11/10
Verschijning van het genadevolle Kindje Jezus te Sievernich
Boven de kastanjeboom hangt een mooie, grote gouden
lichtbol. En rechts en links zie ik twee kleine gouden lichtbollen die de grote
bol vergezellen. Rechts en links zijn er twee lichtbollen, een grote in het
midden en twee lichtbollen rechts en links. De grote bol gaat open en er komt
een prachtig licht naar ons toe. Het vormt de letter I, de letter H en de
letter S. En op de eerst streep van de H is een mooi kruis.
En uit dit licht komt nu het genadevolle Kindje Jezus
tevoorschijn in de gedaante van Praag met een grote gouden koninklijke kroon en
een koningsblauw gewaad en mantel geborduurd met gouden lelies en de mantel met
een prachtige, brede gouden rand. Op deze rand zijn kelken geborduurd.
Het Kindje Jezus houdt Zijn gouden scepter in Zijn
rechterhand en Hij houdt het Gouden Boek in Zijn linkerhand. En nu zie Ik hoe
de twee bollen, rechts en links opengaan. Ook daar komt een prachtig stralend
gouden licht uit deze bollen, maar niet zo sterk en mooi als het licht van het Kindje
Jezus. En uit deze bollen komen engelen in prachtige witte gewaden, heel
eenvoudig, maar prachtig stralend wit. Hun schouderlang haar is donkerblond. De
engelen en het Kindje Jezus hebben blauwe ogen. Het Kindje Jezus heeft
donkerbruin, krullend haar, kort geknipt en een mooi gezicht. Ik schat dat het
vijf tot zes jaar oud is. Maar het Kindje ziet er erg verheven uit. Het is de Koning
van de Hemel.
Nu spreiden de engelen, knielend, de mantel van het Kindje
Jezus over ons uit. De mantel is van binnen goudkleurig. En nu we verborgen
zijn onder de mantel van het Kindje Jezus, zegent Hij ons: In naam van de Vader en de Zoon
- dat ben Ik - en van de Heilige Geest. Amen.
Beste
vrienden, jullie zijn nu onder Mijn uitspansel. Mijn Koninklijke mantel zal voor
jullie een uitspansel op aarde worden als je van Me houdt. Bemin Mij met heel
je hart.
Ik wil
je een leidraad geven, een gouden leidraad naar de Hemel. Jullie kennen allen
het gebed van de Heilige Rozenkrans. Ik heb jullie altijd gevraagd om gebed, offer
en boetedoening, om het Gebed van Eerherstel. Dit is een stukje van de gouden leidraad.
De
Eeuwige Vader gaf Mijn Allerheiligste Moeder Maria de kracht om de kop van de
slang te verpletteren. Je weet wat dat betekent, niet?
M.: Ja, ik weet wat dat betekent!
Als je
nu de H. Rozenkrans bidt, dan komt Mijn Allerheiligste Moeder tot jullie in je
Hart en in je Woning. Bid het dagelijks, want waar de H. Rozenkrans wordt gebeden,
daar siert Mijn Allerheiligste Moeder jullie hart en jullie huis. En daar hou
ik Mij graag op.
Gebed,
offer, boete, eerherstel, het gebed van de H. Rozenkrans, toewijding aan Mijn
Heilig Hart en aan het Onbevlekt Hart van Mijn geliefde Moeder, dit is de
gouden leidraad naar de Hemel, die je
nog steeds versiert met de hoogste genade die je in de H. Biecht ontvangt.
Kijk
naar je naaste. Behandel je naaste met Liefde. Ik kijk naar de Christenen in
Duitsland en zie hoe verward ze zijn. Ze houden niet van de Eeuwige Vader en
houden niet van hun naaste. Vergeef elkaar, doe boete, bid.
De
mens vindt zijn Thuis pas als hij zichzelf heiligt. Zonder Boete, gebed, de
viering van de Allerheiligste Mis, Mijn Kruisoffer en het Sacrament van de
Heilige Biecht, zullen mensen zich niet kunnen bekeren.
Als jullie
zo doorgaan met zondigen en het Eerste Gebod overtreden, zal het oordeel komen.
Daarom kom Ik naar je toe zodat jullie je zouden bekeren, dat je bidt en offer
brengt en Boete doet. Jullie, lieve zielen, kunnen het oordeel verzachten.
Ik heb
jullie nu de gouden leidraad van de Hemel gegeven. Neem Mijn woorden ernstig.
Kom niet naar Mij met je eigen ideeën. Open je hart, luister naar Mijn Woord.
Hij neemt Zijn gouden scepter naar Zijn hart. Hij lacht
omdat Hij besprenkeld wordt. (De aanwezige Priester besprenkelt de verschijning
van de Heer met ge-exorciseerd Paaswater.)
De Hemelse Koning zegt: Dit is het Water van mijn Eeuwige Vader!
Nu komt Hij dichterbij. Hij besprenkelt ons met Zijn
Kostbaar Bloed: In naam van de Vader en
de Zoon - dat ben Ik - en van de Heilige Geest. Amen.
M.: O Heer, ik smeek U om alle zieken, de coronazieken, alle
zieken. Ik plaats ook de Bisschoppen en Priesters in Uw Heilig Hart en in het
Onbevlekt Hart van uw Allerheiligste Moeder. Ik zou al onze zorgen bij U willen
aanbevelen.
Er volgt een persoonlijke mededeling.
M.: Ja, ik zeg het hem.
De Heer spreekt tot M. over de toewijding aan Maria volgens
het Gouden Boek.
M.: Ja, we bereiden ons voor met de toewijding van Maria.
De Heer zegt: Adieu!
M.: Adieu!
De pelgrims bidden: O mijn Jezus, vergeef ons onze zonden,
bewaar ons voor het vuur van de hel. Breng alle zielen naar de Hemel, vooral
degenen die Uw Barmhartigheid het meest nodig hebben!
En ik zie dat de twee engelen terug het licht in gaan, de bollen
sluiten zich. En het Kindje Jezus gaat terug in het licht. De bol sluit en
pulseert en verdwijnt.
M.: Deo Gratias!
|