|
Vraag om bevestiging om hetgeen
je hoort van de Heer.
Genesis 39:21-22: Maar de Heer was met Jozef. Hij was goed voor hem
en zorgde ervoor dat het hoofd van de gevangenis vriendelijk voor hem
was. Hij liet Jozef voor alle gevangenen zorgen en liet hem al het werk
doen.
Zelfs al worden de dingen
slechter, als God bij je is, ben je nog OK.
Sleutel 2: Aanbid en zoek God in je innerlijke
plek.
Noot Claudia: ook de tijd buiten de H. Eucharistie en Aanbidding
van het H. Sacrament, is het nodig dat je bezig bent met God door met Hem te
spreken en in gebed. Vergeet niet te zeggen dat je van Hem houdt. Het is een liefdesrelatie,
geen afgemeten tijd.
Matteüs 6:5-6: Jezus zei tegen zijn leerlingen: "En
bid niet op dezelfde manier als de schijnheilige mensen. Zij staan graag in de
synagoge en op de hoeken van de pleinen te bidden. Want ze willen dat de mensen
het zien. Luister goed! Ik zeg jullie dat ze hun hele beloning al hebben
gekregen. Maar als je bidt, ga dan je kamer in en doe de deur dicht. Bid
dan tot je Vader terwijl niemand het ziet. En je Vader, die de verborgen dingen
ziet, zal je er openlijk voor belonen.
Psalm 22:2-6: Mijn God, mijn God, waarom heeft U mij verlaten? Waarom redt U mij niet
als ik schreeuw om hulp? Mijn God, dag en nacht roep ik tot U. Ik geef
niet op, maar U antwoordt mij niet. Toch bent U de Heilige God. Heel Israël
eert U met zijn liederen als Koning! Onze voorouders hebben op U
vertrouwd. Ze hebben op U vertrouwd en U heeft hen gered. Ze hebben U om
hulp geroepen, en U heeft hen bevrijd.
Ze hebben op U vertrouwd, en U heeft hen niet teleurgesteld.
Wanneer je de Heer in geest en
waarheid aanbidt, dan komt Gods aanwezigheid.
2 Kronieken 7:1-3: Toen Salomo klaar was met zijn gebed, kwam er vuur
uit de hemel en verbrandde de offers. En de wolk van Gods machtige aanwezigheid
vulde de tempel. De priesters konden de tempel van de Heer niet
binnengaan, omdat de machtige aanwezigheid van de Heer de tempel had
gevuld. De Israëlieten zagen het vuur en de machtige aanwezigheid van de
Heer op de tempel neerdalen. Ze knielden met hun gezicht op de grond en prezen
de Heer met het lied: 'Hij is goed, want zijn liefde is voor eeuwig.'
De Glorie van God kwam pas toen
Salomo de Tempel aan God toewijdde. Dit wil zeggen dat ons hart moet toegewijd
zijn aan God. Heel ons leven moet toegewijd zijn aan God, anders komt Gods aanwezigheid
niet.
Lukas 11:9-13: Daarom zeg Ik jullie: bid, want dan zul je krijgen.
Zoek, want dan zul je vinden. Klop, want dan zal er voor je worden
opengedaan. Want iedereen die bidt, zal krijgen. En iedereen die zoekt,
zal vinden. En voor iedereen die klopt, zal worden opengedaan. Geen één
vader geeft toch zijn zoon een steen als hij om een brood vraagt? Of een slang
als hij om een vis vraagt? Of een schorpioen als hij om een ei vraagt? Dus
ook al zijn jullie slecht, toch kunnen jullie goede dingen aan jullie kinderen
geven. Dan zal jullie hemelse Vader toch zéker de Heilige Geest geven als
mensen Hem daarom bidden?"
Johannes 5:19: Jezus antwoordde hun: "Luister goed! Ik zeg
jullie dat de Zoon niets uit Zichzelf kan doen. Hij doet alleen wat Hij de
Vader ziet doen. Alles wat de Vader doet, doet de Zoon ook.
We moeten ons dus met onze blik
op Jezus gericht houden, en onze ogen niet van Hem afwenden.
Genesis 40:8: Ze (de wijnschenker en de bakker) antwoordden: "We hebben een droom
gehad en er is niemand die hem kan uitleggen." Toen zei Jozef tegen hen:
"Alleen God kan dromen uitleggen. Vertel me eens wat jullie hebben
gedroomd.
Jozef stelt zijn vertrouwen niet
in zichzelf, maar in God die de dromen kan uitleggen. Hij is nederig. Wij
moeten luisteren naar de H. Geest met Geloof.
Genesis 41:15-16: De farao zei tegen Jozef: "Ik heb een droom
gehad en er is niemand die hem kan uitleggen. Maar ik heb over jou horen zeggen
dat als jij een droom hoort, je gelijk kan vertellen wat de droom
betekent." Jozef antwoordde de farao: "Nee, dat kan ik niet.
Maar Gód zal u geruststellen."
Sleutel 3: We moeten met Geloof luisteren
Efeziërs 2:13: Zo
waren jullie vroeger ver weg van God. Maar nu zijn jullie in Jezus
Christus dicht bij God gekomen, door het bloed van Christus.
Wanneer je een volgeling bent van
Christus, ben je één van Zijn schapen en zij herkennen Zijn Stem. We hoeven
alleen Geloof en nederigheid te hebben om Zijn Stem te horen.
Genesis 41:51-52: Jozef noemde zijn eerste zoon Manasse (=
'Hij helpt mij vergeten'). "Want," zei hij, "God heeft
ervoor gezorgd dat ik al mijn verdriet en ellende en mijn familie kon
vergeten." Zijn tweede zoon noemde hij Efraïm (= 'Hij maakt
mij vruchtbaar'). "Want," zei hij, "God heeft mijn ellende
hier gebruikt voor iets goeds."
Niettegenstaande wat Jozef
allemaal heeft meegemaakt van negatieve dingen, blijft hij de Heer loven en
danken. Zijn hart was verzacht en overgegeven aan Gods Wil, zelfs al had hij
zijn leven niet zo gepland. En later vergeeft hij zelfs zijn broers. Maar
voordat hij dat kon doen, vergaf hij eerst God. God is perfect en doet niets
verkeerds, maar wanneer we onvergevingsgezind of verbitterd zijn tegenover God.
Jozef was niet verbitterd en liet het los. Hij liet toe dat Gods genade,
barmhartigheid en Liefde terug op de voorgrond kwamen. Zo kon hij zijn broers
vergeven, en kwam hij op een plaats van vergeving, gunst, zegen en vervulling.
Genesis 45:8: Niet júllie hebben
mij hierheen gestuurd, maar Gód heeft mij hierheen gestuurd. Hij heeft mij
raadgever van de farao gemaakt. Ik ben heer over al zijn dienaren en heerser
over heel Egypte.
We moeten op een plaats geraken
waar we kunnen zeggen: God is nog steeds goed en Hij plant alles ten beste. We
moeten kunnen zeggen: Ik vertrouw op U, God en Uw weg is de beste, zelfs al
begrijp ik het niet altijd. In alle tegenslagen en ellende had Jozef twee zaken
om aan vast te houden: Gods woord en Zijn aanwezigheid. We moeten komen tot een
totale overgave aan God.
20/11 De Heer: Ik weet hoe
Ik zorg moet dragen voor Mijn volk. Laat Mij zorg dragen voor je, zelfs in een
droog seizoen.
We moeten ons hart volledig aan
Hem geven.
De Heer: Laat
Mij een tafel reserveren voor jou, zelfs al kijken je vijanden toe.
Jozef was tweede in bevel, in een
land dat zelfs het zijne niet was.
Psalm 23:5: Mijn vijanden zien hoe goed U voor mij bent: U zet een feestmaaltijd
voor mij neer. U zalft mijn hoofd met zalf-olie. U schenkt mijn beker zó
vol dat hij overloopt.
Het kan zijn dat God het niet
rechtstreeks doet, maar Hij het toelaat. Maar God heeft nog steeds de controle
over alles.
Johannes 10:22-30: Het was winter en het jaarlijkse feest begon waarop
wordt gevierd dat de tempel in Jeruzalem herbouwd was. Jezus wandelde in
de tempel, in de 'Zuilengang van Salomo'. De Joden gingen om Hem heen
staan en zeiden tegen Hem: "Hoelang gaat U ons nog in spanning houden? Als
U echt de Messias bent, zeg het ons dan eerlijk." Jezus antwoordde:
"Dat heb Ik jullie al gezegd, maar jullie geloven Mij niet. De dingen die
Ik namens mijn Vader doe, laten duidelijk zien wie Ik ben. Maar jullie
geloven Mij niet, omdat jullie niet bij mijn schapen horen. Dat heb Ik jullie
al gezegd. Mijn schapen luisteren naar mijn stem, en Ik ken ze, en ze
volgen Mij. En Ik geef hun het eeuwige leven. Ze zullen tot in
eeuwigheid niet verloren gaan. Ze zijn van Mij en niemand zal ze uit mijn
handen kunnen roven. Mijn Vader heeft hen aan Mij gegeven. Hij is
machtiger dan wie dan ook. Niemand kan iets uit de handen van mijn Vader
roven. Ik en de Vader zijn helemaal één."
Johannes
10:14: IK BEN de goede
Herder. Ik ken mijn schapen en mijn schapen kennen Mij.
De mensen die zochten de hand van God, maar niet het Hart
van God. Ze wilden enkel een Messias om hen te bevrijden van Rome, niets
anders. De mensen wilden zich toewijden aan God zolang de dingen volgens hun
plannen gingen, maar ze waren er niet om hun hart volledig aan de Heer toe te
wijden. Schapen hebben een Herder nodig, die hen leidt, ze kunnen dit niet
zelf. Maar in onze opstandigheid zeggen we dat onze manier van doen beter is.
Psalm
23:1-4: De Heer zorgt voor mij zoals een herder
voor zijn schapen zorgt. Ik kom niets tekort. Hij laat mij rusten in groene
velden. Hij laat mij drinken uit rustige stroompjes. Hij geeft me kracht. Hij
helpt me om te leven zoals Hij het wil, omdat Hij dat heeft beloofd. Zelfs
als ik door een diep, donker dal ga, een dal van moeilijkheden, ben
ik nergens bang voor, want U bent bij mij. Met uw stok en uw herdersstaf beschermt
U mij en stuurt U mij bij. Het troost mij dat U dat doet.
We moeten ons niet blindstaren op onze problemen, maar onze
blik gericht houden op God. Zijn aanwezigheid is alles wat we nodig hebben en
Hij zal ons door de moeilijkheden loodsen.
De H.
Geest: Steun dit jaar (2023) op de staf van de Herder en laat het
de leidende kracht zijn achter elke beslissing die je neemt. Laat het je gids
zijn en je zult van Mij horen te midden van de gladde en rotsachtige delen op
de weg.
De
Heer: Sommigen van Mijn volk horen de stemmen van verwaarlozing,
willekeur en het zoeken naar afgoden, omdat ze Mijn verlossende Hand hebben
vertrapt met hun gebrek aan dankbaarheid. Ongeloof werkt twee kanten op: vóór de bevrijding en
daarna.
Jeremia
2:2:
"Ga naar buiten. Zeg tegen de bewoners van Jeruzalem: Dit zegt de Heer:
Mijn volk, vroeger toen je nog jong was, toen je nog maar pas met Mij was
getrouwd, hield je heel veel van Mij. Dat weet Ik nog heel goed. Je was Mij
gevolgd in de woestijn, in een land waar nog nooit gezaaid was.
Jeremia
2:5-6,8: De Heer zegt: Wat heb Ik je voorouders voor kwaad gedaan?
Wat hadden ze voor reden om Mij te verlaten? Waarom zijn ze machteloze afgoden
gaan aanbidden? Nu zijn ze zelf machteloos geworden! Waarom vroegen ze
niet: 'Waar is de Heer die ons uit Egypte heeft bevrijd? De God die ons door de
woestijn leidde?' Ik leidde jullie door dat land van steppen en kuilen, droogte
en dood. Dat land waar niemand woont en waar niemand doorheen trekt. De
priesters vroegen niet: 'Waar is de Heer?' Ze hielden zich wel met mijn wet
bezig, maar wilden Míj niet kennen. De leiders hadden als herders mijn volk
moeten leiden. Maar ze trokken zich niets van Mij aan. En de profeten
spraken niet meer namens Mij, maar namens andere goden. Ze
waren zinloos bezig.
Het volk stelde Gods karakter in vraag en vertrouwden niet
meer op Hem. En als ze iets niet kregen, gingen ze het vragen aan afgoden.
Lukas
11:9-13: zie hierboven
We krijgen de gunsten, maar we mogen niet twijfelen aan
Gods goedheid.
Romeinen
5:8:
Maar Christus heeft zijn leven voor ons gegeven toen we nog sléchte mensen
waren. Daarmee bewijst God hoeveel Hij van ons houdt.
De
Heer: Ik hou van je. Ik hou van je. Ik hou van je. Ik bied
bescherming voor de storm onder Mij vleugels. Ik ben de beschutting. Ik ben het
Schild. Ik ben de Herder.
De
Heer voor 2023: Dit zal een jaar zijn van de gunst van de
Heer. De roem van de Heer zal zich verspreiden door een toename in kennis van
wie God is en wat Hij heeft gedaan. De getuigenissen van Mijn Heiligen zullen
toenemen. Links en rechts zie je Mij aan het werk. Mijn Hand maakt ruimte en
Mijn manier wordt verkozen boven de andere. Geef je over aan Mijn goedheid en
liefde en barmhartigheid en genade en je zult een licht uit je leven zien stralen,
dat zelfs de duisternis van de Hel niet kan doven.
Toen zag ik een kasteel. De Heer: Loop om binnen te komen.
Het kasteel is een bolwerk. Ik ben dat bolwerk voor Mijn volk in tijden van
grote nood. Ik zal er altijd zijn. Maar dat betekent niet dat Mijn volk er
altijd zal binnenkomen en veiligheid en toevlucht zullen vinden voor de storm.
Kinderen hebben het door. Degenen die het minst kennen, maar het meest
vertrouwen. Degenen die zeggen: Zonder dat U me helpt, kan ik niet verder.
Dit gaat over een kinderlijk geloof en vertrouwen. Wij
moeten alleen onze opstandigheid laten varen, en ons onderwerpen aan Zijn Wil.
|