Derde zondag van de Vasten: 20/7/2018 Jezus en
de Samaritaanse vrouw bij de bron - Claude Alexander

Bovenkant formulier
Onderkant formulier
Het verhaal van de Samaritaanse vrouw bij de bron, werd alleen
opgetekend in het evangelie van Johannes, en is een onthullend verhaal, vol met
vele waarheden en krachtige lessen voor ons vandaag. Dit verhaal volgt op het
verslag van Jezus' interactie met Nikodemus, een Farizeeër en prominent lid van
het Joodse Sanhedrin (Joh 3:1-21). En in Joh 4:4-42 lezen we over het gesprek
van Jezus met een eenzame Samaritaanse vrouw die was gekomen om water te halen
uit een bron (bekend als de bron van Jakob) in de buurt van de stad Sichar in
Samaria.
Dit was een bijzondere vrouw. Ze was een Samaritaanse, een ras
dat door de Joden volkomen werd veracht omdat ze geen aanspraak op hun God
konden maken. Het verhaal van de vrouw bij de bron leert ons dat God van ons
houdt ondanks ons ellendige leven. God waardeert ons genoeg om ons actief te
zoeken, ons te verwelkomen in intimiteit en ons te verheugen in onze
aanbidding.
Er zijn veel andere waardevolle waarheden die we uit dit
verhaal kunnen halen. Wij leren dat:
1) We alleen door
Jezus kunnen het eeuwige leven verkrijgen en ontvangen: Jezus antwoordde
haar: "Mensen die van het water uit deze put drinken, zullen weer dorst
krijgen. Maar mensen die hebben gedronken van het water dat Ik hun geef,
zullen voor eeuwig geen dorst meer krijgen. Want het water dat Ik hun geef, zal
in hen een bron worden waar water uit opborrelt dat eeuwig leven geeft." (Joh
4:13-14; vgl. Joh 14:6).
2) Jezus Zijn
bediening aan de verschoppelingen van de Joodse samenleving (de Samaritanen) openbaart
dat alle mensen waardevol zijn voor God en dat Jezus verlangt dat we liefde
tonen aan iedereen
zelfs onze vijanden (Joh 4:7-9; Mat 5:44).
3) Jezus de Messias is
(Joh 4:25-26; 1:41; Mat 27:22; Luk 2:11).
4) Zij die God
aanbidden, Hem aanbidden in geest en waarheid (Joh 4:23-24; Ps 145:18).
5) Onze getuigenis
over Jezus een krachtig hulpmiddel is om anderen ertoe te brengen in Hem te
geloven: Veel Samaritanen uit die stad gingen in Hem geloven. Dat kwam
doordat de vrouw tegen hen had gezegd dat Hij alles wist wat ze had
gedaan. Ze vroegen Hem om bij hen te blijven. Daarom bleef Hij daar twee
dagen. Nog veel meer mensen gingen in Hem geloven. Nu door de dingen die
ze zelf van Hem hoorden. En ze zeiden tegen de vrouw: "We geloven Hem
nu niet alleen maar om wat jij hebt gezegd. We hebben Hem nu ook zelf gehoord.
En weten zeker dat Hij de Messias is, de Redder van de mensen." (Joh 4:39-42).
Bovendien leren we uit de dialoog van Jezus met de vrouw
bij de bron drie absolute waarheden over redding:
1) Redding komt
alleen tot degenen die erkennen dat ze wanhopig behoefte hebben aan het
spirituele leven dat ze niet hebben. Levend water kan alleen worden
verkregen door degenen die erkennen dat ze geestelijk dorst hebben.
2) Redding komt
alleen tot degenen die hun zonde belijden en berouw tonen en vergeving
verlangen.
3) Redding komt
alleen tot degenen die Jezus als hun Messias aannemen. De absolute waarheid is
dat redding in niemand anders wordt gevonden (Joh 14:6; Hand 4:12).
Onze studie gaat over de omgang van onze Heer met Nikodemus
en de Samaritaanse vrouw in het 3e en 4e hoofdstuk van het evangelie van
Johannes. De overeenkomsten in deze twee ontmoetingen zijn klein, terwijl de
contrasten talrijk zijn. In beide gevallen presenteert onze Heer Zichzelf aan
individuen als de beloofde Messias van Israël.
Nikodemus was een man, de Samaritaan was een vrouw.
Nicodemus was een orthodoxe, conservatieve jood, de vrouw een halfbloed
afvallige van het jodendom. Nicodemus was een vooraanstaand, hoog aangeschreven
leider, misschien wel één van de bekendste godsdienstleraren van zijn tijd. De
vrouw was ook bekend, maar haar reputatie had te maken met het aantal mannen
met wie ze had geleefd. Nicodemus zocht zijn onderhoud met de Messias op,
terwijl de vrouw Hem 'toevallig' ontmoette.
Tot nu toe lijken alle pluspunten in het voordeel van
Nicodemus te zijn. Maar we mogen niet nalaten te wijzen op enkele bijkomende
contrasten. Nicodemus zou naar verluidt niet onmiddellijk bekeerd zijn, terwijl
het geloof van de vrouw evident is. Het gesprek met Nicodemus had geen invloed
op het leven van zijn leeftijdsgenoten. Inderdaad, Jezus moest Judea verlaten
vanwege de Farizeeën (Joh 4:1-3). Maar de vrouw bracht bijna de hele stad terug
tot geloof met haar getuigenis, en Jezus werd uitgenodigd om te blijven
(4:39-42). Terwijl Jezus in verhulde termen over Zichzelf sprak tot de Joden
(vgl. Joh. 2:18-22), gaf Hij één van de duidelijkste uitspraken over Zijn
identiteit aan deze vrouw (4:26). De Joden begonnen Hem al af te wijzen, maar
de Samaritanen aanvaardden Hem als de Verlosser van de wereld (4:42).
Laten we dan kijken naar dit verslag van de bekering van
een Samaritaanse stad, voor lessen van Jezus in het delen van ons Geloof, zelfs
over enorme culturele barrières heen.
De
bekering van de Samaritaanse vrouw (Joh 4:1-26)
De gelegenheid voor de ontmoeting van onze Heer is een
beetje ongewoon. Onze Heer trok door Samaria en trok zich terug van Judea naar
Galilea. De reden voor het vertrek van onze Heer was Zijn ontijdige
populariteit. De Farizeeën probeerden munt te slaan uit de grotere populariteit
van de bediening van Jezus dan die van Johannes. Ze probeerden een breuk te
bevorderen. In plaats van voordeel te halen uit Zijn populariteit, vluchtte
onze Heer ervoor, want het kwam niet op tijd en zou Zijn bediening eerder
ondermijnen dan benadrukken.
|