Vol 2
- 23/5/1899 Zoetheid. Onthechting van zichzelf en aardse dingen.
(
)Toen Jezus weer terugkwam, zei hij tegen me: Mijn dochter, zoetheid heeft de verdienste
dat het dingen van aard verandert; het weet heel goed bitter in zoet om te
zetten. Daarom, zoeter, zoeter! Maar Hij gaf me geen tijd om een woord te
zeggen. Zo bracht ik de ochtend door.
Hierna voelde ik dat ik buiten mezelf was getreden, samen
met Jezus. Er waren veel mensen; sommigen streefden naar rijkdom, sommigen naar
eer, sommigen naar glorie, en sommigen zelfs naar heiligheid, en vele andere
dingen - maar niet naar God, maar om door mensen als iemand (naar wie ze
opkijken) te worden beschouwd. Zich tot hen wendend, Zijn hoofd schuddend, zei
Jezus: Dwaas zijn jullie - jullie werken
aan je eigen net om jezelf te verstrikken.
Toen zei Hij tegen mij: Mijn dochter, daarom is het eerste wat Ik aanbeveel onthechting van
alle dingen, en ook van zichzelf. Als de ziel zich van alles heeft losgemaakt,
hoeft ze niet te worstelen om van alle aardse dingen weg te blijven, die uit
zichzelf om haar heen komen. Maar eerder, door zich genegeerd en zelfs meer
veracht te zien, afscheid van aardse dingen te nemen, nemen ze afscheid om er
niet meer door lastig te worden gevallen.
|