De apocalyps van Benedictus XVI - Rod Dreher (uit: The
American Conservative 3/1)
Joseph Ratzinger wist dat hij in een tijdperk van
baanbrekende veranderingen leefde. Het mysterie van zijn ontslag wordt nu
duidelijker.

Zie dat? Het is een bliksemschicht die op de
Sint-Pietersbasiliek insloeg op de dag dat paus Benedictus XVI aftrad. Een teken?
Ik ben nu het tweede deel aan het lezen van Peter Seewalds biografie
van Benedictus XVI. De tweede helft van de biografie gaat over de periode van
1966 tot heden. Het geeft me een veel dieper inzicht van de pijn die de man met
zich meedroeg, en de soms apocalyptische aard van zijn commentaar. Ik ben blij
dit te lezen, want als iemand die in 1967 is geboren, had ik niet volledig de
diepte ingezien van het trauma dat oudere Katholieken zoals Joseph Ratzinger
voelden over de verwoesting van de Kerk in de postconciliaire periode. Het
lijkt mij dat men de betekenis van het spirituele drama van het leven van
Benedictus en van onze tijd niet echt kan bevatten zonder deze details te
kennen.
Het standaardverhaal is dat Joseph Ratzinger, die als
adviseur deelnam aan het Tweede Vaticaans Concilie, toen progressief was, maar
zo geschokt was door de chaos die het Concilie ontketende dat hij conservatief
werd. Het is een halve waarheid. Uit het boek:
Zeker, ik was vooruitstrevend, zei hij in ons gesprek.
Progressief betekende toen nog niet dat je je losmaakte van het geloof, maar
dat je van de oorsprong leerde om het beter te begrijpen en beter te leven.
Het vertalen van het geloof naar het heden, het zoeken naar
actuele vormen in onderwijs en liturgie, was de eerste vereiste om verder te
komen in de richting van een missionaire Kerk. Zijn verschil met andere
theologen was dat Ratzinger met het geloof van de kerk in discussie ging en
nooit ertegen. In een bijdrage aan het tijdschrift Wort und Wahrheit schreef
hij in 1960: Het punt is om het geloof los te maken van de starheid van het
systeem en zijn oorspronkelijke vitale kracht te doen herleven, zonder op te
geven wat er echt in zit.'' In een lezing voor Frings zei hij dat het doel dat de
Paus voor dit concilie stelde was: het vernieuwen van het Christelijk leven en
de kerkelijke tucht aanpassen aan de eisen van de tijd, zodat het getuigenis
van Geloof met een nieuwe glans kan schitteren in de duisternis van deze
wereld'.
Hij vatte het woord ontwaken op als revitaliserend. Het
ging niet primair om reorganisatie, maar om innerlijke, geestelijke
hervormingen. De Krk kon mensen niet voor zich winnen door zich ongepast aan de
wereld aan te passen. Ze zou zichzelf gewoon verliezen.
... Voor het Concilie was het tegenovergestelde van
conservatief niet progressief maar missionair. Die antithese verwoordde wat het
Concilie bedoelde en wat het niet bedoelde met zich open te stellen voor de
wereld. Het was niet om Christenen meer op hun gemak te stellen door hen vrij
te laten om zich aan te passen aan een wereldse of modieuze massacultuur, maar
eiste de non-conformiteit van de Bijbel: 'Wordt niet gelijkvormig aan deze
wereld.'
Met andere woorden, zijn progressivisme bestond erin de Katholieke
orthodoxie begrijpelijk te maken voor de moderne wereld - niet in ze te willen
omverwerpen van die orthodoxie! Het boek gaat verder over zijn schok in de
jaren onmiddellijk na het Concilie om te zien hoe mensen binnen de Kerk
"de geest van Vaticanum II" gebruikten als voorwendsel om het Katholicisme
te ontmantelen. Ratzinger, een goedhartige ziel die het beste van anderen
verwachtte, was vreselijk naïef geweest.
Ratzinger, zo meldt Seewald, zag het Concilie als een
poging om een verstard Geloof nieuw leven in te blazen. Nogmaals: hij geloofde
echt dat het Concilie moderne mensen zou helpen om trouwer Katholiek te worden.
Hij zag niet wat er ging komen. Meer:
Veel van de radicale hervormers steunden de opvatting dat
de gelovigen actief aan de Mis moesten deelnemen en dus een dialoog met de Priester
moesten voeren. Ze beschouwden traditionele gebeden zoals 'eeuwigdurende
aanbidding' of de rozenkrans als te verwaarlozen vrome praktijken. Zo eiste de Katholieke
theoloog Gotthold Hasenhüttl al snel een radicale openheid voor de wereld met
als hoogtepunt een zwarte zwangere pausin. Priesters verklaarden trots dat ze
het Kruis van hun altaar hadden gehaald, omdat het niet elke dag Goede Vrijdag
was. Zelfs atheisten zoals de psychoanalyticus Alfred Lorenzer waren geschokt
door het 'verlies aan betekenis'. De
herstructurering sneed diep in de menselijke symbolen, mythen, rituelen en
cultusvoorwerpen en leidde tot een nieuw soort Katholicisme, die geen interne
of externe beelden meer had om zichzelf en anderen te begrijpen. Daarom
werd hun religieuze devotie slechts een techniek, abstract in plaats van
levendig, kale spraak die formalistisch was zonder vitale vormen.
Die paragraaf slaat diep erin. Het benadrukt iets dat,
eerlijk gezegd, duivels is. Dat bedoel ik letterlijk. Aldus de tragedie van het
Katholicisme in de 20e eeuw: het was niet verkeerd (denk ik) om het Geloof
nieuw leven in te blazen, zoals Ratzinger en de voorstanders van herbronning wilden
doen, maar ze hadden de kwade trouw van zoveel theologen, geestelijken en
anderen binnen de Katholieke Kerk volledig onderschat. Zij, die haar totaal
wilden veranderen, seculariseren. De grote schurk van dit verhaal is Ratzingers
rivaal Hans Küng, de egoïstische Zwitserse theoloog die openlijk de
fundamentele dogma's van het Geloof ontkende en die voortdurend jammerde dat
het Vaticaan gemeen tegen hem was door hem ter verantwoording te roepen voor
wat hij onderwees en verkondigde. Ratzinger was naar mijn mening veel te aardig
en tolerant voor Küng, die een slang was, en schaamteloos twee gezichten had.
Seewald verbindt de gebeurtenissen in het leven van de Katholieke
Kerk in de tweede helft van de jaren zestig met de onrust elders:
Op 16 mei 1966, terwijl westerse maoisten zich begonnen te
verzamelen onder het portret van de 'Grote Voorzitter', beval Mao Zedong het
begin van de 'Grote Proletarische Culturele Revolutie', een nieuwe 'uitbarsting
van idealisme en geweld, religieuze ijver en sadisme', meldde de Süddeutsche
Zeitung. Met de hulp van de kinderen en jeugd georganiseerd in 'rode bewakers'
herwon Mao zijn macht na het fiasco van de 'Grote Sprong Voorwaarts'.
Volgens de Süddeutsche Zeitung schoot een groep
schoolmeisjes in deze periode hun directrice dood, verdronken studenten hun
professoren, stuurden echtgenoten hun vrouwen naar werkkampen en zonen stuurden
hun moeders naar het schavot. Veel klassenvijanden werden levend begraven,
anderen onthoofd of gestenigd. In de provincie Guangzxi werden de harten en
levers van meer dan een dozijn vijanden van Mao Zedong eruit gerukt en
verteerd. Vijftig jaar later zei een
hedendaagse getuige dat ons hele immuunsysteem corrupt is en wij als
samenleving machteloos staan tegen elke vorm van ziekte. Hij bedoelde dat zijn
samenleving haar waardesysteem en het vermogen tot empathie had verloren. Dit
alles heeft zijn wortels in de catastrofe van die tijd. Op de campus van
Tübingen verschenen nu pamfletten die het Kruis aan de kaak stelden als symbool
van de sadomasochistische verheerlijking van pijn. Toekomstige theologen zongen
mee met 'Vervloekt zij Jezus!' Volgens de hedendaagse getuige Helmut Moll: 'Het
werd opeens de gewoonte om de Mis in particuliere huizen te vieren. Iedereen hield een glas rode wijn vast.'
Over het gemarkeerde gedeelte hierboven: dit is duidelijk
waar voor ons vandaag, met betrekking tot het kwaad dat over ons heen spoelt.
Meer hierover hieronder. Maar bedenk nu eens hoe dit eruitzag voor Pr Joseph
Ratzinger, een professor in theologie. Het moet het einde van de wereld hebben
geleken. En in zekere zin was het dat ook.
De beslissing van Paulus VI om de oude Mis af te schaffen,
maakte Ratzinger destijds woedend:
Veel Katholieken waren diep verontrust. De hervormingen
hadden het ritueel veranderd waaraan ze gewend waren. Ze lazen ook slecht
nieuws over de dramatische daling van het kerkbezoek en de sollicitaties om Priester
te worden. Een onvermoed probleem deed zich voor toen Paulus VI op 3 april 1969
een nieuw missaal invoerde voor het houden van liturgische diensten en
tegelijkertijd het gebruik van het vorige missaal verbood (de Missale Romanum
uit 1962, waarin de Mis in het Latijn werd opgedragen). Geschokt aan het hoofd
van de Kerk, reageerde Ratzinger woedend: 'Niets van dien aard was ooit gebeurd
in de hele geschiedenis van de liturgie.'
Meer:
In het interview-boek Salz der Erde (Zout der Aarde) voerde
hij nog een ander argument aan: 'Een gemeenschap die plotseling verklaart wat
vroeger als het meest verheven en heilige werd beschouwd, ten strengste
verboden werd, en dat het ongepast was om daarnaar te verlangen, roept twijfels
op over zichzelf. Want wat moeten mensen er dan eigenlijk van geloven? Verbiedt
ze morgen niet weer iets wat ze vandaag voorschrijft? Hij trok een nuchtere
conclusie:
Ik ben ervan overtuigd dat de Kerkelijke crisis die we
vandaag doormaken voor een groot deel te wijten is aan de desintegratie van de
liturgie, die soms zelfs een concept is geworden etsi Deus non daretur:
'alsof God niet bestaat' zodat het niet uitmaakt of God bestaat of niet, of Hij
tot ons spreekt en naar ons luistert.
Kijk hier eens naar, over een toespraak die hij in het
begin van de jaren zeventig hield:
De toespraak in Keulen documenteert precies het programma
dat Ratzinger de volgende vier decennia volgde als theoloog, Bisschop, prefect
en ten slotte als Paus. Het is de moeite waard om uitgebreid te citeren, omdat
het een helder inzicht geeft in Ratzingers denken en laat zien waar hij het
probleem zag voor de moderne Kerk en welke opties voor vernieuwing hij aanraadde.
Hier is het:
De tijdens de jeugdbeweging bedachte formule 'wij zijn de Kerk'
heeft een opvallend sektarische betekenis: de straal van dit 'wij' omvat vaak
alleen de huidige kleine groep gelijkgestemden, die dan 'wij' gebruiken om
aanspraak te maken op een soort van onfeilbaarheid. In feite zou die verklaring
groepszelfingenomenheid moeten uitsluiten. Want het is alleen waar als het
wij de gemeenschap van alle gelovigen omvat, niet alleen die van nu maar
van alle eeuwen door.
In dit wij wordt het Ik van Christus geïmpliceerd, wat
ons als wij bijeen heeft gebracht. Menselijk gesproken, wat de Kerk vandaag
de dag redt, zijn niet de vaak wankelende en onzekere heersers, die zich ofwel
terugtrekken in het traditionalisme of angstvallig naar theologen kijken, bang
dat ze als conservatief zullen worden bestempeld, terwijl ze dapper genoeg
zouden moeten zijn om de geloofsbelijdenis duidelijk te verkondigen. Wat de
kerk door zulke onzekere tijden heen helpt, is de volharding van het Geloof van
gemeenschappen, waarin de vereniging van verleden, heden en toekomst wordt
gedemonstreerd en standhoudt, verder dan traditionalisme en progressivisme: in
de realiteit van een leven dat vandaag wordt geleefd volgens de
geloofsbelijdenis.
Misschien moeten we de schade
ervaren die het atheïsme heeft aangericht om te herontdekken hoe onstuitbaar en
vitaal de roep om God uit de mens opstijgt. Dan zullen we eindelijk weer
beseffen dat de mens echt niet van brood alleen leeft; we worden niet gered
door alleen een inkomen te hebben waardoor we alles kunnen bezitten wat we
willen en vrijheid waardoor we alles kunnen doen wat we willen.
Dan zullen we beseffen dat vrije
tijd alleen ons niet vrij maakt en dat het hebben van vrije tijd slechts het
begin is van het hele probleem van het zijn. Mensen hebben iets nodig dat zowel
het westerse kapitalisme als het marxisme zo weinig kunnen geven. Zoals Romano
Guardini onvermoeibaar zegt: de aard van
het Christendom is niet alleen een idee of een programma de aard van het Christendom
is Christus. Als we Hem verliezen, Hem niet meer willen kennen, blijven er
alleen maar schaduwen over. Schaduwen
leven niet. Wat overblijft is een spookachtig Christendom zonder kracht of
werkelijkheid. Wie vandaag Christen wil zijn, moet de kracht hebben om te
beslissen en de moed hebben om on-modern te zijn zoals alle kinderen van
morgen en gisteren. In een tijd die God dood heeft verklaard, moeten ze durven
wortelen in het eeuwige. Ze moeten een levende band hebben met God, geopenbaard
in Christus.
Meer Seewald:
En ook dit was een typische
Ratzinger-uitspraak: Wrok van alles en iedereen bezoedelt de bodem van de ziel
en maakt die tot een woestenij. Om een antwoord te vinden op de crisis van de Kerk
en niet te wanhopen over de huidige stand van zaken, moeten mensen zich niet
identificeren met de dominante krachten in de Kerk, maar met haar Geloof en de
gelovigen uit elke eeuw. De erfenis van de Heiligen, de grote liturgische
tradities al die gaven uit de Hemel zullen blijven bestaan en hun aanzien
terugkrijgen. Ze worden niet zomaar weggevaagd, over en gedaan, omdat ze niet
hoog gewaardeerd worden door een tijdelijke Tijdgeest.'
Bij het lezen van deze woorden
moest ik denken aan mijn dierbare vriend Marco Sermarini en zijn Katholieke
gemeenschap in San Benedetto del Tronto. Ik schreef over hem in The Benedict
Option. Dit is het deel dat in me opkwam toen ik het bovenstaande citaat van
Ratzinger las:
Na hun studie merkten de mannen
dat ze van elkaars gezelschap genoten en de behoeftigen hielpen, en daarom
bleven ze bij elkaar. Toen ze trouwden, brachten ze hun vrouwen bij de groep.
In 1993 richtten ze, aangemoedigd door hun plaatselijke Bisschop, een officiële
vereniging op binnen de Katholieke Kerk, een vereniging van gezinnen die ze
gekscherend de "Tipi Loschi" noemden - Italiaans voor "de
gebruikelijke verdachten".
Tegenwoordig hebben de Tipi
Loschi ongeveer 200 leden in hun gemeenschap. Zij beheren de brede school, de
Scuola Libera G.K. Chesterton, evenals drie afzonderlijke coöperaties, allemaal
ontworpen om een goed doel te dienen. Ze blijven bouwen en groeien, gedreven
door een gevoel van spiritueel en sociaal ondernemerschap, en geïnspireerd door
een nauwe band met het Benedictijnenklooster in Norcia, net aan de andere kant
van de Sybillijnse Bergen. Naarmate de verschillende initiatieven van de Tipi
Loschi succesvol waren (en ondanks sommige niet), begon de vereniging van
families elkaar als iets organischer te beschouwen.
Ze begonnen elkaar te helpen bij
alledaagse taken en probeerden de schijnbaar onstuitbare atomisering van het
dagelijks leven om te keren. Nu voelen ze zich hechter dan ooit, en
vastbesloten om hun stad te blijven bereiken, geloof en vriendschap te bieden
aan iedereen, vanuit de zelfverzekerde zekerheden van hun Katholieke
gemeenschap. Zo blijven ze groeien.
"De mogelijkheid om zo te leven is voor iedereen
toegankelijk", zegt Sermarini. We hoeven alleen maar een oude manier te
volgen om dingen te doen die we altijd al hadden, maar die we enkele jaren
geleden zijn kwijtgeraakt. Het belangrijkste is om niet met de mainstream mee
te gaan. Zoek dan naar God en zoek daarna naar anderen die ook ernstig op zoek
zijn naar God, en sluit je bij hen aan. We begonnen met dit verlangen en probeerden
anderen te leren hetzelfde te doen, hetzelfde geschenk te ontvangen dat we
kregen: het Katholieke Geloof.
Als ik deze Seewald-biografie van Benedictus XVI lees, kan
ik veel beter begrijpen waarom hij zijn persoonlijke secretaris, Aartsbisschop
Georg Gänswein, toestond om die toespraak van 11 september 2018 te houden waarin
hij enthousiast de Benedictus-optie onderschreef. Ik was in Rome aanwezig toen
Mgr Gänswein de toespraak hield, maar ik had geen idee wat er ging komen. Mijn
bevriende Italiaanse journalisten hadden me erop voorbereid door te zeggen dat
wat Gänswein ook zei, ik er zeker van kon zijn dat Benedictus elk woord
goedkeurde. Ik verwachtte het ergste. Wat ik ontving, was het grootste geschenk
van mijn professionele leven.
Ratzinger begreep heel goed de diepte, de breedte en de
aard van de crisis van onze tijd. Hij wist ook hoe weerloos we er allemaal
tegen waren zonder echt geloof - niet alleen een formeel geloof, een geloof van
boeken en instellingen, maar een levend, ademend, lijdend vertrouwen in Jezus.
Hier is een interview met Seewald van Catholic World Report; deze passage vond
ik heel verhelderend:
CWR:
Waarom kreeg de jonge Ratzinger al snel zoveel aandacht als Priester, professor
en theoloog?
Seewald: Het
kwam door de manier waarop de jongste theologieprofessor ter wereld colleges
hield. De leerlingen luisterden aandachtig. Er was een ongekende frisheid, een
nieuwe benadering van traditie, gecombineerd met een bezinning en een taal die
in deze vorm nog niet eerder was gehoord. Ratzinger werd gezien als de nieuwe,
hoopvolle ster aan de hemel van de theologie. Zijn lezingen werden opgenomen en
duizenden keren in heel Duitsland verspreid.
Toch mislukte zijn universitaire carrière bijna. Aanleiding
hiervoor was een kritisch essay uit 1958 getiteld De Nieuwe Heidenen en de
Kerk. Ratzinger had geleerd van het nazitijdperk: de instelling alleen heeft
geen zin als er niet ook de mensen zijn die haar steunen. De taak was niet om
verbinding te maken met de wereld, maar om het Geloof van binnenuit nieuw leven
in te blazen. In zijn essay merkte de toen 31-jarige Ratzinger op: Het
uiterlijk van de Kerk van de moderne tijd wordt in wezen bepaald door het feit
dat ze op een geheel nieuwe manier een Kerk van heidenen is geworden en nog
steeds wordt
, van heidenen die zichzelf nog steeds Christen noemen, maar die
in werkelijkheid heidenen zijn geworden.
CWR:
Destijds was dit een schandalige bevinding.
Seewald:
Zeker, maar als je het vandaag leest, vertoont het profetische trekken. Daarin
verklaarde Ratzinger dat de Kerk op lange termijn niet gespaard zou blijven
"om stukje bij beetje de schijn van haar congruentie met de wereld af te
breken en weer te worden wat ze is: een gemeenschap van gelovigen". In zijn
visioen sprak hij over een Kerk die weer klein en mystiek zou worden; die de
weg terug zou moeten vinden naar haar taal, haar wereldbeeld en de diepte van
haar mysteries als een 'gemeenschap van overtuiging'. Pas dan kon ze haar
volledige sacramentele kracht ontplooien: Pas wanneer ze zichzelf weer begint
te presenteren zoals ze is, zal ze met haar boodschap weer het oor van de
nieuwe heidenen kunnen bereiken, die tot nu toe in de illusie verkeerden dat ze
helemaal geen heidenen waren.
Hier gebruikte Ratzinger voor het eerst de term
"Entweltlichung" (ontwereldlijking). Daarmee volgde hij de vermaning
van de Apostel Paulus dat de Christelijke gemeenschappen zich niet te veel aan
de wereld moesten aanpassen, anders zouden ze niet langer het zout der aarde
zijn waarover Jezus had gesproken.
Is dat niet ongelooflijk? Ratzinger besefte dat een samenleving die alleen uiterlijk Christelijk
is, maar waarvan de levenswijze niet diep Christelijk is, de demonische culturele
stromingen van onze tijd niet zou kunnen weerstaan. Duitse Christenen
hebben Hitler niet afgestoten. Wij Christenen van onze tijd verzetten ons niet
tegen de demonische deconstructie van ons Geloof en onze beschaving. Alleen
door bewust tegenculturele gemeenschappen van gelovigen te vormen -- zoals de
Tipi Loschi -- kan de Kerk weerstaan aan wat is en wat gaat komen. Het is zoals
Pr Cassian Folsom, de stichtende prior van het Norcia-klooster, in 2015 tegen
me zei, aan het begin van mijn interviews voor mijn boek: Christenen die hopen
de komende beproevingen intact te doorstaan met hun Geloof en het Geloof van
hun families, kunnen beter zoiets doen als wat de Tipi Loschi aan het doen
zijn. En dat is wat ik bedoel met de Benedictus-optie: het vormen van gemeenschappen
met tegenculturele overtuigingen waarin de tradities van het Christendom leven
in het hart, geest en praktijken van mensen. Er is geen ontkomen aan
moderniteit; het beste waar we op kunnen hopen is sterk genoeg te zijn om het
als trouwe Christenen het hoofd te bieden, en vast te houden aan ons Geloof
ondanks marginalisering, zelfs vervolging. De mensen die ten onrechte zeggen
dat de Benedictus-optie gaat over het ontsnappen aan de wereld, moeten nadenken
over het feit dat de Heilige Paus Benedictus XVI het heel goed heeft begrepen -
niet als een weglopen, maar als een herbronning, een terugkeer naar de bronnen
van het Geloof, het bouwen van een vuur tegen het neerdalen van duisternis en koelheid.
Benedictus keurde het zelfs goed dat zijn naaste medewerker in het openbaar
ging en de strategie onderschreef.
Seewald zelf bekeerde zich opnieuw tot het Katholieke Geloof
dat hij had opgegeven vanwege de kracht van Benedictus' profetische getuigenis.
Hij zegt over de tijd na zijn eerste ontmoeting met Kardinaal Ratzinger, in
1992:
Wat er vanaf dat uur zou volgen, had ik natuurlijk nooit
durven dromen. Dat ik uiteindelijk vier boeken zou samenstellen met interviews
met Ratzinger of beter gezegd Paus Benedictus. Ik was van school gestuurd, had geen
middelbare schooldiploma, had de Kerk verlaten op 18-jarige leeftijd en als
jeugdige revolutionair had ik niet veel met Geloof te maken. Maar op een
gegeven moment zette de culturele en morele neergang in onze samenleving me aan
het denken. Het was me duidelijk dat het uiteenvallen van onze normen te maken
had met het wegdrukken van de waarden van het Christendom, uiteindelijk met een
wereld zonder God. Ik begon me te verdiepen in de vragen van religie en vond
het avontuurlijk om weer kerkdiensten bij te wonen. Bovendien zag ik dat er in
Ratzinger een man was die vanuit het overgeleverde Katholieke Geloof en vanuit
zijn eigen bezinning en gebed passende antwoorden kon geven op de problemen van
onze tijd.
Ik las dat Seewald in deel één van zijn biografie
Benedictus citeert die zegt:
"De echte bedreiging voor de Kerk, en dus voor de Petrusambtt,
komt niet uit dit soort episoden: het komt uit de universele dictatuur van
ogenschijnlijk humanistische ideologieën. Iedereen die deze dictatuur
tegenspreekt, wordt uitgesloten van de basisconsensus van de samenleving.
Honderd jaar geleden zou iedereen het absurd hebben gevonden om te spreken van het
homoseksueel huwelijk. Tegenwoordig worden degenen die zich ertegen verzetten
sociaal geëxcommuniceerd. Hetzelfde geldt voor abortus en de productie van
menselijke wezens in laboratoria. De moderne samenleving wil een anti-
Christelijke geloofsbelijdenis: wie het betwist, wordt gestraft met sociale
excommunicatie. Bang zijn voor deze spirituele macht van de antichrist is maar
al te natuurlijk, en wat echt nodig is, is dat de gebeden van hele Bisdommen en
van de Wereldkerk te hulp komen om zich ertegen te verzetten ."
Het "zachte totalitarisme" waarover ik spreek in
Live Not By Lies zag Benedictus duidelijk. Wat nu zacht is, zal dat echter niet
altijd blijven. Benedict geloofde - terecht - dat als we het gezin verliezen,
we onze beschaving verliezen. In een toespraak in 2012 tot het diplomatieke
corps van het Vaticaan zei hij:
Naast een duidelijk doel, het leiden van jonge mensen naar
een volledige kennis van de werkelijkheid en dus van de waarheid, heeft
onderwijs ook een kader nodig. In dit kader gaat de eerste plaats naar het
gezin, gebaseerd op het huwelijk van man en vrouw. Dit is geen eenvoudige
sociale conventie, maar eerder de fundamentele cel van elke samenleving.
Bijgevolg bedreigt beleid dat het gezin ondermijnt, de menselijke waardigheid
en de toekomst van de mensheid zelf.
Iets meer dan een jaar later deed Benedictus afstand van
het Pausdom, en het College van Kardinalen koos op de Petrusstoel een paus die
een groot deel van Benedictus' nalatenschap ongedaan zou maken en de Kerk ertoe
zou brengen veel van de waarden van de postchristelijke wereld te bevestigen. In
het licht van het destructieve, chaotische pausdom van Franciscus, koesteren
veel traditiegetrouwe Katholieken veel woede in hun hart voor wat Benedictus
deed, omdat ze van mening waren dat hij de kudde in de steek had gelaten. Dit
stukje uit de biografie van Seewald is op dat punt interessant:
Voor Stephan Horn, zijn toenmalige academische assistent,
lag de zwakte van Ratzinger in zijn onvermogen 'om iemand richting te geven'.
Hij is te teruggetrokken. Hij laat de dingen vaak op zijn beloop. Ratzinger
had een bijna meisjesachtige zachtheid, aldus Georg May, die tot de generatie
van 1926 behoorde en emeritus hoogleraar Kerkelijk recht was:
Alles wat met macht, kracht, het gebruik van geweld te
maken heeft, is hem volkomen vreemd. Van nature is hij een geleerde. Daarom
zijn benoemingen tot Aartsbisschop en prefect van de Congregatie voor de
Verdediging van het Geloof eigenlijk tegen zijn aard. Hij voerde de taken van
deze ambten uit, omdat hij op zijn manier briljant is, maar handhaving is niet
zijn ding.
Het is heel gemakkelijk om de woede van Katholieken te
begrijpen, die lijden onder het pausdom van Franciscus. Als ik nog Katholiek
was, zou ik het waarschijnlijk delen. Maar ik vraag me af of Benedictus iets
van zijn missie begreep, wat de rest van ons niet begrijpt. Ik hoorde vanmorgen
van een bevriende Priester een theorie dat het de missie van Benedictus was om
te lijden namens het Geloof -- te lijden voor de Kerk. Dat Benedictus, en niet Johannes Paulus II, de Paus is van het Derde
Geheim van Fatima. Dat Joseph Ratzinger op de een of andere manier, in zijn
verzaking en daaropvolgende vernedering en misbruik, een mystieke rol speelde
in het reddingsdrama - vooral omdat dat drama een crescendo bereikt met de
naderende Grote Geloofsafval van het Westen.
|