15/12
De kanarie in de kolenmijn-droom - Dana Coverstone
De droom: Ik werkte in een ondergrondse kolenmijn. Ik
groeide op in zuid-centraal Indiana en er waren daar kolenmijnen. Het is me dus
goed bekend. Ik zat in de lift van een kolenschacht die naar boven ging, samen
met nog mijnwerkers. Ik had een kooi met een kanarie erin, vast. Ze nemen
kanaries mee naar beneden om gaslekken te detecteren. Ik zit onder kolenstof en
draag een helm met licht. Op mijn vest staat het label Global Underground.
Iedereen rond mij in de lift is hetzelfde gekleed en zit onder het kolenstof.
Het schijnt fel in de lift en we knipperen met onze ogen om aan het licht
gewoon te worden. Eens boven gekomen stappen we uit de lift. Er staat reeds een
nieuwe ploeg te wachten. Ik realiseer me dat Jezus met ons naar boven kwam. Buiten
kwam Hij naar me toe en wees naar de kanarie. Hij zei: Let op details, nu meer
dan ooit, en ga terug naar beneden met de volgende ploeg en neem zeker de
kanarie mee.
Ik keerde me om en ging samen met de nieuwe ploeg in de
lift. Zij hadden nog propere kleren en waren nog niet moe, in tegenstelling met
mij. Toen de lift naar beneden ging, vroeg iemand luidop: Waar is de man met de
kanarie? Ik stak de kooi met de kanarie omhoog en zei: Ik ben hier. Maar hij vroeg:
Waar is degene die toegewezen is aan onze ploeg, want jij bent pas naar boven
gekomen? Hij leek heel bezorgd, en opgewonden: Waar is de man die toegewezen is
aan deze shift? Ik zei: Mij werd gezegd naar beneden te gaan met de volgende
ploeg en de kanarie mee te nemen. Hij wrong zich naar mij toe en zei: Jij bent
niet toegewezen aan deze ploeg, wie zei je dan om met ons naar beneden te gaan?
Ik zei: Jezus vertelde het mij. Hij keek me zeer ernstig aan en barstte toen in
gelach uit. Hij zei: Wel, ik zeg je om te vertrekken!
Toen probeerde hij de
kooi uit mijn hand te trekken. Hij begon te duwen en vechten. De anderen
probeerden plaats te maken, want we zaten als sardines in de lift bijeen. Ik
bleef de kooi stevig vasthouden en vocht terug. De kanarie bleef stil, zelfs
temidden van al de beroering. De man werd agressiever, maar ik zei luid: Ik
laat de kooi niet los! Ik ging meer in de hoek van de lift staan, draaide mij
naar de kant toe om mijzelf te beschermen. Hij stampte mij in de rug, maar ik
hield de kooi met de kanarie stevig vast en probeerde de vogel te beschermen.
Toen hoorde ik Jezus in mijn hoofd zeggen om de vogel los te laten. Ik vond het
een slecht idee om de vogel los te laten. Maar hij bleef steeds harder stampen,
tot de lift uiteindelijk de grond raakte. De deuren gingen op en de anderen
spoedden zich naar buiten. Hij bleef maar harder stampen, en ik opende de kooi
en liet me op de grond vallen om de slagen te ontwijken. De vogel vloog rond
het hoofd van de man die me sloeg.
De man begon te vloeken en roepen, maar hij
kon de vogel niet grijpen. Uiteindelijk had de vogel de man vast onderaan bij
de neusvleugel en hield de man op zijn plaats. Het was alsof de vogel recht in
de ogen van de man keek. De man was bang. De vogel vloog terug weg en bleef
tussen de man en mijzelf. De vogel vloog in en uit de kooi, alsof de vogel
wilde dat ik hem volgde. De mannen die waren buiten gestapt waren reeds aan het
werk in de gangen en ze vulden reeds de kleine karretjes met kolen. De vogel
vloog naar elk van hen en zond hen in de oren. Het was alsof de vogel hen wilde
aanmoedigen. Daarna kwam de man die me had aangevallen erbij en riep naar de mannen
en probeerde de vogel te raken. De mannen keken naar hem, maar bleven werken.
Elk van de mannen en ikzelf begonnen een loflied te zingen, elk een ander
loflied. Maar elk was de Heer aan het aanbidden.
Dit maakte de man woedend en
hij raapte kolen op om naar ons te gooien. De kolen raakten ons niet, alleen
het kolenstof bleef in de lucht hangen. Ik en de mannen bleven met de schoppen
verder werken. Een man met een schop in zijn rechterhand kwam naar mij en deed
zijn helm af. Het was de Jezusfiguur en Hij veegde Zijn gezicht af aan een
stukje stof en Hij gaf het mij. Hij zei: Iemand moet het licht naar de duistere
plaatsen brengen, en er zijn er die niet blij zullen zijn met het licht dat je
brengt. Ze kunnen de vlam doven die Ik in je hart heb ontstoken en dat klaar en
vurig brandt. Vecht de goede strijd en blijf geworteld in het woord, omdat de
wereld op het punt staat duister te worden. Deze duistere wereld zal het licht
nodig hebben dat je brengt om de weg naar Mij te tonen. Hij ging terug werken
naast de andere mannen. De vogel kwam en kwam op Zijn schouder zitten. Hij
richtte zich tot mij en zei: Ga en moedig de ploeg aan die naar beneden komt.
Zeg hen dat Ik aan het werk ben, naast hen in de duisternis.
Uitleg
van Cherie Goff:
De eerste vraag dat ik had was: Wat stelt de vogel voor? De
vogel is het profetisch woord. De vogel is de H. Geest. De Heer vertelde mij
dat dit het gebed van opwekking is. Het gaat over de Welsh Revival. Een simpele
mijnwerker zag de geboorte van een grote opwekking, hoewel hij moe was en dat
men hem tegenwerkte. Uit deze mijnbouw zal een opwekking komen dat door de
gebeden van de hongerigen een nieuwe oogst van zielen zal voortbrengen, dat
degenen die door angst zijn ingesloten, aan de macht zullen komen, degenen die
ontevreden zijn over sombere religie, zullen worden aangespoord om een vuur aan
te steken en een levende vurige religie te worden. Hartstochtelijk en
overweldigd door een ijver voor de Heer en vrijheid van de geest terwijl ze
zonde afleggen en openstaan voor de H. Geest.
Het was ook de eerste keer dat Dana door Jezus werd
aangesproken. Dana had het in al zijn vorige dromen over de Jezusfiguur, maar
nu gaat het zeer zeker over Jezus. Dana zei dat Jezus ogen straalden en het
herinnerde hem aan Hebreeën 1:1-4: God heeft vroeger vaak
en op veel verschillende manieren tegen onze voorouders gesproken. Dat deed Hij
door de profeten. Maar nu, aan het eind van de tijd, heeft Hij tegen óns
gesproken door zijn Zoon. Door zijn Zoon heeft Hij de wereld gemaakt. En
Hij heeft Hem ook alles gegeven wat bestaat. De Zoon is de
'afbeelding' van God Zelf. In Hem zien we wie God is. In Hem zien we de macht
en majesteit van God en het karakter van God. De Zoon zorgt ervoor dat alle
dingen bestaan. Want alle dingen bestaan door zijn woord dat één en al kracht
is. Eerst heeft de Zoon ervoor gezorgd dat de mensen vergeving konden krijgen
voor al hun ongehoorzaamheid aan God. Daarna is Hij naar de hemel gegaan. Daar
zit Hij nu naast God op de troon. Hij heeft een veel machtiger plaats
gekregen dan de engelen. Dat is omdat Hij veel belangrijker is dan zij.
Er was vurigheid en hartstocht, het was de oproep: Ga de
wereld redden. Ik heb je een missie gegeven, voer ze uit. Jezus gezicht was
prachtig en glorievol. Het was zonder twijfel Jezus. Er was opwinding en een
vuur in Zijn ogen. Jezus zei dat Hij samen met Dana zou naar beneden gaan. De
H. Geest (de vogel) zal bij je zijn. Zorg dat Hij bij je is en ga ervoor.
|