Mark Meekers en Lieve Devijver
In oktober 2012 viert het dichterscollectief Mengmettaal zijn twintigjarig bestaan met een tentoonstelling, een poëzieavond en een groepsbundel (Bibliotheek Tweebronnen / Leuven)
KORTE HISTORIEK
In 1991 verdween het Europees Poëziecentrum dat in Leuven
gevestigd was en daarmee kwam ook een einde aan een mooie reeks publicaties en
nooit geëvenaarde Europese Poëziefestivals (Mario Luzi, Padron, Homero Aridjis,
Seamus Heaney, Desmond Egan, André Chouraqui, Casimiro de Brito etc.) De Leuvense Schrijversaktie, die
regionale poëzieavonden en publicaties uitgaf verdween eveneens van het
poëtisch toneel en moest plaats maken voor het Gentse Poëziecentrum. Om dit vacuum aan te vullen en te voorkomen dat
Vlaams-Brabant een poëtisch niemandsland zou worden, besliste Mark Meekers (Marcel Rademakers) om
een aantal ex-medewerkers en aankomende talenten bij hem thuis uit te nodigen.
Hij had reeds een tweetal internationale groepen opgericht voor schilders en
beeldhouwers en wist dat je in groep meer invloed hebt en luider kunt roepen
dan uit één mond.
Tijdens deze eerste vergadering in Heverlee, betreurde
iedereen het heengaan van Eugène Van Itterbeek, de bezieler van het
poëziecentrum, maar werd de situatie ook kritisch geëvalueerd. De ter ziele gegane organisatie was te elitair, had te
weinig aandacht besteed aan eigen, Vlaamse auteurs en was er nauwelijks in
gelukt om een geïnteresseerd kliënteel op te bouwen.
Op Meekers' voorstel werd besloten (door o.a. Karel Sergen,
Johan van Cauwenberge, Guido Cloet, Lieve Devijver, Paul Loeckx, Anne Wiering)
om een dichterscollectief op te richten. Mijn voorstel om het Heavymettaal
te noemen (met een wat revolterende verwijzing naar de rockgroep Heavy metal)
werd door Karel Sergen omgeturnd tot Mengmettaal. Mark Meekers werd
tot voorzitter gekozen, Lieve Devijver tot secretaris.
We zouden een losse structuur hanteren, waarbij elk lid
als creatief artiest in zijn eigenzinnigheid werd gerespecteerd en voorstellen
kon doen en initiatief kon nemen. Dank zij deze vrijheid bestaat de groep na
achttien jaren nog steeds. Politiek engagement kan, maar geen partijpolitiek
(hoe voor de hand liggend ook voor sommige leden). Voor Mengmettaal
activiteiten worden altijd alle leden uitgenodigd tot deelname en inbreng.
Nieuwe leden worden met instemming van de meerderheid gecoöpteerd.
Met de tijd breidde het collectief zich uit tot maximaal dertig gelijkgestemden. Gerda De Preter, Cyriel Gladines, Mark Naessens, Alfred
Warrinnier, Reine Wellens, Wim Menheer, Bernard de Coen, Ann van Dessel vervoegden de groep. Mark Meekers merkte hen op als juryvoorzitter of succesvol deelnemer aan poëziewedstrijden.
Hij koos beloftevolle, getalenteerde dichters, die in de actualliteit stonden. Hoewel onze auteurs bij verschillende uitgeverijen aan het woord komen
(Uitgeverij P, Lannoo, Davidsfonds, Querido, Kramat, Ellessy e.a.) bestaat de
nood voor Mengmettaal om ook eigen (ambachtelijke) publicaties, flyers,
verzamelbundels, bloemlezingen en een ledenblad (Mengmettaaltje op 800
exemplaren) uit te geven.
Mengmettaal had / heeft een eigen poëtica die in grote
lijnen geformuleerd werd in een Poëtisch Credo. We zouden reageren
tegen de high brown, hermetische dichtkunst, die modieus postmodernistisch was
en waarvoor universitaire studies en een biliotheek binnen handbereik onmisbaar
waren om er grip op te krijgen. We wilden ons afzetten tegen de ivorentoren-,
loftgedichten, canapé-poëzie.
In de Mengmettaal-poëtica primeert de inhoud, vent komt
voor vorm. Scherp werd dit geformuleerd in de oneliner: Poëzie is software
voor de ziel. We zijn niet weg van het experiment om het experiment, maar
zeker niet wars van vernieuwing als ze poëtisch functioneel is. Een groep is
een middel om een poëtische visie scherp te stellen. We wensten een poëzie die niet levensvreemd is en durfden
tegen de verbale l'art pour l'art- acrobatiek in, de sociale functie van poëzie
beklemtonen. We wilden een ruim publiek uit alle bevolkingslagen bereiken.
Goede poëzie moet niet per se frusterend onleesbaar zijn (de moeilijheidsgraad
is geen literair criterium). Daarom lazen we in ziekenhuizen, bejaardentehuizen,
hogescholen, op trein en bus. We organiseerden als pluralistische,
multiculturele organisatie lezingen en avonden met allochtone dichters,
steunden de Koerden, schakelden Afrikaanse auteurs in, ijverden met
straatoptredens voor meer verkeersveiligheid, autoloze zondagen, klaagden verkeersagressie
aan, schreven gedichten voor nieuw in te richten begraafplaatsen, leidden tal
van literaire wandelingen. We hielden stands open, traden op markten en
tuinbeurzen op, gaven workshops, schrijfcursussen, poëzielessen in scholen en
vormingswerk.
We wilden poëtisch leven in de Oost-Brabantse brouwerij
brengen. Daarom organiseerden we poëzieavonden met indivduele dichters,
historici, filosofen, dichtersgroepen en tijdschriften. We gingen ervan uit
geen establishmentpoëten te brengen, maar wel auteurs die wij origineel,
authentiek en kwalitatief hoogstaaand(er) vonden. Ook jonge beloftevolle elementen lieten we graag aan het
woord. We organiseerden voor hen een tweejaarlijkse poëziewedstrijd, in
samenwerkig met Galerie Hannah, die telkens een ruime landelijke en
internationale respons kent. Bij elke gelegenheid schakelden we eigen auteurs
in om podiumervaring op te doen. Muziek kreeg altijd een plaats, van rock over
klassiek tot liederen van een Russische operadiva.
Zoals de naam Mengmettaal het zegt sloten we ons
niet op in een dichterlijk sprookjeskasteel, maar wilden we poëzie buiten het
boekje brengen, door het te mengen met andere kunstvormen: Muziek was er altijd
bij, we vertaalden Pierrot Lunaire uit het Frans / Duits en brachten opvoeringen
tijdens het Festival van Vlaanderen. We lieten danseressen (zelfs buik-)
parallel evolueren met poëzie, brachten gedichten tijdens muzikale evenementen
van fanfares en harmonieën, schreven bij tentoonstellingen van individuele
kunstenaars, voor exposities in de Kruidtuin of in het beeldenpark Spaas.
Onze natuurgedichten klonken in de modeltuinen van Geerts
(Herent) of Hoegaarden. Wij plantten onze poëziepanelen en spandoeken op
straten, pleinen en hovingen van kastelen. We werken samen met het Leuvens museum
en schreven gedichten bij de collectie kunstwerken. In het filmmuseum
projecteerden we films van Jos Jacobs, die zestig jaar voor Oosterhoff
gelijkaardige experimenten met gedichten van Van Ostaijen realiseerde. We
exposeerden beroepsfotografen die we met poëtische foto's de blikken lieten
innemen.
De Mengmettaal-auteurs gingen in grote lijnen akkoord met
de gestelde doelen en vulden die op een persoolijke manier in. We steunen
elkaar, lezen elkanders werk, geven raad, altijd met de bedoeling het eigen
karakter, de eigen stijl van elke dichter te ontbolsteren. De bekommermis voor
elkanders werk is voor verschillende auteurs heilzaam geweest. Ze durfden
publiceren, optreden en de kwaliteit van hun gedichten ging er zodanig op
vooruit dat de Mengmettaal-auteurs het gros van de literaire wedstrijden
binnenhaalden, bij degelijke uitgeverijen konden aankloppen en in tijdschriften
konden publiceren. Ze wonnen proviciale poëzieprijzen (Anwerpen / Limburg),
werden genomineerd in de internationale poëzieprijzen, bemanden de jury van
heel wat literaire wedstrijden. Ondanks de diametraal tegengestelde poëtica van
een bloemlezer als Van Bastelaere werden een vijftal dichters opgenomen in zijn
Hotel New Flandres, 60 jaar Vlaamse poëzie. Belangrijk is dat we een fijner oog voor kwaliteit
gekregen hebben, kameraadschappelijk op elkander kunnen steunen en er blijven
in geloven dat we een bijdrage leveren tot cultureel en geestelijk
welzijn.
Mark Meekers (Marcel Rademakers), voorzitter (1991-2006)
11-06-2012, 00:00 geschreven door Mark Meekers 
|