Niemand vindt het leuk om geoordeeld te worden, maar dit is
hetgeen we het vaakst doen.
Matteüs
7:1-5: Oordeel niet, opdat er niet over jullie geoordeeld wordt.
Want op grond van het oordeel dat je velt, zal er over je geoordeeld worden, en
met de maat waarmee je meet, zal jou de maat genomen worden. Waarom kijk je
naar de splinter in het oog van je broeder of zuster, terwijl je de balk in je
eigen oog niet opmerkt? Hoe kun je tegen hen zeggen: Laat mij de splinter uit
je oog verwijderen, zolang je nog een balk in je eigen oog hebt? Huichelaar,
verwijder eerst de balk uit je eigen oog, pas dan zul je scherp genoeg zien om
de splinter uit je oog van je broeder of zuster te verwijderen.
Het Evangelie van Matteüs van vandaag herinnert ons aan een
waarheid die we vaak vergeten: het oordeel doodt mensen, verlamt ze in
veroordeling, reduceert ze tot een verachting die een te grote vereenvoudiging
van de werkelijkheid is, en dwingt hen om niet meer op te staan.
Niemand vindt het leuk om geoordeeld te worden, maar het is
wat we het vaakst doen in het leven. Als er één ding is waaraan we met de
grootste inspanning moeten werken, dan is het juist om te stoppen met het
veroordelen van anderen. En dit heeft een dubbel effect in ons leven: anderen
bevrijden, maar ook onszelf genezen.
Achter onze meedogenloze oordelen over anderen gaan vaak
meedogenloze oordelen schuil die we in het geheim op onszelf toepassen. We werpen
ze tegen anderen omdat we niet de moed hebben om ze tegen onszelf te zeggen.
Maar oordelen om te veroordelen is altijd verkeerd, zowel wanneer het met
anderen te maken heeft, als wanneer het met onszelf te maken heeft.
Als we er echt om geven de wereld te veranderen, moeten we
goed onthouden waar die verandering moet beginnen:
Hoe kun je tegen hen zeggen: Laat mij de splinter uit je
oog verwijderen, zolang je nog een balk in je eigen oog hebt? Huichelaar,
verwijder eerst de balk uit je eigen oog, pas dan zul je scherp genoeg zien om
de splinter uit je oog van je broeder of zuster te verwijderen.
Dit is waar we ons moeten voor inspannen: hetgeen
verwijderen wat het leven, vreugde, geluk, de doorgang van licht belemmert.
Veroordelen is nooit genezen, maar alleen een steriele
observatie die nergens toe leidt. Als we ons daarentegen inzetten voor
bekering, komt dit het dichtst in de buurt van bekering waarover in het Evangelie
wordt gesproken. Om eerlijk te zijn, het berust niet zozeer op ons eigen
initiatief, maar op die suggestie die de H. Geest aan ieder van ons geeft, en ons
de waarheid vertelt zonder ons het ooit als veroordeling te laten zien.
Hoe moet je keer een ander je andere wang toe ernstig
nemen? - Fr. Luigi M. Epicoco 13/6/2022
Dit soort verzoeken behoudt een romantische
uitstraling wanneer het in abstracte wordt voorgesteld... maar wanneer het ons
werkelijke leven raakt en het echt lijden veroorzaakt in ons leven, dan
verandert alles.
Matteüs 5:38-42: Jullie hebben gehoord dat gezegd werd: Een oog voor een oog en een
tand voor een tand. En Ik zeg jullie je niet te verzetten tegen wie kwaad doet,
maar wie je op de rechterwang slaat, ook de linkerwang toe te keren. Als iemand
je dwingt een mijl met hem mee te gaan, loop er dan twee met hem op. Geef aan
wie iets van je vraagt, en keer je niet af van wie geld van je wil lenen.
De geschiedenis heeft een
dwingende redenering voor dit gedrag voortgebracht: "oog om oog, tand om
tand." Het is een spiegelmoraal die ervoor zorgt dat we ons gedragen
volgens wat we ervaren: als ik iets goeds ontvang, geef ik iets goeds; als ik
iets slechts ontvang, reageer ik in ook zo.
Jezus verbrijzelt deze spiegel
en wijst op een nieuwe manier van denken, een nieuwe manier van kiezen:
En Ik zeg jullie je niet te
verzetten tegen wie kwaad doet, maar wie je op de rechterwang slaat, ook de
linkerwang toe te keren. Als iemand je dwingt een mijl met hem mee te gaan,
loop er dan twee met hem op. Geef aan wie iets van je vraagt, en keer je niet
af van wie geld van je wil lenen.
Dit soort verzoeken behoudt een
romantische uitstraling wanneer het in het abstracte, door hypothetische
verhalen en met denkbeeldige mensen wordt voorgesteld, maar wanneer het ons
werkelijke leven raakt en het echt lijden veroorzaakt in ons leven, dan verandert
alles: de romantiek wordt absurditeit, en we beginnen als een onrecht te zien
wat vroeger een bewonderenswaardig verzoek leek.
Menselijk gesproken hebben we
gelijk, maar het verzoek van Jezus kan alleen worden begrepen in het licht van
de gave van de H. Geest. Hoe meer we in ons ruimte maken voor een spiritueel
leven, hoe meer onze beoordelingsstandaard en de manier waarop we onze keuzes
maken zullen veranderen. We beginnen te redeneren en te kiezen zoals Jezus dat
wil. Om deze tekst uit het evangelie ernstig te nemen, moeten we onszelf geen
geweld aandoen, maar in onszelf ruimte maken voor steeds meer spirituele
ervaring. Dan komt de rest vanzelf.
Waarom
geen kwaad doen niet genoeg is - Fr, Luigi M. Epicoco 9/6/2022
Jezus vraagt Christenen om te
"overtreffen" in menselijke deugd en niet genoegen te nemen met wat
alleen voldoende is.
Matteüs 5:20-26: Want Ik zeg jullie: als jullie gerechtigheid niet groter is dan die
van de schriftgeleerden en de Farizeeën, zullen jullie zeker het Koninkrijk van
de Hemel niet binnengaan.
Jullie hebben gehoord dat
destijds tegen het volk is gezegd: Pleeg geen moord. Wie moordt, zal zich
moeten verantwoorden voor het gerecht. En Ik zeg zelfs: ieder die in woede
tegen zijn broeder of zuster tekeer gaat, zal zich moeten verantwoorden voor
het gerecht. Wie tegen hen Nietsnut! zegt, zal zich moeten verantwoorden voor
het Sanhedrin. Wie Dwaas! zegt, zal voor het vuur van de Gehenna komen te
staan. Wanneer je dus je offergave naar het altaar brengt en je je daar
herinnert dat je broeder of zuster je iets verwijt, laat je gave dan bij het
altaar achter; ga je eerst met die ander verzoenen en kom daarna je offer
brengen. Leg een geschil snel bij, terwijl je nog met je tegenstander onderweg
bent, anders levert hij je uit aan de rechter, draagt de rechter je over aan de
gerechtsdienaar en word je gevangengezet. Ik verzeker Ik je: dan kom je niet
vrij voor je ook de laatste cent hebt betaald.
Het zou gemakkelijk genoeg zijn voor een Christen om een
goede Christen te zijn als de enige vereiste zou zijn om geen kwaad te doen,
om een goed mens te zijn in redelijke termen: eerlijk, betrouwbaar, oprecht,
vriendelijk... Maar Jezus vraagt Cchristenen om te "overtreffen" in
menselijk deugd en geen genoegen nemen met wat alleen voldoende is:
Want Ik zeg jullie: als jullie
gerechtigheid niet groter is dan die van de schriftgeleerden en de Farizeeën,
zullen jullie zeker het Koninkrijk van de Hemel niet binnengaan.
Jullie hebben gehoord dat
destijds tegen het volk is gezegd: Pleeg geen moord. Wie moordt, zal zich
moeten verantwoorden voor het gerecht. En Ik zeg zelfs: ieder die in woede
tegen zijn broeder of zuster tekeer gaat, zal zich moeten verantwoorden voor
het gerecht. Wie tegen hen Nietsnut! zegt, zal zich moeten verantwoorden voor
het Sanhedrin. Wie Dwaas! zegt, zal voor het vuur van de Gehenna komen te
staan. Ik
zeg u, tenzij uw gerechtigheid die van de schriftgeleerden en Farizeeën
overtreft, zult u het Koninkrijk der hemelen niet binnengaan.
Het lijkt misschien alsof Jezus overdrijft, maar als we er
goed over nadenken, is het niet overdreven, maar het "gepaste
verschil" met de logica van de wereld. Daarom moeten we met veel nederigheid
naar onszelf kijken en ons afvragen hoe we ons leven anders proberen te beleven
dan de rest van de wereld. Als we geen verschil vinden, is er iets mis.
Jezus biedt een lakmoesproef, een soort verificatie van
onze innerlijke staat: het vermogen om bereid te zijn om te vergeven:
Wanneer je dus je offergave naar
het altaar brengt en je je daar herinnert dat je broeder of zuster je iets
verwijt, laat je gave dan bij het altaar achter; ga je eerst met die ander
verzoenen en kom daarna je offer brengen.
De ander verwelkomt onze poging tot verzoening misschien
niet noodzakelijkerwijs, maar het zou absurd zijn voor Christenen om er geen
prioriteit van te maken in hun verlangens in het leven.
Ja
zeggen aan Christus, maar nee aan de Kerk, betekent dat we Jezus niet begrijpen
- Pr. Luigi M. Epicoco 8/6/2022
Wat Jezus in twijfel trekt, is helemaal niet de
Wet, maar de interpretatie van die Wet en het rigide gebruik van traditie.
Matteüs 5:17-20: Denk niet dat Ik gekomen ben om de Wet of de Profeten af te schaffen. Ik
ben niet gekomen om ze af te schaffen, maar om ze tot vervulling te brengen. Ik
verzeker jullie: zolang de Hemel en de aarde bestaan, blijft elke jota, elke
titel in de wet van kracht, totdat alles gebeurd zal zijn. Wie dus ook maar een
van de kleinste van deze geboden afschaft en aan anderen leeft datzelfde te doen, zal als de kleinste worden beschouwd in het Koninkrijk van de Hemel. Wie
ze onderhoudt en dat aan anderen leert, zal in het Koninkrijk van de Hemel in
hoog aanzien staan. Want Ik zeg jullie: als jullie gerechtigheid niet grote is
dan die van de schriftgeleerden en de Farizeeën, zullen jullie zeker het
Koninkrijk van de Hemel niet binnengaan.
Er is een misverstand dat gepaard gaat met een groot deel
van het openbaar leven van Jezus: het is het idee dat Hij de wet betwistte, als
een soort ketter die op een gevaarlijke manier de mensen en de traditie in
gevaar bracht. In de Evangelietekst van vandaag legt Jezus voor eens en voor
altijd Zijn ware rol uit: Denk niet dat ik gekomen ben om de Wet of de Profeten
af te schaffen; Ik ben niet gekomen om af te schaffen, maar om te vervullen.
Wat Jezus in twijfel trekt, is helemaal niet de Wet die God
aan Mozes gaf of de eeuwenlange traditie die bepalend was voor het volk van
Israël. Wat Hij ter discussie stelt, is de interpretatie van die wet en het
rigide gebruik van traditie.
Daarom vinden we geen afschaffing maar vervulling in de
leer van Christus. In de wereld van vandaag kunnen ook wij in de verleiding
komen te denken dat een waar Christelijk geloof geen behoefte heeft aan theologie,
moraal, liturgie of instellingen. De waarheid is dat hoewel al deze dingen
zeker kunnen leiden tot ervaringen die, in plaats van een ontmoeting met
Christus te bevorderen, deze in de weg staan, de oplossing niet ligt in de
afschaffing ervan, maar in het juiste gebruik en de vervulling ervan.
Zeggen: "Ja tegen Christus maar nee tegen de
Kerk", betekent dat we Jezus niet hebben begrepen. Zeggen: "Liefde,
ja, maar zonder regels", betekent dat we Liefde niet hebben begrepen.
Zeggen: "Een relatie met God, ja, maar zonder enige liturgie",
betekent een doe-het-zelf-mentaliteit verwarren met de waarheid van de dingen.
We moeten altijd erg op onze hoede zijn voor degenen die,
om ons iets nieuws te vertellen, het oude schrappen - gewoonlijk wanneer de
waarheid echt waar is, het ons begrip van het oude vernieuwt in zijn ware licht
en het helemaal niet hoeft weggegooid te worden.
3 elementen
van Maria, als Moeder van de Kerk - Fr Luigi M. Epicoco 6/6/2022
Het is echt veelbetekenend dat
het feest van Maria, Moeder van de Kerk, werd gekozen om precies op de dag na
Pinksteren te vallen, alsof het ieder van ons eraan wil herinneren dat de Kerk
wordt geboren door de H. Geest en niet door menselijke planning. Maar het
evangeliegedeelte dat ons de betekenis ervan uitlegt, is een intense
beschrijving van de laatste momenten van Jezus leven. Dat is inderdaad het moment
waarop het zaad van de Kerk wordt gezaaid, dat later op de Pinksterdag zal
ontkiemen.
Drie dingen vallen op in dit relaas: de verbreding van de roeping van Maria, aangezien
zij onder het Kruis Moeder wordt van alle gelovigen en niet alleen van Jezus;
de intense dorst van Christus, die gedurende het hele verhaal blijft hangen; en
zijn doorboorde zijde, waaruit bloed en water voortkomt.
Inderdaad, de Kerk is - net als
Maria - een schoot waarin nieuw leven kan worden herboren. Degenen die de Kerk
binnenkomen, doen dat door de wateren van het Doopsel, en het leven dat eruit
voortvloeit is niet langer alleen biologisch leven, maar eeuwig leven dat op
mysterieuze wijze in ons opwelt. Ons geestelijk leven is inderdaad het eeuwige leven
dat door ons heen stroomt.
Het tweede kenmerk van de Kerk is de dorst van Christus ernstig
te nemen. Deze dorst wordt verlengd in de concrete behoeften van onze broeders
en zusters, namelijk de dorst van Jezus om bemind te worden, een dorst naar
wederkerigheid. Het Christelijk geloof is niet alleen Gods actie, maar de
wederzijdse actie van twee vrije wilsuitingen die elkaar ontmoeten: de mijne en
die van God.
Het derde kenmerk van de Kerk zijn de sacramenten, die uit
de zijde van Christus vloeien en ons herinneren aan de prijs van Liefde. We
zijn geliefd tegen een hoge prijs; dat wil zeggen, we zijn kostbaar in Zijn
ogen, en beleven het leven van de sacramenten, wat betekent deze kostbare
liefde te ervaren.