19/4
Hongersnood staat voor de deur
Jezus:
2 Koningen 25:3 Op de negende dag van de maand was de hongersnood in de stad zo
ondraaglijk geworden, dat er voor de
bevolking niets meer te eten was.
Mijn
kind, zeg tegen Mijn volk dat ze zich moeten voorbereiden. Want ontbering en
hongersnood staan voor de deur. En weinigen maken zich gereed of bereiden zich
voor. Wie zal Mijn kinderen te eten geven als je eigen huizen geen voldoende voorraden
hebben? Ben Ik geen God van orde en waarschuw Ik je niet voor wat er komen
gaat?
Mijn
kinderen, koop nu de benodigdheden die je nodig hebt, bereid je huizen voor op
tijden van ontbering. Maak je klaar voor een tijd van hongersnood die nadert.
Ik zal je helpen zoals je anderen helpt, ik zal zorgen
voor hetgeen je ontbreekt.
|