het hoofd verloren. enkel de ogen niet meegespoeld. hij weent zijn haren grijs. daar stond het huis. een flard behang of een hemdsmouw wuift uit de wand.
een bankautomaat waar slechts angst uit af te halen is. zijn toyota geen blik meer waard. boeddha's, bacteriën, pianotoetsen, maar geen foto, geen schaduw of silhouet.
alles van alles verloren. kamer na kamer, cabine na cabine opengebroken, breekijzers op wanhoop, om slechts dood te begroeten. hoe geliefde lijven onderscheiden van die
rottende ravage, geest van slijk? alles in lijkenzak en as. koude vriest het tafereel voor altijd in. krijgt hij ooit nog vaste grond onder de voet, een haiku door de keel?