Verschijning van het genadige Kindje Jezus op 25 oktober 2021
Ik zie een grote gouden lichtbol, vergezeld door een kleinere lichtbol
aan de rechter- en linkerkant. Ze stralen een prachtig licht uit. De grote bol
gaat open. Ik zie het Kindje Jezus uit dit licht tevoorschijn komen. Het draagt
een grote mooie gouden kroon, heeft donkerbruin kort krullend haar en blauwe
ogen. Het is ongeveer vijf tot zes jaar oud. De Koning van de Hemel draagt
weer een blauw gewaad, geborduurd met gouden lelies, en een mantel, ook in
koningsblauw. De mantel is ook geborduurd met gouden lelies.
Het genadige Kindje Jezus zegt: "Besprenkel
me!"
M: "Besprenkel Me? Hoezo besprenkelen?¡
Achter M. staat de aanwezige priester met gewijd water en de aspergil. Ze
kan dit echter niet zien.
M: ´Heb ik niet gezien!¡
Nu ziet M. de priester die de verschijning van het genadige Kindje Jezus
besprenkelt.
Nu gaan ook de twee andere bollen open. En uit dat licht komen twee
engelen. Beiden zijn gekleed in helderwitte maar eenvoudige gewaden.
Het Kindje Jezus zweeft naar M. en zegt:
"Nu kom
Ik dichterbij: dit is het water van Mijn Eeuwige Vader."
En het zegent ons met Zijn gouden scepter, die het in Zijn rechterhand
houdt en waar een klein kruis bovenop staat.
Het Kindje Jezus zegt: ´In de
naam van de Vader en de Zoon - dat ben Ik - en van de Heilige Geest.
Amen."
In Zijn linkerhand heeft het ‘Het
Gouden Boekÿ. En de engelen spreiden Zijn mantel over ons allen uit.
Ze
knielen en zingen:
Misericordias Domini in aeternum
cantabo,
misericordias
Domini in aeternum cantabo,
misericordias
Domini in aeternum cantabo,
misericordias
Domini in aeternum cantabo.
M: Ja, de Heer heeft Zijn mantel over ons
uitgespreid. En ik zie dat de mantel van binnen goudkleurig is. De Heer draagt
een gouden hart op Zijn borst en op dit hart staan de letters ‘IHSÿ - met een kruis op het streepje van
de letter H. Hoe mooi!
Het genadige Kindje Jezus zegt:
"Wil je
boete doen voor de arme zondaars?"
M: ´Ja, Heer, dat wil ik. Als we daardoor het strafgericht kunnen
afzwakken, zou ik heel blij zijn."
Het Kindje Jezus zegt me dat ik als boetedoening gras moet eten voor de
bekering van de arme zondaars, gras dat erg bitter smaakt. Vervolgens moet ik
in kruisvorm op de grond gaan liggen en bidden:
O Jezus,
Gij Zoon van David, ontferm U over ons en de hele wereld (8 x)
Allerkostbaarste
Bloed van Jezus Christus, red ons en de hele wereld (6 x)
Nu geeft de Heer mij een belangrijke opdracht.
De Heer zegt: "Zwijg
erover!"
M: ´Moet ik dat echt doen? Ik dacht meer aan een stadsbezichtiging. Ja!"
Het Kindje Jezus zegt:
Lieve
vrienden, Ik kom naar jullie met Mijn gouden scepter. Dit is de scepter van
Mijn Goddelijke Barmhartigheid. Ik zal komen met Mijn ijzeren scepter naar de
boze harten en over hen heersen. Het zwaard van de Aartsengel Michaël zal de
aarde raken en ‘Glutwindeÿ (= winden
van vuurgloed, hitte, brand) zullen zich over de aarde verspreiden."
De Heer spreekt over vermaningen die de volkeren zullen treffen voordat
de vuurgloed de aarde raakt. Het is de Aartsengel Michaël die de volkeren
vermaant. Italië zal veel te lijden hebben, gevolgd door Frankrijk.
M: ´O Jezus, heb medelijden met ons! Heer, kijk, er zijn toch ook nog
zielen die bidden, en ik vraag U, kijk naar ons. Heer, erbarm U over ons. Wees ons
genadig, wees ons barmhartig, erbarm U over ons!"
De Heer
zegt dringend:
´Bid vooral
voor de Heilige Kerk! Op aarde zei Ik tot jullie: wie niet gelooft, zal verdoemd
worden. Jullie lijken niet naar Mijn Woord te luisteren. Altijd leggen jullie het anders uit dan Ik het zei. De Heilige
Schrift is de waarheid, het Woord van Mijn Eeuwige Vader is ook Mijn Woord."
M: "Nu komt het Kindje wat dichterbij."
Het genadige Kindje Jezus roept dringend op tot twee gebedswaken.
M. herhaalt: ´Dus we moeten een gebedswake houden. Maar dat doen we dan
online. Is dat juist? Ja! Feest van Christus Koning, ja, en op 28 december, ja?
Ja. Ja! Ik zal het hen dan zeggen.
De aanwezige priester vraagt: "Feest van Christus Koning in oktober
of november?"
M: "In november!"
De Heer spreekt over de opdracht van M. met betrekking tot het nieuwe
boek over de boodschappen van Sievernich.
M: En U wilt me echt daarheen sturen? Ja? Uw
Moeder zei me ja, Uw Allerheiligste Moeder, ik hoef niet voor haar te reizen,
maar U wilt het. Voor het boek? Ja goed! Als U het zegt, dan zal ik het doen,
natuurlijk. Ja! Er ligt U veel aan gelegen. Ja, ik weet, ja.
Het genadige Kindje Jezus zegt: ´Hou
niet op. Bid! Het
is belangrijk dat jullie dit doen en de Eeuwige Vader om erbarmen smeken."
M: "Dat doen we, Heer, dat doen we."
En dan neemt Hij Zijn scepter aan Zijn Hart. Uit het gouden hart komt
Zijn Bloed. En het wordt doordrenkt met Zijn Bloed. Het wordt de aspergil van
het Kostbaar Bloed. En Hij zegt dat de besprenkeling met Zijn Bloed voor allen
is, die hier en ver zijn. En Hij legt alle intenties in Zijn Allerheiligste
Hart. En Hij besprenkelt ons en zegt:
´In de naam
van de Vader en de Zoon - dat ben Ik - en van de Heilige Geest. Amen."
M: ´Geloofd zij Jezus Christus in alle eeuwigheid. Amen."
De Heer kijkt naar ons en zegt: ´Blijf
Mij trouw. Ik leid jullie door deze tijd. Adieu."
M: ´Adieu, Heer, adieu. Adieu."
En Hij keert
terug in het wondermooie licht en ook de twee engelen die Zijn mantel nog
dragen. De bollen worden kleiner en verdwijnen.
We bidden: O mijn Jezus, vergeef ons onze zonden, behoed ons voor het
vuur van de hel. Leid alle zielen naar de Hemel, vooral degenen die Uw
barmhartigheid het meest nodig hebben! Amen.
|