33 Verschijning van OLVrouw: Ze
spreekt over het Noviciaat van het Kruis Een voorbereiding voor de Grote
Dingen die komen. (5/11/1878)
OLVrouw: Ik ben het, mijn kinderen, ik kom een woord
zeggen voor je intrede in het Heilig Noviciaat. Mijn Zoon houdt ervan om Zijn
ondoorgrondelijke ontwerpen te openbaren en Hij zal alles beoordelen. Hij
opende alle wegen van God. Nu gaat Hij Zijn machtige heerlijkheid manifesteren.
Mensen zijn bij hun laatste middelen gekomen. Ze hebben de diepste bronnen
uitgeput, door laster, door jaloezie, omdat ze alles wilden verslaan, alles
wilden beoordelen, alles voor zichzelf wilden zien, door hun eigen menselijkheid.
(d.w.z. alles alleen vanuit een menselijk oogpunt bekijken.)
Mijn kinderen, de mens misbruikt de Goedheid en
Barmhartigheid van mijn Goddelijke Zoon om Hem te beledigen, om vreselijke
leugens te verzinnen. Nu zijn ze aan het einde, hun geest kan nu niets anders
verzinnen! Mijn kinderen, wanneer de verschrikkelijke tegenstand van deze
zielen zal stoppen en rusten, dan zal mijn Goddelijke Zoon krachtig werken.
Mijn kinderen, deze weg van het Heilig Kruis,
het noviciaat van Liefde werd geopend door mijn Goddelijke Zoon voor een grote
zaak, een grote glorie, om Zijn Goddelijke wonderen te manifesteren (dwz de
profetische missie toevertrouwd aan Marie-Julie Jahenny) ... Dit pad zal
begrepen worden door de uitverkoren zielen die mijn Goddelijke Zoon tot Zijn
dienst heeft geroepen. Mijn kinderen, loop veilig, aan de
voet van het Kruis is er een hal van vrede voor alle kinderen van het Kruis,
het is een schuilplaats. Lieve kinderen, ik zegen jullie, hou moed, bewaar
jullie vrede!
34 Een getuigenis van Abbé Gouron van een
extase van Marie-Julie Jahenny: een onbekende martelaar komt haar bezoeken, de
H. Grelut - Lessen over het belang van Gebed, vooral mentaal Gebed - Mentaal
Gebed is het Brood van de Ziel - Welk type van Mentaal Gebed is aangenaam voor
God. (6/11/1878)
Abbé Gouron: Wij zijn drie reisgenoten: Pr Le Golf, de
vicaris van Plougoumelen, Pr Bihan, vicaris van Mériadec en ik. Op woensdag 6
november 1878 namen we de trein naar St. Anne d'Auray. De volgende dag liepen
we richting Fraudais, een klein plattelandsdorpje, beroemd om de aanwezigheid
van de gestigmatiseerde Marie-Julie. We bevinden ons in de modder van een vuile
weg die rechtstreeks naar het zo gewenste gehucht leidt.
We kwamen binnen, het was donderdagnacht, ongeveer half
twee. Een jonge boer kwam om ons te ontvangen, en haar eerste woord is dit:
"We ontvangen geen vreemden op donderdag." Haar moeder, een vrouw van
60 jaar, kwam uit een kamer, ze bekeek ons en herhaalde dezelfde weigering.
We zeiden echter dat we van ver kwamen om de extase vandaag bij te wonen.
"Dat maakt niet uit", antwoordde ze, "we kunnen geen bezoek
ontvangen op vrijdag." Dan, na even nadenken, zei ze: "Waar komen
jullie vandaan?"
"Wij komen uit de buurt van Sainte-Anne d'Auray."
Bij de naam van de H. Anna is er een geruststellende
glimlach op al hun gezichten: "Dus jij hebt geschreven vanuit Sainte-Anne
d'Auray?"
"Ja mevrouw."
"We ontvangen echter geen vreemdelingen die op
donderdag binnenkomen." En de deur van de kamer gaat open. We zijn in een
heiligdom. Tegenover de deur aan het einde van de kamer staat een bed en op het
bed lag een vrouw van 28 jaar. Hoewel ze volledig gekleed was, lag ze onder
dekens die tot aan haar borst waren opgevouwen om haar armen eruit te laten.
Haar handen waren gevouwen om twee crucifixen met een paar wilde bloemen bijeen
gehouden. Haar hoofd rustte zachtjes op een kussen en haar ogen bleven gesloten
als in een extatische slaap. Op eerste zicht zag ik heel goed de
doornenkroon en de stigmata van haar handen. Ze sprak met een langzame
stem, geaccentueerd en sterk genoeg. Naast haar op het raamkozijn zat een man
gebogen over een handvol papier: hij schreef met alle snelheid van zijn
vingers, de woorden die van de lippen Marie-Julie kwamen. Deze schrijver is een
oude notaris uit Nantes die, net als Clement Brentano, alles naliet om de
visioenen en onthullingen van Marie-Julie te verzamelen.
Ons geluid terwijl we op stoelen zaten, ging volledig
onopgemerkt voorbij. Marie-Julie zag en hoorde niets. Drie uur lang schreef
mijnheer Charbonnier, de voormalige notaris, wat zij had gedicteerd. Maar
aangezien het ons verboden was om aantekeningen te maken, kan ik me alleen de
belangrijkste ideeën herinneren die ik hier zal proberen te verwoorden.
Eerst sprak ze over een Heilige en deze Heilige zou daar
voor de ogen van haar ziel zijn en dicteren wat ze te zeggen had. Toen we
binnenkwamen, zei ze: "Uw naam, O Heilige, is moeilijk uit te
spreken." "Mijn naam is Grelut," zei de Heilige.
Hier, zoals aan het einde van elke zin, ervoer Marie-Julie
een zeer uitgesproken borstbeweging alsof ze de Heilige Geest wilde inademen.
Grelut zei: "Het was tijdens de grote vervolging. Ik lag op ijzeren
staven. Ze hadden onder mijn lichaam hete kolen gelegd, ze legden ze ook gelijk
bovenop. Ik werd dus in het vuur opgesloten, als in een graf. Nooit heb ik een
dag zo verrukkelijk doorgebracht! De volgende dag werd ik vastgebonden aan een
paal met daarop ijzeren spijkers. Ze bonden me vast met kleine banden bedekt
met scherpe punten. Ze openden mijn borstkas met een scherp snij-instrument, en
ze brachten brandende kolen naar binnen door deze wijde opening die ze opnieuw
sloten door middel van ketenen, het uur van mijn verlossing was nabij. Mijn
lichaam werd in de rivier gegooid en mijn ziel vloog naar de Hemel."
Dan kwam er een prachtige beschrijving van de Hemel, die
niet te verwoorden is. Na dit historisch visioen zweeg Marie-Julie drie of vier
minuten. Toen, alsof ze wakker werd, ademde ze krachtig en sprak over een ander
onderwerp.
Ze zei: "Ik zie de Heilige Geest die uit de Hemel
neerdaalt. Ik zie Hem op een duif lijken. Hij zegt: Ik ben de Weg, de Waarheid
en het Leven. Ik kom om op aarde een geest van Liefde, een geest van Waarheid,
Kennis en Wijsheid te verspreiden. Laten we een moment rusten in het Hart van
Onze Heer voordat we het Heilig Noviciaat binnengaan in de Liefde en de luister
van God."
In afwachting van het vervolg babbelden we met elkaar. Ik
herinner me ook dat ze in de 13e graad van haar noviciaat zit. (D.w.z. het
Heilig Noviciaat van het Kruis). Het is de mystieke ladder die ze geleidelijk
beklimt naarmate ze vordert in Heiligheid. Deze ladder is slechts 14 graden,
Jezus heeft zelf de 14 graden doorlopen aangezien er 14 staties zijn in de
Kruisweg. Wanneer ze dus de 14e heeft beklommen, is haar noviciaat voltooid en
zal ze de eeuwige pracht binnengaan. Louise Lateau reist ook geestelijk op
dezelfde mystieke ladder en er wordt gezegd dat ze enige tijd geleden in de
vijfde graad was. (Opmerking: Ann Louis Lateau was een Belgische mystica, die
de stigmata heeft ontvangen. Ze leefde van 1850 tot 1883. Ze is officieel
uitgeroepen tot "Dienaar van God" en haar zaak voor zaligverklaring
werd geopend in 1991.)
Dit is het ontwaken, en we luisteren: hier spreekt
Marie-Julie over de mystieke studie, dat wil zeggen het hoogste deel van de
theologie dat de H. Thomas van Aquino, de H. Teresa van Avila, de H. Franciscus
van Sales zoveel hebben gecultiveerd. Na een prachtige inleiding waarin de
gedicteerde woorden laten zien dat de Heilige Geest voor Zichzelf spreekt,
richt Hij zich tot het gebed van de ziel, dat wil zeggen één van de meest
sublieme delen van het mystieke Goddelijke.
H. Geest: "De ziel moet bidden. Haar gebed
stijgt op naar God als een aangename geur. God luistert en onmiddellijk daalt
er op deze ziel een hemelse dauw neer die haar doordringt, bevochtigt en een
parfum geeft. Gesterkt door deze genaden stijgt de ziel op naar God. Haar gebed
stijgt op naar de Troon van de Eeuwige en verandert daar in duizenden kleine
parels. In het midden van elk van deze juweeltjes is het voorwerp van het
Gebed. God luistert en laat op de ziel een grote parel vol rijkdom en
goddelijke grootsheden neerdalen. Deze grote parel dringt de ziel binnen en
vult haar met deugden. De ziel in deze staat leeft alleen voor God en is, net
als haar Geliefde, enthousiast om Zijn Kruis te dragen. Oh! De ziel is blij dat
ze op aarde lijdt.
Vervolgens spreekt Marie-Julie over de bewonderenswaardige
ontwikkelingen van de onsterfelijke ziel, die haar Kruis opneemt, door in haar
lichaam alle effecten van dit dragen van het Kruis tonen. Eerst komen de
stigmata, dan de levering van alle lichamelijke benodigdheden van het Kruis.
Ten slotte wordt het demonstreren van het Kruis de enige troost, de enige hoop,
het geluk van ziel en lichaam. Toen riep Marie-Julie uit: "Wat zijn we
blij om op aarde te lijden. Het Kruis, zei de Heilige Geest, is de belofte van
Liefde die de Bruidegom aan Zijn Bruid geeft. De Heilige Geest vertelde
me dat het werk van hoge contemplatie veel vermoeiender is dan het werk van
allen op aarde, we moeten even ontspannen."
Toen zweeg ze ongeveer vijf minuten. Plots zien we haar
borstkas omhoog komen, sterk ademen en ze hervat als volgt: ´De Heilige
Geest herinnert me nu met een heel kort woord over mentaal gebed. Geestelijk
gebed is het brood van de ziel, het fort van de ziel.
Drie dingen zijn absoluut noodzakelijk om
mentaal te bidden.
1 De ziel moet doordrongen zijn van deze
gedachte; dat ze spreekt tot haar God, haar Soeverein, haar Schepper, haar
Verlosser, en dat ze onthecht is van alle uiterlijke objecten. De ziel moet
alles vergeten om in God te bewegen.
2 De ziel moet een grote oprechtheid van
intentie hebben, een kalme en onbezorgde geest hebben, moet door oprechte
nederigheid tot nietigheid worden gebracht. Dit behaagt God het allermeeste.
Geest.
3 De meditatie door woorden is minder volmaakt
dan de meditatie door gedachten, want bepaalde woorden zijn voldoende om de
geest bezig te houden en hem van het Gebed af te leiden. Gewoon één gedachte om
een uur of zelfs twee uur over te mediteren, is hetgeen waar de ziel zich mee
voedt en haar snel tot volmaaktheid brengt. Zo stijgt ze op en vliegt net als
een duif naar de boezem van God.
Daarna zweeg Marie-Julie. Aan de extase kwam een einde
rond 4.30u. Maar ze verhief haar stem weer om te zeggen dat de Heilige Geest
zou afsluiten en nodigde haar uit om te rusten.
Toen vond de terugkeer uit extase plaats. Ik liep naar het
bed en boog mijn hoofd om de woorden te begrijpen die ze fluisterde, terwijl ze
haar crucifix tegen haar lippen hield. Ze opende haar ogen en staarde naar de
lucht. Haar tranen stroomden en haar lippen mompelden tegen de crucifix deze
gebroken woorden: "Mijn lieve Jezus, ontsteek mij. Ik bid voor X en
X". Het licht waardoor ze Hemelse dingen zag werd vager. Het was met een
uitstorting van verdriet en onuitsprekelijke Liefde dat ze deze woorden
fluisterde: "O, nog steeds op deze aarde!¡
Diep onder de indruk van deze laatste scène, vertrokken we
om de familie een goede nacht te wensen en hen te vertellen dat we hen morgen
zouden zien. Voordat ik die dag vertrok, wil ik nog één ding toevoegen. Terwijl
Marie-Julie zweeg in deze staat die ik een slaap van extase zou noemen, stonden
we op om haar onze zegen te geven. Marie-Julie bleef in haar onbeweeglijkheid
en merkte het niet op. Daarom maakten we het topje van onze vingers nat met
wijwater, en we zegenden haar. Verrassend! Bij elke zegen, beefde ze zonder
haar ogen te openen, maar met een zichtbare uitdrukking van vreugde. We
herhaalden het experiment meerdere keren en steeds met hetzelfde succes. Dit
was het bezoek van donderdag. Omstreeks 5.30u kwamen we in de modder aan in
Blain, maar ons hart was gelukkig.
35 Een getuigenis van het Lijden van Christus,
door Marie-Julie Jahenny ondergaan (Abbé Gouron) op vrijdag 8/11/1878 - OLVrouw
van Bonne Garde komt
Op vrijdag keerden we terug naar La Fraudais om 12.45u.
We kwamen binnen en ze was in gebed in haar kamer. Ze stond recht omdat ze elke
vrijdag de Staties van het Kruis deed, gewoonlijk lag ze nog in bed.
De toegang tot het kleine heiligdom is verboden. De klok
slaat 13u en ze begint onmiddellijk met de extase. Alle deuren staan voor ons
open. Ze is daar, helemaal alleen, op haar knieën, biddend voor een kruisbeeld.
Zodra we gingen zitten, draait ze zich met gesloten ogen naar ons om onze zegen
te vragen. We staan alle drie op. Ik zei: "Benedicat vos omnipotens Deus, Pater,
et Filius, et Spiritus Sanctus. Toen ik Pater zei, hief ze haar rechterhand
op, tilde die boven het voorhoofd - over haar doornenkroon - het is een van de
beste tekenen van het Kruis die ik ooit heb gezien.
Met haar gesloten had ze ons nooit herkend en toch wist ze
dat we er waren, ze wist dat we Priesters waren. Maar we onderzochten haar
terwijl ze op haar knieën zat en haar grootse Kruisteken maakte. De rug van
haar rechterhand was bedekt met helderrood bloed, de stigmata op haar rug bloedden,
het lichaam leunde naar voren, haar ogen waren nog gesloten, haar figuur is een
ondefinieerbare weerspiegeling van vroomheid, Liefde en lijden.
Ze ontvangt onze Priesterlijke zegen en draait zich al snel
naar het westen, strekt haar armen uit en begint een gebed dat ongeveer tien
minuten duurt. In dit gebed zei ze tegen haar Geliefde met een luide en
levendige stem waarom ze Hem zou volgen op de weg naar Golgotha. Het was voor
de bekering van zondaars, voor de triomf van de Kerk, voor de verlossing van de
Paus. Het was bedoeld om alle heiligschennissen op aarde goed te maken. En met
een meer levendige stem roept ze tot haar Goddelijke Bruidegom om de heiligschennissen
te vergeven, de godslasteringen en de overtredingen van de wet op zondag te
vergeven, om de zo koude onverschilligheid van een menigte Christenen te
vergeven.
Terwijl ze bidt met uitgestrekte armen in kruisvorm, gingen
haar ogen wijd open. De pupil is gefixeerd en naar de Hemel gericht op een
manier dat deze een beetje onder het bovenste ooglid verbergt, het gezicht komt
tot leven en wordt steeds meer getransformeerd. Het is echt onmogelijk om dit
gezicht uit te drukken. Het lijkt alsof Marie-Julie met de grootste aandacht
opkijkt, ze lijkt verzonken in wat ze ziet, en toch keek ik naar haar en zag ik
dat haar ogen zo buitengewoon groot zijn dat het onmogelijk is om iets te zien.
Het is contemplatie in de hoogste graad.
Na het gebed sloten haar ogen zich en leunde ze voorover om
haar Crucifix op te nemen. De Crucifix ligt voor haar, een klein koperen Kruis,
ongeveer twintig centimeter lang. Met beide handen pakt ze het met moeite bij
de voet en ze kan het niet eens bewegen. Ze doet een grotere inspanning, het Kruis
beweegt maar komt niet omhoog. Ze voert haar inspanningen op, haar handen rood
van het bloed, om dat Kruis dat zo zwaar lijkt, op te tillen. Haar gezicht
wordt rood, het Kruis komt van de grond, stijgt horizontaal en valt spoedig op
de grond. Merk op dat in elke functie vermoeidheid duidelijk is. Dit kleine Kruis heeft dan hetzelfde
gewicht als dat van onze Goddelijke Meester!
Eindelijk, na twee lange minuten werken, lijkt al het bloed
van Marie-Julie uit haar gezicht te stromen, haar lippen zijn strak, haar adem weerklinkt,
haar armen trillen onder de last, maar het Kruis staat, neemt een verticale
positie in en gaat naar beneden op haar schouder en ze wankelt naar achteren,
naar voren en slaagt er niet in haar evenwicht te bewaren wanneer het Kruis op
haar linkerschouder rust. Toen, met beide handen stevig rond de voet van het Kruis,
valt ze op haar knieën. Dat is hoe de Kruisweg begint, het is onnodig om te
zeggen dat ze extatisch is en het zal zo tot vijf uur duren.
Het is de kant van het westen. Bij elke stap raken haar
knieën de vloer van de kamer, haar tempo is erg zwaar. Bij de hoek aangekomen
draait ze zich om, altijd van oost naar west en van west naar oost. Zo draagt
ze het Kruis ongeveer tien minuten. Al snel is ze moe, ze wankelt, haar
gezicht van nature rond, rekt zich steeds meer uit, ze hijgt.
Dan draait ze zich naar ons om en we bieden haar een
gezegend Kuis aan om te kussen. Gesterkt vervolgt ze haar zware tocht. Maar ze
is erg buiten adem, soms wil ze bewegen en kan ze het niet. Terwijl haar
trillende lichaam achterover, naar voren of voor ondersteuning op de wand valt.
Ze zet nog een paar stappen. Haar ademhaling is heel duidelijk te horen. Plots
valt ze op het gezicht in de richting van het westen en maakt een hard geluid,
een buitengewoon geluid dat lijkt op dat van een plank die op een vloer valt.
Daar, met uitgestrekte armen, twintig minuten lang met haar gezicht tegen de
grond, praat ze met haar Geliefde. Haar woorden stromen snel van haar lippen
met een kracht, zalvend, vol Liefde, een buitengewone welsprekendheid.
Marie- Julie: "Lief kruis, zo zwaar, zo beladen met de
zonden van de mensen, je bent op de rug van mijn God! U bent het, lieve Jezus,
die het wilt dragen en toch zijn wij het die de schuldigen zijn. O! ontsteek mij.
Later vertelt ze over een visioen dat onder haar ogen
doorgaat en roept uit: Waarom al deze vurige vonken die, in de ruimte te
midden van de duisternis, loskomen van het Kruis en zich over de aarde
verspreiden? Wel, zo niet om in zielen een straal van Liefde te maken, dan om
ze in vuur en vlam te zetten.
Daarna bidt ze voor de aanwezige Priesters voor alle hulp
en intenties die ze aan het begin heeft opgesomd. Marie-Julie is hersteld. Ze
vervolgt haar Kruisweg in stilte. Haar gezicht wordt langer en verandert, haar
vermoeidheid wordt steeds groter. Hier ontstaat een zeer ontroerend tafereel.
Midden op haar parcours draait ze zich weer naar ons toe, buigend onder het
gewicht van haar Kruis. We presenteren een klein Kruisbeeld voor haar om te
kussen, maar dat is het niet. Ze zoekt iemand om haar te helpen haar Kruis te
dragen en staat voor Pr Le Golf, en ze plaatst op zijn Priesterlijke schouder
het Kruis dat ze zelf draagt. Op dit moment is ze in vervoering van extase, ze
leest in de lucht en zegt fluisterend een paar woorden die Pr Le Golf heel goed
hoort en die ik ook hoor. Ze begint als volgt: Mijn broeder van de Derde Orde
van de H. Franciscus, ik zie al uw wensen geschreven in het Goddelijke Hart van
Jezus. enz."
Wie vertelde haar dat Pr Le Golf het idee had om op een
stuk papier de genaden te schrijven die hij had gewild? Zelf wist ik het niet.
En toch had Marie-Julie in die termen tegen hem gesproken. Daarna komt ze naar
me toe, haar ogen nog steeds in de lucht gefixeerd, het hart hijgend. Ik laat
me op mijn knieën vallen en al snel weegt het Kruis op haar linkerschouder. Ze
zei zacht, maar om door Pr Le Golf gehoord te worden: Jezus Christus zegt je
dat Hij gelukkig is. Bid
voor me."
Dan gaat ze naar Pr Bihan en fluisterde een paar woorden
die we niet hoorden. Toen liep ze om de getuigen heen en fluisterde een paar
woorden in elk oor. Er waren een graaf en gravin uit Cambrai aanwezig, twee
mensen uit Blain, moeder Jahenny, en bij de deur de gezant van de Aartsbisschop
van Tours, die bij het laatste deel een stoel nam uit de keuken, maar voor de
ingang van de kamer, werd het Kruis op hem geplaatst, net als de anderen. Na
dit zo treffende tafereel begint Marie-Julie opnieuw haar weg, en haar knieën bonzen
op de vloer. Al snel is ze uitgeput, ze valt net als de eerste keer met haar
voorhoofd en ellebogen op de grond. Gebogen met haar gezicht tegen de grond,
begint ze de overstromende Liefde uit haar hart uit te storten naar haar Geliefde
Jezus, ze verwelkomt het Kruis als de bron van alle troost. Toen wierp ze een
blik op de hele mensheid en zei dat de mens als een kind niet van het Kruis
houdt, in zijn jeugd verwerpt hij het, op zijn oude dag neemt hij het op.
Gelukkige oude dag die zich voorbereidt op een gelukkige eeuwigheid. Nu werpt
ze een blik op de huidige tijd.
Marie-Julie: "Er
is geen respect meer voor God of zijn dienaren op aarde. De heiligschennissen,
godslasteringen, de schendingen van de zondag is wat de aarde bedekt. Dan,
met een stem die levendiger is dan ooit: "Luister,
zondaars, hoe lang zullen jullie in deze verschrikkelijke toestand
blijven?"
Weldra wendt Marie-Julie de ogen van haar ziel af van de
veelheid van zondaars die beven, en beschouwt zij de rechtvaardigen. Helaas
vindt ze nog steeds grote fouten:
Marie-Julie: Ze
willen lijden, maar ze willen altijd hun Kruis kiezen. Ze morren als ze het
willekeurig uit de hand van Jezus ontvangen, of ze nemen de Crucifix weg, en
het is alleen het hout van het Kruis dat overblijft. O wat een perverse
leer en toch een zo algemene leer! Ze kopen een luxe Crucifix dat ze laten
zien, maar niet in het hart.
Marie-Julie leert de toewijding aan het Kruis, de bron van
zegeningen, troost, heerlijke geur. Ze leert de bijzondere devotie aan de Schouderwonde van Jezus. Ze heeft zelf deze devotie
en trekt grote genaden. Dan bidt ze een zeer effectief gebed om
verlichting. Hier is het:
"Jezus,
O Liefhebbende, O Geliefd Lam, ik ben het die deze pijn in Uw schouder heb
veroorzaakt, maar in naam van die pijn, schenk me Uw gunst."
Vervolgens, om de vurigheid van Liefde voor het Kruis op te
wekken, zei ze dat Jezus zielen vraagt en zoekt die verliefd zijn op het Kruis.
Plotseling, in het momentum meegesleept door liefde, zei ze met een stem in
tranen:
O
Jezus, O mijn Geliefde, o mijn geliefde Heer, hier ben ik, neem mij. Na de
offerziel van het Heilig Hart, ben ik de offerziel van het Kruis. Laat mij
lijden, kruisig mij, ellendige zondaar. Aan de voet van het Kruis heb ik alles
geleerd, daar leef en sterf ik.
Dit alles duurt ongeveer een half uur, waarna Marie-Julie
langzaam herstelt. Haar ogen zijn gesloten en opnieuw hervat ze pijnlijk haar
weg.
Terwijl we Crucifixen bij ons droegen, keerde ze zich van
tijd tot tijd naar ons toe en troostte zichzelf met een zachte kus op de
Crucifix. Maar deze keer was het niet meer hetzelfde. Ze stopte al een keer in
het bijzijn van de gezant van de Aartsbisschop, blijkbaar om hem iets te
vragen. Hij weet niet wat hij moet doen en omdat hij niets te bieden heeft,
blijft hij op zijn plaats. Wat vraagt ze aan hem? Aan het begin van de extase
zagen we een lange man het huis binnenkomen, hij had een grote doos in zijn
armen die zwaar was en legde die met tevredenheid in een hoek alsof hij heel
blij was om van het gewicht af te zijn. Wat betekende dit? De man met de doos
zegt hardop: Dit komt van Kerkelijk gezag. En hij veegde zijn voorhoofd af. De
moeder van Marie-Julie zegt:
"Jullie mogen naar binnen, heren." Ik ging naar
binnen en vanaf dat moment verloor ik de geheime doos uit het oog. Marie-Julie
heeft de vreemde man over wie ik heb gesproken, leren kennen, en nu zet haar
beproeving voort. Bij elke stap, terwijl haar borst naar voor steekt, om niet
te worden verpletterd onder het gewicht. Ondertussen ging de vreemde man de
doos openen. Hij haalde een beeld tevoorschijn en keerde terug naar zijn
plaats. Het wonderbaarlijke beeld dateert uit de 13e eeuw. Het was verborgen
tijdens de revolutie, en werd onlangs ontdekt en vandaag naar La Fraudais gebracht.
Dit is de levering van het beeld van OLVrouw van Bonne
Garde uit Tours: OLVrouw beloofde genaden door devotie van Haar onder de titel
OLVrouw van Bonne Garde.
|