(één van de 7 gaven van de H.
Geest)
De vrome kan misschien dezelfde
weg bewandelen als de goddeloze, maar zij zien het omringende landschap heel
anders. Vrome mensen lopen in tuinen en merken op dat de bloemen spreken, de
vogels zingen, zelfs de insecten sjirpen en vertellen over Gods Liefde. Goddeloze
mensen letten op de bloemen, maar concentreren zich op de modder op hun
schoenen, de fouten van de tuinman, en de hete zon die in hun nek brandt, alles
wat hun hart voor God sluit en hen herinnert dat schoonheid komt, besmet met
ergernis en pijn.
De vromen denken na over het
Goede Nieuws verkondigd door Degene die uit het Huis van de Hemelse Vader kwam,
Die zei dat het Koninkrijk is als een juweel dat een ander licht projecteert
dan dat van de zon, een licht dat oneindig meer schittert dan een zonsopgang -
een pracht die zo rijk is dat het de moeite waard is om alles te verkopen om
het te bezitten. De goddelozen willen niet verkopen, want ze zien alleen
verlies en geen beloning.
De vromen eren de Heiligen en haasten
zich om hun Heilige plichten te vervullen. De goddelozen vinden religieuze verplichtingen
een belemmering van hun vrijheid en een saai karwei. Terwijl de vromen aan God
geven wat God toebehoort en aan Caesar wat Caesar toebehoort, geven de
goddelozen aan Caesar wat alleen aan God toebehoort.
De vromen en de goddelozen dalen
samen af in dezelfde diepe dalen van onrecht en wee: prachtige huizen die naast
ellendige hutten staan; racistische botsingen en seksueel misbruik; door de
staat gesponsorde abortussen tot euthanasie; het huwelijk van wat geestelijk
verboden is; het pronken met hedonisme voor de ogen van hun kinderen. Zowel de
vrome als de goddeloze kunnen geloven dat het traject van de wereld een
neerwaartse curve is.
Maar vroomheid is geen naïviteit,
en goddeloze ziet het verkeerd. Terwijl de vrome door de vallei loopt, ziet hij
het kwaad, maar weet dat de dageraad zal verschijnen en zegevieren. Zijn doordringende
blik van Geloof vangt lichtstralen op die verborgen zijn voor het menselijk oog.
De goddeloze ziet het kwaad en weet dat goedheid niet altijd wint. Ze overwegen
hoe tegen de late namiddag de lucht zal verduisteren, en spoedig het firmament
van de nacht zonder sterren zal zijn.
Voor beiden zal de dag van
overlijden komen. Bij het aanschouwen van het schitterende Aangezicht van God,
zal de vrome zien dat zijn meest extravagante dromen onbeduidend waren naast de
Glorie van een Aanwezigheid die alle verlangens verzadigt. De goddeloze zal zien
dat hun visie een rookgordijn was, wat nauwelijks leek op de werkelijkheid.
38ste STER: GERECHTIGHEID
Lucas 4:16-20: Jezus kwam ook in Nazaret, waar Hij was opgegroeid,
en volgens Zijn gewoonte ging Hij op sabbat naar de synagoge. Toen Hij opstond
om voor te lezen, werd Hem de boekrol van de Profeet Jesaja overhandigd, en Hij
rolde Hem af tot de plaats waar geschreven staat: De Geest van de Heer rust op
mij, want Hij heeft mij gezalfd. Om aan armen het goede nieuws te brengen heeft
Hij mij gezonden, om aan gevangenen hun vrijlating bekend te maken en aan
blinden het herstel van hun zicht, om onderdrukten hun vrijheid te geven, om
een genade jaar van de Heer uit te roepen. Hij rolde de boekrol op, gaf hem
terug aan de dienaar en ging weer zitten; de ogen van alle aanwezigen in de
synagoge waren op Hem gericht.
Waar was Jezus op dat cruciale
moment in de menselijke geschiedenis bezorgd voor? Wanneer een man ten onrechte
wordt opgesloten vanwege zijn huidskleur, dan ondervindt die persoon onrecht en
neemt het in zich op. Wanneer een vrouw lange uren werkt, zonder toezicht over
haar kinderen, en ze hen nog steeds niet kan voeden, leeft ze in de zorgen en
wanhoop van onrecht. Wanneer een jong meisje als seksuele slaaf wordt verkocht,
wordt ze vastgebonden aan een zuil en gegeseld door onrecht. Ze hebben geen
stem.
Lucas 4:21: Jezus rolde de boekrol open en zei: Vandaag hebben jullie deze schrifttekst
in vervulling horen gaan.
Met andere woorden: Vandaag, en
vanaf dit moment, ben Ik jouw stem - een stem die weerklinkt door de tijd heen
in de mond van de discipelen van de Heer. Dit zijn de discipelen die woorden
spreken van gouden hoop voor de stomme en ongehoorde: de navolgers van Degene
die de daklozen, armen, ongeborenen, ouderen, kinderen, zieken, geesteszieken,
mishandelden verdedigt.
Dit zijn de hoge bomen met Heilige
wortels en waar vogels in hun bladerdak van verwelkomende takken, hun nest maken.
Deze mannen en vrouwen weten dat
ze, in welke levensstaat ze zich ook bevinden, Gods kinderen zijn vóór al het
andere. Het zijn geen mannen die Katholiek zijn, maar Katholieke mannen. Het
zijn geen vrouwen die Katholiek zijn, maar Katholieke vrouwen. Hun
"ja" is een lied in Gods oor wanneer de wereld zwijgt, en hun
"nee" een speer in Gods hand is wanneer de wereld met haar vijand slaapt.
In elke taak brengen ze een bovennatuurlijke kijk en aan elke persoon Gods Liefde.
Zij gaan waar Christus hen leidt, ook
al kost het hun het leven. Dit alles doen ze omdat Liefde en Gerechtigheid het
vereisen. Ze hebben de boekrol uitgerold en gelezen, en de stem van God is de
hunne.
39ste STER: VREDE
Het verlangen naar vrede beroert
de ziel van iedere mens. Het is een aanhoudende oproep tot een innerlijk
bestaan dat heel anders is dan de rusteloze ontevredenheid die door de
talloze zielen stroomt die op deze aarde rondzwerven. De weinigen die een
heiligdom hebben gevonden van innerlijke sereniteit hebben het ego overwonnen
in een verborgen, persoonlijke strijd van mythische proporties. Zichzelf gekruisigd
en verstorven aan zichzelf, hebben ze hun wil volledig aan God overgedragen, en
leven ze in de woning van vrede.
De snaren van hun hart zijn in
harmonie met de Schepper in harmonieuze melodieën, die alleen door hen worden
gehoord; de kleinigheden en trends van
de wereld verdwijnen voor hen en zijn niet langer van belang. Hun houding is
diepzinnig en wellevend. Ze zijn gevoelig van aard; de problemen van anderen
worden de hunne. Met positieve en zuivere gedachten, zelfs jegens hun vijanden,
wijden zij hun tijd toe aan het bidden voor hen, in plaats van te bekritiseren
en te veroordelen.
De vijand ligt in de diepten van
het menselijk hart, niet in de landen van tegengestelde naties. Mensen van
vrede kunnen geen mensen van oorlog zijn, want Gods Wil bevat geen agressie of
wreedheid. Verborgen in de gedachten van de mens zijn oorlogen die de waarden
van God verdraaien met compromissen tot het punt dat leiders en volkeren en
naties met geweld losbarsten en het menselijk lot verwoesten en de planeet
verstikken. Gij zult niet doden (Exodus 20:30) is geen gebod dat plotseling
wordt vernietigd door een oorlogsverklaring.
OLVrouw gaf ons, toen ze in
Fatima verscheen, een sombere waarschuwing: Oorlog is een straf voor zonde.
De Heer van Alles en Zijn genadevolle Moeder vertrouwen niet op onze wapens om
ons vrede en redding te brengen. Ze vertrouwen op onze gebeden, onze Rozenkransen,
ons vasten en onze offers, en onze heilige levens. Jezus is de Vredevorst, niet
de Oorlogsvorst. Maria is de Koningin van de Vrede, niet de koningin van de
oorlog.
Laten we ons dag en nacht inzetten
om dieper in onszelf te graven om de aanhoudende vlammen van trots te blussen en
de duizenden koppen van woede, agressie en wraak af te hakken. Want de vijand bevindt
zich niet alleen buiten ons, hij is in ons. Pas als we onszelf hebben
overwonnen en onze angsten tot zwijgen hebben gebracht, zal de wereld in de
handen van de God van vrede rusten.
40ste STER: UITMUNTENDHEID
Velen lijken erop uit te zijn om
een leven te leiden dat gevuld is met comfort en allerlei geneugten. Het
leven is door God echter nooit ontworpen om comfortabel te zijn. Zelfs in het
begin, toen God de man en de vrouw had geschapen om te werken, en werken moeten
we.
Velen besteden hun intellectuele
energie en fysieke kracht om tegen Gods Koninkrijk te hameren, bewust of
onbewust. Vanaf zonsopgang en lang na zonsondergang, zetten ze hun egoïstische
of misplaatste ambities verder, leggen de verreikende kerkers van de
onderwereld bloot en stapelen zware lasten op de schouders van de Heiligen.
Gebruik makend van de talenten en gaven die hun werden geschonken door hun Schepper,
werken ze ijverig en listig, soms onbewust, om Gods plannen te dwarsbomen door
deze van zichzelf te vervullen.
Om dit opkomend tij te keren,
roept God de Katholieke wereld op om zich te verspreiden als een enorme en onderling
verbonden wortelstelsel, dat zijn voeding onttrekt aan Zijn levende wateren.
Over de broederschappen, beroepen, politiek, bedrijven, netwerken en bijeenkomsten,
overal waar Gods Geest Zijn mensen plant, moeten we ons door de aarde wurmen om
sterk en groot te worden, altijd reikend naar de zoon. Alleen als we groeien
waar we geplant zijn, kunnen we de wereld veranderen.
Met het voorschrift in gedachten
dat God en gezin en mensen altijd onze hoogste prioriteit blijven, zoekt God uitmuntendheid
in ons werk. Als we door de natuur, erfenis of tegenslag moeilijkheden hebben,
of we moeilijkheden hebben met leren of ons uit te drukken, beschouwt God onze
strijd en inspanningen als niets minder dan menselijke uitmuntendheid. Als we
in staat zijn om het werk waartoe Hij ons roept goed te doen, dan verwacht Hij
van ons om het goed te doen. Als we één van de beste kunnen zijn in wat we
doen, dan geeft Hij ons geen excuus om dat niet te zijn. En degenen die de
beste zijn in hun vakgebied of expertise, zonder Christus in hun leven, zijn
slechts een fractie van wat ze zouden kunnen zijn als ze de levende God zouden
bezitten. In elke heilige prestatie, is alle Glorie alleen van God, want wij
zijn slechts stof. Zijn licht schijnt het meest stralend door Katholieken die weten
dat ze klein zijn, waardoor ze de indruk wekken groot te zijn.
O, wat is tijd kostbaar! Gezegend
zijn zij die weten hoe ze er goed gebruik van kunnen maken. Als iedereen de eeuwige
waarde ervan kon begrijpen, zouden ze ongetwijfeld hun uiterste best doen om de
tijd door te brengen op een manier de Heiligen waardig. Niets minder dan het
eeuwige leven van de zielen staat op het spel. Gods tempo voor ons werk is
standvastig, nooit gehaast, en soms moeten we rusten in Zijn Liefde, want de
wereld vermoeit ons met haar gebrek aan zinvolle richting en verwrongen
prioriteiten. Maar rust is geen luiheid en laksheid, die dieven zijn van de
Geest. God heeft ons ontworpen om voor altijd vooruit te ploegen, één ding
tegelijk te doen en het goed te doen. Als we streven naar perfectie niet
vanuit een verwrongen gevoel van perfectionisme, dat zich richt op het ego,
maar geboren uit een verlangen om iets moois voor God te doen - zullen we tenminste
ons best doen. En eenmaal we onze talenten hebben gebruikt in Zijn dienst, met
behulp van de menselijke middelen die ons ter beschikking staan, is alles wat
we nog moeten doen, onze ogen naar de Hemel richten en zeggen: Vader, dit is het
beste van mijzelf. Ik bied het U aan. Alstublieft aanvaard mijn nederige gave
en help mij en de wereld daardoor U steeds meer te beminnen.
41ste STER: MATIGHEID
(één van de vier kardinale
deugden)
Matigheid is een beteugeling van
de honger van het lichaam, de invloed van negatieve emoties, en de
egocentrische aspiraties van het ego. Deze kardinale deugd, die zich altijd andere
deugden veilig verzamelt onder zijn brede vleugels, beschermt de ziel tegen de
uitersten die haar verleiden. Ons vlees, wanneer verzadigd, vindt tijdelijke
bevrediging in toegeeflijkheid, maar na verloop van tijd, wordt ze steeds
ontevredener naarmate ze meer bereikt.
Er ontwikkelt zich verslaving, en
duistere geesten komen ons wezen binnen, krijgen controle over onze vermogens
en manoeuvreren ons als marionetten om hun dodelijke doelstellingen te
bereiken.
We kunnen worden als hongerige
wolven, voor altijd op zoek om onze waargenomen behoeften te vervullen, en als gevolg
onszelf en anderen te verslinden. Materiële goederen en geld laten ons denken
dat het goden zijn.
Voedsel zegt dat het een einde
zal maken aan onze leegte; drugs en alcohol beloven ons geen pijn. Macht
vertelt ons dat we minder kwetsbaar en onbeheerst zijn, en beschilderde
gezichten met halfnaakte lichamen paraderen in onze gedachten als het antwoord.
Entertainment, videogames, internet, sport, ongezonde relaties, overdreven
fitness, en ontelbare ijdelheden nemen tronen in onze ziel op. Televisie het
nieuwe Gezegende Sacrament, waar gezinnen voor zitten en aanbidden -
infiltreert in onze geest als een onmerkbaar gifgas.
Het eindresultaat: we leven met
rusteloze lichamen, wilde emoties, hongerige ogen en kwijlende monden, jagen op
voedsel dat niet voedt en water dat ons dorstig maakt. Terwijl God ons al die
tijd verzekert, als we luisteren: Je hoeft niet te grijpen naar wat Ik
liefdevol wil geven - op Mijn manier en Mijn tijd. Vertrouw op Mij. Geduld en
matigheid bereiken alle goede dingen.
In matigheid kiezen we ervoor om
klein lijden te accepteren in ruil voor blijvend, afschuwelijk, zelfs eeuwig
lijden in de Hel. Op deze manier brengen we de duivel in verwarring, die als
een dolle hond is die vastgebonden is aan een ketting. Voorbij de lengte van
zijn boeien, kan hij niemand grijpen. Maar wie te dichtbij komt, wordt gepakt. Door
het kleine lijden dat de matigheid vraagt, houden we onze ziel op veilige
afstand.
Het is zoals dit:
*Een jongen besluit niet te
roddelen en wordt zo de roddel van anderen. Na verloop van tijd wordt hij
geprezen om zijn integriteit en betrouwbaarheid.
*Een meisje weigert de seksuele
avances van jongens en lijdt onder hun desinteresse maar redt zichzelf van de
verwoestingen van een verbrijzelde ziel, gebroken relaties, en misschien zelfs
van abortus. Ze trouwt gelukkig.
*Een man weigert zwaar te drinken
met zijn vrienden van het werk en hij verdraagt de verbanning van bepaalde
vrienden, maar hij bespaart zichzelf een kater en de ondeugd van verslaving en
rampspoed. Hij leidt een vruchtbaar leven.
*Een man onthoudt zich van pornografie
en vermijdt de rest van zijn dagen door te brengen met het proberen om de
opgehemelde seksuele handelingen uit zijn gedachten te wissen. Hij waardeert
vrouwen en ziet ze niet als seksuele voorwerpen.
Uit matigheid komt zowel pijn als
vreugde voort. In zekere zin zouden we kunnen volhouden dat de pijn is
overwonnen, of heeft in ieder geval zijn meest angstaanjagende angel verloren:
zinloosheid. Van het eindige lijden dat matigheid brengt, stromen glorierijke
fonteinen van deugd, en hoe hoger ze reiken, hoe vruchtbaarder de ondergrond is
waaruit ze ontspringen. God schept behagen in de gematigde ziel, biedt
antwoorden, lichtflitsen en troost in vervolging. Talrijke transcendente gaven
openen zich omdat de gematigde ziel iemand is die God kan vertrouwen.