Zullen zielen in de Hel herrezen lichamen ontvangen? - Philip Kosloski 26/9/2021

De Katholieke Kerk leert dat iedereen een herrezen lichaam zal ontvangen, wat het lijden van de Hel zou kunnen accentueren.

Hoewel de Kerk vaak de glorierijke opstanding van het lichaam benadrukt voor degenen in de Hemel, vergeten we soms wat er zal gebeuren met iemand die ervoor kiest om naar de Hel te gaan.

Ook zij zullen een herrezen lichaam ontvangen, maar niet op dezelfde manier als degenen in de Hemel.

De Catechismus van de Katholieke Kerk legt deze leer uit.

CKK 998: Wie zal verrijzen? Alle mensen die gestorven zijn: ´Dan zullen zij die het goede deden, uit de graven te voorschijn komen tot de opstanding ten leven, maar die het kwade deden, tot de opstanding ten oordeel¡ (Joh. 5,29).

Fr. William Saunders borduurt voort op dit Geloof in een artikel over de opstanding van de doden uit de Arlington Catholic Herald.

Hoe zit het met de herrezen lichamen van de zielen van de verdoemden in de Hel? Deze lichamen zullen identiteit, heelheid en onsterfelijkheid hebben, maar niet onze transcendente kwaliteiten. Zij zullen de noodzakelijke voorwaarde hebben om de eeuwige straf van de Hel te ondergaan, maar niet de verheerlijking van de Heer die gedeeld wordt door degenen in de Hemel.

Voor iedereen die ervoor kiest om naar de Hel te gaan om van God gescheiden te worden, betekent dit alleen maar lijden, zoals Jezus vaak in het Evangelie vermeldt.

CKK 1034: Jezus spreekt vaak over de ´gehenna¡ van het ´vuur dat nooit dooft¡, bestemd voor hen die tot hun levenseinde weigeren te geloven en zich te bekeren, een plaats waar zowel de ziel als het lichaam verloren kunnen gaan. Jezus kondigt in strenge bewoordingen aan dat Hij ´zijn engelen zal uitzenden, die allen die tot zonde verleiden en ongerechtigheid bedrijven (...) bijeen zullen brengen om hen in de vuuroven te werpen¡ (Mt. 13,41-42), en dat Hij de veroordeling zal uitspreken: ´Gaat weg van Mij, vervloekten, in het eeuwig vuur¡ (Mt. 25,41).

Toch moet worden opgemerkt dat de "hoofdstraf van de Hel de eeuwige scheiding van God is, in Wie alleen de mens het leven en geluk kan bezitten waarvoor hij werd geschapen en waarnaar hij verlangt."

Het fysieke lijden zal zeker groot zijn, maar het zal niet opgewassen zijn tegen het gevoel van isolement van God, een isolement dat deze zielen aan het einde van hun leven vrijelijk hebben gekozen.

Onthoud dat niemand ooit naar de Hel wordt "gestuurd". Het is een vrije keuze van degenen die hun hele leven onthecht van God leven en die, aan het einde van de dood, liever geïsoleerd zijn dan in gemeenschap met God.

CKK 1058: De kerk bidt dat niemand verloren gaat: ´Heer, sta niet toe dat ik ooit van U gescheiden word¡ . Als het waar is dat niemand zichzelf kan redden, dan is het ook waar dat ´God wil dat alle mensen gered worden¡ (1 Tim. 2,4) en dat voor Hem ´alles mogelijk is¡ (Mt. 19,26).