HET
GEHEIM VAN DE ROZENKRANS VOOR VERNIEUWING EN REDDING
door de
H. Louis de Montfort
Een
witte roos
1 Geliefde dienaren van de allerhoogste God, mijn
medepriesters die de waarheid van God prediken en het evangelie aan alle naties
verkondigen, laat me jullie dit boekje geven als een witte roos, waarvan ik zou
willen dat jullie het bewaren. De waarheden die erin staan, zijn op een zeer
eenvoudige en duidelijke manier uiteengezet, zoals je zal zien.
Bewaar ze alsjeblieft in je hart, zodat je zelf de Rozenkrans
kunt beoefenen en de vruchten ervan kunt proeven.
Houd ze alstublieft ook altijd op je lippen, zodat je
altijd de Rozenkrans predikt en zo anderen zal bekeren door hen de
voortreffelijkheid van deze Heilige devotie te leren.
Ik smeek jullie om op te passen dat je de Rozenkrans niet
als iets van weinig belang beschouwt - zoals onwetende mensen doen, en zelfs
enkele grote maar trotse geleerden. De Rozenkrans is van onschatbare waarde, een
schat die door God werd geïnspireerd.
De Almachtige God heeft het jullie gegeven omdat Hij wil
dat je het gebruikt als een middel om de meest verharde zondaars en de meest
koppige ketters te bekeren. Hij heeft er genade aan verbonden in dit leven en
heerlijkheid in het volgende. De Heiligen hebben het getrouw gebeden en de Pausen
hebben het onderschreven.
Wanneer de Heilige Geest dit geheim aan een Priester en
zielenleider heeft geopenbaard, hoe gezegend is die Priester dan! Want de
overgrote meerderheid van mensen kent dit geheim niet of kent het slechts
oppervlakkig. Als zo'n Priester dit geheim echt begrijpt, zal hij elke dag de Rozenkrans
bidden en anderen aanmoedigen om het te bidden. God en zijn gezegende Moeder
zullen overvloedige genade in zijn ziel gieten, zodat hij Gods instrument voor Zijn
glorie kan worden; en zijn woord, hoewel eenvoudig, zal in één maand meer goed
doen dan dat van andere predikers in verscheidene jaren.
2 Daarom, mijn geliefde broeders en medepriesters, is het
niet genoeg voor ons om deze devotie aan anderen te prediken. We moeten het
zelf beoefenen, want als we vast geloven in het belang van de H. Rozenkrans, maar
het zelf nooit bidden, kan men nauwelijks van mensen verwachten dat ze onze
raad opvolgen, aangezien niemand kan geven wat hij niet heeft: "Jezus
begon te handelen en te leren." We zouden onszelf moeten omvormen naar
onze Heer, die beoefende wat Hij predikte. We moeten de H. Paulus navolgen, die
niets anders predikte dan de gekruisigde Jezus.
Ik zou jullie uitgebreid kunnen vertellen over de genade
die God mij heeft gegeven om door ervaring de effectiviteit te kennen van de
prediking van de H. Rozenkrans, en hoe ik met eigen ogen de meest
wonderbaarlijke bekeringen heb gezien die het teweeg heeft gebracht. Ik zou
jullie al deze dingen graag vertellen als ik dacht dat het jullie ertoe zou aanzetten
deze prachtige devotie te prediken, ondanks het feit dat Priesters dat
tegenwoordig niet meer doen. Maar in plaats van dit alles, denk ik dat het
voldoende zal zijn als ik jullie een paar oude maar authentieke verhalen vertel
over de H. Rozenkrans. Deze uittreksels bewijzen echt wat ik heb geschetst voor
de gelovigen.
Een
rode roos
3 Arme zondige mensen, ik, een grotere zondaar dan jullie,
wil jullie deze roos geven. Het is een karmozijnrode, omdat het Kostbare Bloed
van onze Heer erop is gevallen. Wees God aangenaam, dat het een waar parfum in
je leven mag brengen - maar bovenal, moge het jullie behoeden voor het gevaar
waarin jullie je bevinden. Elke dag roepen ongelovigen en onboetvaardige
zondaars: "Laten we onszelf kronen met rozen." Maar onze roep zou moeten
zijn: "Laten we onszelf kronen met de rozen van de H. Rozenkrans."
Hoe verschillend zijn de hun rozen van de onze! Hun rozen
zijn geneugten van het vlees, wereldse eer en voorbijgaande rijkdom die in een
mum van tijd verwelken en vergaan. Maar onze rozen daarentegen, die het Onze
Vader en Wees gegroet uitmaken, zullen nooit verwelken of sterven, als we ze
steeds met vurigheid bidden en er goede boetedoening aan toevoegen. Ze zullen
over duizenden jaren net zo voortreffelijk zijn als nu.
Rozen van zondaars zien er alleen uit als rozen, terwijl
het in feite wrede doornen zijn die deze zondaars tijdens het leven prikken
door gewetenswroeging, en bij hun dood doorboren ze hen met bittere spijt en,
nog erger, in de eeuwigheid zullen tot vuurpijlen van woede en wanhoop worden.
Maar als onze rozen doornen hebben, zijn het de doornen van Jezus Christus, die
ze in rozen verandert. Als onze rozen ons prikken, is dat maar voor een korte
tijd, en alleen om de ziekte van de zonde te genezen en onze ziel te redden.
4 Daarom moeten we ons gretig kronen met deze Hemelse rozen,
en elke dag de hele Rozenkrans bidden, dat wil zeggen drie Rozenhoedjes van elk
vijf tientjes (*), die zijn als drie kleine bloemenkransen of kronen. Er zijn
twee redenen om dit te doen: ten eerste om de drie kronen van Jezus en Maria te
eren - de genadekroon van Jezus ten tijde van Zijn Menswording, Zijn
doornenkroon tijdens Zijn lijden en Zijn kroon van glorie in de Hemel, en
natuurlijk de drievoudige kroon die de Heilige Drie-eenheid aan Maria in de Hemel
schonk. Ten tweede moeten we dit doen zodat we zelf drie kronen van Jezus en
Maria mogen ontvangen, de eerste is een kroon van verdienste tijdens ons leven;
de tweede is een kroon van vrede bij onze dood; en de derde is een kroon van
heerlijkheid in de Hemel.
(*) In 2002 heeft de H. Paus
Johannes Paulus II de 5 geheimen van het Licht aan de traditionele 15 geheimen
van het Rozenkransgebed nl. de blijde, droevige en glorierijke geheimen, toegevoegd.
Als je de Rozenkrans trouw bidt tot aan de dood, verzeker
ik je dat, ondanks de ernst van je zonden, "je een nooit vervagende kroon
van glorie zal ontvangen." Zelfs als je op de rand van verdoemenis staat,
zelfs als je één voet in de Hel hebt, zelfs als je je ziel aan de duivel hebt
verkocht zoals tovenaars doen die zwarte magie beoefenen, en zelfs als je een
ketter bent, die zo koppig is als een duivel, zal je vroeg of laat bekeerd
worden, je leven beteren en je ziel redden, als je elke dag tot aan de dood de Rozenkrans
met vurigheid bidt met het doel de waarheid te kennen en berouw en vergeving te
verkrijgen voor je zonden.
In dit boek staan verschillende verhalen van grote
zondaars die bekeerd werden door de kracht van de Rozenkrans. Lees ze en overweeg
ze.
Een
mystieke rozenboom
5 Goede en vurige zielen, die wandelen in het licht van de
Heilige Geest, ik geef jullie deze kleine mystieke rozenboom, die rechtstreeks
uit de Hemel komt en die in de tuin van je ziel zal worden geplant. Het is een Hemelse
boom en zijn geur is zeer aangenaam. Deze boom is geheel zuiver en welgeordend,
en neigt allen naar orde en zuiverheid. Als het elke dag zorgvuldig wordt
bewaterd en goed wordt verzorgd, zal het tot een wonderbaarlijke hoogte
groeien, en zijn takken zullen zo'n grote spanwijdte hebben dat het je andere
devoties zal behouden en perfectioneren. Deze mystieke rozenboom is Jezus en
Maria in leven, dood en eeuwigheid.
6 Zijn groene bladeren zijn de vreugdevolle geheimen, de
doornen de droevige, en de bloemen de glorierijke geheimen van Jezus en Maria.
De knoppen zijn de kinderjaren van Jezus en Maria, en de geopende bloemen laten
ons beiden zien in hun lijden, en de volgroeide rozen symboliseren Jezus en
Maria in hun triomf en glorie. Een roos verrukt ons vanwege haar schoonheid: daarom
hebben we hier Jezus en Maria in de Blijde Geheimen. De doornen zijn scherp en
ze prikken, wat ons doet denken aan de Droevige Geheimen, en ten slotte, is de
geur zo zoet dat iedereen ervan houdt, en deze geur symboliseert hun Glorierijke
Geheimen.
Plant deze mooie en Hemelse boom eigenhandig in de tuin van
je ziel, door het besluit te nemen om elke dag je Rozenkrans te bidden. Door ze
dagelijks te bidden en goede werken te doen, zorg je voor je boom, geef je hem
water en schoffel je de aarde eromheen. Uiteindelijk zal je zien dat dit kleine
zaadje dat ik je heb gegeven en dat nu zo klein lijkt, zal uitgroeien tot een
boom die zo groot is dat de vogels van de hemel, dat wil zeggen voorbestemde en
contemplatieve zielen, erin zullen wonen en er hun nest zullen maken. Zijn
schaduw zal hen beschutten tegen de brandende hitte van de zon en zijn hoogte
zal hen beschermen tegen de wilde beesten op de grond. En het beste van alles
is dat ze zich zullen voeden met de vrucht van de boom, die niemand anders is
dan onze aanbiddelijke Jezus, aan wie eer en glorie voor eeuwig en altijd is.
Amen.
God alleen volstaat
Een
rozenknop
7 Lieve vrienden, deze prachtige rozenknop is voor jullie;
het is één van de kralen van je Rozenkrans, en het lijkt je misschien zo klein,
maar als je eens wist hoe kostbaar deze kraal is! Deze prachtige knop zal zich
openen in een prachtige roos als je je Weesgegroet met vurigheid bidt.
Natuurlijk zou het teveel zijn om te verwachten dat je elke
dag alle 15 geheimen bidt, maar bidt tenminste 5 geheimen of een Rozenhoedje,
en bid deze op de juiste manier met liefde en vurigheid. Deze Rozenkrans zal je
kleine kroon van rozen zijn voor Jezus en Maria. Ik wil je dit verhaal
vertellen. Twee kleine meisjes, zussen, baden met veel toewijding de Rozenkrans
voor hun huis. Ineens verscheen er een mooie dame, liep naar het jongere
meisje, dat pas een jaar of zes of zeven was, nam haar bij de hand en leidde haar
weg. Haar oudere zus was erg geschrokken en zocht het kleine meisje overal. Uiteindelijk,
toen ze haar nog steeds niet had gevonden, ging ze huilend naar huis en
vertelde haar ouders dat haar zus was ontvoerd. Drie dagen lang zochten de arme
vader en moeder het kind zonder succes.
Aan het einde van de derde dag vonden ze haar bij de
voordeur. Het meisje zag er buitengewoon gelukkig en tevreden uit. Natuurlijk
vroegen ze haar waar ze in hemelsnaam was geweest, en ze vertelde hun dat de Dame
tot wie ze de Rozenkrans had gebeden, haar naar een mooie plek had gebracht
waar ze heerlijke dingen te eten kreeg. Ze zei dat de Dame haar ook een klein jongetje
had gegeven om in de armen te houden, dat Hij erg mooi was en dat ze Hem keer
op keer een kus had gegeven.
De vader en moeder, die nog maar kort daarvoor tot het Katholieke
geloof waren bekeerd, lieten onmiddellijk de Pater jezuïet komen, die hen het
Geloof had geleerd en ook de devotie aan de Rozenkrans. Ze vertelden hem alles
wat er was gebeurd, en het was deze Priester zelf die me dit verhaal vertelde.
Het speelde zich allemaal af in Paraguay.
Lieve vrienden, doe deze kleine meisjes na en bid elke dag
je Rozenkrans zoals ze altijd deden. Als je dit doet, verdien je het recht om
naar de Hemel te gaan, om Jezus en Maria te zien. Als het niet hun wens is dat
je hen in dit leven ziet, zal je hen in ieder geval na je dood voor altijd
zien. Amen.
Laat daarom alle mensen, geleerden en onwetenden, rechtvaardigen
en zondaars, groten en kleinen, Jezus en Maria dag en nacht loven en eren door
de H. Rozenkrans te bidden. "Groet
Maria, die veel onder ons heeft gewerkt."
Eerste tientje
De
allesovertreffende verdienste van de Rozenkrans zoals te zien is in zijn
oorsprong en naam.
Eerste
roos
9 De rozenkrans bestaat uit twee dingen: mentaal gebed en
vocaal gebed. In de rozenkrans is mentaal gebed niets anders dan overweging van
de belangrijkste geheimen van het leven, de dood en de heerlijkheid van Jezus
Christus en van Zijn gezegende Moeder. Het vocaal gebed bestaat uit het
opzeggen van 15 tientjes van het Weesgegroet, elk tientje met een Onze Vader,
en tegelijkertijd het overwegen van de 15 belangrijkste deugden die Jezus en
Maria in praktijk brachten in de 15 geheimen van de rozenkrans.
In de eerste 5 tientjes moeten we de vijf Blijde Geheimen
eren en deze overwegen; in de tweede 5 tientjes, de Droevige Geheimen; en in de
derde groep van 5, de Glorierijke Geheimen. De Rozenkrans is daarom een
gezegende vermenging van mentaal en vocaal gebed waarmee we de geheimen en
deugden van het leven, dood, lijden en heerlijkheid van Jezus en Maria eren en
leren navolgen.
Tweede
roos
10 Aangezien de Rozenkrans hoofdzakelijk en in wezen is
samengesteld uit het gebed van Christus (Onze Vader) en de Begroeting van de Engel
(Wees Gegroet), was het zonder twijfel het eerste gebed en de belangrijkste
devotie van de gelovigen en is het door de eeuwen heen in gebruik, vanaf de
tijd van de Apostelen en discipelen tot nu.
11 Het was echter pas in het jaar 1214 dat de Kerk de Rozenkrans
ontving in haar huidige vorm en volgens de methode die we vandaag gebruiken.
Het werd aan de Kerk gegeven door de H. Dominicus, die het van de H. Maagd had
ontvangen om de Albigenzen en andere zondaars te bekeren.
Ik zal je het verhaal vertellen hoe hij het ontving. Het is
te vinden in het zeer bekende boek De Dignitate Psalterii, van de zalige Alanus
de la Roche. De H. Dominicus, die zag dat de ernst van de zonden van de mensen
de bekering van de Albigenzen in de weg stond, trok zich terug in een bos in de
buurt van Toulouse, waar hij drie dagen en drie nachten onafgebroken bad.
Gedurende deze tijd deed hij niets anders dan huilen en harde boetedoening doen
om Gods toorn te sussen. Zijn boetedoening was zo hard dat zijn lichaam werd
verscheurd en hij uiteindelijk bewusteloos raakte.
Op dat moment verscheen OLVrouw aan hem, vergezeld van drie
engelen, en ze zei: "Beste Dominicus, weet jij welk wapen de Heilige
Drie-eenheid wil gebruiken om de wereld te hervormen?"
"O, mijn Vrouwe," antwoordde de H. Dominicus,
"U weet het veel beter dan ik, want naast uw Zoon Jezus Christus, bent U
altijd het belangrijkste instrument van onze redding geweest."
Toen antwoordde OLVrouw: "Ik wil dat je weet dat in
dit soort oorlogvoering het belangrijkste wapen altijd het Engelenpsalter is
geweest, wat de hoeksteen is van het Nieuwe Testament. Als je daarom, deze
verharde zielen wilt bereiken, en hen voor God wil willen, predik dan mijn
psalter."
Daarna stond hij recht, en getroost en brandend van ijver
voor de bekering van mensen in dat gebied, ging hij rechtstreeks naar de
kathedraal. Onmiddellijk luidden onzichtbare engelen de klokken om mensen
bijeen te brengen, en de H. Dominicus begon te prediken.
Helemaal aan het begin van zijn preek brak er een
verschrikkelijke storm uit, de aarde beefde, de zon werd verduisterd en er was
zoveel donder en bliksem dat iedereen erg bang was. Nog groter was hun angst
toen ze, kijkend naar een afbeelding van OLVrouw die op een prominente plaats
was tentoongesteld, drie keer haar armen naar de Hemel zagen opheffen om Gods toorn
over hen af te roepen als ze zich niet bekeerden en hun leven beterden, en de
bescherming van de H. Moeder van God niet zochten.
God wilde door middel van deze bovennatuurlijke verschijnselen
de nieuwe devotie van de H. Rozenkrans verspreiden en meer bekendheid geven.
Uiteindelijk, op het gebed van de H. Dominicus, hield de
storm op en ging hij verder met prediken. Hij legde zo vurig en overtuigend het
belang en de waarde van de Rozenkrans uit dat bijna alle mensen van Toulouse ze
omarmden en afstand deden van hun valse overtuigingen. In zeer korte tijd werd
een grote verbetering in de stad waargenomen; mensen begonnen een Christelijk
leven te leiden en gaven hun vroegere slechte gewoonten op.
Derde
roos
12 De wonderbaarlijke manier waarop de devotie tot de H. Rozenkrans
tot stand kwam, loopt enigszins parallel met de manier waarop God Zijn wet aan
de wereld gaf op de berg Sinaï, en het bewijst duidelijk de waarde en het
belang ervan.
Geïnspireerd door de H. Geest, onderwezen door de H. Maagd
en door zijn eigen ervaring, predikte de H. Dominicus de Rozenkrans voor de
rest van zijn leven. Hij predikte het zowel door zijn voorbeeld als door zijn
preken, in steden en op het platteland, tot mensen van hoge en lage rang, tot
geleerden en ongeschoolden, tot Katholieken en ketters.
Hij bad de Rozenkrans elke dag en het was zijn
voorbereiding op elke preek. Het was ook zijn afspraakje met OLVrouw
onmiddellijk na de prediking.
13 Op een dag moest hij prediken in de Notre Dame in
Parijs, en het was toevallig het feest van de H. Johannes Evangelist. Hij bevond
zich in een kleine kapel achter het hoofdaltaar, terwijl hij biddend zijn preek
voorbereidde door de rozenkrans te bidden verscheen hem OLVrouw en zei:
"Dominicus, hoewel wat je van plan was te zeggen heel goed kan zijn, breng
ik je een veel betere preek."
De H. Dominicus nam het boek, dat OLVrouw aanbood, in zijn
handen, las de preek aandachtig en toen hij het had begrepen en het had
overwogen, dankte hij haar.
Toen ging hij naar de preekstoel en, ondanks de feestdag
van de H. Johannes, maakte hij er geen melding van, behalve om te zeggen dat
hij waardig was bevonden om de bewaker van de Koningin van de Hemel te zijn. De
congregatie bestond uit theologen en andere vooraanstaande mensen, die gewend
waren ongebruikelijke en gepolijste verhandelingen te horen; maar de H.
Dominicus vertelde hun dat het niet zijn wens was om hun een geleerde
verhandeling te geven, wijs in de ogen van de wereld, maar dat hij zou spreken
in de eenvoud van de H. Geest en met Zijn kracht.
Daarom begon hij de Rozenkrans te prediken en legde hij het
Weesgegroet woord voor woord uit zoals hij het aan een groep kinderen zou doen,
en hij gebruikte de zeer eenvoudige illustraties die in het boek stonden dat
hem door OLVrouw werd gegeven.
14 Alfonso de Cartagena, de grote geleerde, die de zalige
Alanus de la Roche citeert in De Dignitate Psalterii, beschrijft hoe dit
gebeurde.
"De gezegende Alanus schrijft dat pater Dominius op
een dag in een visioen tegen hem zei: 'Mijn zoon, het is goed om te prediken,
maar er is altijd een gevaar om te zoeken naar lof in plaats van naar redding
van zielen. Luister aandachtig naar wat er is gebeurd met mij in Parijs, zodat
je op je hoede bent voor dit soort fouten. Ik moest prediken in de grote kerk,
gewijd aan de Heilige Maagd, en ik wilde vooral een mooie preek houden, niet
uit trots, maar omwille van de hoge intellectuele status van de congregatie.
Een uur vooraleer ik moest prediken, was ik plichtsgetrouw
mijn Rozenkrans aan het bidden - zoals ik altijd deed voordat ik een preek
hield - toen ik in extase raakte. Ik zag mijn geliefde vriendin, de Moeder van
God, op me afkomen met een boek in haar hand. 'Dominicus,' zei ze, 'je preek
voor vandaag is misschien heel goed, maar hoe goed hij ook is, ik heb er één
voor je die veel beter is.'
Natuurlijk was ik dolgelukkig. Ik nam het boek en las elk
woord eruit. Net zoals OLVrouw had gezegd, vond ik precies de juiste dingen om
te zeggen in mijn preek, en daarom bedankte ik haar met heel mijn hart.
Toen het tijd was om te beginnen, zag ik dat de
Universiteit van Parijs met velen aanwezig waren en dat er ook een groot aantal
edelen waren gekomen. Ze hadden allen de geweldige dingen, die de goede Heer
had gedaan door mij gezien en gehoord.
Ik ging de preekstoel op. Het was het feest van de H.
Johannes Evangelist, maar alles wat ik over hem zei was dat hij waardig was
bevonden om de bewaker van de Koningin van de Hemel te zijn. Toen sprak ik de
gemeente toe: "Mijne Heren en illustere wetenschappers van de
universiteit, u bent gewend om geleerde preken te horen die passen bij uw
verfijnde smaak. Nu wil ik niet tot u spreken in wetenschappelijke taal van
menselijke wijsheid, maar integendeel, u de Geest van God en Zijn grootheid
tonen.
Hier eindigt het citaat van de zalige Alanus, waarna Cartagena
in zijn eigen woorden zegt: "Toen legde de H. Dominicus hun de
Engelbegroeting uit, gebruikmakend van eenvoudige vergelijkingen en voorbeelden
uit het dagelijks leven."
15 De zalige Alanus vertelde volgens Cartagena over verschillende
andere gelegenheden waarbij onze Heer en OLVrouw aan de H. Dominicus verschenen
om hem aan te sporen en te inspireren om de Rozenkrans steeds meer te prediken
om de zonde uit te wissen en zondaars en ketters te bekeren.
In een andere passage zegt Cartagena: "De zalige Alanus
zei dat OLVrouw hem openbaarde dat, nadat ze aan de H. Dominicus was
verschenen, haar gezegende Zoon aan hem verscheen en zei: 'Dominicus, Ik ben
blij te zien dat je niet op je eigen wijsheid vertrouwt en dat je, in plaats
van het lege lof van mensen te zoeken, met grote nederigheid werkt aan de
redding van zielen.
Maar veel Priesters willen van meet af aan donderend
prediken houden tegen de ergste soorten zonden, niet beseffend dat voordat een
zieke een bitter medicijn krijgt, hij moet worden voorbereid door in de juiste
gemoedstoestand te worden gebracht om er echt voordeel uit te halen.
Daarom zouden Priesters, voordat ze iets anders doen,
moeten proberen om liefde voor gebed in de harten van mensen aan te wakkeren en
vooral liefde voor Mijn Engelenpsalter. Als ze het allen zouden beginnen te
bidden en echt zouden volharden, zou God in Zijn genade nauwelijks weigeren om
hun Zijn genade te schenken. Daarom wil Ik dat je mijn rozenkrans predikt.'
16 Op een andere plaats zegt de zalige Alanus: 'Alle
priesters zeggen een Weesgegroet met de gelovigen voordat ze prediken, om Gods
genade te vragen.' Ze doen dit vanwege een openbaring die de H. Dominicus van OLVrouw
had. 'Mijn zoon,' zei ze op een dag, 'wees niet verbaasd dat je preken niet de
resultaten opleveren waarop je had gehoopt. Je probeert een stuk grond te
cultiveren die geen regen heeft gehad. Toen God van plan was om het aangezicht
van de aarde te vernieuwen, begon Hij met het zenden van regen uit de Hemel -
en dit was de Engelengroet. Op deze manier hervormde God de wereld.
Als je daarom een preek houdt, dring er dan bij mensen op
aan om mijn rozenkrans te bidden, en op deze manier zullen je woorden veel
vrucht dragen voor de zielen.'
De H. Dominicus
verloor geen tijd om te gehoorzamen, en vanaf dat moment oefende hij grote
invloed uit door zijn preken.
17 Ik heb met veel genoegen deze bekende auteurs woord voor
woord geciteerd ten behoeve van degenen die anders zouden twijfelen aan de
wonderbaarlijke kracht van de Rozenkrans.
Zolang Priesters het voorbeeld van de H. Dominicus volgden
en devotie tot de H. Rozenkrans predikten, bloeiden vroomheid en ijver in de
hele Christelijke wereld en in religieuze orden die aan de Rozenkrans waren toegewijd.
Maar sinds mensen dit geschenk uit de Hemel hebben verwaarloosd, hebben zich allerlei
soorten zonde en wanorde wijd en zijd verspreid.
Vierde
roos
18 Alle dingen, zelfs de Heiligste, zijn aan verandering
onderhevig, vooral wanneer ze afhankelijk zijn van de vrije wil van de mens.
Het is dan ook niet verwonderlijk dat de Broederschap van de H. Rozenkrans pas
een eeuw na de instelling ervan door de H. Dominicus haar eerste vurigheid
behield. Hierna werd het als een ding begraven en vergeten.
Ongetwijfeld waren ook de boosaardige plannen en de
jaloezie van de duivel er grotendeels verantwoordelijk voor dat mensen de Rozenkrans
verwaarloosden en zo de stroom van Gods genade, die het over de wereld had
getrokken, blokkeerden.
Zo strafte God in 1349 heel Europa met de meest
verschrikkelijke plaag die ooit was gekend. Beginnend in het oosten,
verspreidde het zich over Italië, Duitsland, Frankrijk, Polen en Hongarije en
bracht het verwoesting waar het ook ging, want van de honderd mannen leefde er
nauwelijks één om het verhaal te vertellen. Grote steden, dorpen en kloosters
waren bijna volledig verlaten gedurende de drie jaar dat de pestepidemie
duurde.
Deze plaag van God werd snel gevolgd door twee andere, de
ketterij van de Flagellanten en een tragisch schisma in 1376.
19 Later, toen deze beproevingen dankzij Gods genade voorbij
waren, zei OLVrouw de Zalige Alanus om de voormalige Broederschap van de H.
Rozenkrans nieuw leven in te blazen. De Zalige Alanus was één van de paters
Dominicanen in het klooster van Dinan, in Bretagne. Hij was een eminente
theoloog en beroemd prediker. OLVrouw koos hem omdat, aangezien de Broederschap
oorspronkelijk in die provincie was opgericht, het passend was dat een
Dominicaan uit dezelfde provincie de eer zou krijgen om het opnieuw op te
richten.
De Zalige Alanus begon dit grote werk in 1460, na een bijzondere
waarschuwing van Onze Heer. Zo kreeg hij deze dringende boodschap, zoals hij
het zelf vertelt:
Op een dag, toen hij de mis opdroeg, sprak onze Heer tot
hem in de H. Hostie. Hij wilde de Zalige Alanus aansporen tot het prediken van
de H. Rozenkrans en zei: Hoe kun je Me zo snel weer kruisigen? Wat zei U,
Heer? vroeg de zalige Alanus, geschokt. Je hebt Me reeds eerder gekruisigd
door je zonden," antwoordde Jezus, "en Ik zou liever nog een keer
gekruisigd worden dan dat Mijn Vader beledigd zou worden door de zonden die je
vroeger beging. Je kruisigt Me nu opnieuw omdat je al je kennis van de
Rozenkrans van Mijn Moeder moet prediken, en je doet het niet. Als je dat deed,
zou je vele zielen het juiste pad kunnen leren en hen wegleiden van zonde. Maar
je doet het niet, en daarom ben je zelf schuldig aan de zonden die zij
begaan." Dit verschrikkelijke verwijt deed de zalige Alanus plechtig
besluiten de Rozenkrans onophoudelijk te prediken.
20 Ook OLVrouw vertelde hem op een dag om hem te inspireren
om steeds vaker de Rozenkrans te prediken: "Je was een groot zondaar in je
jeugd, maar ik heb de genade van je bekering verkregen van mijn Zoon. Als
zoiets mogelijk was geweest, zou ik graag allerlei soorten lijden ondergaan om je
te redden, want bekeerde zondaars zijn een eer voor mij. En ik zou dat ook
hebben gedaan om je waardig te maken om mijn Rozenkrans wijd en zijd te
prediken." Ook de H. Dominicus verscheen aan de Zalige Alanus en vertelde
hem over de geweldige resultaten van zijn bediening: hij had onophoudelijk de Rozenkrans
gepredikt en zijn preken hadden grote vruchten afgeworpen en veel mensen waren
bekeerd tijdens zijn missies: "Kijk eens wat voor geweldige resultaten ik
heb geboekt door het prediken van de Rozenkrans. Jij en allen die van OLVrouw
houden, zouden hetzelfde moeten doen, zodat jullie door middel van deze heilige
praktijk van de Rozenkrans alle mensen naar de echte wetenschap van deugden
leiden."
Dit is in het kort de geschiedenis van hoe de H. Dominicus
de H. Rozenkrans instelde en hoe de zalige Alanus de la Roche deze herstelde.
Vijfde
roos
21 Strikt genomen kan er maar één soort Broederschap van de
Rozenkrans zijn, namelijk één waarvan de leden ermee instemmen elke dag de hele
Rozenkrans van 150 Weesgegroeten te bidden. Gezien de vurigheid van degenen die
ze bidden, kunnen we drie soorten lidmaatschap onderscheiden: gewoon
lidmaatschap, wat inhoudt dat we éénmaal per week de volledige Rozenkrans
bidden; eeuwigdurend lidmaatschap, wat vereist dat het slechts één keer per
jaar wordt gebeden; dagelijks lidmaatschap, waardoor men verplicht is elke dag de
15 tientjes, bestaande uit 150 Weesgegroeten te bidden.
Geen van deze verplichten zich op straffe van zonde. Het is
zelfs geen dagelijkse zonde om in deze plicht te falen, omdat een dergelijke
onderneming geheel vrijwillig is. Onnodig te zeggen dat mensen zich niet bij de
Broederschap moeten aansluiten als ze niet van plan zijn hun verplichting na te
komen en de Rozenkrans zo vaak te bidden, zonder echter de plichten van hun levensstaat
te verwaarlozen. Wanneer de Rozenkrans niet te verenigen is met een plicht van
iemands levensstaat, hoe heilig als de Rozenkrans is, moet men de voorkeur
geven aan de plicht die moet worden vervuld. Ook zijn zieke mensen niet
verplicht om de hele Rozenkrans of zelfs maar een deel ervan te bidden als deze
inspanning hen zou kunnen vermoeien en de toestand verergeren. Als je het niet
hebt kunnen bidden vanwege een plicht die vereist is door gehoorzaamheid of
omdat je het echt bent vergeten, of vanwege een dringende noodzaak, heb je
zelfs geen dagelijkse zonde begaan. Je zal dan toch de voordelen van de
Broederschap ontvangen, terwijl je deelt in de genaden en verdiensten van je
broeders en zusters in de Rozenkrans, die ze over de hele wereld bidden.
Zelfs als je je Rozenkrans niet bidt uit pure
onzorgvuldigheid of luiheid, zolang je er geen formele minachting voor hebt,
zondig je niet, maar verbeurt je deelname aan de gebeden, goede werken en
verdiensten van de Broederschap. Bovendien, omdat je niet getrouw bent geweest
in kleine dingen, kan je onbewust de gewoonte krijgen om grote dingen te
verwaarlozen, zoals plichten die bindend zijn op straffe van zonde; want "degene
die kleine dingen minacht, zal geleidelijk vallen."
Zesde
roos
22 Vanaf het moment dat de H. Dominicus de devotie tot de H.
Rozenkrans instelde tot de tijd dat de zalige Alanus de la Roche het in 1460
opnieuw instelde, werd het altijd het psalter van Jezus en Maria genoemd. Dit
komt omdat het hetzelfde aantal Weesgegroeten bevat als er psalmen in het Boek Psalmen
van David staan. Aangezien eenvoudige en ongeschoolde mensen de psalmen van
David niet kunnen bidden, wordt de Rozenkrans voor hen net zo vruchtbaar geacht
als Davids psalter voor anderen.
Maar de Rozenkrans kan om drie redenen als nog waardevoller
worden beschouwd dan het psalter:
1 Ten eerste omdat het engelenpsalter een edeler vrucht
draagt, die van het Vleesgeworden Woord, terwijl Davids psalter alleen Zijn
komst profeteert;
2 Net zoals het echte belangrijker is dan zijn
voorafbeelding en het lichaam de schaduw overtreft, zo is het Psalter van OLVrouw
groter dan het Psalter van David, wat niet meer was dan een voorafbeelding;
3 Omdat het Psalter van OLVrouw of de Rozenkrans bestaande
uit het Onze Vader en Weesgegroet het directe werk is van de H. Drie-eenheid.
Dit is wat de geleerde Alfonso de Cartagena erover zegt: De
wetenschappelijke schrijver van Aix-la-Chapelle zegt in zijn boek De Rozenkroon,
opgedragen aan keizer Maximiliaan:
"Het kan niet worden volgehouden dat de Begroeting van
Maria een recente innovatie is. Het verspreidde zich bijna met de Kerk zelf.
Want in het begin van de Kerk vierden de meer ontwikkelde gelovigen Gods lof in
de 150 psalmen van David. De gewone mensen, die meer moeilijkheden ondervonden
in de Goddelijke dienst verkregen zo een heilige navolging van hen... Ze waren
van mening, wat inderdaad waar is, dat de Hemelse lofprijzing van de Rozenkrans
alle Goddelijke geheimen van de psalmen bevatte, want, als de psalmen zingen over
Degene die komen zal, verkondigt de Rozenkrans Hem als zijnde gekomen. Zo
begonnen ze hun gebed van 150 Weesgegroeten 'Het psalter van Maria' te noemen
en elk tientje te laten vooraf gaan met een Onze Vader, zoals werd gedaan door
degenen die de psalmen baden."
23 Het Psalter of Rozenkrans van OLVrouw werd om de
volgende redenen verdeeld in drie Rozenhoedjes van elk vijf tientjes:
1 ter ere van de drie Personen van de H. Drie-eenheid;
2 om het leven, de dood en de heerlijkheid van Jezus
Christus te eren;
3 om de triomferende Kerk na te volgen, de leden van de
strijdende Kerk helpen en het lijden van de lijdende Kerk te verlichten;
4 om de drie groepen na te volgen waarin de psalmen zijn
verdeeld: de eerste voor het zuiverende leven, de tweede voor het verlichte
leven en de derde voor het verenigende leven;
5 om ons genaden in overvloed te geven tijdens het leven,
vrede bij de dood te schenken en glorie in de eeuwigheid.
Zevende
roos
24 Sinds de zalige Alanus de la Roche deze devotie opnieuw
heeft ingesteld, heeft de stem van het volk, die de stem van God is, het de
naam van Rozenkrans gegeven, wat Rozenkroon betekent. Dat wil zeggen dat elke
keer dat mensen vurig de Rozenkrans bidden, ze op de hoofden van Jezus en Maria
153 witte rozen en 16 rode rozen plaatsen. Als Hemelse bloemen zullen deze
rozen nooit vervagen of hun schoonheid verliezen.
OLVrouw heeft de naam Rozenkrans goedgekeurd en bevestigd;
ze heeft aan verschillende mensen geopenbaard dat elke keer dat ze een
Weesgegroet zeggen, ze haar een prachtige roos schenken, en dat elke volledige Rozenkrans
haar een Kroon van rozen maakt.
25 De Spaanse Jezuïet lekenbroeder, Alfonsus Rodriguez, bad
zijn rozenkrans zo vurig dat hij vaak een rode roos uit zijn mond zag komen bij
elk Onze Vader, en een witte roos bij elk Weesgegroet, beide gelijk in
schoonheid en alleen verschillend in kleur.
De kronieken van de H. Franciscus vertellen over een jonge
monnik die de lovenswaardige gewoonte had om deze Kroon van OLVrouw elke dag
voor het avondmaal te bidden. Op een dag slaagde hij er om de een of andere
reden niet in om ze te bidden. De refterbel was al geluid toen hij de overste toestemming
vroeg om de Rozenkrans eerst te bidden voordat hij aan tafel ging, en nadat hij
toestemming had gekregen, trok hij zich terug in zijn cel om te bidden.
Nadat hij lange tijd weg was, stuurde de overste een andere
monnik om hem te halen, en hij vond hem in zijn kamer badend in een hemels
licht in aanwezigheid van OLVrouw en twee engelen. Bij elk Weesgegroet kwamen
steeds prachtige rozen uit zijn mond, en de twee engelen namen ze één voor één
aan en legden ze op het hoofd van OLVrouw, terwijl ze deze glimlachend aannam.
Ten slotte werden nog twee broeders gestuurd om uit te zoeken wat er met de vorige
twee was gebeurd. Zij zagen hetzelfde tafereel, en OLVrouw bleef totdat de hele
Rozenkrans was gebeden.
De volledige Rozenkrans is dus een grote rozenkroon en elk
Rozenhoedje van vijf tientjes is een kleine bloemenkrans of een kroontje van Hemelse
rozen die we op de hoofden van Jezus en Maria plaatsen. De roos is de koningin onder
de bloemen, en daarom is de Rozenkrans de roos van alle devoties en is ze de
belangrijkste.
Achtste
roos
26 Het is voor mij nauwelijks mogelijk om in woorden uit te
drukken hoe OLVrouw de Rozenkrans waardeert en hoe zij deze verkiest boven alle
andere devoties. Evenmin kan ik voldoende uitdrukken hoe geweldig ze degenen
beloont die deze devotie bekend maken, ze vestigen en ze verspreiden, en aan de
andere kant, hoe streng ze degenen bestraft die ze dwarsbomen.
De H. Dominicus had tijdens zijn leven niets anders op het
oog dan OLVrouw te prijzen, haar grootheid te prediken en iedereen te
inspireren haar te eren door haar Rozenkrans te bidden. Als beloning ontving
hij talloze genaden van haar. Deze machtige Hemelse Koningin bekroonde zijn
werk met vele wonderen. God gaf hem altijd wat hij vroeg door OLVrouw. De
grootste gunst was dat ze hem hielp de ketterij van de Albigenzen te
vernietigen en hem de stichter en patriarch van een grote religieuze orde
maakte.
27 Wat de zalige Alanus de la Roche betreft, die de devotie
van de Rozenkrans herstelde, hij ontving vele voorrechten van OLVrouw. Zij
verscheen hem meerdere malen genadevol om hem te leren hoe hij zijn redding
moest uitwerken, om een goede Priester en volmaakt Religieus te worden, en
hoe hij zichzelf naar onze Heer kon omvormen.
Vroeger werd hij vreselijk verleid en vervolgd door
duivels, en dan viel een diepe droefheid over hem dat hem soms tot wanhoop
dreef. Maar OLVrouw troostte hem altijd door haar aanwezigheid, die de wolken
van duisternis uit zijn ziel verdreef.
Ze leerde hem hoe hij de Rozenkrans moest bidden en legde
de waarde ervan uit en de vruchten die ermee te behalen waren; en ze gaf hem
een groot en glorierijk voorrecht, namelijk de eer haar nieuwe bruidegom te
worden genoemd. Als teken van haar kuise liefde voor hem deed ze een ring om
zijn vinger, een halsketting van haar eigen haar om zijn nek en gaf hem een Rozenkrans.
Pr. Triteme, de geleerden Cartagena en Martin van Navarra,
evenals anderen, hebben over hem gesproken in termen van hoogste lof. De zalige
Alanus stierf te Zwolle, Holland, op 8 september 1475, nadat hij meer dan
honderdduizend mensen in de Broederschap had gebracht.
28 De zalige Thomas van de H. Johannes stond bekend om zijn
preken over de H. Rozenkrans, en de duivel, jaloers op zijn succes, martelde
hem zo erg dat hij ziek werd en zo lang ziek was dat de dokters hem opgaven. Op
een nacht, toen hij echt dacht dat hij stervende was, verscheen de duivel aan
hem in de meest verschrikkelijke vorm die je je kunt voorstellen. Er stond een
afbeelding van OLVrouw bij zijn bed; hij keek ernaar en riep vanuit het diepste
van zijn hart en ziel: "Help me, red me, mijn liefste Moeder." Nauwelijks
had hij dit gezegd of de afbeelding leek tot leven te komen en OLVrouw stak
haar hand uit, nam hem bij de arm en zei: "Wees niet bang, Thomas, mijn
zoon, hier ben ik en ik ga je redden; sta nu op en ga door met het prediken van
mijn Rozenkrans zoals je vroeger deed. Ik beloof je te beschermen tegen je
vijanden.
Toen OLVrouw dit zei, vluchtte de duivel en de zalige
Thomas stond op en bevond zich in perfecte gezondheid. Daarna bedankte hij OLVrouw
met tranen van vreugde. Hij hervatte zijn Rozenkransapostolaat en zijn preken
waren wonderbaarlijk succesvol.
29 OLVrouw zegent niet alleen degenen die haar Rozenkrans
prediken, maar ze beloont ook overvloedig degenen die, door hun voorbeeld,
anderen ertoe brengen om ze te bidden.
Alfons VII, koning van Galicië, en later van Castilië en Leon,
wilde heel graag dat al zijn dienaren de H. Maagd zouden eren door de Rozenkrans
te bidden, een daarom hing hij een grote Rozenkrans aan zijn riem, hoewel hij
het zelf nooit bad.
Niettemin moedigde het dragen ervan zijn hovelingen aan om vurig
de Rozenkrans te bidden.
Op een dag werd de koning ernstig ziek en toen hij voor
dood werd opgegeven, bevond hij zich in zijn geest voor de rechterstoel van
onze Heer. Er waren veel duivels die hem beschuldigden van alle zonden die hij
had begaan, en onze Heer stond op het punt hem te veroordelen toen OLVrouw naar
voren kwam om voor hem ten beste te spreken. Ze riep om een weegschaal en
liet zijn zonden in een van de schaaltjes leggen, terwijl ze de grote Rozenkrans
die hij altijd had gedragen in het andere schaaltje legde, samen met alle
rozenkransen die door zijn voorbeeld waren gebeden. Het bleek dat de Rozenkransen
zwaarder wogen dan zijn zonden.
OLVrouw keek hem met grote goedheid aan en zei: "Als
beloning voor de kleine dienst die je voor mij hebt gedaan door mijn Rozenkrans
te dragen, heb ik een grote genade voor je verkregen van mijn Zoon. Je leven
zal nog een paar jaar worden gespaard. Zorg ervoor dat je die jaren verstandig
doorbrengt en boete doet.
Toen de koning weer bij bewustzijn kwam, riep hij uit:
"Gezegend zij de Rozenkrans van de Allerheiligste Maagd Maria, waardoor ik
werd verlost van de eeuwige verdoemenis."
Nadat zijn gezondheid was hersteld, bracht hij de rest van
zijn leven door met het verspreiden van de devotie tot de Rozenkrans, en hij bad
elke dag vurig de Rozenkrans.
Mensen die van de H. Maagd houden, moeten het voorbeeld
volgen van koning Alfons en dat van de Heiligen die ik heb genoemd, zodat ook
zij zielen kunnen winnen voor de Broederschap van de H. Rozenkrans. Ze zullen
hier op aarde grote genaden ontvangen en uiteindelijk het eeuwige leven.
"Degenen die mij verkondigen, zullen het eeuwige leven hebben."
|