|
21/9/1994
An Unlikely Soul: Mijn geliefde kinderen,
ik ben het, jullie Moeder, die vandaag tot jullie spreekt. Ik ben echt in je
aanwezigheid, en ik zegen ieder van jullie. Ik streel je en ik bid tot God wat
het beste is voor je ziel.
De
Waarheid is wonderbaarlijk nieuws voor een wereld gehuld in duisternis, in
blindheid van trots verkeert, en deze blindheid is het meest effectieve middel
dat de vijand heeft om zielen te verduisteren. Maar wees niet bang voor de
winter, want de lente zal spoedig komen. De deur is geopend en het pad ligt
voor je. Ik zal je helpen op dit glorierijke en mooie pad. Zijn helderheid
verdrijft het donker en reinigt langzaam je ziel en bereidt je voor op je
bestemming.
Jullie
belangrijkste wapens tegen deze demon van trots, mijn kinderen, zijn
gebed, vasten, de sacramenten van de Heilige Moeder Kerk en de genade van een
intens verlangen naar nederigheid. Ontwikkel dit, mijn kinderen, want
deze demon sluipt echt om jullie heen en hij springt op bij de minste
uitnodiging. Bid dat alles wat je doet, alle ernstige inspanningen, verenigd
zijn met en werken door Gods Wil. De eigen wil werpt slechte vruchten af en
eindigt altijd met een mond vol stof en een bezwaard hart met wanhoop.
Een
zekere beproeving of je echt de Wil van de Vader doet, is niet noodzakelijk een
uitdaging, want goed en kwaad staan altijd tegenover elkaar; zelfs het kwaad
wordt uitgedaagd. Kijk liever naar wat die uitdagingen in jou en de mensen om
je heen voortbrengen. Als die uitdagingen angst, afgunst, haat, jaloezie,
frustraties veroorzaken, weet dan dat hierin de Wil van de Vader niet aanwezig
is. Maar als het wroeging, een verlangen naar genezing, een zorg voor anderen
en een stille nederigheid en vertrouwen dat Gods Wil geschiedt, voortbrengt,
dan zijn dit de goede tekenen. Ik bedoel niet dat je niet moet volharden bij
uitdagingen. Dit is altijd nodig, mijn kinderen, want de Wil van de Vader doen
is altijd moeilijk. Maar ik geef jullie deze beproevingen om je hart te
doorzoeken en onze God te smeken om wat nodig is.
Ik
verlaat jullie nu, mijn kinderen, met mijn zegeningen, en ik dank jullie voor
jullie gebeden en jullie toewijding. Tot ziens.
|