12e
ronde in de Goddelijke Wil - Jezus in Egypte
Mijn lieve Kind Jezus, U bent nu in Egypte aangekomen
[vergezeld van Jozef en Maria], en ik besef dat U voortdurend smart en tranen
hebt doorstaan, omdat U door iedereen volledig bent vergeten en verlaten.
Jullie zijn met z'n drieën gedwongen een kleine vervallen hut te bewonen die
slecht is gerepareerd en blootgesteld is aan wind en regen, aangezien niemand
ter wereld U een fatsoenlijke plek heeft aangeboden om te verblijven. Oh, hoe
snikt U, mijn tedere Kindje Jezus, als U met Uw kleine menselijkheid dezelfde
afwijzing ervaart als Uw aanbiddelijke Wil. Geen enkele ziel biedt Uw
Goddelijke Wil vrijwillig een woning aan, waarin U wenst te verblijven en te
heersen. Hoewel U op aarde bent gekomen om Uw Wil aan zielen te offeren, wordt
er geen gehoor aan gegeven en blijft ze rondzwerven op zoek naar een
liefdevolle reactie. Gedurende een goede 6000 jaar heeft Uw Wil de mensheid
gesmeekt om U toe te staan Uw woning in hen te vestigen, maar heeft ze geen
antwoord gevonden, waarop U, mijn Geliefde, huilt van verdriet over die zielen
die Uw Goddelijke Fiat afwijzen.
Mijn Hemels Kindje Jezus, ik zie dat terwijl onze Moeder met
U huilt, zij haar eigen tranen verbergt om Uw gehuil te stillen en zij U haar
prachtige ziel aanbiedt als een eeuwige woonplaats van Uw Goddelijke Wil. Ik
wens haar te vergezellen bij het drogen van de tranen van Uw lieftallige
gezicht, en mijn "ik hou van U" bij elke traan die U hebt vergoten te
drukken samen met een liefdevolle kus, terwijl snikkend, op Uw trillende
lippen. Ik smeek om Uw [Goddelijke] Fiat en bied mijn hart aan om er Uw Eeuwige
Fiat te vestigen als zijn eeuwige woonplaats.
Mijn geliefde Kindje Jezus, het middelpunt van mijn leven,
terwijl U in deze kleine vervallen hut verblijft, verlang ik ernaar om al Uw
handelingen en werken en deze van de soevereine Hemelse Vrouwe te volgen. Als
ze U in de wieg wiegt, wil ik U ook wiegen en U helpen in slaap te vallen met
het slaapliedje van mijn zachte "ik hou van U, ik hou van U".
Terwijl ze voor U luierdoeken borduurt, versmelt ik in de
draad die door haar Moederlijke vingers stroomt mijn woorden: "Ik hou van
U, ik zegen U, ik dank U en ik aanbid U", zodat als Onze Moeder U eenmaal
heeft aangekleed, U mag erkennen dat Uw kleding ook verweven is met mijn Liefde
die om Uw Goddelijke Fiat [op aarde] smeekt.
Hart van mijn hart, als U Uw eerste wankelende stapjes
begint te zetten, druk ik mijn "Ik hou van U" op de grond onder Uw
kleine voetjes, zodat mijn Liefde zich onder hen kan uitstrekken. Ik wens U in
mijn armen te sluiten, zodat wanneer U wankelt, ik U onmiddellijk kan omhelzen
en U aan mijn hart kan drukken. Mijn Hemels Kindje Jezus, ik zie dat U niet
meer gespeend wordt en dat U reeds op eigen kracht begint te lopen. Hoewel erg
klein, trekt U zich weg van Uw Moeder [om in eenzaamheid te gaan bidden]. U
buigt Uw kleine knieën op de kale grond en bidt en huilt met open armen voor de
redding van de mensheid, terwijl U met vurige verzuchtingen smeekt om het
Koninkrijk van Uw Goddelijke Wil [op aarde]. O wat klopt Uw kleine Hartje snel,
alsof het op het punt staat te barsten van vurige Liefde en smart.
Mijn kleine Jezus, sta mij toe mijn "ik hou van U"
onder je knietjes te leggen, zodat mijn "ik hou van U" de grond kan
verzachten en het minder hard kan maken voor Uw tere ledematen. Sta mij toe mijn
´ik hou van U¡ tussen Uw geopende handen te drukken en Uw armpjes met de mijne
te ondersteunen, zodat U geen ongemak zou verduren. En terwijl ik U steun, mijn
lieve Kindje Jezus, neem mij in Uw kleine armpjes en offer mij aan de Hemelse
Vader als de kleine dochter van uw Wil, en schenk mij de genade om altijd Uw
Wil in mij en in alle zielen te laten heersen.
13e
ronde in de Goddelijke Wil - Het Kindje Jezus met de kinderen van Egypte
Mijn hemels Kindje Jezus, Uw Liefde beweegt U nu om de
kleine hut te verlaten, waar U de kinderen van Egypte ontmoet die, aangetrokken
door Uw schoonheid, zich om U heen verzamelen. U spreekt met zoveel Liefde tot
hen dat U hen in verbazing achterlaat. Nadat U ze hebt onderwezen, zegent U hen
en haast U zich terug naar Uw Moeder omdat haar Liefde U roept. En bij het zien
van Uw Moeder rent U in haar armen. Mijn Liefste, ik wil U in alles volgen.
Mogen mijn woorden "ik hou van je, ik aanbid je, ik zegen je en ik dank
je" weerklinken onder Uw zachte
stappen, in de gebaren van Uw kleine handjes, in Uw betoverende woorden die zo
vol zijn van zoetheid, Liefde en leven, en in uw betoverende blik om U te
smeken om het Koninkrijk van Uw [Goddelijke] Fiat [op aarde].
Zoals U de kinderen [van Egypte] zegent, zegent U ook de
kleine dochter van uw Goddelijke Wil; verzegel met deze zegen het leven van Uw
Wil in mijn ziel. Ik volg U, Goddelijk Kindje Jezus, terwijl U door de velden
loopt en er plezier in schept bloemen te plukken. Elke keer dat U naar een ervan
reikt, herhaal ik mijn refrein: "Ik hou van U, ik hou van U." Ik
smeek U om Onze Hemelse Vader de kleine bloem van Uw Wil aan te bieden, zodat
ik niets anders ken, bemin en verlang dan Uw Heilige en Eeuwige Fiat.
14e
ronde in de Goddelijke Wil - De terugkeer naar Nazareth
Kindje Jezus, mijn leven, ik zie dat Uw ballingschap tot
een einde is gekomen en dat U terugkeert naar Nazareth. Ik wil U stap voor stap
volgen. Ik wens U ook te vergezellen terwijl ik mijn "ik hou van U, ik
aanbid U en ik zegen U" over U uitstort. Daarom roep ik het licht van de
zon te hulp om U in haar licht te baden, dat mijn "ik hou van U" naar
U brengt. Ik nodig de sterren uit wiens fonkeling mijn "ik hou van U"
naar U brengen. Ik nodig de krachtige wind uit wiens gehuil en gefluit U
belegeren met mijn "ik hou van U, ik hou van U". Ik roep alle vogels in
de lucht op om U te vergezellen met hun gekweel en gezang, die U vertellen:
"ik hou van U, ik hou van U". Ik roep de lammetjes op die door hun geblaat
mijn ik hou van U naar U overbrengen. Ik aanroep de zee om U te vergezellen
met haar golven en stromingen om U te zeggen "ik hou van U". En weet
U wat Uw kleine dochter U wil vragen door de uitstorting van haar "ik hou
van U"? Ik vraag U om mij het Koninkrijk van Uw Wil te schenken.
Als U in Nazareth aankomt en U zich in Uw kleine huisje
binnensluit, sluit ik mij ook binnen in dit huisje om de uitstorting van mijn
"ik hou van U" verder te zetten, om U met Liefde te overwinnen en te
verkrijgen wat Uzelf verlangt, en wat de Heilige Koningin-Moeder en ik
verlangen, namelijk dat Uw Wil door iedereen gekend is en heerst op aarde.
Jezus, mijn leven, ik ben bij U in het huisje van Nazareth
en wens elke handeling van U te bezegelen met mijn "ik hou van U, ik
aanbid U, ik zegen U en ik dank U", en smeek U om het Koninkrijk van Uw
Wil.
Terwijl Liefdesstromen tussen U en Uw Moeder stromen, laat
ik de stromen van mijn "ik hou van U" in de Uwe stromen om U en onze Hemelse
Moeder te smeken: "Moge Uw Wil bekend worden". In het voedsel dat U
eet, druk ik mijn "ik hou van U" om met Uw eigen Wil het voedsel van Uw
Wil voor alle schepselen af te smeken. In het water dat U drinkt, giet ik mijn
"Ik hou van U" uit om in de diepten van ons wezen het zuivere water
van Uw Wil af te smeken. Moge het leven van Uw Wil door onze aderen stromen en
gevoeld worden in al onze ledematen. Moge U, door de spijkers en de hamer op te
nemen om Uw handenarbeid te verrichten, mijn menselijke wil [aan de Uwe]
nagelen en deze omvormen in het licht van Uw Goddelijke Wil. Als ik U volg in Uw
timmerwerk met mijn "ik hou van U", moge U kloppen op de nagels om alle
menselijke wilsuitingen op zo'n manier te bevestigen dat ze [aan U verbonden
zijn en] genieten van de vrijheid van te leven in de Goddelijke Wil.
Als U zich terugtrekt in je kamertje om te bidden of te
slapen, zal ik U vergezellen en dicht bij U blijven. Als er niets anders is,
zal ik voortdurend ik hou van U, ik hou van U, ik hou van U en ik aanbid U in
Uw oor fluisteren. Ik smeek, met Uw eigen gebeden, om het Koninkrijk van Uw
[Goddelijke] Fiat. Laat de menselijke wil door Uw eigen slaap in een diepe,
diepe sluimering gaan, waardoor het niet langer een eigen leven leidt, maar
alleen en altijd het leven van Uw Goddelijke Wil geniet.
Mijn Goddelijke Jezus, het zou me verdrietig maken om U
niet in alles te kunnen volgen, of U gezelschap te houden om U mijn constante
refrein te laten horen: "ik hou van U, ik aanbid U, ik zegen U en ik dank
U." Door mij naast U te bevinden, voel ik Uw Wil en Uw hartslag vurig
kloppen opdat Uw Goddelijke Wil bekend wordt en op aarde heerst.
Daarom volg ik U [samen met Maria en Jozef] naar de Tempel
waar U zich onttrekt aan het zicht van Uw Moeder en aanleiding geeft tot haar
bittere smart om U drie dagen lang te verliezen. Ik laat mijn "Ik hou van
U" stromen in Uw Moeders smart en in haar schrijnend verlies, en ik smeek
U, moge de menselijke wil voor altijd verloren gaan, zodat zielen alleen in Uw
Goddelijke Wil leven. En ik plaats mijn "ik hou van U" in de vreugde,
die groter dan ooit was en die U beiden ervoeren toen U elkaar weer ontmoetten.
Mijn "ik hou van U" smeekt U dat zielen zouden
ophouden om U nog droeviger te maken door het constante misbruik van hun
menselijke wil. Laat zielen U in plaats daarvan de pure en onuitsprekelijke
vreugde schenken die voortkomt uit Uw Goddelijke Fiat dat in hen heerst.
15e
ronde in de Goddelijke Wil - Jezus doop
Mijn Hemelse en grootste Liefde, ik haast mij om U te volgen,
zodat de tijd me niet onderbreekt om U in alles te vergezellen. Ik zie dat U nu
op het punt staat de woestijn in te trekken en terwijl U Uw Moeder stevig tegen
uw Hart drukt, dat siddert van Liefde, zegt U haar: Voorlopig moet Ik vaarwel zeggen, lieve Moeder, aangezien Ik moet gaan
[om de Wil van Mijn Vader te volbrengen]. Ik laat je Mijn Goddelijke Fiat als
je blijvende hulp en leven, want het zal ons voortdurend verenigd houden en je
in staat stellen alles te ervaren wat Ik doe. Hoewel we ver van elkaar
verwijderd zullen zijn, zal Mijn Wil je alles openbaren wat je Zoon doet, zodat
je Mij in alles kan vergezellen; het zal je zo met Mij verenigd houden dat we
alles als één zullen ervaren.
Jezus, mijn leven, neem me bij de hand en neem me met U
mee, want ik wil niet dat U ook maar het minst ontkomt aan mijn "ik hou
van U", die alles wat U doet probeert te omvatten en U om het Koninkrijk van
Uw Goddelijke Wil op aarde vraagt. En ik volg U, stap voor stap, terwijl U
alleen loopt en ik U mijn "ik hou van U, ik aanbid U, ik zegen U en ik
dank U" aanbied.
Moge U bij elke ademhaling mijn "ik hou van U"
inademen; in mijn "ik hou van U" sluit ik elk woord in dat U spreekt;
met mijn blik troost ik elke blik die U werpt; als U de Jordaan bereikt, laat
ik mijn "ik hou van U" in zijn water stromen, op zo'n manier dat
terwijl Johannes [de Doper] deze over U uitgiet tijdens Uw doop, U het
gezelschap kan voelen van het "ik hou van U" van Uw kleine dochter, die
U nooit zal verlaten. In dit water smeek ik namens alle zielen om het doopwater
van Uw Goddelijke Wil en het begin van zijn Koninkrijk op aarde. Mijn Liefste,
in deze plechtige handeling van Uw doop [met water], vraag ik U om genade
waarvan ik zeker weet dat U me ze niet zult weigeren: ik vraag U, door de
levengevende en scheppende wateren van Uw Goddelijke Wil, om mijn kleine ziel
met Uw Heilige handen te zuiveren, zodanig dat ik niets hoor, niets zie en
niets ken dan te leven van Uw [Goddelijke] Fiat. Ja, ik smeek U om mijn hele
wezen om te vormen in één enkele handeling van Uw [Goddelijke] Wil!
O Jezus, mijn zoete Liefde, sta mij toe U te volgen in de
woestijn waar, in eenzaamheid, mijn "ik hou van U" U nooit zal
verlaten. Ik zal dag en nacht aan Uw zijde blijven in deze woestijn waar zielen
U hebben verlaten, om U te troosten wanneer U gekweld en moe bent, biddend en hunkerend
met Liefde naar zielen, en huilend over hun verwerping van Uw Goddelijke Wil.
U ervaart diepe smart, niet alleen omdat Uw Goddelijke Wil
niet in zielen heerst, maar omdat ze Uw Wil tot ballingschap hebben verbannen.
Vandaar dat Uw allerheiligste menselijkheid treurt en namens de hele menselijke
familie smeekt om de verzoening van de Goddelijke Wil met de menselijke wil: Uw
menselijke wil roept Uw Goddelijke Wil op om in de hele menselijke natuur te
heersen, terwijl Uw Goddelijke Wil zielen vergeeft voor de lange ballingschap
waarin ze deze hebben bewaard.
O mijn Jezus, ik versmelt mij met Uw tranen, gebeden en verlangens
van Uw vurig Hart, en ik maak ze tot de mijne. Ik verweef alles wat U ervaart
[in deze woestijn] met mijn "ik hou van U" om mijn zoete ketenen van
Liefde te vormen, die Uw hele Goddelijke Persoon sieren als vele kringen, en U
ertoe aanzetten mij het Koninkrijk van Uw Goddelijke Wil op aarde te schenken.
Jezus, mijn leven, luister naar mijn gebeden, omdat ze als één verbonden zijn
met Uw hartslagen, verzuchtingen, tranen, gebeden en lijden en die verlangen
naar en een beroep doen op het Koninkrijk van Uw Fiat. Als U niet naar mij wilt
luisteren, luister dan in ieder geval naar Uw eigen smeekbeden, zodat U mij,
wanneer U uit de woestijn terugkeert, belooft: Ja, spoedig zal het Koninkrijk van Mijn Wil op aarde komen!
O mijn Jezus, Hart van mijn hart, ik zie dat U haastig
stapt om de woestijn te verlaten. U passeert opnieuw langs de Jordaan om
opnieuw een liefdevolle blik te werpen op de geliefde Johannes [de Doper] en U
stort een stroom van Liefde en genade in zijn hart. Haastig komt U aan bij het
huisje van Nazareth, waar de Liefde van Uw Hemelse Moeder U onophoudelijk
roept. Wat een ontroerend zicht om te zien! U en Uw Moeder werpen zich in
elkaars armen en vormen samen één Liefde.
Wegens Uw afwezigheid verlangde de Hemelse Koningin vurig ernaar
om haar Zoon te zien. Haar Moederhart brandde van Liefde en verlangde ernaar
het in haar Zoon uit te storten om in ruil de dauw van Uw Liefde te ontvangen, en
niet verteerd te worden door de Liefdevolle vlammen die haar verslonden. En ook
U Jezus, mijn Hemelse Verlosser, voelde een smachtend verlangen naar Uw Moeders
Liefde, en daarom rende U in haar armen - om Liefde te geven en te ontvangen.
En ik, met de kleine vlam van mijn "ik hou van U", deel in Uw omhelzing,
in Uw uitstortingen van Liefde en in het laaiende vuur van Liefde van Moeder en
Zoon om het Koninkrijk van Uw Wil [op aarde] af te smeken.
Heilige moeder, herhaal en bid samen met mij: "Moge de
Goddelijke Wil bekend worden gemaakt en heersen op aarde zoals in de Hemel".
En terwijl U en Uw Zoon troost vinden in wederzijdse Liefde en verheven worden,
worden jullie ook bewogen om voor langere tijd van elkaar verstoken te blijven.
En het duurt niet lang voordat U, Jezus, die onoverkomelijk is in Liefde, weer op
pad gaat om Uw openbare leven te beginnen, van waaruit U het hartzeer dat U
ervaart overdraagt aan het Hart van Uw Moeder. En opnieuw vertrekt U helemaal
alleen om Uw Woord te delen met de mensen, om discipelen te vormen en het
Heilig Evangelie te verkondigen.
16e
ronde in de Goddelijke Wil - De bruiloft van Kana en Jezus openbare leven: de
verkondiging van het Evangelie
Jezus, mijn Geliefde en mijn leven, voordat U Uw openbare
leven begint zie ik dat Uw Hart in vuur en vlam staat, en U ertoe aanzet om
samen met Uw Moeder te helpen op het bruiloftsfeest van Kana, en ik volg U met
mijn "ik hou van U". Ik kan Uw Hart voelen kloppen van Liefde en smart,
terwijl U zich een andere bruiloft herinnert dat U hebt bijgestaan en gezegend,
namelijk deze van Adam en Eva in hun staat van onschuld in Eden, waar een
dubbele bruiloft werd gevierd: de bruiloft van Uw Goddelijke Wil met de
menselijke wil en de bruiloft van [de eerste] man en vrouw; in Eden had U de
hele Schepping als bruidsschat gegeven aan man en vrouw, evenals Uw Goddelijke
Wil die in hun hart en in al het geschapene klopte.
Daarom is Uw aanwezigheid op deze bruiloft [in Kana van Galilea],
die iets ongewoons voor U is, tot mij over Uw verlangen om de Goddelijke Wil in
de zielen te laten heersen door [in Uzelf] alle menselijke handelingen opnieuw
te ordenen.
O mijn Jezus, ik kom dicht bij U om Uw zoete blik, Uw
melodieuze stem en Uw fascinerende houding te omhullen met mijn: "Ik hou
van U, ik aanbid U, ik zegen U en ik dank U". Door de Liefde die U bewoog
om de smeekbeden van de Soevereine Koningin te beantwoorden, die U vroeg om het
water in wijn te veranderen, smeek ik U uit Liefde voor Uw Hemelse Moeder het
grote wonder te verrichten van het veranderen van de menselijke wil in de
Goddelijke Wil, zodat deze op aarde kan heersen zoals in de Hemel.
Heilige Moeder, tot U die zoveel bezorgdheid toonde voor
het geluk van de echtgenoten, zodat Jezus het water in wijn zou veranderen,
smeek ik om alstublieft dezelfde bezorgdheid te tonen door Jezus niet toe te
staan aan Zijn openbare leven te beginnen voordat Hij U eerst heeft beloofd
dat Zijn Wil zal komen en heersen op aarde.
Mijn lieve Jezus, ik hou niet op met U mijn "ik hou
van U" te vertellen, of mijn voortdurende melodie te herhalen, die U
smeekt om Uw Goddelijke Wil op aarde zoals in de Hemel te laten heersen. Opdat
U mijn wensen vervult, zal ik U in alles volgen om al Uw handelingen en werken
te omhullen met mijn "ik hou van
U", en zo rond U en in U de formidabele menigte [van mijn handelingen en
werken] te vormen die in Uw oor fluisteren: "Schenk me de Fiat die in Uw
Hart klopt, en schenk me de Wil die in Uw woorden spreekt, die in Uw handen
werkt en die in Uw voetsporen loopt. Door Uw hele wezen fluister ik: ik verlang
dat Uw Wil op aarde heerst zoals in de Hemel. O, luister naar Uw kleine dochter
die zoveel van U houdt, of liever luister naar Uw eigen stem in de mijne, en verleen
dat we in Uw Fiat mogen leven.
|