Adventstijd:

Lukas 2:1-11: In die tijd wilde de Romeinse keizer Augustus laten tellen hoeveel mensen er in zijn hele rijk woonden. Daarom gaf hij het bevel dat iedereen zich moest laten inschrijven. Dit gebeurde voor de eerste keer in de tijd dat Quirinius bestuurder was van Syrië. Om geteld te worden, moesten de mensen naar de stad gaan waar hun familie oorspronkelijk vandaan kwam. Daar moesten ze zich laten inschrijven.

Ook Jozef ging op reis. Hij reisde van de stad Nazaret in Galilea naar Betlehem in Judea. Dat was de stad waar vroeger koning David geboren was. Jozef was namelijk uit de familie van koning David. Daar moest hij zich laten inschrijven, samen met Maria met wie hij was verloofd. Maria was in verwachting.

Toen ze daar waren aangekomen, werd het kind geboren. Het was haar eerste kind, een zoon. Maria wikkelde Hem in een doek en legde Hem in een voerbak van de dieren. Want in de herberg was voor hen geen plaats.

Diezelfde nacht waren er buiten de stad herders in het veld. Ze hielden de wacht bij hun schapen. Plotseling stond er een engel van de Heer God bij hen. De stralende aanwezigheid van God was om hen heen. Ze schrokken hevig en waren bang. Maar de engel zei tegen hen: "Jullie hoeven niet bang te zijn. Want ik breng jullie goed nieuws. Dat goede nieuws is voor het hele volk:  Vandaag is in de stad waar vroeger koning David geboren is, de Messias geboren. Hij is de Redder, de Heer. 

Het is nog steeds het wonderbaarlijkste verhaal ooit verteld - Blake Dodd 3/2/2014

Elk van de Evangelisten stelt Jezus, onze Redder in een verschillend licht. Matteüs heeft het over de Messiaanse Koning die reeds lang werd verwacht. Markus stelt Jezus voor als de Goddelijke Dienaar, die ons het voorbeeld gaf hoe ook wij anderen ten dienste moeten staan. Lukas heeft het over de Mensenzoon, dat Jezus volledig de menselijke natuur aannam en Johannes over Jezus als Gods Zoon. Lukas schildert in zijn evangelie het menselijk aspect van onze Redder af tot in detail. Jezus had een geboorte-aankondiging, de herders die hun eer kwamen betuigen aan de Redder en Maria, die Jezus in doeken wikkelde en in de kribbe legde. En hoewel Jezus volledig Zijn Goddelijke natuur behield, deelde Hij in Zijn menselijke natuur vele gemeenschappelijke kenmerken, die elke mens heeft. Dat herinnert ons aan Hebreeën 4:15: We hebben een Hogepriester die ons kan begrijpen als we zwak zijn. Want we hebben een Hogepriester die op dezelfde manier als wij met het kwaad te maken heeft gekregen. Maar Híj werd nooit ongehoorzaam aan God.

Wanneer we bij onze tekst komen in hoofdstuk 2 wijst Lukas op een paar belangrijke details over wie onze Redder is en met welk doel Hij naar de aarde kwam. Lukas, als Griek, toont ons dat Jezus niet alleen kwam voor de Joden, maar voor alle mensen. Hij stierf niet aan het Kruis voor de uitverkorenen, maar opdat allen Hem zouden kennen.

Jezus werd geboren uit het huis van David en maakte dus deel uit van een koninklijke afstamming. Matteüs diept dit zelfs verder uit en gaat zelfs tot Abraham terug. En zo moest Jozef, die een afstammeling was uit het Huis van David, naar de geboortestad van David nl. Bethlehem om zich te laten inschrijven op bevel van Keizer Augustus. Zo werd de profetie van Micha 5:2 vervuld dat Jezus in Bethlehem zou geboren worden.

Lukas 1:32-33: Hij zal een belangrijk mens zijn en Hij zal 'Zoon van de Allerhoogste God' worden genoemd. De Heer God zal Hem koning van Israël maken, net als zijn voorvader David. Hij zal voor eeuwig als koning regeren over het volk Israël. Er zal nooit een eind komen aan zijn heerschappij.

En zo zendt Keizer Augustus onbewust de ouders van onze Redder terug naar Bethlehem zodat Hij kan geboren worden in het geboortestadje van Zijn voorvader David. Er is enig symbolisme aan verbonden dat Jezus werd geboren in Bethlehem.

Als je het woord Bethlehem vertaalt betekent het letterlijk ‘huis van brood’. God vertelde Zijn kinderen van Israël dat zolang ze in het Beloofde Land zouden blijven, waartoe Bethlehem behoorde, ze nooit ontbering zouden lijden. En dit brood kon enkel hun fysieke behoeften bevredigen, maar nu Jezus werd geboren in Bethlehem werd het Brood des Levens geboren en degene die zich tot Hem wendt, zal nooit meer honger lijden.

Bovendien is Bethlehem een plaats waar zich een bron bevindt. En Jezus zegt later over Zichzelf: Ik ben de Bron van Levend Water.

1 Kronieken 11:15-17: Op een keer was het drie van de 30 helden gelukt om David te bereiken toen hij bij de grot van Adullam was met zijn mannen. Ze waren afgedaald naar de rots waar David was. Het leger van de Filistijnen lag toen in de vlakte Refaïm. David had zich verschanst in de grot in de bergen. Een afdeling Filistijnen bewaakte Bethlehem. David had dorst. Hij zei dat hij erg graag water zou willen drinken uit de waterput bij de poort van Bethlehem. 

Niet alleen moeten we de afkomst van onze Redder begrijpen, maar we moeten ook het belang van Zijn aardse aanwezigheid bekijken. Jezus wordt Maria’s eerstgeboren zoon genoemd. Het was niet alleen haar eerstgeboren zoon, maar de Enige Zoon van God.

Galaten 4:4-6: Maar toen het moment was gekomen dat God had bepaald, stuurde Hij zijn Zoon. Die Zoon werd geboren uit een Joodse vrouw. En omdat Hij dus een Jood was, moest Hij zich aan de wet van Mozes houden.

Met de geboorte van Jezus Christus kwam God Zelf op aarde onder de mensen wonen.

Johannes 1:14: Het Woord werd een mens en Hij heeft bij ons gewoond. We hebben gezien hoe geweldig en machtig Hij is: Hij, Gods enige Zoon, met dezelfde macht als de Vader, liefdevol, vriendelijk, en vol van waarheid. 

Het woord dat Johannes gebruikt is het Griekse skenoo, en de vertaling ervan is dat Jezus Zijn tent opzette onder de mensen. Dit verwijs naar het Oude Testament waar God voor een beperkte tijd onder de Kinderen van Israël kwam wonen. Er is maar één plaats waar dit woord wordt gebruikt in het Nieuwe Testament nl. in het Boek Openbaring 21:3: Vanuit de hemel hoorde ik een stem luid zeggen: "Dit is de plaats waar God voortaan bij de mensen zal wonen. Zij zullen zijn volk zijn en God Zelf zal bij hen zijn. Hij zal hun God zijn.”

Gods aanwezigheid was toen tijdelijk, maar nu wanneer Lukas ons vertelt dat Maria de Zoon van God ter wereld bracht, realiseren we ons dat God Zijn verblijf heeft genomen onder Zijn volk en dat Hij ons nooit in de steek zal laten! Wanneer Hij ten Hemel opsteeg, beloofde Hij dat de Vertrooster zou komen. En op Pinksteren kwam de H. Geest inderdaad op aarde. Wanneer deze wereld en al zijn glorie verdwijnt, zal God ons verzamelen in de Hemel in Zijn aanwezigheid.

Jezus was niet alleen Gods Zoon, maar Hij was een mens, net zoals wij. Lukas vertelt ons dat Maria Hem in doeken wikkelde. En Lukas gaat verder in het hoofdstuk met te vertellen dat Jezus opgroeide en sterk werd. Hij leidde een leven net zoals elke andere mens behalve dat Hij een perfect zondeloos leven leidde. Jezus liet ons Zijn voorbeeld na. Hij toonde ons een beter manier van leven en Hij nodigt iedereen uit Hem na te volgen en in Zijn voetsporen te stappen.