Uit de
Profeet Amos 3:1-8; 4:11-12
Hoort het woord
dat de Heer spreekt
over u, de zonen van Israël,
over heel het geslacht,
dat Hij uit Egypte heeft geleid:
U alleen heb Ik uitverkoren
onder al de geslachten der aarde;
daarom roep Ik u ook ter
verantwoording
voor al uw ongerechtigheden!
Gaan er ooit twee mensen samen op weg
zonder dat zij elkaar gevonden hebben?
Brult ooit een leeuw in het woud
zonder dat hij een prooi heeft?
Of gromt er een leeuwenjong in zijn hol
zonder dat het iets te pakken heeft gekregen?
Schiet een vogel omlaag naar de knip op de grond
zonder dat daar een lokaas ligt?
Of wordt de knip van de grond opgenomen
zonder dat er iets gevangen is?
Wordt in een stad de bazuin gestoken
zonder dat de bewoners beven?
Gebeurt er ooit in een stad een ramp
zonder dat de Heer daar de hand in heeft?
Zo ook doet God de Heer nooit iets
zonder dat Hij zijn besluit onthult
aan zijn dienaars, de profeten.
De leeuw heeft gebruld
wie zou er niet vrezen?
God de Heer heeft gesproken
wie zou er niet profeteren?
En verder spreekt de Heer:
Ik heb u ondersteboven gekeerd,
even geweldig als Sodom en Gomorra;
als een geblakerd stuk hout zijt gij geworden
dat aan de brand ontrukt is,
maar gij hebt u niet tot Mij bekeerd.
Daarom zal Ik zo met u handelen, Israël.
En omdat Ik zo met u zal handelen,
moet gij, Israël, u gereedmaken
om voor uw God te verschijnen.
Woord van de Heer.
Wij danken God.
|