23/1 Maria: Mijn geliefde kinderen, ik heb vandaag met jullie gebeden en ik nodig jullie uit om het Gebed te beleven en het te verspreiden.

Mijn kinderen, ik heb jullie gevraagd en ik vraag jullie opnieuw om Jezus in je hart te verwelkomen. Hij is het die je leven verandert en met je meegaat naar de ontmoeting met broeders en zusters die Hem nog niet kennen.

Mijn kinderen, teveel harten zijn ver van Zijn liefde verwijderd en willen het Evangelie niet aanvaarden. Het Evangelie dat het levende Woord is dat redt en verlicht.

Mijn kinderen, ik nodig jullie uit om met Geloof te bidden en tegelijkertijd dring ik er bij jullie op aan om concreet het Werk te beleven waar ik hier vanaf het begin van mijn verschijningen om heb gevraagd. Het Werk dat ik hier verlang, is de getuigenis van Gods Liefde, in gebed en naastenliefde.

Kinderen, hoe kunnen jullie hier komen zeggen: "Ik geloof in deze ervaring, ik geloof in deze verschijning...", om dan niet mijn boodschap na te leven? Kinderen, mijn boodschap is een oproep om het Evangelie van Jezus na te leven, een oproep om de werken van Barmhartigheid uit te oefenen. Jullie kennen ze goed, maar jullie verduisteren ze dikwijls met zoveel excuses die de boze jullie influistert. Mijn uitnodiging, geliefde kinderen, is om terug te keren naar een zuiver Geloof, naar een eenvoudig Geloof, naar een waarachtig Geloof; om terug te keren naar het leven als de eerste Christelijke gemeenschappen...

Mijn kinderen, zie, het Werk waar ik om heb gevraagd, is niet aan de anderen gericht maar het is aan jullie allen gericht! Als teken van Liefde zegen ik jullie in naam van God die Vader is, van God die Zoon is, van God die Geest van Liefde is. Amen.

Ik kus jullie één voor één, zoals je me vandaag in gebed hebt gevraagd, ik verwelkom jullie allen onder mijn mantel.

Mijn kinderen, in mijn Hart zijn jullie beschermd en geliefd. Nodig al jullie broeders en zusters uit om mijn Hart binnen te gaan, want ik hou van iedereen.

Tot ziens, mijn kinderen.