18/12 Stilte
In naam van de Vader, de Zoon en de H. Geest. Amen.
Matteüs
1:18-25: De afkomst van Jezus Christus was als volgt. Toen Zijn
Moeder Maria al was uitgehuwelijkt aan Jozef maar nog niet bij hem woonde,
bleek ze zwanger te zijn door de H. Geest. Haar man Jozef, die een rechtschapen
mens was, wilde haar niet in opspraak brengen en dacht erover haar in het geheim
te verstoten. Toen hij dit overwoog, verscheen hem in een droom een engel van
de Heer.
De engel zei: ´Jozef, zoon van David, wees niet bang je
vrouw Maria bij je te nemen, want het Kind dat ze draagt is verwekt door de H.
Geest. Ze zal een Zoon baren. Geef Hem de naam Jezus, want Hij zal Zijn volk
bevrijden van hun zonden.¡ Dit alles is gebeurd opdat in vervulling zou gaan
wat bij monde van de profeet door de Heer is gezegd: ´De Maagd zal zwanger zijn
en een Zoon baren, en men zal Hem de naam Immanuel geven¡, want in onze taal
betekent ´God met ons¡.
Jozef werd wakker en deed wat de engel van de Heer hem had
opgedragen: hij nam haar bij zich als zijn vrouw, maar hij had geen gemeenschap
met haar voordat ze haar zoon gebaard had. En hij gaf Hem de naam Jezus.
Een
overweging met Paus Benedictus XVI:
Onder de vele aspecten waarop deze
tekst licht werpt, krijgt de stilheid van de H. Jozef bijzondere aandacht. Zijn
stilzwijgen is doordrenkt van beschouwing van het mysterie van God in een
houding van totale beschikbaarheid voor de Goddelijke verlangens. [...] Laten
we ons niet haasten, alsof tijd die in stil gebed aan Christus is gewijd,
verspilde tijd is. Integendeel, juist dan komen de mooiste vruchten van pastorale
dienst tot stand. [...] Je kunt opnieuw een doorleefde ervaring van gebed hebben
van een dialoog met God, de God waarvan we weten dat Hij van ons houdt en die
we op onze beurt willen liefhebben. (18/12/2005)
Maria koestert de woorden die
van God komen in haar Hart en door ze als een mozaïek aan elkaar te passen,
leert ze deze te begrijpen. Laten ook wij in haar school leren om aandachtige
en volgzame leerlingen van de Heer te worden. [...] van haar te leren om in Geloof
en Gebed het heil te aanvaarden dat God wenst uit te storten over hen die op Zijn
Barmhartige Liefde vertrouwen. (1/1/2006)
Het Magnificat: Hoog verheft nu mijn ziel de Heer, verrukt is mijn
geest om God, mijn Verlosser, Zijn keus viel op zijn eenvoudige dienstmaagd, van
nu af prijst ieder geslacht mij zalig.
Wonderbaar is het wat Hij mij
deed, de Machtige, groot is Zijn Naam! Barmhartig is Hij tot in lengte van
dagen voor ieder die Hem erkent.
Hij doet zich gelden met
krachtige arm, vermetelen drijft hij uiteen, machtigen haalt Hij omlaag van hun
troon, eenvoudigen brengt Hij tot aanzien; Behoeftigen schenkt Hij overvloed, maar
rijken gaan heen met lege handen.
Hij trekt zich Zijn dienaar
Israël aan, Zijn milde erbarming indachtig; zoals Hij de vaderen heeft beloofd,
voor Abraham en zijn geslacht voor altijd.
O Wijsheid, U kwam voort uit de mond van de
Allerhoogste en, van begin tot eind reikend, beval U machtig en lieflijk alle
dingen. Kom en leer ons de weg van voorzichtigheid.
Onze Vader - Wees gegroet - Glorie zij
19/12
Geloof
In naam van de Vader, de Zoon en de H. Geest. Amen.
Lucas
1:5-25: Toen Herodes koning van Judea was, leefde er een priester
die Zacharias heette en tot de priesterafdeling Abia behoorde. Zijn vrouw,
Elisabet, stamde af van Aäron. Beiden waren vrome en gelovige mensen, die zich
strikt aan alle geboden en wetten van de Heer hielden. Ze hadden geen kinderen,
want Elisabet was onvruchtbaar, en beiden waren al op leeftijd.
Toen de afdeling van Zacharias eens aan de beurt was om de
priesterdienst te vervullen, werd er volgens het gebruik van de priesters
geloot en werd Zacharias door het lot aangewezen om het reukoffer op te dragen
in het heiligdom van de Heer. De samengestroomde menigte bleef buiten staan
bidden terwijl het offer werd gebracht. Opeens verscheen hem een engel van de
Heer, die aan de rechterkant van het reukofferaltaar stond. Zacharias schrok
hevig bij het zien van de engel en werd hij door angst overvallen.
Maar de engel zei tegen hem: ´Wees niet bang, Zacharias, je
gebed is verhoord: je vrouw Elisabet zal je een zoon baren, en je moet hem
Johannes noemen. Vreugde en blijdschap zullen je ten deel vallen, en velen
zullen zich over zijn geboorte verheugen. Hij zal groot zijn in de ogen van de
Heer, en wijn en andere gegiste drank zal hij niet drinken. Hij zal vervuld worden
van de H. Geest terwijl hij nog in de schoot van zijn moeder is, en hij zal
velen uit het volk van Israël tot de Heer, hun God, brengen. Als bode zal hij
voor God uit gaan met de geest en de kracht van Elia om ouders met hun kinderen
te verzoenen en om zondaars tot rechtvaardigheid te brengen, en zo zal hij het
volk gereedmaken voor de Heer.¡
Zacharias vroeg aan de engel: ´Hoe kan ik weten of dat waar
is? Ik ben immers een oude man en ook mijn vrouw is al op leeftijd.¡ De engel
antwoordde: ´Ik ben Gabriël, die altijd in Gods nabijheid is, en ik ben
uitgezonden om je dit goede nieuws te brengen. Maar omdat je geen geloof hebt
gehecht aan mijn woorden, die op de voorbestemde tijd in vervulling zullen
gaan, zul je stom zijn en niet kunnen spreken tot de dag waarop die alles gaat
gebeuren.¡
De menigte stond buiten op Zacharias te wachten, en de
mensen vroegen zich af waarom hij zo lang in het heiligdom bleef. Maar toen hij
naar buiten kwam, kon hij niets tegen hen zeggen. Ze begrepen dat hij in het
heiligdom een visioen had gezien; hij maakte gebaren tegen hen, maar spreken
kon hij niet. Toen zijn tempeldienst voorbij was, ging hij terug naar huis. Korte
tijd later werd zijn vrouw Elisabet zwanger. Ze leefde vijf maanden lang in
afzondering en zei bij zichzelf: De Heer heeft zich mijn lot aangetrokken. Hij
heeft dit voor mij gedaan opdat de mensen me niet langer verachten.
Een
overweging met Paus Benedictus XVI:
"En nu zul je stom blijven tot [...] omdat
je mijn woorden niet geloofde"
Geloven betekent eerst als waar
aanvaarden wat onze geest niet volledig kan bevatten. We moeten accepteren wat
God ons openbaart over Zichzelf, over onszelf, over alles om ons heen,
inclusief de dingen die onzichtbaar, onuitsprekelijk en buiten onze verbeelding
liggen. Deze aanvaarding van de geopenbaarde waarheid verbreedt de horizon van
onze kennis en trekt ons naar het mysterie waarin ons leven is ondergedompeld.
Onze rede op deze manier beperken is niet iets dat gemakkelijk is. Hier zien we
het tweede aspect van Geloof: het is vertrouwen in een persoon, geen gewoon
persoon, maar Jezus Christus Zelf. Wat we geloven is belangrijk, maar nog
belangrijker is Degene in wie we geloven. (28/5/2006)
Geloof is niet slechts een geheel
van dogma's aanhangen, dat verondersteld wordt de dorst naar God, aanwezig in
het menselijk hart, te stillen. Integendeel, het leidt mensen op hun weg door
de tijd naar een God die altijd nieuw is in Zijn oneindigheid. Christenen zijn
daarom zowel zoekers als vinders. (28/8/2005)
Ik wilde Geloof opnieuw
voorstellen als een fundamentele houding van de geest, niet alleen iets
intellectueels of sentimenteels. Het ware Geloof omvat de hele persoon:
gedachten, genegenheden, intenties, relaties, lichamelijkheid, activiteit en
dagelijks werk. [...] het ontdekken van de schoonheid en vreugde van Geloof is
een pad dat elke nieuwe generatie op zijn eigen moet bewandelen, want alles wat
ons het meest eigen is en het meest intiem is gebaseerd op Geloof: ons hart,
onze geest, onze vrijheid binnen een diep persoonlijke relatie met de Heer die
in ons aan het werk is. (31/5/2006)
Het Magnificat: Hoog verheft nu mijn
ziel de Heer, verrukt is mijn geest om God, mijn Verlosser, Zijn keus viel op
zijn eenvoudige dienstmaagd, van nu af prijst ieder geslacht mij zalig.
Wonderbaar
is het wat Hij mij deed, de Machtige, groot is Zijn Naam! Barmhartig is Hij tot
in lengte van dagen voor ieder die Hem erkent.
Hij
doet zich gelden met krachtige arm, vermetelen drijft hij uiteen, machtigen
haalt Hij omlaag van hun troon, eenvoudigen brengt Hij tot aanzien; Behoeftigen
schenkt Hij overvloed, maar rijken gaan heen met lege handen.
Hij
trekt zich Zijn dienaar Israël aan, Zijn milde erbarming indachtig; zoals Hij
de vaderen heeft beloofd, voor Abraham en zijn geslacht voor altijd.
O Wijsheid, U kwam
voort uit de mond van de Allerhoogste en, van begin tot eind reikend, beval U machtig
en lieflijk alle dingen. Kom en leer ons de weg van voorzichtigheid.
Onze Vader - Wees gegroet -
Glorie zij
|