Men denkt: als ik gewoon genoeg stockeer, dan zal ik niets
tekortkomen in dit seizoen van gebrek. Maar dit is niet hoe het Koninkrijk van
God werkt. Het is niet altijd slecht, maar het hangt af van de motivatie van
het hart is en wat God aan je vraagt met wat je hebt.
Lukas
12:29-31: Jullie moeten je geen zorgen maken over wat je moet eten
of drinken. Jullie hoeven nergens bezorgd over te zijn. De mensen van de
andere volken doen dat wél. Maar jullie hemelse Vader weet dat jullie deze
dingen nodig hebben. Geef het Koninkrijk van God de eerste plaats in
jullie leven. Dan zullen jullie al die andere dingen ook van je Vader krijgen.
God voorziet en Hij doet dit door alle middelen. God is
niet beperkt in middelen.
2 Het
confronteert de angst voor de mens en de angst voor de dood
Het confronteert de angst van de mens voor wat mensen gaan
zeggen, wat mensen gaan denken en wat mensen je gaan aandoen. En het confronteert de angst voor de dood.
In parallel met het Elia-moment op de Berg Karmel.
Lukas
12:4-5: Vrienden, Ik zeg jullie: wees niet bang voor hen die het
lichaam kunnen doden, maar daarna niets meer kunnen doen. Ik zal
jullie zeggen voor wie jullie bang moeten zijn: wees bang voor Hem die, nadat
Hij heeft gedood, de macht heeft om in de hel te gooien. Luister goed! Ik zeg
jullie: wees bang voor Hém!
Je raakt van deze angst vanaf door het doopsel van de H.
Geest, door vervuld te zijn van de H. Geest. Dat je je leven in handen geeft
van Jezus en volledig op Hem vertrouwt.
Lukas
12:8-9: Ik zeg jullie: als je er tegen de mensen voor uit
durft te komen dat je bij Mij hoort, dan zal Ik ook tegen de engelen van God
ervoor uitkomen dat jij bij Mij hoort. Maar als je niet tegen de
mensen wil zeggen dat je bij Mij hoort, zal Ik ook van jou niet tegen de
engelen van God willen zeggen dat jij bij Mij hoort.
Elia stond op de Berg Karmel en was niet bang om voor God
te sterven. Hij vertrouwde totaal op God. Elia beleed God voor alle priesters
van Baäl en hij was niet bang van tegenstand of wat mensen gingen zeggen.
Lukas 12:
11-12: Wanneer de mensen jullie gevangen nemen en bij de leiding
van de synagogen brengen, of bij mensen die regeren en macht hebben, maak je
dan geen zorgen wat jullie tegen hen moeten zeggen. Want de Heilige Geest
zal jullie op het juiste moment vertellen wat jullie moeten zeggen."
Je moet niet bang zijn om het evangelie uit te dragen, want
de H. Geest legt je de woorden in de mond die je moet zeggen. Je hoeft alleen
gehoorzaam te zijn.
3 Het
leidt ons tot een roekeloos geloof
In parallel met het Elia-moment met de vrouw die Elia haar
laatste maaltijd geeft. Ze zorgt eerst voor God en dan pas voor haar eigen
noden en deze van haar zoon.
Lukas
12:28: Het
gras staat er maar één dag, want morgen wordt het in de oven gegooid. Toch
kleedt God dat gras zó mooi aan met bloemen. Dan zal Hij jullie toch zeker óók
aankleden? Wat is jullie geloof toch klein!
Jezus zeg hier dat onze angst voor gebrek een
geloofsprobleem is. Hij wil dat we een zegevierend geloof hebben, een roekeloos
geloof.
Lukas
12:29-32: Jullie moeten je geen zorgen maken over wat je moet eten
of drinken. Jullie hoeven nergens bezorgd over te zijn. De mensen van de andere
volken doen dat wél. Maar jullie hemelse Vader weet dat jullie deze dingen
nodig hebben. Geef het Koninkrijk van God de eerste plaats in jullie
leven. Dan zullen jullie al die andere dingen ook van je Vader krijgen.
Wees niet bang, mijn kleine kudde! Want jullie Vader heeft besloten jullie het
Koninkrijk te geven.
Dat vraagt dat we onze eigen koninkrijkjes opgeven en Gods
Koninkrijk zoeken. Er zal een punt komen waar de wijsheid van God en de
wijsheid van de wereld in conflict zullen komen en dan wordt ons geloof op de
proef gesteld.
Lukas
12:33-34: Verkoop wat je hebt en geef het geld aan de arme mensen.
Zorg dat je zo in de hemel een geldbuidel maakt die niet leeg raakt, een schat
die nooit opraakt. Daar kan geen dief er aankomen, en kan geen mot het opeten. Want
waar je schat is, daar zal ook je hart zijn.
Markus
5:25-34: Er was daar ook een vrouw die al twaalf jaar bloed
verloor. Allerlei dokters hadden al van alles geprobeerd om haar te
genezen. Ze had al haar geld uitgegeven aan die dokters. Maar niets had
geholpen. Ze was er alleen maar zieker door geworden. Nu had ze gehoord
wat er over Jezus werd verteld. En ze baande zich een weg tussen al die mensen
door en raakte van achteren zijn kleren aan. Want ze zei bij zichzelf:
"Ik hoef alleen maar zijn kleren aan te raken om genezen te
worden." Onmiddellijk stopte het bloeden. Ze merkte dat ze genezen
was.
Jezus merkte onmiddellijk dat er kracht van Hem was
uitgegaan. Hij draaide Zich om in de grote groep mensen en zei: "Wie heeft
mijn kleren aangeraakt?" Zijn leerlingen zeiden tegen Hem: "U
ziet dat de mensen tegen U aan dringen. En dan vraagt U wie U aangeraakt
heeft?" Maar Jezus keek rond om te zien wie het was geweest. De
vrouw beefde van angst, omdat ze wist wat er met haar was
gebeurd. Ze kwam naar voren, liet zich voor Jezus op haar knieën
vallen en vertelde Hem de hele waarheid. Hij zei tegen haar:
"Dochter, je geloof heeft je gered. Ga in vrede en wees genezen van je
ziekte."
We moeten stoppen met achter mensen aan te lopen, maar
Jezus volgen en Zijn gewaad aanraken. Iedereen kan het doopsel van de H. Geest
ontvangen en op elke plaats: thuis, in de auto
|