4/10 Genadevol
Kindje Jezus van Sievernich
Ik zie een grote gouden lichtbol boven de kastanjeboom en
een kleine gouden lichtbol rechts en links ervan. Ze schijnen prachtig licht op
ons neer. Nu gaat de grote gouden lichtbol open. En het licht schijnt naar
buiten en vormt drie letters: "IHS". En boven de eerste H-balk zie je
een prachtig kruis.
Nu komt het Kindje Jezus tevoorschijn uit het
wonderbaarlijke licht. Het kwam in een Praagse gedaante met een grote gouden
kroon, donkerbruin krullend kort haar, blauwe ogen. En het draagt het kleed
en de mantel van Zijn Kostbaar Bloed. Het gewaad en de mantel zijn geborduurd
met gouden lelies. Ik zie een gouden hart op Zijn borst. En op dit Hart zijn de
letters geschreven: "IHS".
In zijn rechterhand draagt het Kindje Jezus een grote
gouden scepter. En in Zijn linkerhand houdt het Kindje het Gouden Boek. Nu gaan
de twee andere bollen open en ook vanuit deze bollen schijnt er een heerlijk
licht naar ons toe. En uit dit licht komen twee eenvoudig geklede engelen in
witte gewaden tevoorschijn.
Ze nemen de mantel van het Kindje Jezus en spreiden die
over ons uit.
M.: Zo breed!
We zijn allemaal veilig in Zijn mantel. En onder Zijn
mantel zie ik een prachtig gouden licht en ja, onder zijn mantel is Pater Pio
links en de H. Charbel rechts (van mijn oogpunt) te zien.
Hij zegt: In naam
van de Vader en de Zoon - dat ben Ik - en van de Heilige Geest. Amen. - Besprenkel
Mij!
(Eigen opmerking: dit zegt de Heer tegen de aanwezige Priester,
die op dit moment de verschijning van het kindje Jezus wil besprenkelen met ge-exorciseerd
Paaswater. Ik zie dit niet omdat de Priester achter mij staat.)
Het Kindje Jezus lacht en zegt: En nu kom ik dichter naar jou. Beste vrienden, ik moet de godgewijde
mensen in Duitsland op dit moment op een dwaalspoor laten lopen. Ze bouwen een
nieuwe toren van Babel. Maar Ik ben de Heer. Ik kom naar jullie toe en begeleid
jullie door deze tijd. Ik ben Jezus Christus, de Zoon van David, de Zoon van de
Eeuwige Vader in de Hemel.
In de
oudheid raakte hun taal verward. In deze tijd zijn het hun gedachten. De
Schrift is het Woord van de Eeuwige Vader. Zijn geboden zijn Mijn geboden. Hou
eraan vast. Satan probeert zielen op een dwaalspoor te zetten. Jullie bevinden
je in de tijd van verdrukking. Gezegend is degene die vasthoudt aan Mijn Woord!
Beproef alles wat je hoort en leest; want Satan verleidt zielen op dit moment. Beproef
en bewaar wat goed is.
En
omdat de dwaling in jullie land zo groot is, vraag Ik de welgevallige zielen om
de toewijding aan Maria volgens het Gouden Boek in deze zaak.
M.: Geldt de wijding van Maria volgens het Gouden Boek? Heb
ik dat goed begrepen?
M.: Heer, ik smeek U speciaal voor alle zieke mensen. Ik
leg ze in Uw Heilig Hart en in het Onbevlekt Hart van uw Allerheiligste Moeder.
Heer, heb medelijden met hen, wees hen genadig, heb medelijden met hen.
En Hij drukt Zijn gouden scepter op Zijn Hart. En het wordt
de Aspergillus van Zijn Kostbaar Bloed. En Hij besprenkelt ons met Zijn
Kostbaar Bloed.
Het Kindje Jezus zegt: In
naam van de Vader en de Zoon - dat ben Ik - en van de Heilige Geest. Amen.
Het Goddelijk Kind vertrouwt mij persoonlijk een geheim
toe.
M.: U hebt me al verteld dat dan ... dat niet meer zal
bestaan omdat het zoveel dwalingen in de wereld verspreidt. Ja. Dit is niet
alleen in Duitsland, ook in de wereld.
Het Kindje Jezus antwoordt: Ik heb je gezegd dat de zeilen van de tijdgeest scheuren.
M.: Heer, heb medelijden met ons, heb medelijden met ons,
heb medelijden met ons en de hele wereld. Wees ons genadig.
De Heiland zegt: Bemin
het gebed van eerherstel! Wijd je toe aan Mijn Heilig Hart en het Onbevlekt
Hart van Maria! Maak eerherstel! Alleen door gebed, offer, boetedoening en de
viering van Mijn Allerheiligste Kruisoffer kan dwaling worden opgeheven en het
oordeel worden verzacht.
M.: Heer, we willen heel graag bidden. We willen doen wat U
ons heeft gevraagd.
Jezus zegt: Hoeveel
zielen kunnen er zijn?
M.: Lief Kindje Jezus, H. Padre Pio, H. Charbel, denk aan
ons.
De Heer zegt: Padre
Pio en Charbel hebben Mij volkomen gediend. Adieu!
M.: Tot ziens, tot ziens, Heer, tot ziens.
We bidden: O mijn Jezus, vergeef ons onze zonden, behoed
ons voor het vuur van de hel, leid alle zielen naar de Hemel, vooral degenen
die Uw Barmhartigheid het meest nodig hebben. Amen.
Ten slotte zegent de Koning van de Hemel ons: In naam van de Vader en de Zoon - dat ben Ik
- en van de Heilige Geest. Amen.
M.: Geprezen zij Jezus Christus voor altijd. Amen.
O mijn Jezus, mijn Geliefde, O mijn Jezus, God de Heer,
O mijn Jezus, mijn Geliefde, O mijn Jezus, kom tot mij.
O mijn Jezus, neem de zorgen, al het lijden in Uw Hart.
O mijn Jezus, neem de pijn weg, breng vreugde in mijn Hart.
O mijn Jezus, mijn Geliefde, O mijn Jezus, God de Heer,
O mijn Jezus, mijn Geliefde, O mijn Jezus, kom tot mij.
De Heer gaat terug in het licht. Ook de engelen, ook Pater
Pio en de H. Charbel. De bollen sluiten zich en verdwijnen.
M.: Deo Gratias!
Laten we het lied nog een keer zingen:
Et verbum caro factum
est, et verbum caro factum est, et verbum caro factum est, et habitavit in
nobis.
|