12/1 God
toonde mij een komende zuivering binnen een paar maand - Troy Black
13/12 De Heer: Veel
mensen zullen geschokt zijn door wat Ik aan het doen ben. Anticipeer.
Als we in geloof wandelen als reactie op wat Jezus heeft
gedaan en de positie die Hij ons heeft gegeven in de troonzaal van God, is er
een bepaald verwachtingsniveau. Het zou heel hoog moeten zijn. Hij heeft
beloofd dat wij nog grotere dingen zouden doen dan Jezus deed en dat Hij in de
laatste dagen zijn Geest zou uitstorten op de hele mensheid, op alle mensen die
Hem ontvangen. En we kunnen altijd vragen om een toename in geloof.
De H.
Geest: De aftelklok is begonnen. Dit seizoen is een Elia-moment
voor Mijn volk, voor Mijn Heiligen die verliefd op Mij zijn.
De
Heer: Drie verschillende momenten.
Er
zijn drie dingen die gebeurden in het leven van Elia, die de Heer op dit moment
aan Zijn volk aankondigt.
1 De
raven. Ze
brachten voedsel in de woestijn in een tijd van honger en dorst op een
afgelegen locatie en dicht bij mij die voor mij apart waren gezet.
Profeet Elia heeft de goddeloze koning van Israël een
periode van droogte voorspeld en is door God de woestijn in gestuurd om zich
bij de beek Cherith te verbergen. Hier hield God hem in leven door
hem raven met eten te sturen.
1
Koningen 17:1-6: In Gilead woonde de profeet Elia uit Tisbe.
Hij zei tegen koning Achab: "Ik zweer bij de Heer, de God van Israël, de
God die ik dien, dat er jarenlang geen dauw of regen zal vallen, totdat ik het
zeg." Daarna zei de Heer tegen hem: "Vlucht naar het
oosten. Verberg je bij de beek Cherith die in de Jordaan uitkomt. Je kan
water uit de beek drinken en Ik heb de raven bevolen om je eten te
brengen." Hij vertrok en deed wat de Heer hem had gezegd. Hij
ging bij de beek Cherith wonen, die in de Jordaan uitkomt. De raven
brachten hem 's morgens en 's avonds brood en vlees en hij dronk water uit de
beek.
Zelfs wanneer de naties van de wereld, zelfs de stad waarin
we leven, wat het ook mag zijn, door deze moeilijkheid gaat, zegt de Heer dat
degenen die van Mij apart zijn gezet, Ik reeds een schuilplaats heb voor hen,
Ik heb reeds een rustplaats voor hen en er zal genoeg zijn op die locatie dat
apart wordt gezet. Er zal 's ochtends voldoende vlees en brood zijn, er zal de
hele dag voldoende water zijn om te drinken. En dit is niet alleen fysiek, maar
Hij heeft het ook over het spirituele.
Je spirituele voorraad zal niet altijd komen waar je denkt
dat het vandaan zou komen. Het zal komen van waar de geest van God beweegt, het
zal komen van waar God mee bezig is en in deze dagen kan de Heilige Geest iets
overschaduwen waarvan je nooit had gedacht dat God het zou hebben geraakt. Ik heb het over methoden en manieren om het evangelie
te verkondigen en het lichaam van Christus op te bouwen.
2 De
vrouw met haar zoon en de olie.
Haar
olie vloeide tot de vaten van geloof vol waren. Geloof tot het maximum.
2
Koningen 4:1-7: De vrouw van één van de profeten kwam Elisa om
hulp vragen. Ze zei: "Mijn man is gestorven. En u weet dat hij diep ontzag
voor de Heer had. Nu is het zo, dat we nog schulden hebben bij iemand. Maar we
kunnen hem niet betalen. Nu komt die man om mijn twee kinderen als slaaf mee te
nemen." Elisa vroeg haar: "Wat kan ik voor je doen? Vertel me
wat je in huis hebt." De vrouw antwoordde: "Ik heb niets in huis. Ik
heb alleen een kruik olijf-olie." Toen zei Elisa: "Ga naar huis
en vraag aan al je buren om zo veel mogelijk lege potten en kruiken. Ga
dan met je zonen naar binnen en doe de deur achter je op slot. Giet dan olie in
al die potten en kruiken. Wat vol is, moet je wegzetten."
Ze ging met haar zonen naar huis en deed de deur achter
zich dicht. Haar zonen zetten steeds de kruiken en potten bij haar neer en zij
goot er olie in. Toen alles vol was, zei ze tegen één van haar
zonen: "Breng me nóg een kruik." Maar hij zei: "Er zijn geen
kruiken meer." Toen was de olie in het kruikje op. Ze ging het aan
Elisa vertellen. Hij zei: "Verkoop de olie. Dan zul je geld hebben om die
man te betalen. Wat er overblijft is genoeg voor jou en je kinderen om van te
leven."
Maar dit is het Elia-moment waar de Heer het over heeft
voor Zijn volk:
1
Koningen 17:10-16: Zo vertrok Elia naar Zarfat. Toen hij bij de
stadspoort aankwam, was daar een weduwe takken aan het verzamelen. Hij riep
tegen haar: "Haal alsjeblieft een kruik met een beetje water voor me,
zodat ik kan drinken." Toen ze het ging halen, riep hij haar na:
"Breng ook wat brood voor me mee!" De vrouw antwoordde: "Ik
zweer bij uw Heer God dat ik geen brood heb. Ik heb nog maar een handvol meel
en een klein beetje olie. Ik ben nu wat takken aan het verzamelen om thuis voor
mij en mijn zoon een brood te bakken. Als dat op is moeten we maar
sterven." Maar Elia zei tegen haar: "Wees niet bang. Ga thuis
dat brood bakken zoals je hebt gezegd. Maar maak eerst voor mij een kleine koek
en breng mij die. Voor jou en je zoon kun je later bakken. Want dit zegt de Heer, de God van Israël:
het meel in de pot zal niet opraken en er zal genoeg olie in de kruik zijn tot
de dag dat de Heer het weer zal laten regenen." De vrouw ging
naar huis en deed wat Elia haar had gezegd. Een tijd lang had ze te eten, met
Elia en haar gezin. Het meel in de pot raakte niet op en er zat
altijd genoeg olie in de kruik, zoals de Heer door Elia had gezegd.
De vrouw dacht zal het eten vermenigvuldigd worden zoals
gisteren? Of de kinderen van Israël in de woestijn: krijgen we vandaag weer
manna, zoals gisteren? Hetzelfde met de discipelen die per twee werden
uitgezonden en waar Jezus zei niets mee te nemen. Ze vroegen zich af of ze
voedsel zouden krijgen op verplaatsing. Maar elke dag stonden ze op en zeiden
ze: God, ik geloof U vandaag. Ze vulden hun Geloofsvaten.
En God kijkt naar al je geloof. Je geloof moet groeien,
elke dag. Net zoals Abraham elke dag steeds meer geloofde, en op een punt zei
God: Het is genoeg, Ik weet dat je Mij gelooft.
3 De Berg
Karmel, waar waarheid werd onderscheiden van leugen, feit van
fantasie. De wereld zal zien Wie Ik Ben wanneer Mijn volk de mantel van geloof
in het onmogelijke dat zal gebeuren, opneemt. Toen ze alles op het spel zetten. Er was geen weg meer terug op die berg. Elia zou sterven of zij gingen dood. Of Mijn volk sterft aan zichzelf en riskeert alles, of de wereld zal doorgaan in de spirituele dood waaraan ze deelneemt.
1 Koningen 18:16-39: Toen zocht Obadja koning Achab op en
bracht hem de boodschap over. Achab ging Elia tegemoet. Zodra Achab Elia
zag, zei hij: "Ben je daar eindelijk? Deze ramp is jouw
schuld!" Maar Elia zei: "Deze ramp is niet mijn schuld, maar de
schuld van u en uw vader. Want u heeft de Heer niet gehoorzaamd. U bent andere
goden gaan aanbidden. Roep nu heel Israël bij elkaar op de berg Karmel.
Ook de 450 profeten van Baäl en de 400 profeten van Asjera die bij Izebel aan
tafel eten."
Toen liet Achab alle Israëlieten en alle profeten naar de
berg Karmel komen. Elia kwam ook en zei: "Hoelang blijven jullie nog
op twee gedachten hinken? Wanneer zullen jullie kiezen wie jullie zullen
dienen? Als de Heer jullie God is, dien Hém dan. Maar als Baäl jullie god is,
dien hém." Maar het volk antwoordde niets. Toen zei Elia: "Ik
ben de enige profeet van de Heer die nog over is. Maar er zijn 450 profeten van
Baäl. Breng twee stieren hier. Kies er één van uit, hak hem in stukken en
leg de stukken op het hout. Maar steek het hout niet aan. Ik zal de andere
stier in stukken hakken en op het hout leggen, en het hout ook niet
aansteken. Roep dan tot jullie god, en ik zal tot de Heer roepen. De god
die antwoordt met vuur, zal God zijn." Het hele volk antwoordde: "Dat
is goed."
Daarna zei Elia tegen de profeten van Baäl: "Jullie
mogen als eerste een stier uitkiezen, want jullie zijn met zo veel. Roep daarna
tot jullie god, maar steek het hout niet aan." Ze kozen één van de
stieren die hij gegeven had en hakten hem in stukken. Toen riepen ze van de
morgen tot de middag tot Baäl: "Baäl, antwoord ons!" Daarbij sprongen
ze rond het altaar dat ze hadden gemaakt. Maar er kwam geen geluid en geen
antwoord. Toen het middag was geworden, begon Elia hen belachelijk te
maken. Hij zei: "Roep wat harder! Hij is immers een god? Hij zit misschien
na te denken, of hij heeft iets te doen. Misschien is hij wel op reis. Of
misschien slaapt hij en moet hij eerst wakker worden." Toen riepen ze
nog harder. En ze sneden zichzelf zoals altijd met hun messen, tot ze dropen
van het bloed. Toen de middag voorbij was en het bijna de tijd van het
avond-offer was, begonnen ze in trance te raken. Maar er kwam geen
geluid en geen antwoord. Er gebeurde niets.
Toen zei Elia tegen het hele volk: "Kom hier." Ze
kwamen allemaal naar hem toe. Hij bouwde het altaar van de Heer weer op, want
dat was afgebroken. Hij nam twaalf stenen, omdat er twaalf stammen zijn,
twaalf zonen van Jakob. (Jakob had van de Heer de nieuwe naam 'Israël'
gekregen.) Met die stenen bouwde hij het altaar voor de Heer. Rond het
altaar maakte hij een brede geul. Hij legde het hout op het altaar, hakte
de stier in stukken en legde de stukken op het hout. Toen zei hij:
"Vul vier kruiken met water en giet het water over het vlees en het
hout." Daarna zei hij: "Doe het een tweede keer." Ze deden het
een tweede keer. Daarna zei hij: "Doe het een derde keer." Ze deden
het een derde keer. Het water droop van het altaar af. Ook de geul liet
hij volschenken met water.
Op de tijd dat altijd het avond-offer moest worden
gebracht, liep de profeet Elia naar voren en zei: "Heer, God van Abraham,
Izaäk en Israël, laat vandaag zien dat U God bent in Israël. Laat zien dat ik
uw dienaar ben, en dat ik deze dingen doe omdat U mij die heeft bevolen. Antwoord
mij, Heer, zodat het volk zal toegeven dat U God bent. Dan zullen ze weer bij U
terugkomen en U weer dienen." Toen schoot er vuur uit de hemel naar
beneden. Het verbrandde het vlees, het hout, de stenen en de aarde en likte het
water uit de geul op. Toen het hele volk dát zag, lieten ze zich voorover
op de grond vallen en zeiden: "De Heer is God! De Heer is
God!" Toen zei Elia tegen hen: "Grijp de profeten van
Baäl! Zorg dat niemand ontsnapt!" Ze grepen hen en Elia liet hen naar de
beek Kison brengen. Daar liet hij hen doden.
De
Heer: Wanneer zij hun altaar opzetten, roep dan de naam van je
God aan, maar steek het vuur niet aan.
Sommigen van ons proberen het vuur aan te steken dat alleen
God kan aansteken. Het is niet onze taak om het altaar in brand te steken. Het
is onze taak om het altaar nat te maken, het is onze taak om in geloof naar
voren te treden op zo'n manier dat het nog moeilijker is om een wonder te laten
gebeuren, tenzij God tussen komt.
De
Heer: Dit is een Elia-moment, sta op en overwin wat ik je heb
gegeven om te overwinnen. Wees gehoorzaam in de sfeer waarin ik je heb
geplaatst. Wees gehoorzaam en verover rijken voor het koninkrijk. Vuur, vuur,
vuur op Mijn volk nu en tijdens dit seizoen.
Waarom ging Jezus weg en wat was voor ons bedoeld: het was
de doop in de Heilige Geest en met vuur
2
Koningen 2:7-15: Zo stonden Elia en Elisa daar
samen bij de Jordaan. Elia nam zijn mantel, rolde hem op en sloeg ermee op
het water. Het water verdeelde zich in tweeën, zodat ze samen over het droge
konden oversteken. Toen ze aan de overkant waren, zei Elia tegen Elisa:
"Wat wil je dat ik voor je doe, voordat ik door de Heer word
opgehaald?" Elisa zei: "Geef mij een dubbel deel van de Geest die op
u is!" Elia zei: "Je hebt iets moeilijks gevraagd. Als je me zal
zien op het moment dat ik word opgehaald, dan zal het gebeuren. Maar als je me
niet ziet, dan niet."
Al pratend liepen ze samen verder. Plotseling was er een
wagen van vuur, getrokken door paarden van vuur. Hij kwam tussen hen in rijden
en nam Elia in een stormwind mee naar de hemel. Elisa zag het gebeuren en
riep: "Vader! Mijn vader! Israël kan niet zonder u!" Toen zag hij hem
niet meer. Elisa greep zijn kleren en scheurde ze als teken van
verdriet. Toen raapte hij de mantel op die Elia had laten
vallen. Hij liep ermee terug naar de Jordaan en ging bij het water staan. Hij
sloeg met Elia's mantel op het water en riep: "Waar is de Heer, de God van
Elia? Waar is Hij?" En het water verdeelde zich in tweeën, zodat Elisa kon
oversteken. De profeten van
Jericho stonden op een afstand te kijken en zagen het. Ze zeiden: "De
Geest die op Elia was, is nu op Elisa!" Ze liepen naar hem toe en bogen
diep voor hem.
Het
verschil toen Jezus ten Hemel opsteeg en Elias vertrek:
Elia was niet goddelijk, Jezus wel, maar God gebruikt het
verhaal van Elia die vertrok en Elisa die bleef voor Jezus. De H. Geest wil met
dit verhaal sommigen overtuigen dat er een doopsel van vuur is. Het is voor
jullie en het is voor vandaag.
Johannes
14:12-14: Jezus zei: Luister goed! Ik zeg jullie: iedereen die in
Mij gelooft, zal dezelfde dingen doen als Ik. Hij zal zelfs nog geweldiger
dingen doen. Want Ik ga naar de Vader en alles wat jullie aan de
Vader vragen omdat jullie bij Mij horen, zal Ik doen. Want daardoor
zal te zien zijn hoe machtig de Vader in Mij is. Als jullie om iets vragen
omdat jullie bij Mij horen, zal Ik het doen.
Toen Jezus vertrok zond Hij de H. Geest, dezelfde Geest dat
in Hem was om de harten van alle gelovigen te vullen. Nu kan Jezus Zijn leven
leiden door elke gelovige op aarde tegenwoordig. Het is Christus die in ons
leeft door de kracht van de H. Geest. Jezus kan door elke gelovige doen wat Hij
deed toen Hij op aarde was.
We krijgen deze H. Geest wanneer we onze ogen richten op
Jezus. Als we onze zonden afleggen en enkel onze blik op Hem richten. Dan
zullen we in geloof wandelen en in de kracht van de H. Geest.
|