Jongeren met een diagnose
Met gemengde gevoelens, maar grote dankbaarheid voor Julie De Ganck, stel ik "DRUK INDRUK HERDRUK" voor. Al 20 jaar weet ik uit mijn dagelijks praktijk dat er zich een probleem stelt van "Psychiatrisering". Gelukkig is de tegenbeweging ingezet, kan de doorgeslagen slinger gestopt worden.
Ook dank aan het Kinderrechtencommissariaat en de Gezinsbond.
Luc Lamote
We stellen vandaag een grote toename van probleemkinderen of risicokinderen vast. Wat ooit begon als De eeuw van het kind eindigde zo als De eeuw van het risicokind.
In dit nieuwe onderzoek gaat de aandacht uit naar kinderen met gedragsproblemen of gedragsstoornissen. Het Kinderrechtencommissariaat en de Gezinsbond willen daarbij specifiek het perspectief in kaart brengen van twee vaak vergeten groepen: dat van het kind en dat van de ouder.
Hoe kijken kinderen en jongeren met gedragsstoornissen en hun ouders naar het proces van diagnosestelling? Hoe gaan ze met de diagnose en vaak bijhorend medicatiegebruik om? Wat betekent dit voor de relaties binnen het gezin? Wat zijn de voor- en nadelen van het hebben van een diagnose? Wat zijn de dagelijkse zorgen? Hoe ervaren ze de reacties uit hun dagelijkse omgeving?

jongeren met een diagnose
Kwalitatief onderzoek bij jongeren met een diagnose van gedragsstoornis Onderzoekers: Julie De Ganck en Dr. Nancy Vansieleghem Promotor: Prof. Dr. Stijn Vanheule Onderzoeksrapport in opdracht van het Kinderrechtencommissariaat, juni 2011
Dit onderzoek situeert zich binnen de vaststelling zoals beschreven in het bestek van het Kinderrechtencommissariaat voor het uitvoeren van een onderzoeksopdracht bij kinderen en jongeren met een gedragsstoornis dat er een toenemende medicalisering, problematisering, isolering en individualisering is van storend gedrag binnen de leefwereld van jongeren en kinderen.
Het gebruik van psychofarmaca door kinderen en jongeren is op korte tijd snel toegenomen. Viermaal meer kinderen slikken Rilatine kopte De Standaard op 10 maart 2010. Op basis van cijfers van het Ministerie van Sociale Zaken geeft het artikel aan hoe vandaag meer dan 26.000 kinderen en jongeren dagelijks pillen tegen ADHD krijgen omdat ze hyperactief zijn en/of gedragsstoornissen hebben1. Dat zijn er 20.000 meer dan in 2004. Het artikel brengt nog meer cijfers. Steunend op een rapport van een Leuvense groep professoren over het toenemend gebruik van psychofarmaca2, stelt het dat het gebruik van Rilatine tussen 2005 en 2008 van 1,7 naar 4,2 miljoen dagelijkse dosissen is toegenomen.
Er vallen daarbij grote regionale verschillen te noteren. In Vlaanderen is het gebruik viermaal hoger dan in franstalig België. West-Vlaanderen spant qua voorschrijfgedrag de kroon. 12 à 13% van de jongens tussen 8 en 11 jaar krijgt daar Rilatine of Concerta voorgeschreven. En er zijn nog cijfers. In 2009 onderzocht de CM het geneesmiddelengebruik bij haar leden van 0 tot 18 jaar. Rilatine staat hier op de achtste plaats in de top 10 van die geneesmiddelen die de hoogste uitgaven veroorzaken3. Het onderzoeksrapport noemt de sterke stijging van het gebruik van psychofarmaca bij jongeren, en zeker bij jongens, verontrustend.
De sterke toename van medicatiegebruik bij kinderen met gedragsstoornissen vinden we ook terug in de ons omringende landen. Zo stelt het NRC Handelsblad op 14 januari 2009 Kwart meer kinderen met ADHD4. In Nederland publiceert de stichting Farmaceutische Kengetallen jaarlijks cijfers over het medicatiegebruik. Eind 2008 waren er 750.000 Nederlandse kinderen tussen 5 en 15 jaar die een middel tegen ADHD gebruiken. Dat is twee keer zo veel als in 2005. In 2007 steeg het aantal meisjes dat gediagnosticeerd werd als kind met ADHD met 40% en in het eerste half jaar van 2008 met 33% procent. Bij jongens was die toename respectievelijk 34 en 23 procent. In The Guardian van 11 mei 2010 vinden we cijfers voor het Verenigd Koninkrijk terug5. Deze cijfers bevestigen de algemene tendens. De afgelopen 4 jaar is in de UK het aantal kinderen dat ADHD-medicatie neemt met 65% toegenomen.
Hoe moeten we dergelijke toenamen van psychiatrische diagnosen in ontwikkelde landen duiden? ADHD staat hier centraal, maar deze psychische aandoening is een voorbeeld uit vele. Ook diagnosen zoals autisme, de bipolaire stoornis en diverse persoonlijkheidsstoornissen vallen immers steeds vaker. Gaat het om eeuwenoude biologisch bepaalde aandoeningen die tegenwoordig beter te diagnosticeren en te behandelen zijn? Of gaat het om een veranderende samenleving waarin storend gedrag steeds meer wordt geproblematiseerd, geïndividualiseerd, geïsoleerd en gemedicaliseerd? En vooral, hoe gaan de betrokken kinderen en jongeren daarmee om?
1 Viermaal meer kinderen slikken rilatine, De Standaard, 10 maart 2010
2 http://www.kuleuven.be/metaforum/docs/pdf/wg_1_e.pdf (geraadpleegd op 27/12/2010)
3 http://www.cm.be/nl/100/infoenactualiteit/enquetes_en_onderzoeken/geneesmiddelengebruikkinderen/ index.jsp (geraadpleegd op 27/12/2010)
4 http://vorige.nrc.nl/binnenland/article2120137.ece/Kwart_meer_kinderen_met_ADHD_ (geraadpleegd op 31/12/2010)
5 http://www.guardian.co.uk/education/2010/may/11/ritalin-adhd-drugs (geraadpleegd op 31/12/2010)
HOOFDSTUK 1 PROBLEEMSTELLING EN SITUERING VAN HET ONDERZOEK 05
HOOFDSTUK 2 ONDERZOEKSOPZET 07
1. Onderzoeksvragen 08 2. Onderzoekspopulatie 08 3. Onderzoeksbenadering en fasering 09
HOOFDSTUK 3 FOCUSGROEPEN 11
1. Uitgangspunten en methodologie 12 2. Data-analyse 14 3. Bevindingen 15 3.1. Wie is de jongere met een gedragsproblematiek? Wat doet hij? Wat denkt hij? Hoe verschilt hij van iemand die geen gedragsproblematiek heeft? En wat wordt er gezegd? 3.2. Wat helpt, wat helpt niet? En wat wordt er gezegd dat helpt? 3.3. Is er een oorzaak? 3.4. Wat is er belangrijk om te weten? 4. Eindnoot 31
HOOFDSTUK 4 VERDIEPENDE INDIVIDUELE GESPREKKEN & HET PORTRETTEREN VAN INDIVIDUELE LEVENS 34
1. Uitgangspunten en methodologie 35 1.1. De keuze voor kwalitatief onderzoek, diepte-interviews en het volgen van individuele levens 1.2. Onderzoeksvragen 1.3. Participanten 2. Data-analyse en output van het onderzoek 36 3. Bevindingen 37 3.1. Hoe en wanneer in de levensgeschiedenis van de jongere werd de diagnose van een gedragsstoornis of ADHD vastgesteld? 3.2. Hoe reageren jongeren op het krijgen van een diagnose en hoe denken ze over de manier waarop een diagnose wordt gesteld? 3.3. Hoe benoemen en definiëren jongeren zelf gedragsstoornissen of ADHD? Enkele algemene beschouwingen door jongeren zelf. 3.4. Fenomenologie van gedragsstoornissen en ADHD. Enkele concrete beschrijvingen door jongeren zelf. 3.5. Hoe omschrijven en ervaren anderen de gedragsproblematiek van de jongere? Enkele beschouwingen door jongeren zelf. 3.6. Wat vinden jongeren van medicatiegebruik? 3.7. Wat helpt jongeren? 3.8. Wat helpt jongeren niet? 3.9. Geen op zich staande stoornis, maar een meervoudige problematiek
4. Portretten 68
5. Conclusie
Bijlagen: jongeren met een diagnose.pdf (661.2 KB) http://www.psychoanalysis.ugent.be/index.php?position=4x1x0&page=De Ganck Julie
05-10-2011 om 22:25
geschreven door Luc Lamote 
Categorie:Verstandige klap van Slimme mensen
Tags:Welzijn en onderwijs
|