Er is geen
viering belangrijker en mooier als Paaszondag, waar de Hel wordt verslagen en
zijn grote mislukking in zijn ingewanden voelt. De duivel schreeuwt en kreunt
woedend door het lied van de Engelen, Serafijnen, Cherubijnen, Tronen en
Machten, Halleluja! Het Lam heeft reeds overwonnen! Dat is Mijn overwinning, de
grootste in de hele geschiedenis van de mensheid, de grote overwinning van het
goede op het kwade. Dat is Mijn geheim: Ik heb mezelf tot zonde gemaakt voor de
mensen. Dit is het mooiste geheim, want toen Ik verrees, overwon Ik zonde en Hel.
Bewaar deze waarheid altijd in je hart in deze Eindtijd! Het zal je de kracht
geven om alles, wat komen gaat, onder ogen te zien.
Begrijp
hoeveel Ik van je hou, hoeveel Ik voor je heb geleden en hoe Ik je heb verlost,
zal je de wapens geven, om alles wat er komen gaat, het hoofd te bieden.
Laten
we teruggaan naar het liefdesverhaal van Jahweh voor Zijn Volk Israël. In Hosea
2:16-25 verleidt Jahweh Zijn Volk met woorden van Liefde. Hij zal hen meenemen
naar de woestijn en Zijn Volk zal erkennen dat het in de tijd van zijn jeugd
Jahweh was die een verbond van Liefde met hen sloot, en hij zal de Baäls voor
altijd in gedachten en hart vergeten.
Jahweh
zal zich de misdaden en gruwelen van Zijn Volk niet meer herinneren, omdat
Jahweh, Mijn Vader, alles vergeten zal zijn door een eeuwig verbond te sluiten
met Zijn geliefde Volk.
Inwoners
van elk volk, ras en natie zullen naar de berg Sion gaan en het nieuwe
Jeruzalem uit de Hemel zien neerdalen, en dan zal God met Zijn Volk Israël een
Eeuwigdurend Verbond sluiten met Zijn trouwe Volk en voor altijd trouwen met
Zijn trouwe Volk, omdat ze niet meer de ontrouwe vrouw zal worden genoemd, maar
voor altijd getrouwd zal zijn en trouw zal blijven.
Hij
zal medelijden hebben met hen en Hij zal voor altijd een Eeuwigdurend Verbond
met hen sluiten.
Bijbel: De nieuwe hemel en de nieuwe aarde (Openbaring 21 en 22)
En
ik zag een nieuwe hemel en een nieuwe aarde. Want de eerste hemel en
de eerste aarde bestonden niet meer. En de zee was er niet
meer. En ik (Johannes) zag de heilige stad, het nieuwe Jeruzalem, uit de
hemel neerdalen, bij God vandaan. Ze zag er uit als een bruid die zich voor
haar bruidegom heeft mooi gemaakt. Vanuit de hemel hoorde ik een stem luid
zeggen: "Dit is de plaats waar God voortaan bij de mensen zal wonen. Zij
zullen zijn volk zijn en God Zelf zal bij hen zijn. Hij zal hun God
zijn. Hij zal alle tranen van hun ogen afvegen. En de dood zal er niet
meer zijn. Niemand zal nog verdrietig zijn, treuren of pijn hebben. Want de
eerste dingen zijn voorbij." En Hij die op de troon zit, zei:
"Ik maak alles nieuw!" Tegen mij zei Hij: "Schrijf dit op. Want
mijn woorden zijn waar. Ik zal doen wat Ik heb gezegd."
Verder
zei Hij: "Het is voorbij! IK BEN de Eerste en de Laatste, het Begin en het
Einde. De mensen die dorst hebben, zal Ik te drinken geven uit de bron van het
water dat leven geeft. Ze hoeven er niets voor te betalen. Iedereen die
volhoudt tot het einde zal zijn hele erfenis krijgen. Ik zal zijn God zijn en
hij zal mijn zoon zijn. Maar het loon voor de lafaards, ongelovigen,
slechte mensen, moordenaars, mensen die allerlei verkeerde dingen op het gebied
van seks doen, tovenaars, mensen die afgoden aanbidden en alle leugenaars, is:
de zee van brandende zwavel." Dat is de tweede dood.
Bijbel: Het nieuwe Jeruzalem
En
de engel liet mij een rivier zien van water dat levend maakt. Het water was zo
helder als kristal. Het stroomde uit de troon van God en van het
Lam, midden door de straat van de stad. En midden op de straat en aan
beide kanten van de rivier stonden levensbomen. Daar groeien twaalf keer per
jaar vruchten aan, elke maand een keer. De bladeren genezen de volken. Er
zal geen vervloeking meer zijn. En de troon van God en van het Lam zal daar
staan. Gods dienaren zullen Hem dienen. Ze zullen zijn gezicht zien en
zijn naam zal op hun voorhoofd staan. Er zal geen nacht meer zijn. En ze
hebben geen lamp of zon meer nodig, want de Heer God zal hun licht zijn. En ze
zullen voor eeuwig als koningen heersen.
Eén
van de zeven engelen die de zeven schalen met de zeven laatste rampen hadden,
kwam naar mij toe. Hij zei tegen mij: "Kom, dan zal ik je de bruid laten
zien, de vrouw van het Lam." Hij nam mijn geest mee naar de top van
een grote, hoge berg. En hij liet mij de grote, heilige stad Jeruzalem zien die
uit de hemel neerdaalde, bij God vandaan. De stad had dezelfde stralende
macht en majesteit als God. Ze was zo mooi als een prachtige edelsteen,
een rode jaspis,
schitterend als kristal.
Rond
de stad was een grote, hoge muur met twaalf poorten. Bij elke poort stond een
engel. Op de poorten stonden de namen van de twaalf stammen van het volk
Israël. Aan de oostkant waren drie poorten, aan de noordkant waren drie
poorten, aan de zuidkant waren drie poorten en aan de westkant waren drie
poorten. En de muur van de stad had twaalf lagen stenen als fundament. Op
elk van die lagen stond één van de namen van de twaalf boodschappers van het
Lam.
De
engel die met mij sprak, had een gouden meetstok bij zich. Daarmee ging hij de
stad, de poorten en de muur opmeten. De stad was vierkant, net zo lang als
breed: 12000 stadiën (2200
km) was de stad. De lengte, de breedte en de hoogte van de
stad waren hetzelfde. De dikte van de muur was 144 el (70 m). (De engel gebruikte
menselijke maten.) De muur was van jaspis. De stad zelf was van
zuiver goud, zó zuiver dat het doorzichtig was als glas. De fundamenten
van de muur van de stad waren met allerlei soorten edelstenen versierd. Het
onderste fundament was versierd
met jaspis, het tweede met saffier,
het derde met chalcedon,
het vierde met smaragd, het
vijfde met sardonyx,
het zesde met sardius,
het zevende met chrysoliet,
het achtste met beril,
het negende met topaas,
het tiende met chrysopraas,
het elfde met hyacinth,
het twaalfde met amethist. De
twaalf poorten waren twaalf parels: elke poort was gemaakt van één parel. De
straat van de stad was van zuiver goud, zo helder als glas.
Ik
zag geen tempel in de stad. Want de Almachtige Heer God en het Lam zijn Zelf de
tempel. En de stad heeft geen zon of maan nodig. Want het licht van de
stralende macht en majesteit van God verlicht de stad, en het Lam is de Lamp
van de stad. De volken die gered zijn, zullen in dat licht leven. En de
koningen van de aarde zullen hun rijkdommen naar de stad brengen. De poorten
zullen nooit gesloten worden, want er is geen nacht meer. En de
rijkdommen en schatten van de volken zullen naar de stad worden
gebracht. Niets onreins of slechts zal in de stad binnen komen. Niemand
die misdadige dingen doet of liegt, zal er binnen komen. Alleen de mensen die
staan opgeschreven in het Boek van het Leven van het Lam mogen naar binnen.
Uitleg: Als Zoon van de Vader kan ik jullie
alleen maar aansporen om te strijden om je gloriekroon te behalen. Raak niet
ontmoedigd door de tegenslagen en wisselvalligheden van de Grote Verdrukking.
Dit zal heel zwaar zijn en de zuivering zal heel sterk zijn, maar als je vanaf
nu de Liefde begint te ervaren die God voor jullie heeft, Zijn Goddelijke Wil
in jullie ziel draagt, zal je alles kunnen dragen. Leer leven in de Goddelijke
Wil op elk moment van je leven.
Vul
jezelf met de H. Geest, aanroep de H. Geest, maar hiervoor heb je een zuiver en
kinderlijk hart nodig. Begin dus met jezelf en anderen eerst te vergeven, en
dan jezelf. Bevrijd je hart van alle banden en dan zul je vrij zijn om lief te
hebben en zul je door de H. Geest naar de Nieuwe Hemelen en Aarde worden
geleid. Volg Zijn influisteringen en Hij zal je enorm beschermen.
Kinderen
van God, doe geen afstand van uw erfdeel: de Nieuwe Hemelen en Aarde. Doe je best.
We wachten met open armen op je. Als je van deze gebeurtenissen op de hoogte
bent, is het omdat de Vader het zo heeft gewild, dat je Mijn Woord en het goede
nieuws van Mijn Wederkomst kent. Velen weten van niets en als je dat wel weet,
is dat omdat je werd uitgenodigd om naar het Nieuwe Millennium te
gaan. Geef niet op, versterk jezelf met gebed, vasten en boetedoening,
maar vooral door te leven in Liefde en dus in Gods Wil.
Houd
moed, Volk van God! Het Nieuwe Jeruzalem wacht op je. Lees elke dag Openbaring
21 en 22, het is er voor jullie. De Hemel leidt je, zorgt voor je en beschermt
je. De Hemel zal je naar de Nieuwe Hemelen en Gebieden leiden, omdat jullie
Zijn geliefde Volk zijn, Zijn geliefde Israël. De Vader en Ik wachten met open
armen op jullie, verlies de moed niet, de overwinning is aan jullie. Maranatha!
Ik hou van jullie. Je Vriend Jezus.
Hoofdstuk 6: God en Magog
Ik,
als Zoon van de Vader, moet jullie spreken over een zeer belangrijk onderwerp
dat binnenkort zal plaatsvinden: de oorlog van GOG en MAGOG, geprofeteerd in
Ezechiël 38:1-23. Volk van God, bereid je ziel voor. Weet dat Ik bijna aan de
deur ben en da Ik kom om Mijn Volk en hoewel de apocalyptische gebeurtenissen
noodlottig lijken te zijn, als we ze analyseren in het licht van Geloof, zijn
ze niets meer dan noodzakelijke gebeurtenissen, zodat het Verlossingswerk van
de hele mensheid, de transformatie van de wereld en de mens in een nieuwe
Schepping, kan worden uitgevoerd.
Lijden
zuivert en uiteindelijk zal dit lijden dat de mensheid treft, het medicijn zijn
dat de mensheid zal genezen van de ziekte van de ziel waar ze in ondergedompeld
is en het niet beseft. Dit lijden zal de kinderen van mijn Vader gezondheid
geven en daarom zullen ze geestelijk genezen en vrij zijn van alle zondevlekken
om de Nieuwe Hemelen en Aarde te kunnen binnengaan, naar het Nieuwe
Jeruzalem.
Volk
van God, denk eraan dat spirituele voorbereiding het belangrijkste is. Dit
hoofdstuk is erg belangrijk voor de tijd waarin we leven, omdat dit het
panorama zal vergroten van alles wat er is gebeurd en wat er zal gebeuren.
Op
14 mei 1948 werd Israël opgericht als een onafhankelijke staat en de Joden die
verspreid waren over de hele wereld, zijn geleidelijk naar Israël teruggekeerd.
Hier wordt de profetie van Jesaja 43:5-6 vervuld.
Bijbel: Jesaja 43:5-6: Wees niet bang, want
Ik ben bij je. Ik zal jouw overblijfsel terugbrengen uit het oosten. Ik zal hen
verzamelen uit het westen. Ik zal tegen het noorden zeggen: 'Geef hier.'
En tegen het zuiden zal Ik zeggen: 'Geef terug.' Breng mijn zonen en dochters
terug van het einde van de aarde.
Bijbel: Ezechiël 38:1-23: Op een dag zal Gog Israël aanvallen
De
Heer zei tegen mij: "Mensenzoon, ga met je gezicht in de richting van
koning Gog van het land Magog staan, de koning van de volken Mesech en
Tubal. Profeteer tegen hem: Dit zegt de Heer: Pas maar op, koning Gog van
Mesech en Tubal! Ik kom u halen! Ik zal haken in uw kaken slaan. Zo zal Ik
u en uw hele leger ophalen, met al uw paarden en ruiters, met al uw wapens, met
al uw soldaten met hun schilden, helmen en zwaarden, met al uw krijgers
uit Perzië, Ethiopië en Put met hun schilden en helmen, en met de legers
uit Gomer, uit Togarma en uit het verre noorden, met al hun krijgers. Ik kom u
halen, u en alle volken die zich bij u aangesloten hebben. Maak u klaar en
bewapen u, met al uw legers die zich bij u verzameld hebben. U zal hun
aanvoerder zijn. Over een poos zal Ik u roepen voor de strijd. Aan het
eind van de tijd zult u strijden tegen een land dat zich net heeft hersteld van
de oorlog. Dat volk is uit andere landen teruggekomen. Het is op de
bergen van Israël gaan wonen die een wildernis waren geworden. Daar wonen ze in
vrede. U en uw legers zullen tegen hen optrekken als een verwoestende
storm, als een grote, dreigende wolk die het land bedekt.
Want
in die tijd, zegt de Heer, zal er een kwaadaardig plan in u opkomen. U wil
met uw legers dat land aanvallen waar alleen maar dorpen zijn. Ze hebben geen
muren, grendels of poorten. De mensen leven er in vrede en verwachten geen
gevaar. U hoopt op een grote buit uit de plaatsen die verwoest waren maar
nu weer bewoond worden. U wil het volk beroven dat is teruggekomen uit de
landen er omheen. Want sinds dat volk weer in zijn eigen land woont, is het
weer rijk geworden en heeft het veel vee gekregen. Scheba, Dedan, de
handelaars van Tarsis en alle machtige mensen zullen tegen u zeggen: 'Heeft u
die legers verzameld om te gaan plunderen? Om zilver en goud, al het vee en
spullen te gaan roven? Bent u op weg om een grote buit weg te
slepen?'"
God straft Gog voor zijn aanval op Israël
De Heer zei verder tegen mij: "Mensenzoon,
profeteer daarom tegen Gog: Dit zegt de Heer: Op een dag, als mijn volk Israël
in vrede woont, zult u dat zien. En u zal uit uw land in het noorden
komen, samen met veel andere volken. Het zal een groot leger van ruiters
zijn. U zal naar mijn land oprukken als een grote, dreigende wolk die het
land bedekt. Aan het eind van de tijd zal Ik u sturen om mijn land aan te
vallen. Dan zal Ik u mijn macht laten zien. En de volken zullen het zien en
beseffen dat Ik de heilige God ben.
Dit
zegt de Heer: Vroeger hebben mijn profeten al over u gesproken, Gog. Zij hebben
geprofeteerd dat er jaren zullen komen dat Ik u op mijn land zal
afsturen. Maar op de dag dat u inderdaad mijn land Israël aanvalt, zegt de
Heer, zal Ik daar woedend over zijn. Ik beloof u: het land Israël zal die
dag getroffen worden door een zware aardbeving. De vissen, de vogels, de
wilde dieren en de kruipende dieren op de grond en alle mensen op aarde zullen
beven. De bergen zullen instorten, de bergwanden zullen afbreken en alle muren
zullen omvallen.
Dan
zal Ik Gog in paniek brengen. In de verwarring zullen zijn mannen elkaar in het
hele land doden. Ik zal hen straffen met ziekte en geweld. Zware
regenbuien, grote hagelstenen, vuur en zwavel zullen op uw leger neerregenen en
op de legers van de volken die u kwamen helpen. Ik zal laten zien hoe
machtig Ik ben. Ik zal laten zien wie Ik ben. De volken zullen dat zien en ze
zullen beseffen dat Ik de Heer ben.
|