Tweede zondag van de Vasten: De gedaanteverandering van Jezus

Matt 17:1-9: Zes dagen later nam Jezus alleen Petrus, Jakobus en Johannes (de broer van Jakobus) mee een hoge berg op. En ze zagen Hem plotseling veranderen. Zijn gezicht begon te stralen als de zon en zijn kleren werden zo wit als het licht. Plotseling zagen ze Mozes en Elia  met Jezus spreken. Petrus zei tegen Jezus: "Heer, het is goed dat wij hier zijn. Als U dat wil, zal ik hier drie tenten neerzetten. Eén voor U, één voor Mozes en één voor Elia." Op datzelfde moment kwam er een stralende wolk om hen heen. En een stem zei vanuit de wolk: "Dit is mijn Zoon, van wie Ik heel veel houd. Ik ben erg blij met Hem. Luister naar Hem." Toen de leerlingen dit hoorden, lieten ze zich op de grond vallen van angst. Maar Jezus kwam naar hen toe, raakte hen aan en zei: "Sta op, wees maar niet bang." Toen ze opkeken, zagen ze niemand meer. Alleen Jezus was er nog. Terwijl ze de berg afdaalden, zei Jezus tegen hen: "Vertel niemand wat jullie hebben gezien. Jullie mogen het pas vertellen als de Mensenzoon uit de dood is opgestaan."

Van alle wonderen die in het Evangelie zijn opgetekend, is het wonder van de gedaanteverandering misschien wel het moeilijkste om te geloven, om echt te geloven dat het echt, historisch gezien, is gebeurd. Te geloven dat Jezus Petrus, Jakobus en Johannes zo'n 2000 jaar geleden echt meenam naar de berg Tabor; en Hij werkelijk van gedaante veranderde voor hen; en Hij echt sprak met Mozes en Elia; en dat Petrus, Jakobus en Johannes werkelijk een stem uit de Hemel hoorden zeggen: “Dit is Mijn Zoon, de Geliefde; luister naar Hem!"

Ik geloof dat het natuurlijk waar is, en velen - zo niet alle - van jullie geloven het ook. Maar er zijn er in onze wereld die dit in twijfel trekken. Transformeren? En zien praten met twee mensen die eeuwen eerder waren overleden? En een stem uit de Hemel? Het zou gemakkelijk zijn om dit verhaal in twijfel te trekken en je af te vragen of het echt waar is. Maar geloven dat het waar is, dat alles waar is, kan de loop van iemands leven veranderen.

De mythe die waar is

Sommigen van jullie kennen het verhaal van C.S. Lewis, die prachtige boeken schreef over het Christelijk geloof, maar die begon als een uitgesproken atheïst. C.S. Lewis had een goede vriend, een andere zeer beroemde schrijver, J.R.R. Tolkien, die een toegewijd Christen was. Ze deelden allebei interesse in sprookjes en mythen, de grote verhalen van weleer, verteld in culturen over de hele wereld. En ze waren goede vrienden die over veel dingen praatten. C.S. Lewis was lange tijd een atheïst geweest, maar was nu op weg naar het geloof in een soort God.

En op een avond zei Tolkien tegen zijn goede vriend: Stel je het grootste sprookje of de grootste mythe ooit verteld, voor. Het goede dat het kwaad verslaat. Een wereld dat wordt gered door een grote Verlosser, die zichzelf opoffert voor iedereen, en dan in heerlijkheid wordt opgewekt. Stel je het allemaal eens voor. Nu – wat als het allemaal waar was?! Zie je, J.R.R. Tolkien zei die avond tegen zijn twijfelende vriend: het Evangelie is het grootste sprookje, de grootste mythe ooit verteld. En, het is nog allemaal waar ook!

En C.S. Lewis werd als resultaat van dit gesprek Christen. En hij ging verder met het schrijven van vele beroemde boeken over deze grote waarheid van het Evangelie van onze Heer. En door zijn geschriften, zoals De Kronieken van Narnia en Enkel Christendom, heeft hij velen ervan overtuigd om in de waarheid van het Christendom te geloven.

Superhelden en een Redder

We leven zeker in een wereld die wil geloven dat er meer is, die wil geloven dat het bovennatuurlijke zich op wonderbaarlijke manieren aan ons kan openbaren. Zelfs degenen die geen Christen zijn, willen deze wereld.

Het doet me denken aan een gesprek dat ik ooit had met een vriend die fan is van stripboeken. Hij vertelde me over gebeurtenis die plaatsvond in zijn favoriete stripwinkel. Hij gaat er vaak heen en ziet bijna elke keer dezelfde persoon aan de kassa, en meestal maken ze een praatje terwijl hij betaalt voor zijn nieuwe stripboekaankoop. Maar op een dag werd het een diepgaand gesprek. In een opwelling vroeg mijn vriend aan de medewerker van de stripwinkel waarom hij daar werkte. En hij zei:

“Ik werk hier omdat ik deze wereld leuker vind dan de echte wereld. Ik hou van een wereld met magie en fantasie; Ik hou van een wereld met superhelden; waar het gemakkelijk is om erachter te komen wie de goeien zijn en wie de slechteriken; en waar helden zijn die sterk genoeg zijn om ons te redden van de rotzooi die onze verknipte wereld creëert. Ik wou dat ik de hele tijd in deze wereld kon leven.”

Mensen in deze wereld, willen echt geloven. En er zijn veel mythen, oude en nieuwe, die op de een of andere manier naar een Redder wijzen. Veel van de superhelden die populair zijn gemaakt in onze films en boeken hebben kenmerken van een Redder. Het zijn mythologische helden die op de een of andere manier wijzen op die ene mythe die niet alleen de grootste van allemaal is, maar ook nog eens waar is. Sterker nog, een ander punt dat C.S. Lewis naar voren bracht, nadat hij Christen was geworden, is dat juist om deze reden Christen zijn gemakkelijker is dan atheïst zijn. Zoals hij het uitdrukt:

Als je een Christen bent, hoef je niet te geloven dat alle andere religies het gewoon altijd bij het verkeerde eind hebben. Als je een atheïst bent, moet je geloven dat het belangrijkste punt in alle religies van de hele wereld gewoon één grote vergissing is. Als je Christen bent, ben je vrij om te denken dat al deze religies, zelfs de vreemdste, op zijn minst een hint van de waarheid bevatten. Toen ik atheïst was, moest ik mezelf ervan proberen te overtuigen dat de meeste mensen het altijd bij het verkeerde eind hebben gehad over de vraag die voor hen het belangrijkst was.

C.S. Lewis, Mere Christianity

Met andere woorden, alle religies, en zelfs veel van de grote verhalen en mythen die in onze wereld worden verteld, bevatten op zijn minst een hint van de waarheid. Maar het grootste verhaal van allemaal, de grootste mythe, het grootste sprookje? Het is gewoon echt gebeurd. Om nog eens C.S. Lewis te citeren, in een brief aan een vriend na zijn bekering tot het Christendom:

Nu is het verhaal van Christus gewoon een echte mythe: een mythe die op ons werkt op dezelfde manier als de anderen, maar met dit enorme verschil dat het echt is gebeurd.

Een onverwachte redder