Profetische woorden van Philip Paul
4/1 Rhema Woord: Lees Psalm 91
De H. Geest: Oefen je tong
Jacobus 3:1-12: Broeders en zusters, jullie moeten niet
allemaal leraren in het geloof willen zijn. Jullie weten dat
leraren strenger beoordeeld zullen worden. En we maken allemaal veel
fouten. Iemand die nooit iets verkeerds zegt, is een volmaakt mens, die
zichzelf helemaal in de hand heeft.
Als we een paard teugels
omdoen, gehoorzaamt het dier ons. We kunnen zijn hele lichaam besturen. En
kijk eens naar de schepen. Ook al zijn ze nóg zo groot en is de wind nóg zo
sterk, ze worden bestuurd door een heel klein roer. Ze varen daarheen waar de
stuurman ze wil hebben. Zo is ook de tong maar een heel klein
lichaamsdeel, maar met een grote invloed. Bedenk eens hoe klein het vlammetje
is dat een heel bos in brand kan zetten! Je tong is net als dat vlammetje.
Want met je tong kun je veel kwaad doen. Je tong kan je hele lichaam
vergiftigen met het vergif dat ze spreekt. Ze heeft er veel invloed op hoe je
leven er zal uitzien. Als je tong in brand gezet is door de hel, zet ze je hele
leven in brand!
De mens heerst over alle
wilde dieren, vogels, kruipende dieren en vissen. De mens kan elk dier
temmen. Maar het lukt geen mens om zijn tong te beheersen! Je tong kan elk
moment zulke lelijke dingen zeggen, dat het wel vergif lijkt. Het ene
moment prijzen we met onze tong onze God en Vader. Het andere moment zeggen we
met diezelfde tong lelijke dingen over de mensen die door God zó gemaakt zijn
dat ze op Hem lijken. We prijzen en vervloeken met dezelfde mond! Dat is
niet goed, broeders en zusters! Uit een bron komt toch ook niet de ene
keer zoet water en de andere keer bitter water? Aan een vijgenboom groeien
toch geen olijven, en aan een wijnstruik groeien toch geen vijgen? Net zó kan
uit een bron niet zout én zoet water stromen.
De H. Geest: Kinderen zien hoe hun ouders worden gepest door de wereld en
de regeringen.
Ik kreeg ineens een
ingeving: Sta op, strijders! Sta op, strijders! Het kwam met de gedachte dat
moeilijke tijden sterke mensen voortbrengen. Het was alsof we de volgende
generatie ingaan. De volgende generatie zal een strijders-generatie zijn.
Op 31/12 hoorde ik: Weg van Damascus
(waar Paulus zijn ontmoeting had met de Heer). Daarna hoorde ik: Kafarnaum
(daar waar Jezus mirakels deed).
Ik hoorde: De duivel is op
de muren (van Jericho), ga van de muren weg. Want we worden geroepen om de
muren neer te halen.
We moeten ook onze
vriendschap dieper aanhalen met de Heer. En ook elkaar lief te hebben net zoals
Jezus ons liefheeft.
Wanneer we boos zijn als
iets ergs gebeurt, moeten we boos zijn op de duivel. De Kerk heeft de
mogelijkheid om veel van deze (erge dingen) te stoppen. Maar als de Kerk lui is
en zijn stem niet laat horen, laat dit ongerechtheid toe.
Keerpunt
3/1 Ik was in het
grensgebied van Frankrijk en Zwitserland. Waar Genève is: het lijkt alsof de
geschiedenis van Frankrijk en Zwitserland nog niet voorbij is. Het had een
indruk van gebeurtenissen die zich in dit gebied ontwikkelden.
Hou je bruiloftskleren rein.
Openbaring 19:6-8: Toen hoorde ik
een stem die leek op het geluid van een grote menigte, of van de zee, of van de
donder. En die stem riep: "Prijs de Heer! Want de Almachtige Heer God is
Koning! Laten we blij zijn en feestvieren en Hem prijzen! Want de bruiloft
van het Lam begint. Zijn bruid heeft zich klaargemaakt." Ze had mooie
kleren van fijn, wit linnen gekregen om aan te trekken. Dat fijne linnen is het
geloof van de gelovigen. Door dat geloof zijn ze vrijgesproken van schuld.
Zwaard van waarheid, als
wapen voor de Kerk.
Ik zag een tafel voor 1
persoon aan een raam. Psalm 23:5: Mijn
vijanden zien hoe goed U voor mij bent: U zet een feestmaaltijd voor mij neer. U
zalft mijn hoofd met zalf-olie. U schenkt mijn beker zó vol dat hij overloopt.
7/1 De Heer: Give careful
thought to your ways, you have planted much, but you have harvested little, you
eat but you never have enough, you drink but you never have your fill, you put
on clothes but youre not warm, you earn wages only to put them in a purse with
holes in it.
Haggaï 1:2-11: Haggaï moest
tegen hen zeggen: "Dit zegt de Heer van de hemelse legers: Dit volk zegt:
'Het is nog niet de tijd om de tempel van de Heer te herbouwen.' Maar
de Heer zegt: Is het dan wel de tijd voor júllie om in mooie huizen te
wonen, terwijl míjn huis, mijn tempel, in puin ligt? Ik, de Heer van de
hemelse legers, zeg: Denk na over wat er gebeurt. Jullie zaaien veel, maar
oogsten weinig. Jullie hebben wel te eten, maar nooit echt genoeg. Jullie
hebben wel te drinken, maar hebben nog steeds dorst. Jullie hebben wel kleren
aan, maar niet genoeg om het warm te hebben. Jullie verdienen wel geld, maar
het is nooit genoeg doordat alles zo duur is. Nu zeg Ik, de Heer van de
hemelse legers: Denk daar eens over na!
Ga de bergen in, haal hout
en bouw mijn tempel. Dáár zal Ik blij mee zijn en jullie zullen Mij prijzen,
zegt de Heer. Jullie verwachten grote oogsten, maar kijk, er is niet veel.
En het beetje dat jullie thuisbrengen, blaas Ik weg. Waarom doe Ik dat? Omdat
míjn huis in puin ligt en jullie alleen maar hard werken aan jullie eigen
huizen. Daarom valt er geen dauw en geen regen op het land en zijn de
oogsten slecht. Want Ik heb droogte laten komen over het land en de
bergen, over het graan, de druiven, de olijfbomen en alle andere vruchten, over
mensen en dieren en al het werk dat zij doen."
Haggaï 2:1-20: Op de 24e dag van de zesde maand van het
tweede jaar dat Darius koning van Perzië was, begonnen ze met
de herbouw van de tempel. Op de 21e dag van de zevende maand zei de Heer
tegen Haggaï: "Zeg tegen bestuurder Zerubbabel, hogepriester Jozua en
de andere mensen: Wie van jullie heeft gezien hoe prachtig mijn tempel
vroeger was? Wat is daar nu nog van over? Vergeleken daarmee stelt
het nu niets voor. Maar de Heer zegt: Houd moed, Zerubbabel! Houd moed,
Jozua! Houd moed, volk! Ga aan het werk, want Ik ben met jullie, zegt de Heer
van de hemelse legers. Want Ik doe wat Ik heb beloofd toen Ik jullie uit
Egypte bevrijdde. En mijn Geest zal bij jullie zijn. Wees dus niet bang. Ik
zeg jullie: over korte tijd zal Ik de hemel en de aarde, de zee en het land
doen beven, zegt de Heer van de hemelse legers. Ja, Ik zal alle volken
doen beven en de kostbaarheden van alle volken zullen hier worden gebracht. Ik
zal dit huis vullen met kostbaarheden, zegt de Heer van de hemelse
legers. Want van Mij is het zilver en van Mij is het goud, zegt de Heer
van de hemelse legers. Deze tempel zal mooier worden dan de vorige, zegt
de Heer van de hemelse legers. En op deze plaats zal Ik vrede en redding geven,
zegt de Heer van de hemelse legers."
Op de 24e dag van de negende
maand van dat jaar, toen Darius twee jaar koning van Perzië was,
zei de Heer tegen Haggaï: "Dit zegt de Heer van de hemelse legers: Ga
naar de priesters en vraag hun wat de wet zegt over het volgende. Stel dat
iemand een stuk van het heilige offervlees meeneemt in een punt van zijn
mantel, en hij raakt met zijn mantel brood, groente, wijn, olijf-olie of ander
voedsel aan. Wordt dat brood of andere voedsel dan heilig?" De priesters
antwoordden: "Nee." Daarna vroeg Haggaï: "Stel dat iemand
onrein is geworden doordat hij een dode heeft aangeraakt, en dan voedsel
aanraakt. Wordt het voedsel dan onrein?" De priesters antwoordden:
"Ja, dan wordt het onrein."
Toen zei Haggaï: "Zo is het ook met dit volk, zegt
de Heer. Alles wat ze voor Mij doen en wat ze aan Mij offeren is onrein omdat
ze niet leven zoals Ik het wil. Bedenk wat er hiervoor
is gebeurd, vóórdat jullie aan mijn tempel begonnen te bouwen. Als jullie
dachten dat je wel 20 emmers graan van een hoop graan zou kunnen scheppen, dan
waren het maar tien emmers. En als jullie dachten dat je wel 50 emmers wijn uit
de druivenpers kon scheppen, dan waren het maar 20 emmers. Ik vernielde
jullie oogsten met plantenziekten en met hagel, maar jullie kwamen niet bij Mij
terug. Maar let op wat er vanaf vandaag zal gebeuren. Dus vanaf de 24e dag
van de negende maand, nu het fundament van de tempel gelegd is. Op dit
moment is er geen graan meer in de schuren. En jullie hebben niets kunnen
oogsten van de wijnstruiken, vijgenbomen en granaatappelbomen. Maar vanaf
vandaag zal Ik jullie weer grote oogsten geven."
De herder kent zijn schapen
en de schapen kennen hem. Jezus roept ons bij naam. Jezus zegt: De schapen
kennen Mijn stem. Als je dit in realiteit ziet: een herder met 500 schapen
kijkt naar zijn kudde waar alle schapen naar beneden kijken om te grazen. Maar
als de herder bv. Bobby roept, dan kijkt 1 schaap met de naam Bobby omhoog en
kijkt naar de herder. Dat betekent het om een schaap te zijn die de stem van de
herder kent. Je kunt Zijn stem horen temidden wat je aan het doen bent.
De Heer vroeg mij een week
geleden: Waarom kan de mens geen sorry zeggen? En het was alsof Hij triestig
was. Ik vroeg hem of het over Canada ging en Hij zei: Nee, Ik heb het over het
VK. Ik had de indruk dat het over het leiderschap in de VK ging. Misschien
iemand in de koninklijke familie, maar ik weet het niet. Ik bad op voorspraak van
mijn medemensen en zei: God, het spijt mij, maar het leven is hard en we zijn
trots en koppig. Soms hebben mensen het er moeilijk mee om zich te
verontschuldigen.
Natuurlijk weet de Heer
waarom de mensen zich niet verontschuldigen. Maar vorig jaar vroeg ik de Heer
om zeker te zijn dat mijn geweten zuiver was. Als er oude wonden zijn of
onvergeven zaken zijn, moet ik mijn trots inslikken en om vergeving vragen. En
het te laten weten waar ik tekort heb geschoten. Daarom is het verstandig de
Bergrede aan te halen waar je je broeder of zuster eerst moet vergeven, vooraleer
een offer te brengen op het altaar.
Droom:
Ik kreeg plaatsen te zien zoals Qatar en Dubai, plaatsen die het goed doen in
het Midden-Oosten, plaatsen waar vastgoed, ontwikkeling, architectuur goed
doen. Het is als een sci-fi film. Ik keek naar sommige van deze steden als door
de lens van een drone. Het voelde daar zo bovennatuurlijk, goede economie,
mensen die het goed doen, de gemiddelde persoon die een goed salaris heeft.
Toen kreeg ik een visioen te zien van kuststeden in Amerika. Het was
verbazingwekkend wat er verschil er was. Er was een neerwaarts traject in
Amerika. De gebouwen waren kleiner, er was nauwelijks groei. En ik hoorde: Overwinning
is niet alleen verovering van landen, maar een manier van leven implementeren.
Veel landen voeden de jeugd en volgende generatie met gezonde informatie, in
tegenstelling met Amerika. Het oppervlakkige loont niet en er is een terugkeer
nodig naar het spirituele, naar God.
|