11 November: mijn vader was een knaap. Hij was in een boom geklommen om over
de heide uit te kijken. Een Duitse soldaat dacht dat hij met een spion te maken
had en schoot de hoofdvogel ei zo na af. Mijn moeder speelde met haar poppen
verpleegstertje. Jacques, de broer van mijn vader had het seminarie verlaten en
ruilde uit vaderlandsliefde zijn soetane tegen een legeruniform. Mijn
grootvader lag in de loopgraven te verkommeren. Mijn tante Johanna smokkelde
berichten van België naar Nederland over de "electrische draad", een
omheining onder hoogspanning die elk grensverkeer onmogelijk maakte. (Mark Meekers/Marcel Rademakers)
-
GEILE
MOORDENAAR
voor
Otto Dix
verschrikte
gezichten op elkaar gestoten.
wit
geweekt broodkruim. pupillen roterend
als
zonnen. de wilde bajonet door jong
vlees
voelen glijden. suprême sensualiteit.
een
rode slang gulpt uit de mond. de stank
van
de ziel. vingers als vochtige sigaretten
lossen
hun greep. de embryonale larf terug-
gegeven
aan de wormen. een afschuwelijk
mooie
soldatengisant in schaterlachend
groen.
bombardons schetteren een nawoord.
na
al die bombarie, het geweten schoon
geschrobd,
zich vergeten onder de hang-
borsten
van een martiale matrone. weer
steken
laten vallen. de bajonet afspoelen
en
opbergen in het foedraal van de haat.
charmant
voorspel van nog hondser oorlog.
Mark Meekers
|