8/1 Ik smeek jullie om je te bekeren
Deze avond verscheen onze Moeder
helemaal in het wit gekleed. Ze was gehuld in een grote witte mantel die ook
haar hoofd bedekte. Op haar borst was een hart van vlees gekroond met doornen,
op haar hoofd had ze een kroon van twaalf sterren. Haar armen waren geopend als
teken van welkom; in haar rechterhand had ze een lange witte Rozenkrans vast,
als van licht gemaakt, die bijna tot aan haar voeten reikte. Haar voeten waren
bloot en op de wereld geplaatst. Op de wereld was de draak, (een grote slang
met het uiterlijk van een draak) die onze Moeder stevig vasthield onder haar
rechtervoet. Hij schudde wild met zijn staart, maar kon niet bewegen. Moge
Jezus Christus geprezen worden.
Maria: Lieve
kinderen, bedankt dat je gehoor hebt gegeven aan mijn oproep door je naar mijn
gezegende bossen te haasten. Geliefde kinderen, ik hou van jullie, ik hou enorm
veel van jullie, maar helaas, jullie hebben niet dezelfde Liefde voor mij. Mijn
kinderen, ik ben al heel lang onder jullie, ik vraag jullie al heel lang om mijn
boodschappen na te leven; Ik vraag jullie al heel lang om te bidden, maar
jullie luisteren niet allemaal. Mijn kinderen, ik vraag jullie nogmaals om niet
alleen te luisteren naar de boodschappen die ik jullie geef, maar ze ook na te
leven. Geliefde kinderen, vanavond vraag ik jullie opnieuw om veel te bidden
voor mijn geliefde Kerk: bid, kinderen, want er wacht de Kerk moeilijke tijden,
tijden van beproeving en pijn.
Mijn kinderen, als ik dit tegen jullie zeg, is
het om jullie voor te bereiden en ervoor te zorgen dat jullie je bekeren; Ik
smeek je om je te bekeren - verander, voordat het te laat is. Geliefde
kinderen, bid dat het ware leergezag van de Kerk niet verloren gaat; bid en
buig je knieën. Bid voor het Heilig Sacrament van het Altaar: daar is mijn
Zoon, levend en waarachtig. Bid, zoek God niet ergens anders: Hij is daar, zeg
ik je elke keer, maar je zoekt Hem in de vreugden en valse schoonheden van deze
wereld. Alsjeblieft, lieve kinderen, luister naar me!
Toen liet onze Moeder me de
Sint-Pietersbasiliek in Rome zien. Binnen was het leeg - van alles ontdaan. In
het midden van de Basiliek stond een groot donker houten kruisbeeld, maar
zonder het lichaam van Jezus. Onze Moeder zei: "Laten we samen
bidden". We hebben lang gebeden, toen lichtte het kruis op (het werd als
een kruis van licht). Toen begon onze Moeder verder te praten.
Kinderen, bid, bid, bid.
Tot slot zegende ze iedereen. In naam
van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Amen.
|