pleinen en hovingen van kastelen. We werken samen met het Leuvens museum
en schreven gedichten bij de collectie kunstwerken. In het filmmuseum
projecteerden we films van Jos Jacobs, die zestig jaar voor Oosterhoff
gelijkaardige experimenten met gedichten van Van Ostaijen realiseerde. We
exposeerden beroepsfotografen die we met poëtische foto's de blikken lieten
innemen.
De Mengmettaal-auteurs gingen in grote lijnen akkoord met
de gestelde doelen en vulden die op een persoolijke manier in. We steunen
elkaar, lezen elkanders werk, geven raad, altijd met de bedoeling het eigen
karakter, de eigen stijl van elke dichter te ontbolsteren. De bekommermis voor
elkanders werk is voor verschillende auteurs heilzaam geweest. Ze durfden
publiceren, optreden en de kwaliteit van hun gedichten ging er zodanig op
vooruit dat de Mengmettaal-auteurs het gros van de literaire wedstrijden
binnenhaalden, bij degelijke uitgeverijen konden aankloppen en in tijdschriften
konden publiceren. Ze wonnen proviciale poëzieprijzen (Anwerpen / Limburg),
werden genomineerd in de internationale poëzieprijzen, bemanden de jury van
heel wat literaire wedstrijden. Ondanks de diametraal tegengestelde poëtica van
een bloemlezer als Van Bastelaere werden een vijftal dichters opgenomen in zijn
Hotel New Flandres, 60 jaar Vlaamse poëzie. Belangrijk is dat we een fijner oog voor kwaliteit
gekregen hebben, kameraadschappelijk op elkander kunnen steunen en er blijven
in geloven dat we een bijdrage leveren tot cultureel en geestelijk
welzijn.
Mark Meekers (Marcel Rademakers), voorzitter (1991-2006)
Openheid was een van de kenmerken van Concept: Concept (is) een culturele vereniging die
zich het bevorderen van de literatuur en de kunst tot doel stelt; in het
bijzonder de Vlaamse en Nederlandse literatuurliefhebbers met elkaar in contact
poogt te brengen; relaties tracht te onderhouden met auteurs uit alle Nederlandssprekende
taalgebieden.
Nadien werd het voorvoegsel multi eraan toegevoegd en werd Concept een Multiculturele Literaire Vereniging. Vanaf 1992 werd ook
uitdrukkelijk Zuid-Afrika bij het project betrokken en wilde men: In het bijzonder de Nederlandse, Vlaamse en
Zuid-Afrikaanse literatuurliefhebbers met elkaar in contact brengen.
Op diezelfde website van Concept is te lezen dat
de vereniging geen onderscheid (maakt) tussen
auteurs van het eerste, tweede en derde circuit.
Concept was een Vereniging Zonder
Winstoogmerk, die haar onkosten dekte met de contributies van leden, abonnees
en donateurs. De gedegen boekhoudkundige kennis van Suzanne Gossé zorgde ervoor
dat de vereniging een gezond bestaan kon leiden. Neen, we hebben er nog nooit een frank, een cent of eurocent aan
overgehouden. Laat staan dat Roger of ik of iemand anders, bijvoorbeeld de
schilder Hans Hogendoorn, die elk jaar een schilderij of collage maakt voor een
nieuw omslag, enige vergoeding heeft gehad. Ook de redacteurs werkten Pro
Deo, voor de mooie ogen van de literatuur. Voor
cultuur is er nooit geld, maar voor kanonnen is er geen enkel probleem,
mopperde Wastijn aforistisch.
De vereniging en het tijdschrift hebben het
zonder overheidssteun gerooid. Een
pluspunt, want daardoor verkeert het in de luxueuze positie dat het niemand
naar de mond moet schrijven, geen ideologische of partijlidkaart moet
voorleggen, niet als speelplaats fungeert voor universitaire faculteiten, zich
niet verlaagt tot onwelvoeglijke ons-kent-ons-strijkages. Aldus Mark
Meekers. Concept ging prat op zijn ongebondenheid, die slechts aan het
lidmaatschap geknoopt was. In een interview voor Meander omschrijft Meekers het
als een project, dat ook in Vlaanderen
vrij uniek is.
Uit de ontmoeting van Roger
Wastijn (Eernegem) en Ton Luiting (Hilversum) ontstond de kiem van wat later de
Literaire multiculturele Vereniging Concept
zou worden. Roger Wastijn was bankbediende en succesvol zakenman, die op een
bepaald ogenblik zijn winstgevend biobedrijf verkocht om terug te keren tot
zijn oude liefde, de poëzie, die hij reeds vanaf zijn middelbare studies het
hof maakte.
Ton Luiting (1936) was een
veelkleurige vogel, pianostemmer, technicus, nu eens met het linker- dan weer
met het rechterbeen in de politiek, radioproducer, televisieregisseur en
cultureel journalist en had reeds enkele bundels gepubliceerd.
Roger Wastijn (1928-1998) ging
aan boord van het Vlaamse jongerentijdschrift t Kofschip (een geheugensteuntje om de stemloze medeklinkers
te onthouden, die bepalend zijn voor de schrijfwijze van de voltooide
deelwoorden). Toen Raoul-Maria Depuydt zijn boot ookrichting Holland stuurde, monsterde hij
Luiting aan als redacteur. Roger en Ton konden het uitstekend met elkaar vinden
(2): Er moet een lichtflits van
herkenning zijn geweest, citeert K. Koopman: Wij zijn broeders. Soortgenoten. Lotgenoten. Vrienden voor het leven.
Dichters, maar ook wegbereiders voor andere Nederlandstalige dichters.
In 1986 ontstond echter muiterij
op de schuit en L. & W. sprongen overboord om een eigen tijdschrift op te
richten: De Koofschep. Roger
Wastijn omschreef het doel als volgt: Over
de steeds meer zonder betekenis wordende staatsgrens, die het Nederlandstalige
cultuurgebied scheidt, nauwe contacten te leggen en te onderhouden zodat
uiteindelijk de kloof tussen Noord en Zuid naar de vergeethoek wordt
geschreven. Wanneer de kracht van die ironische allusie uitgewerkt was
werd de naam veranderd in het postmodernistisch aandoende: Concept. Na een maidentrip van twee jaar was het in 1988
duidelijk dat we samen met een eigen
tijdschrift en de uitgave van een jaarlijkse poëziebundel zouden doorgaan. We
wisten toen dat ons tijdschrift levensvatbaar was.
Tot aan zijn overlijden was Roger
Wastijn voorzitter van de Multiculturele
literaire vereniging Concept. Hoewel Roger wars was van elke verering
gingen er stemmen op om een monument voor hem op te richten. Het kreeg de
titel: Wij zijn reizigers naar een van
zijn gedichten. Beeldhouwer Chris Ferket nam die taak ter harte. Het monument
kreeg een plaats op het marktplein in Eernegem. Het werd in 1999 onder grote
belangstelling ingehuldigd.
Ton Luiting volgde hem op en
zette met bravoure de traditie verder. In 2008 haakte hij af wegens
gezondheidsredenen en nam Mark Meekers zijn plaats in. Meekers was winnaar van
de Concept Poëzieprijs, had de correcties van tijdschrift en publicaties op
zich genomen, als kernredacteur de ingezonden kopijen beoordeeld en talrijke
gedichten, essays en recensies geschreven, waarvoor hij de Roger Wastijnprijs
ontving. Met vernieuwd enthousiasme ging de equipe bestaande uit Riet De
Bakker, Helma Michielsen, Atze Van Wieren en Eke Veenbrand ermee door tot aan
het jubileum van vijfentwintig jaar Concept. De ploeg oordeelde dat de
vereniging haar doel grotendeels bereikt had, haar bijdrage aan de literatuur
en de maatschappij geleverd had en de jonge garde het woord idealisme
nauwelijks nog kende zodat een eventuele aflossing van de wacht niet in het
verschiet lag.
Indien Verba volant, scripta
manent, Woorden vervliegen, geschriften
blijven op waarheid berust heeft Concept voor een uitgebreid en waardevol
legaat gezorgd, dat in 5580 bladzijden van het tijdschrift, 3939 paginas van de
thematische verzamelbundels en 1051vellen van occasionele uitgaven opgeslagen
ligt. De Franse dichter Jacques Prévert tempert echter onze verwachtingen want:
Les feuilles mortes se ramassent à la
pelle (Dode bladeren worden met de
schop opgeschept ). Slechts enkele bladeren zullen opgenomen worden in een
herbarium, enkele bladen in een anthologie.
Een historisch overzicht en een bloemlezing van de gedichten werd gebundeld in:
Mark Meekers (Marcel Rademakers), VERBARIUM. De mooiste gedichten uit 25 jaar CONCEPT, uitg.: Concept, Brugge - Nuenen, 2011, 96 p. , kaftontwerp: Marcel Rademakers ( ISBN/EAN 9789081679312)
-
"Mark
Meekers, de laatste voorzitter van de club, de bundel Verbarium uit met
een selectie van 75 gedichten uit de 4642 gedichten die in totaal voor al die
jaarlijkse poëziewedstrijden werden ingezonden. Uiteraard zijn daarbij alle
prijswinnaars vertegenwoordigd en Concept had daarbij het statusverhogende
geluk dat de laatste prijs gewonnen werd door de dichter die ook de Turingprijs
won, Henk van Loenen, alias Juliën Holtrigter.
De bundel bevat trouwens meer bekende namen, zoals Ina Stabergh, Fernand
Florizoone, Mark Meekers zelf, Hannie Rouweler, Karel Wasch, Patricia Lasoen,
Jan Van Meenen, Jos Steegstra, Inge Boulonois en de momenteel zeer succesvolle
Sylvie Marie. Het zijn misschien (nog) niet de allergrootsten uit dichtersland,
maar ze bewijzen wel dat Concept niet als marginaal kan worden weggezet." (Joop Leibbrand)
*
Wanneer je helemaal niets
van Concept weet en alleen deze verzamelbundel leest, zul je daar volmondig mee
instemmen, want het door Mark Meekers samengestelde Verbarium, de mooiste
gedichten uit vijfentwintig jaar Concept is een mooie bloemlezing, een
prachtige verzameling van goede tot uitstekende gedichten, ingeleid door een
uitstekende inleiding, waarin Meekers terugblikt en het verschijnsel Concept
een historische samenvatting geeft die, op een enkel detail na, zo de
geschiedenisboeken in kan. (Paul van Leeuwenkamp)
Ter gelegenheid van de vijfde editie van de poëziewedstrijd "Kruip in je pen",
uitgeschreven voor studenten van de Universiteit Hasselt, de Xios
Hogeschool Limburg en de Provinciale Hogeschool Limburg, schreef Mark
Meekers (Marcel Rademakers) de inleiding bij de verzamelbundel "Pennenvruchten. Poëzieprijs 2012". Hierin verduidelijkt hij de visie van de jury.
- KRUIP IN JE PEN
Voor de vijfde editie van de poëziewedstrijd Kruip in je pen werden 64 gedichten
ingezonden. Dit succes staat in contrast met de ademnood waarin de poëzie in
Vlaanderen verkeert. Er blijven nog maar twee poëzie-uitgeverijen over en de
verkoop halveerde op vijf jaar tijd. Het past in de algemene trend waarbij cultuur
gedevalueerd wordt tot amusement, de infantilisering van de media en het analfabetisme
toenemen.
Gedichten zijn een geschikt middel om gedachten en
emoties vorm te geven, te verwoorden. Dit contact met de taal draait soms uit
op een botsing, een kortsluiting, maar voor de meeste poëten is het een
diepsnijdende ontmoeting. Ze bieden ons een inkijk in een caleidoscoop van
themas, stijlen en genres.
Naast enkele surrealistische uitschieters komen de individuele,
erg ego-betrokken dingen des levens aan
bod: sterfgeval, ziekte, een misgelopen liefde. Vrolijke, gelukkig getinte
gebeurtenissen krijgen zelden een plaats. In talrijke verzen zoekt de auteur
naar zijn coördinaten in deze wereld, in deze tijd.Soms vergeet de auteur in spe dat de lezer meeleest en
pas door zijn aandacht het gedicht tot leven komt. Een tekst wordt maar gedicht
door de gehanteerde taal. Een gedicht moet daarom in feilloos Nederlands
gesteld zijn. De invloed van gsm- en twittertaal is nefast en er moet nog heel
wat bijgeschaafd worden.
De verwoording is vrij conventioneel, zelden hermetisch
met amper een spoor van experiment. Er wordt te weinig rekening mee gehouden
dat poëzie de dagelijkse, conventionele taal te buiten gaat, een vrijplaats is
waar de woorden anders dan logisch mogen worden gebruikt. De verzen zijn
meestal te letterlijk, zelden via metaforen in een andere toonaard gezet. Lyriek
wordt teveel verward met emoties, wat tot een tsunami van tranen leidt. Rijmwerk
en cliché schaden de authenticiteit.
Talrijke inzenders hebben getracht de taalalchemie tot
een goed einde te brengen, ontdekten misschien een eigen stem, in de keuze van
hun onderwerp, hun visie of hun persoonlijke verwoording. Allen stonden ze een
moment stil om even naar het ritselen, het fluisteren, het kermen, het juichen
van hun binnenste te luisteren, om even meer individu, persoon te worden.Een gedicht moet boven de woorden uitgroeien, contact
leggen door zijn evocatieve kracht, zodat er een boventoon klinkt. Waar die wonderlijke
magie opduikt ontstaat een echt kunstwerk in taal. We feliciteren de enkele inzenders
die met Baudelaire kunnen zeggen: Jullie
gaven me modder en ik heb er goud van gemaakt.
Voor de vijfde maal werd de poëziewedstrijd Kruip in je Pen uitgeschreven voor studenten van
de Universiteit Hasselt, Xios, Hogeschool Limburg en de Provinciale Hogeschool
Limburg. De jury, samengesteld uit Greet Hendrix, Ria Snellinx, André Janssens
en Mark Meekers (Marcel Rademakers), vergaderde in de Universiteit Hasselt. Mark
Meekers (Marcel Rademakers) fungeerde als voorzitter, Alain Vranken als niet-
stemgerechtigd secretaris.
Juryverslag
1ste
prijs Up and downs Jessie De Laender (studente UHasselt)
Een aangrijpend, helder, kort en krachtig geformuleerd
gedicht, dramatisch maar beheerst en sober, dat in een actuele taal een
kankercasus schetst. Een emotioneel spel dat aarzelt tussen genezing en fatale
afloop, angst en hoop, met een prachtige, prangende slotzin die dan toch weer
het ergste laat vermoeden.
Een door en door romantisch liefdesgedicht over hunkering
en toenadering, met enkele opvallend nieuwe woorden, prettig geformuleerd en
afgerond met een zacht ironische sneer.
Na een vertwijfeld afscheid volgt de hoopvolle start van
een nieuwe relatie. Dit gedicht is een sensitieve weergave van een zoektocht
naar de persoon die je bijstuurt en ommuurt als het even niet meer gaat. Een
sterk zintuiglijk verhaal met soms originele beelden, veelal zeer krachtig
verwoord, spontaan en klankrijk.
1ste
eervolle vermelding Stijf van t dansen
Jo Pieck (student PHL)
Zeer zegbare poëzie, fris,
onstuimig, exuberant-spontaan, ontembaar, zonder zorgen. Maar ook, en vooral:
zichzelf gevonden, het harnas overboord, na een lange onbegrepen zoektocht. Een
wervelwind van klank, en soms onconventionele beelden, een gevecht tussen
conventie en vernieuwing.
2de
eervolle vermelding Zelfs als ik
wandelen kon Eline Ordies (studente UHasselt)
Een verrassende combinatie
van wandelen en taal, met een mooie metafoor in woorden die ik over het pad der stilte hadgestrooid. Het onvermogen tot communicatie wordtgeuit met de paradox mijn lippen vormden een woordloze spraakwaterval.
Hersenschadedoor bv. een infarct in het
spraakcentrum van Broca,heeft tot
gevolgdat je moeilijk woordenvindt,dat je geen verstaanbare taal meerkan uitspreken.Alleen een
gewiekste wandelaar kan hieruit wijs geraken, tenminste zo interpreteerde de
jury de laatste verzen.
Dichter Herman Rohaert had het briljante idee om een project
op te zetten, waarbij tien Vlaamse en tien Nepalese dichters elkaars verzen
vertaalden. Het resulteerde in drie poëzievoorstellingen (op 26 januari 2012)
in de Academiezaal te Sint-Truiden. Video, dans en muziek kleedden de teksten
in. De drie uitverkochte vertoningen van "Frit Nepal" werden door meer dan 1000 luisteraars gesmaakt.
Wie doet beter op Gedichtendag?
Mark Meekers (Marcel Rademakers) was samen met o.a. Karel
Sergen, Luc Vandeborght, Martin Carette, Cyriel Gladines en Ann Van Dessel een
van de gegadigde dichters. Hij schreef:
Het gedicht Bij stem
van Mark Meekers (Marcel Rademakers) werd ten gehore gebracht tijdens de
poëzieavond, georganiseerd door de Bibliotheek van Kortenberg (Vlaams-Brabant)
op Gedichtendag.
De organisatie Opdonder
4, partner van het Stedelijk Museum Sint-Niklaas, organiseerde op donderdag 24
november 2011 in het Stedelijk Museum Sint-Niklaas, (Zwijgershoek 14, aanvang
20.00 uur), een druk bijgewoonde poëzieavond DOELSE DICHTERS.
Nelly Maes leidde in. De dichters Mark
Meekers, Frank Devos, Hilde Van Cauteren lazen hun
composities. Herman Van Puyenbroeck
bespeelde de cello en blonk uit in een stuk van Pergolesi. Michael De Meirleir illustreerde inventief met film en foto.
Op initiatief van Hilde Van Cauteren (derde dorpsdichter van Doel)
kwamen op zondag 13 november (2011) Daniel Billiet en de vorige dorpsdichters
Frank De Vos en Mark Meekers (Marcel Rademakers) samen in Doel om opnames te
maken in het kader van het Poëtisch Adoptieproject Doel.
Ze kozen een locatie uit en lazen het daarbij passend gedicht. Gido
VanGent haalde zijn beste vingers boven en zorgde voor een sfeervolle muzikale
begeleiding. De nevel legde een koude sluier over het dorp, maar warme
tomatensoep bracht het gezelschap terug op temperatuur.
Mark Meekers (Marcel Rademakers) adopteerde een huis dat ooit op de hoek
van de Vissersstraat en de Pastorijstraat stond. De leegte is overwoekerd met
onkruid en woorden:
11 November: mijn vader was een knaap. Hij was in een boom geklommen om over
de heide uit te kijken. Een Duitse soldaat dacht dat hij met een spion te maken
had en schoot de hoofdvogel ei zo na af. Mijn moeder speelde met haar poppen
verpleegstertje. Jacques, de broer van mijn vader had het seminarie verlaten en
ruilde uit vaderlandsliefde zijn soetane tegen een legeruniform. Mijn
grootvader lag in de loopgraven te verkommeren. Mijn tante Johanna smokkelde
berichten van België naar Nederland over de "electrische draad", een
omheining onder hoogspanning die elk grensverkeer onmogelijk maakte. (Mark Meekers/Marcel Rademakers)
Boekenbeurs: kookboeken, strips, kinderboeken, biografieën van politici, detectiveromans, detectiveromans, strips, kinderboeken, politici, kookboeken, kookboeken... amusement dat voor literatuur moet doorgaan, poëzie... Even langs Poëziekrant, Uitgeverij P en Point-edities gestapt: marginaal.
18 Auteurs zullen
hun medewerking verlenen aan dit literaire festijn en voorlezen uit eigen werk.
De voorgelezen teksten worden gepubliceerd in een brochure die op de Dag van de
Auteur, 3 december, gratis aan 600 auteurs wordt toegezonden. (Vereniging van
Vlaamse Letterkundigen) (Knack Focus, Boekenbeurs 2011, p. 15)
Tot de geselecteerde auteurs (romanciers
en dichters) behoorden o.a. Clara Haesaert, Gust Van Brussel, Marleen de Crée en Mark Meekers (Marcel Rademakers). Mark Meekers las zijn gedichten op donderdag 3 november tijdens de
LITERAIRE ESTAFETTE van 16 tot 18 uur in de Oranje Zaal van de Boekenbeurs. -
De jury onder voorzitterschap van Mark Meekers (Marcel Rademakers) besliste de vijfentwintigste Concept Poëzieprijs toe te kennen aan Juliën Holtrigter (Henk van Loenen) voor zijn gedicht "Het laatste huis". Hij ontving de bronzen sculptuur "Finale" van Jeffrie Devriese en dankte:
"Wat ben ik blij dat ik hier in Vlaanderen een prijs in ontvangst mag nemen. Ik houd van dit land en de mensen. Ik ben het aan een van mijn leermeesters in de poëzie verplicht om hier in Vlaanderen zijn naam te noemen: Paul Snoek. Deze grote dichter heeft mij veel geleerd (zonder het te weten), vermaakt, aan het denken gezet, geïnspireerd en wat al niet. Ik blijf hem lezen. Mijn bewondering voor een andere Vlaming (die helaas ook niet meer leeft) en die over de mooiste dictie beschikte in ons taalgebied heb ik in mijn pseudoniem uitgedrukt: Julien Schoenaerts. En dan heb ik het nog niet gehad over James Ensor. En ook niet over mijn recente ontdekking: Gustave Van de Woestyne wiens werk nog springlevend is en war de spirituele kracht van af spat. Echt een schilder voor dichters!"
Het winnnende gedicht en een selectie van de ingezonden gedichten is te vinden in de verzamelbundel: Mark Meekers - Atze van Wieren, Finale, uitg.: Concept, Brugge-Nuenen, 2011, 160 p., (ISBN/EAN 9789081679305)
Mark Meekers (Marcel Rademakers) publiceerde twee nieuwe uitgaven:
- Finale, uitgave van Concept, Brugge-Nuenen, 2011, 160 p., omslagontwerp H. Hogendoorn (ISBN/EAN 9789081679305). Mark Meekers leidt het thema van deze bloemlezing in: einde, ondergang in mineur en majeur, nieuw begin. Samen met Atze van Wieren selecteerde hij 142 gedichten, o.a. Juliën Holtrigter, Stefan Heulot, Ann Van Dessel, Karel Wasch, Gert J. Peelen, Deen Engels, Christina Guirlande, Martin Carrette, Achilles Cools e.a.
- Verbarium, de mooiste gedichten uit 25 jaar Concept, uitgave van Concept, Brugge-Nuenen, 2011, 96 p., omslagontwerp Marcel Rademakers (ISBN/EAN 9789081679312). Mark Meekers schetst een uitgebreid historisch overzicht van de Vlaams-Nederlandse literair-culturele vereniging Concept (1986-2011) en maakt een selectie uit de 4642 gedichten, die voor de jaarlijkse poëziewedstrijd werden ingezonden. Met o.a. Fernand Florizoone, Johan Van Oers, Mark Meekers (Marcel Rademakers), Patricia Lasoen, Gerda De Preter, Sylvie Marie, Juliën Holtrigter e.a.
De publicatie kan besteld worden tegen de prijs van 12,50 euro plus verzendingskosten op het secretariaat van Concept: Suzanne Gossé, Kerkhofstraat 2, 8480 Ichtegem-Eernegem, (gossesu@hotmail.com).
Op zondag 13 maart 2011vergaderde de jury van de CONCEPT POËZIEPRIJS, bestaande uit Riet De Bakker, Eke Veenbrand, Helma Michielsen, Atze van Wieren en Mark Meekers (Marcel Rademakers, voorzitter) te Eernegem. Suzanne Gossé nam het secretariaat waar. De jury verheugde zich over de grote belangstelling en de hoge kwaliteit van de ingezonden teksten. Ze beoordeelde 130 gedichten die aan de reglementaire voorschriften voldeden en anoniem waren ingezonden uit België en Nederland. Ze hield rekening met originaliteit, adequate verwoording van het thema "finale" en poëtische zeggingskracht.
De eerste prijs gaat naar Juliën Holtrigter (Vianen) voor het gedicht "Het laatste huis". Het beschrijft magisch, gedreven en indringend de ondergang van onze wereld. Hij ontvangt een bronzen sculptuur van Jeffrie Devriese. De tweede prijs is voor Stefaan Heulot (Antwerpen) voor "Slotstuk". Het vers valt op door sober woordgebruik en het spel met klank, ritme en repetitieve elementen, met een slot dat teruggrijpt naar het begin zodat het gedicht in een ander daglicht komt te staan. De derde prijs wordt toegekend aan Ann Van Dessel (Wespelaar) voor "Zonder einde". Een gaaf, goed geconstrueerd gedicht dat helder en verhalend realiteit en verlangen mengt.
Nog twee gedichten mochten op de waardering van de jury rekenen. De eerste eervolle vermelding val Karel Wasch (Amsterdam) ten deel voor "Finale". De tweede eervolle vermelding komt Gert J. Peelen (Amsterdam) toe voor het gedicht "Icarus". Alle laureaten ontvingen een kunstwerk als prijs.
Mark Meekers (Marcel Rademakers), voorzitter van de Vlaams-Nederlandse literair-culturele vereniging Concept
Zaterdag 28 mei, om 13.00 uur start de 25-ste CONCEPTDAG onder voorzitterschap van Mark Meekers (Marcel Rademakers).
Deze samenkomst van Vlaamse en Nederlandse dichters zet in met een academische zitting waarop de voorzitter, de burgemeester en de schepen van cultuur het woord voeren.
Daarop volgt de proclamatie van de 25-ste Concept Poëzieprijs. Een gekend Nederlands dichter wint, de tweede prijs gaat naar een aanstormend Vlaams talent. Na de pauze volgt een uitgebreid vrij podium, waarna een bezoek wordt gebracht aan de poëzietuin ('De Buzestove') in Eernegem. De dag wordt afgesloten met een dichtersdiner.
Naast de obligate bloemlezing ontvangen de deelnemer gratis een publicatie met een historisch overzicht van 25 jaar Concept en een bloemlezing uit de poëzieprijzen.
publicaties: - Mark Meekers - Atze Van Wieren, Finale, uitg.: Concept, Brugge-Nuenen, 2011, 160 p. - Mark Meekers, Verbarium, uitg.: Concept, Brugge-Nuenen, 2011, 96 p.
Op zondag 20 maart presenteerden Annemarie Sauer en Mark Meekers (Marcel Rademakers) in het literair café "De Hopsack" de poëzienamiddag waarop de nieuwe dorpsdichter van Doel werd aangesteld. Mark Meekers las het juryrapport.
JURYVERSLAG VAN DE DORPSDICHTERDOEL PRIJS 2011 De juryleden Bert Bevers, Hilde Coolen, Paul Vincent en Mark Meekers (Marcel Rademakers) kwamen op dinsdag 11 januari 2011 samen te Antwerpen. Dianne Nuyts en Willem Persoon waren wegens ziekte verhinderd en maakten hun evaluatie schriftelijk over. Frank De Vos fungeerde als (niet stemgerechtigd) secretaris. De jury hield rekening met poëtische zeggingskracht, originaliteit en thematische verwoording. Nadat ze het evenwicht gevonden had tussen de beoordelingscriteria van "vorm" en "vent", was ze aangenaam verrast te kunnen vaststellen dat vier van de vijf nominaties naar dames gingen. "Wat een weelde!" riep een van de (zieke) juryleden uit, "je zou daarvoor aan de baxters willen gaan liggen. Driewerf uitroepteken!!!"
Walter Simons viel op met het gedicht "Ruïnes", dat in een zeer barokke stijl blijkt geeft van een onstuimige doch eerlijke en onbevangen verontwaardiging. Het gedicht "Plan B" van Marie-Thérèse Van Aerdebrugge beschrijft op indringende wijze de eenzaamheid van de inwoners en het dorp en laat ondanks de sloop een raam open op uitzicht. In "Het huis is leeg" komt een dichteres aan het woorddie rijkelijk de metafoor hanteert. Lies Van Gasse weet daarmee de sfeer van verlatenheid doelgericht te suggereren. Ann Van Dessel was manifest aanwezig met twee krachtige gedichten. Vooral "Kraakland" werd geprezen: de kordate neorealistische toon, scherpe observaties, een kritische blik en een sterke metaforiek maken er een beklijvend geheel van. Ook Hilde Van Cauteren schreef twee homogene gedichten. de jury verkoos "Voor D." boven "In D." Ze apprecieerde de sterke harmonische structuur, de directe taal en de rake tekening van het lege, doch levensvatbare dorp. Inhoudelijk sterk, met vlotte ritmiek, gedreven geschreven. helderheid en toegankelijkheid zijn een extra troef. Wie kan niet akkoord gaan met de slotzin: "Want hoe zot moet de zijn om een dorp te slopen / dat een haven was, voor mensen?" Een ontroerende klassieker in de DOEL-literatuur.
In opvolging van Mark Meekers (Marcel Rademakers) (2007-2009) en Frank De Vos (2009-2011) wordt Hilde Van Cauteren voor de twee volgende jaren de nieuwe dorpsdichter van Doel. De jury wenst dat zij het mismeesterde dorp nog lang op de kaart kan houden.
one wrinkle in the fur changed the sea into roaring tigers. fire-spitting reactors. roads off the orbit, the houses drifting on the foundations of water.
classrooms become a morgue. the writing is in black chalk. no snowman fills the empty mirrors. from this no man's land only the splinters of cries stick out.
tracks of runaway horses, the horse- men of the apocalypse thrown off. what cherry tree will ever dare to blossom here again? who can live in hollow words?
and yet there is bier and birth. between debris and breaking earth's crusts a child is searching the sky for souls. airlifted, they sink back as flakes.
één rimpel in de pels veranderde de zee in brullende tijgers, vlammenspuwende reactoren. wegen van de baan, de huizen afgedreven op fundamenten van water.
scholen worden lijkenhuis. er wordt met zwart krijt geschreven. geen sneeuwman vult de spiegels. uit dit niemandsland steken enkel nog de kreten als splinters.
sporen van op hol geslagen paarden, de ruiters van de Apocalyps afgeworpen welke kersenbloesem durft hier nog bloeien? hoe in holle woorden wonen?
en toch wordt er opgebaard en gebaard, zoekt een kind tussen steenbrokken en bre- kende aardkorsten de hemel af naar zielen. opgevlogen dalen ze weer als vlokken.
het hoofd verloren. enkel de ogen niet meegespoeld. hij weent zijn haren grijs. daar stond het huis. een flard behang of een hemdsmouw wuift uit de wand.
een bankautomaat waar slechts angst uit af te halen is. zijn toyota geen blik meer waard. boeddha's, bacteriën, pianotoetsen, maar geen foto, geen schaduw of silhouet.
alles van alles verloren. kamer na kamer, cabine na cabine opengebroken, breekijzers op wanhoop, om slechts dood te begroeten. hoe geliefde lijven onderscheiden van die
rottende ravage, geest van slijk? alles in lijkenzak en as. koude vriest het tafereel voor altijd in. krijgt hij ooit nog vaste grond onder de voet, een haiku door de keel?