20/12 De Levende Woonplaats van God
In naam van de Vader, de Zoon en
de H. Geest. Amen.
Lucas 1:26-38: In de zesde maand zond God de engel Gabriël naar de stad Nazaret in
Galilea, naar een meisje dat was uitgehuwelijkt aan een man die Jozef heette,
een afstammeling van David. Het meisje heette Maria. Gabriël ging haar huis binnen en zei: ´Gegroet
Maria, je bent begenadigd, de Heer is met je.¡ Ze schrok hevig bij het horen
van zijn woorden en vroeg zich af wat die begroeting te betekenen had. Maar de
engel zei tegen haar: ´Wees niet bang, Maria, God heeft je Zijn gunst
geschonken. Luister, je zult zwanger worden en een zoon baren, en je moet Hem
Jezus noemen. Hij zal een groot man worden en de Zoon van de Allerhoogste
worden genoemd, en God, de Heer, zal Hem de troon van Zijn vader David geven. Tot
in eeuwigheid zal Hij Koning zijn over het volk van Jakob, en aan Zijn
Koningschap zal geen einde komen.¡
Maria vroeg aan de engel: ´Hoe
zal dat gebeuren? Ik heb immers nog nooit gemeenschap met een man gehad.¡ De engel
antwoordde: ´De H. Geest zal over je komen en de kracht van de Allerhoogste zal
je als een schaduw bedekken. Daarom zal het Kind dat geboren wordt, Heilig
worden genoemd en Zoon van God. Luister, ook je familielid Elisabet is zwanger
van een zoon, ondanks haar hoge leeftijd. Ze is nu, ook al hield men haar voor
onvruchtbaar, in de zesde maand van haar zwangerschap, want voor God is niets
onmogelijk.¡ Maria zei: ´De Heer wil ik dienen: laat er met mij gebeuren wat U
hebt gezegd.¡ Daarna liet de engel haar weer alleen.
Een overweging met Paus Benedictus XVI:
Laten we ons, geleid
door de woorden van Paus Benedictus XVI, voorbereiden om "ja" te
zeggen tegen de Heer en ons hart tot Zijn woonplaats maken, zoals Maria dat
vele jaren geleden deed.
Maria,
de nederige vrouw uit het kleine plaatsje Nazaret [...] is "de Heilige Rest"
van Israël waarnaar de Profeten verwezen in alle perioden van beproeving en
duisternis.
[...]
In haar woont de Heer, in haar vindt Hij Zijn plaats van rust. Zij is de
levende woonplaats van God, die niet in stenen gebouwen woont, maar in het hart
van de levende mens. [...] Neem geen genoegen met uiterlijke vroomheid. God is
niet tevreden met het feit dat Zijn volk Hem lippendienst bewijst. God wil hun
hart en geeft ons Zijn genade als we ons niet laten wegvoeren of ons van Hem
afsnijden. (2/12/2005)
In het
bijzonder staan we vandaag stil bij dit aspect van het Mysterie - de Goddelijke
bron stroomt door een bevoorrecht kanaal: de H. Maagd Maria. De H. Bernardus
spreekt hierover aan de hand van het veelzeggende beeld van een aquaduct. Bij
het vieren van de Menswording van de Zoon kunnen we daarom niet nalaten Zijn
Moeder te eren. De aankondiging van de engel was aan haar gericht; ze
accepteerde het, en toen ze uit het diepst van haar hart antwoordde: "Hier
ben ik ... laat er met mij gebeuren wat U hebt gezegd" (Lucas 1:38), op
dat moment begon het eeuwige Woord te bestaan als een mens in de tijd.
(25/3/2006)
Maria
is volledig actief, omdat ze met persoonlijke overgave de golf van Gods Liefde
aanvaardt die over haar wordt uitgestort. Ook hierin is zij de volmaakte
leerling van haar Zoon, die de volheid van Zijn vrijheid realiseert en zo de
vrijheid uitoefent door gehoorzaamheid aan de Vader. [...] Een persoon die zich
volledig in Gods handen overgeeft, wordt geen marionet van God, een saaie
"ja-knikker". Hij verliest zijn vrijheid niet. Alleen de persoon die
zich volledig aan God toevertrouwt, vindt ware vrijheid, de grote, creatieve
onmetelijkheid van de vrijheid van het goede. (8/12/2005)
Het Magnificat: Hoog verheft nu mijn
ziel de Heer, verrukt is mijn geest om God, mijn Verlosser, Zijn keus viel op
zijn eenvoudige dienstmaagd, van nu af prijst ieder geslacht mij zalig.
Wonderbaar
is het wat Hij mij deed, de Machtige, groot is Zijn Naam! Barmhartig is Hij tot
in lengte van dagen voor ieder die Hem erkent.
Hij
doet zich gelden met krachtige arm, vermetelen drijft hij uiteen, machtigen
haalt Hij omlaag van hun troon, eenvoudigen brengt Hij tot aanzien; Behoeftigen
schenkt Hij overvloed, maar rijken gaan heen met lege handen.
Hij
trekt zich Zijn dienaar Israël aan, Zijn milde erbarming indachtig; zoals Hij
de vaderen heeft beloofd, voor Abraham en zijn geslacht voor altijd.
O Wijsheid, U kwam
voort uit de mond van de Allerhoogste en, van begin tot eind reikend, beval U machtig
en lieflijk alle dingen. Kom en leer ons de weg van voorzichtigheid.
Onze Vader - Wees gegroet -
Glorie zij
21/12 Een Tocht van Vreugde
In naam van de Vader, de Zoon en
de H. Geest. Amen.
Lucas 1:39-45: Kort daarop reisde Maria in grote haast naar het bergland, naar een
stad in Juda, waar ze het huis van Zacharias binnenging en Elisabet begroette. Toen
Elisabet de groet van Maria hoorde, sprong het kind op in haar schoot. Ze werd
vervuld van de H. Geest en riep luid: ´De meest gezegende ben je van alle
vrouwen, en gezegend is de vrucht van je schoot! Wie ben ik dat de Moeder van
Mijn Heer naar mij toe komt? Toen ik je groet hoorde, sprong het kind van
vreugde op in mijn schoot. Gelukkig is zij die geloofd heeft dat de woorden an
de Heer in vervulling zullen gaan.¡
Een overweging met Paus Benedictus XVI:
"Kort daarop
reisde Maria in grote haast naar het bergland"
God is
goed, Hij houdt van ons, Hij kent ons, Hij is bij ons, zelfs tot het punt dat Hij
mens werd!". Dit is de grote vreugde die het Christendom verkondigt. Deze
God kennen is echt "goed nieuws", een woord van Verlossing. Misschien
zijn wij Katholieken, die het altijd hebben gekend, niet langer verrast en
voelen we deze bevrijdende vreugde niet meer zo diepgaand. Als we echter kijken
naar de wereld van vandaag waar God afwezig is, kunnen we niet anders dan
vaststellen dat deze wordt beheerst door angst en onzekerheid: is het goed om
een mens te zijn of niet? Is het goed om te leven of niet? Is het echt een
goede zaak om te bestaan? Of is alles negatief?
En de
mens leeft echt in een donkere wereld, de mens heeft verdoving nodig om te
kunnen leven. Vandaar zijn de woorden "Verheug u, want God is met u, Hij
is met ons", woorden die echt een nieuw tijdperk openen. Beste vrienden,
met Geloof moeten we opnieuw dit bevrijdende woord accepteren en begrijpen in het
diepste van ons hart: "Verheug je!".
We
kunnen deze vreugde die we hebben ontvangen niet alleen voor onszelf houden;
vreugde moet altijd worden gedeeld. Vreugde moet worden overgebracht. Maria
ging onverwijld haar vreugde overbrengen aan haar nicht Elisabet. (18/12/2005)
Laten we, geleid
door de woorden van Paus Benedictus XVI, getuigen worden van de vreugde van
Christus.
Maria
is Onze Moeder die vreugde, vertrouwen en vriendelijkheid overbrengt en ons ook
uitnodigt om vreugde te verspreiden. Dit is de echte belofte van de Advent:
anderen vreugde brengen. Vreugde is het echte kerstgeschenk, geen dure
geschenken die tijd en geld kosten. We kunnen deze vreugde eenvoudig
overbrengen: met een glimlach, met een vriendelijk gebaar, met wat kleine hulp,
met vergeving. Laten we deze vreugde schenken en de gegeven vreugde zal aan ons
worden teruggegeven. Laten we er vooral naar streven om de diepste vreugde mee
te delen, die van God te kennen in Christus. Laten we bidden dat deze
aanwezigheid van Gods bevrijdende vreugde in ons leven schijnt. (18/12/2005)
Laten
we er vooral aan denken, als we kijken naar de straten en pleinen van de steden
die versierd zijn met verblindende lichten, dat deze lichten ons verwijzen naar
een ander Licht, dat onzichtbaar is voor de ogen maar niet voor het hart. Terwijl
we ze bewonderen, terwijl we de kaarsen in kerken aansteken of de verlichting
van de kribbe en de kerstboom in onze woonplaatsen, moge onze ziel openstaan
voor het ware spirituele Licht dat aan alle mensen van goede wil wordt
gebracht. [...]
Het
ware mysterie van Kerstmis is de innerlijke helderheid die uitstraalt van dit
Kind. Moge die innerlijke helderheid zich tot ons verspreiden en in ons hart de
vlam van Gods goedheid ontsteken. Mogen wij allen, door onze Liefde, Licht in
de wereld brengen! Laten we ervoor zorgen dat deze lichtgevende vlam,
aangestoken in Geloof, niet wordt gedoofd door de koude wind van onze tijd!
Laten we het trouw bewaren en aan anderen geven! (21 en 24/12/2005)
Het Magnificat: Hoog verheft nu mijn
ziel de Heer, verrukt is mijn geest om God, mijn Verlosser, Zijn keus viel op
zijn eenvoudige dienstmaagd, van nu af prijst ieder geslacht mij zalig.
Wonderbaar
is het wat Hij mij deed, de Machtige, groot is Zijn Naam! Barmhartig is Hij tot
in lengte van dagen voor ieder die Hem erkent.
Hij
doet zich gelden met krachtige arm, vermetelen drijft hij uiteen, machtigen
haalt Hij omlaag van hun troon, eenvoudigen brengt Hij tot aanzien; Behoeftigen
schenkt Hij overvloed, maar rijken gaan heen met lege handen.
Hij
trekt zich Zijn dienaar Israël aan, Zijn milde erbarming indachtig; zoals Hij
de vaderen heeft beloofd, voor Abraham en zijn geslacht voor altijd.
O Wijsheid, U kwam
voort uit de mond van de Allerhoogste en, van begin tot eind reikend, beval U machtig
en lieflijk alle dingen. Kom en leer ons de weg van voorzichtigheid.
Onze Vader - Wees gegroet -
Glorie zij
|