Dag 105:Grandas de Salime - La Farrapa - Cereijeira - Castro - Gestoselo - Penafuente - Alto del Acebo - El Acebo - Cabreira - A Fonsagrada - 25,2 km
Heel vroeg in de ochtend, het is nog donker, is er al beweging in de herberg. De pelgrims kruipen uit hun stapelbedden en beginnen te ritselen. We zien pelgrims in de keuken. Onze matrassen liggen juist voor de keuken. We staan tenslotte ook op. Het is amper 6.15u. Wat bezielt die mensen toch. Het is nog donker buiten en je ziet niets. We laten iedereen passeren en pakken rustig in. Als de meesten weg zijn, gaan we in de keuken ook wat eten. Het is nog schemerdonker als we zelf buiten staan. Aan de deur van de herberg staat al een rij rugzakken van pelgrims die hun rugzakken laten oppikken door een taxi- of postdienst. In de herberg liggen enveloppen met een briefje dat je kan invullen en waar je wil dat de rugzak afgeleverd wordt. Dat briefje gaat in de enveloppe met 5 en dan zet je de rugzak aan de voordeur van de herberg. In elke herberg in Spanje kan je deze enveloppen vinden. Er zijn dus wel verschillende soorten pelgrims. We wandelen naar het centrum en drinken nog een koffie in een bar. Onze 2 Italiaanse dames zitten er ook al weer. En dan gaat het op weg. En hoe. Het gaat onmiddellijk steil omhoog. We stoppen bij het eerste cafeetje in Cereijeira, een kleine 3 km verder. Ian, Alex, Frank en Vanessa zijn er ook. Frank en Vanessa verzorgen de voeten van Alex die er ondertussen verschrikkelijk uitzien. Ian geniet van de ochtend. Hij is een beroepspelgrim en heeft al verschillende reizen gedaan. Vroeger was hij landbouwer in de buurt van Cork. Hij heeft de farm verkocht en geniet nu van lange wandeltochten en de rust. Zijn uitrusting is ook minimaal. Hij weet duidelijk hoe het moet. We wandelen verder tot in Castro. Het weer wordt beter en beter en de zon begint volop te schijnen. We wandelen verder naar Castro, een klein dorpje met huizen in de typische architectuur van de streek. We blijven pelgrims tegen komen. In Castro is er een jeugdherberg in een mooi rustiek gebouw. We hebben bijna constant gestegen, maar nu begint de echte klim naar de Alto del Acebo die op 1.030 meter hoogte ligt. We passeren nog langs kleine idyllische boerendorpjes vooraleer we een bos op de helling ingaan. De schaduw van de bomen doet deugd, want het is echt warm vandaag. We blazen even uit in de schaduw en beginnen aan de klim. Op de top van de Alto loopt ook de grens tussen Asturia en Gallicia. Een stenen rij over de weg symboliseert de grens. Voor ons ligt Gallicia en achter ons zien we de heuveltoppen van Asturia. Het is een raar gevoel. Het is de laatste grens die we zullen oversteken op deze tocht. Het einde van de wandeling komt echt wel heel dichtbij. Het zijn nog een kleine 169 km tot Santiago. We steken de grens over en dalen zeer snel op een gravelpad. We moeten zeer voorzichtig stappen om er voor te zorgen dat we niet uitschuiven. In het kleine gehucht El Acebo is er een cafeetje waar we een cola drinken. Ian, Frank en Vanessa zijn hier ondertussen ook al. Ian is niet over de Alto gekomen, maar heeft de LU-701 genomen die langs de helling van de Alto loopt. Bij het vertrek moeten we onmiddellijk terug stijgen. De wandelwegen zijn anders nu. We wandelen op brede wandelstroken in gravel. Het is even aanpassen om er gewoon an te geraken. In de verte zien we A Fonsagrada al op een heuvel liggen, maar het is nog ver en zeer heuvelachtig, dus, nog enkele uurtjes wandelen.We stappen verder tot in Cabreira waar er terug een café is met een terras. Hier treffen we Frank en Vanessa weer aan. Dit koppel doet het blijkbaar ook rustig aan en genieten van de wandeling. We vertrekken terug langs de brede wandelpaden in gravel en komen langs kleine dorpjes zonder bevoorradingsmogelijkheid. Ondertussen beginnen onweerswolken boven ons samen te pakken. We moeten nog omhoog tot A Fonsagrada en dat wordt een echte kuitendoder. De beklimming gaat langs een bosweg recht omhoog. Buiten adem komen we boven in het centrum aan en gaan op zoek naar een herberg. In dit stadje zijn een paar mogelijkheden om te logeren en we nemen een kijkje in een herberg/hotel naast de kerk. Een schitterende herberg en een zeer goede prijs. Hier ontmoeten we weer de pelgrims van de vorige dagen. Maria uit Duitsland is er, samen met de zonen van een Engelse vader die met hen op stap is, Ian, Alex, Frank en Vanessa en nog een paar anderen. De herberg is vol, maar er zijn verschillende kamers met stapelbedden zodat je de drukte niet merkt. Elk bed heeft een lampje, eigen elektriciteit, er zijn kasten voor iedereen,... Perfect in orde. Er is een gemeenschappelijke zaal met een grote keuken, er zijn verschillende badkamers met douche, lavabo en toilet. We installeren ons en doen nog maar eens de was. Ondertussen is het onweer volledig losgebarsten en buiten regent het fel. We blijven dus binnen. Eten kunnen we uit de automaat in de keuken halen en we kiezen uit een pasta menu met tonijn. Ondertussen is de gemeenschapsruimte vol gelopen en iedereen is in de keuken bezig. Daarom wachten we even tot er wat plaats is. Maar als ik begin te koken springen Spaanse dames voor me in en verschuiven de potten en pannen. Een Spaanse jonge dame zit met haar handen in onze was in de droogkast te graaien. Zelfs als ik haar zeg dat dit onze was is, bekijkt ze me schaapsachtig aan en doet gewoon verder. Ik heb zin om enkele Spanjaarden met mijn wandelsticks te bewerken en daarom stel ik aan Nele voor om even de stad in te gaan en iets te drinken om af te koelen. De arrogantie van enkele toerist pelgrims begint me tegen te vallen. Dit is een nieuwe ervaring voor mij na 2 maanden echt pelgrim gevoel in Frankrijk en Spanje. We drinken iets in de stad en gaan dan in een winkeltje al enkele spulletjes voor morgen kopen. Dan maken we ons avondeten en babbelen nog met 2 oudere Franse pelgrims die in Parijs zijn vertrokken. Iedereen ligt weer vrij vroeg in bed en als laatsten sluipen we dan ook maar de slaapzaal in om te slapen.