7 Zaligheden in het Boek Openbaring

Zalig de voorlezer en zalig de hoorders van de woorden van deze profetie, als zij in acht nemen wat daarin geschreven staat; want de tijd is nabij. (Openbaring 1:3)

En ik hoorde een stem uit de hemel die zei: “Schrijf op: Zalig de doden die in de Heer sterven, van nu af aan. Ja waarlijk,” zegt de Geest, “Laat hen uitrusten van hun moeiten, want hun daden vergezellen hen.” (Openbaring 14:13)

“Zie, Ik kom als een dief! Zalig de mens die wakker blijft en zijn kleren aanhoudt, zodat hij niet naakt hoeft te gaan en allen zijn schaamte zien.” (Openbaring 16:15)

En de engel zei tot mij: “Schrijf op: Zalig zijn die genodigd zijn tot het bruiloftsmaal van het Lam.”
En hij voegde eraan toe: “Dit zijn de eigen woorden van God.” (Openbaring 19:9)

Zalig en heilig die deel hebben aan de eerste opstanding! Over hen heeft de tweede dood geen macht. Zij zullen priesters zijn van God en Christus, en met Hem als koningen heersen, duizend jaren lang.  (Openbaring 20:6)

“Zie, Ik kom spoedig. Zalig hij die de profetische woorden van dit boek bewaart.” (Openbaring 22:7)

Zalig zij die hun kleren rein wassen. Zij zullen recht krijgen op de boom des levens en door de poorten mogen ingaan in de stad. (Openbaring 22:14)