10/10 Het onderliggende probleem bij het zoeken naar tekenen van God- Fr. Luigi Maria Epicoco (Aleteia)

Lukas 11:29 - Matt 12:38-41: Toen antwoordden een paar wetgeleerden en Farizeeërs Jezus: "Meester, we zouden graag willen dat U een teken voor ons deed om ons te bewijzen wie U bent." Maar Hij antwoordde: "Alleen ongelovige en ongehoorzame mensen willen een teken zien dat moet bewijzen wie Ik ben. Maar ze zullen geen ander teken te zien krijgen dan het teken van de profeet Jona.  Jona was drie dagen en drie nachten in de buik van de vis. Net zo zal de Mensenzoon drie dagen en drie nachten in het binnenste van de aarde zijn.

Vaak stellen we grote beslissingen uit in afwachting van iets dat ons overtuigt.

 “Deze generatie is een slechte generatie; het zoekt een teken, maar er zal geen teken worden gegeven, behalve het teken van Jona.” Het evangelie van vandaag begint met een harde uitspraak van Jezus, die een verleiding blootlegt die bijna altijd aan onze deur aanwezig is: die van het zoeken naar tekenen, niet zodat we ons kunnen bekeren, maar alleen als een excuus om er meer tijd voor te nemen.

In feite stellen we vaak grote beslissingen uit in afwachting van iets dat ons overtuigt om die beslissingen te nemen. Maar het teken dat de Heer ons heeft gegeven, is ons geweten, ons hart, de kleine dingen die in ons dagelijks leven verspreid zijn en die heel vaak de uitweg bieden uit de vele slechte situaties waarin we ons bevinden.

De Heer gebruikt geen indrukwekkende dingen om ons aan te sporen het juiste te doen, maar eerder kleine dingen die ons aan het denken moeten zetten en ons nederig kunnen laten zien wat we echt moeten doen. Maar we doen alsof we ze niet zien, niet begrijpen, misschien nemen we de positie in van wachten op iets anders dat nooit zal komen.

Wat hebben we nog meer nodig om echt te beslissen om ons leven te veranderen? In feite zouden we niets meer nodig moeten hebben dan het eenvoudige Evangelie met zijn ontwapenende eenvoud en met zijn nederige licht. We moeten niet wachten op vuurwerk, maar onze ogen openen voor wat er al is. We moeten de Heer vragen ons het onderscheidingsvermogen te geven dat we nodig hebben om dat licht te herkennen, en de kracht die nodig is om in praktijk te brengen waartoe Hij ons leidt.