Dag 100: San Juan de Villapanada - Santa Eulalia de Doriga - Cornellana - Llamas - Casazorrina - Salas - Porciles - Bodenaya - 25,3 km
Zoals gewoonlijk in een herberg beginnen onze collega's pelgrims al heel vroeg in te pakken en om 6u zijn de eersten al weg. Gezien er weinig plaats is tussen de bedden blijven we nog even liggen. In de eetkamer van de herberg heerst een gezellige drukte. We zoeken een plaatsje aan de tafel en maken het blik eten, dat we voor gisterenavond hadden gekocht, nu op. We drinken thee en eten nog een potje yoghurt. Raar ontbijt, maar we kunnen weer verder. We halen onze was nog van de wasdraad en maken ons klaar voor het vertrek. De jonge Amerikanen vallen weer op door hun luid gepraat en één Amerikaan doet nog wat push-ups en buikspieroefeningen op het graspleintje voor de herberg. Amerikanen doen toch heel veel moeite om op te vallen. Het is grijs weer, maar het regent niet. Als we vertrekken, gaat het al snel fel bergop richting de Alto de Fresno op bijna 400 meter hoogte. Links onder ons zien we de A-63 lopen en verdwijnen in een tunnel. Konden we ook maar via die tunnel, dan hoefden we deze klim niet te doen. Op de top van de Alto gaat het dan weer stevig naar beneden via een breed pad met fijne steentjes. Ik moet toch goed opletten om niet uit te schuiven. We zien pelgrims uit de herberg voor en achter ons. Plots hoor ik achter me iemand vallen. Het is Nele die uitgeschoven is op de steenslag. Enkele Amerikanen vragen of ze "All right" is. Buiten een paar schrammen is er geen probleem. We dalen nu af naar het dal van de Narcea. We volgen beneden een weideweg tot we over een oud brugje een bosweg volgen die het riviertje volgt tot in het dorpje San Marcelo. We blijven pelgrims tegen komen. Ook pelgrims die in Grado overnacht hebben. We zijn blij dat we gereserveerd hebben in Bodenaya, want met zoveel pelgrims zou het wel eens kunnen dat de herbergen snel vol zijn.Volgens ons boekje is er een klein winkeltje in Doriga, maar dat is gesloten. We wandelen dus verder via hoogten en laagten naar de stad Cornellana. De weg gaat soms over moeilijkere afdalingen op boswegjes met keien en wortels. We zien ook de werkzaamheden voor de nieuwe aansluiting van de A-63. Net voor Cornellana stappen we weer over een drukkere weg die ons over de brug van de Rio Narceo brengt. We stappen het stadje binnen en doen wat inkopen voor de lunch in een klein winkeltje. Daarna stappen we verder langs het klooster van San Salvador de Cornellana en dan gaat het steil omhoog via een asfalt weg. 2 Italiaanse vrouwelijke pelgrims met kleine rugzakjes stappen ons voorbij. Dan gaat het verder omhoog langs de bergwand via een eucalyptusbos. Uiteindelijk komen we bij een zandgroeve waar ik even wacht op Nele die nog achter is. We stappen een beetje verder tot aan een fabriekje langs de weg waar een plaatsje is voorzien voor pelgrims met een tafel en wat banken en 2 drankautomaten. We eten hier onze lunch en drinken mierzoete chocolademelk uit de automaat. We verlaten het kleine dorpje en gaan verder over bossen en velden en volgen het riviertje de Nonaya. Uiteindelijk komen we in Salas toe. Salas is een mooi stadje met leuke terrasjes. Hier stoppen we even om een cola te drinken. We zien dat heel veel pelgrims hier halt houden en inschrijven in de herberg. Wij stappen nog 7 km verder naar Bodenaya. Als we vertrekken komt de uitbaatster ons nog bananen brengen en wenst ons een Buèn Camino. Het laatste stuk tot Bodenaya gaat goed omhoog. Van 266 meter naar 651 meter. Soms geleidelijk aan en soms steil. De officiële weg is op een lang stuk van ongeveer 2 km onderbroken door de werkzaamheden aan de A-63 en we moeten de drukke N-634 volgen, zonder voetgangerspad en met voorbij razende auto's en vrachtwagens. Geen aangename ervaring. Met te stijgen komen we ook in de wolkenzone terecht. In de mist lopen we verder over landbouwwegjes tot aan de herberg van David in Bodenaya. Eva, het meisje van Taiwan, staat ons al enthousiast op te wachten. De herberg zit vol en Nele en ik krijgen de 2 laatste bedden op de slaapzaal. Twee pastoors, één uit Brazilië en één uit Polen, die zelf de bedevaart doen, geven 's avonds nog een mis in het kerkje van Bodenaya. Heel speciaal met al de verschillende nationaliteiten. David, zelf een pelgrim, legt de filosofie van zijn herberg uit. Hij vindt het heel belangrijk dat we als één familie in zijn huis verblijven. Nadien legt hij de geschiedenis en de volgweg van de Primitivo uit. Michael, een Franse Canadees die in Californië woont, vertaalt voor ons. David maakt een heerlijk avondmaal voor ons. Een groentenpasta, soep nadien, yoghurt en wijn. Tijdens het eten vertelt David dat we ook samen moeten vertrekken 's morgens. Hij vraagt de jongste uit de groep en de oudste om een uur te zeggen en daar neemt hij het gemiddelde van. Ik ben de oudste. Na het eten blijven we nog wat praten met enkele pelgrims en vooral met een koppel uit Boston. De vrouw is afkomstig uit Gallicië. De prijs voor de herberg is "donativo".