11. NOVEMBER
Maand van de Heilige Rozenkrans
De maand november is gewijd aan de Heilige Zielen in het Vagevuur. De
Kerk herdenkt al haar trouwe kinderen die dit leven hebben verlaten, maar de
vreugden van de Hemel nog niet hebben bereikt. De Kerk heeft ons altijd geleerd
om te bidden voor hen die de eeuwigheid zijn ingegaan. Zelfs in het Oude
Testament werden gebeden en aalmoezen aangeboden voor de zielen van de doden.
Men geloofde dat "voor hen die met godsvrucht waren ingeslapen grote
genade voor hen was weggelegd" en dat "het daarom een Heilige en
heilzame gedachte is om voor de doden te bidden, opdat zij van zonden verlost
mogen worden." We weten dat een verontreinigde ziel de Hemel niet kan
binnengaan.
Het Vagevuur is niet eeuwig. De duur ervan hangt af van de uitspraak die
bij elk bijzonder oordeel wordt uitgesproken. Het kan eeuwenlang worden
verlengd in het geval van de meer zondige zielen, of van degenen die, omdat ze niet
behoren bij de Katholieke gemeenschap, verstoken zijn van de smeekbeden van de
Kerk, hoewel ze door de Goddelijke Barmhartigheid aan de Hel zijn ontsnapt.
Maar het einde van de wereld, dat ook het einde der tijden zal zijn, zal voor
altijd de plaats van het Vagevuur of tijdelijke boetedoening sluiten. God zal Zijn
gerechtigheid en Zijn goedheid met elkaar verzoenen bij de zuivering van de
laatste leden van het menselijk ras, en door de intensiteit van het uitgeboete lijden
te voorzien om wat in duurtijd ontbreekt. Maar terwijl een gunstig oordeel in het
bijzondere oordeel toelaat dat de lichamen van de uitverkorenen hetzelfde lot
ondergaan als deze van de verworpenen, zal bij het algemeen oordeel elk
oordeel, hetzij voor de hemel of voor de hel, absoluut zijn en zullen de
lichamen onmiddellijk worden toegevoegd aan de ziel, hetzij in verheerlijkte
staat voor de Hemel of in afschuwelijke toestand die bij de Hel hoort.
Kroontje
van de arme Zielen in het Vagevuur
Haast u! De minuten schijnen eeuwen! Help ons! Wij zullen het u
vergelden!
Kruisteken
Op de
crucifix: Mijn Jezus, barmhartigheid!
Op de grote
kralen: Eeuwige Vader, ik bied U het Kostbaarste Bloed van Jezus aan als
boetedoening voor mijn zonden, en om de arme Zielen in het Vagevuur te
bevrijden, vooral degenen die het meest verlaten zijn en ontvang hen vandaag
nog in de Hemel zodat ze samen met de H. Maagd Maria, alle Engelen en Heiligen
U voor eeuwig prijzen en zegenen. O God, U bent de Waarheid Zelf, U bent de
Goedheid Zelf, U bent de Liefde Zelf, U bent Almachtig en getrouw, en ik geloof
in U en bemin U uit heel mijn hart en vraag U barmhartigheid te betonen met de
arme Zielen in het Vagevuur, ik bemin hen zoals ik mijn mijzelf bemin uit Liefde
tot U.
Op de kleine
kralen: Mijn Jezus, vergeving en barmhartigheid, door de oneindige verdiensten
van Uw Kostbaar Bloed.
Eindgebed: 3 x Eeuwige
Vader, ik bied U
Bidden en
offers brengen
De Lijdende Kerk (het Vagevuur) en de Strijdende Kerk (op aarde) vormen
in hun relaties een tweede cirkel van meest vitale activiteiten. Nu de Lijdende
Kerk de nacht is binnengegaan "waarin niemand kan werken", kan de
Lijdende Kerk niet rijpen tot haar uiteindelijke zegen door enige inspanning
van haarzelf, maar alleen door hulp van degenen van de Strijdende Kerk of het
Mystiek Lichaam van Christus op aarde en dit door voorspraak en offers. Zij
zijn nog steeds in de wereld en zijn in staat om in de genade van Christus
werken van uitboeting te verrichten.
De Kerk heeft vanaf de vroegste tijden getrouw de Woorden van de H. Schrift
bewaard dat het heilig en heilzaam is om voor de doden te bidden dat zij van
hun zonden verlost mogen worden. [2 Makk. 12:43] De smekende kreet van haar
liturgie: "Geef hun eeuwige rust, O Heer, en laat het eeuwige licht op hen
schijnen", is al te horen in de Handelingen van het martelaarschap van HH.
Perpetua en Felicitas (203) en wordt vertegenwoordigd in talrijke
grafinscripties uit de oudste periode, terwijl theologen en Kerkvaders, te
beginnen met Tertullianus, het substantiële bewijs hebben geleverd. De Katholiek
is daarom geroepen om boete te doen en te lijden voor de "arme
zielen", vooral door het Eucharistisch Offer te brengen, waarin de
oneindige verzoening van Christus aan het Kruis sacramenteel wordt weergegeven,
en de werken van uitboeting van de gelovigen stimuleert en ermee samengevoegd
wordt en die ten gunste komt voor de Lijdende Kerk volgens de mate bepaald door
Gods Wijsheid en Barmhartigheid. Karl
Adam

Aflaten
Door de praktijk van aflaten stelt de Kerk de gelovigen de
onuitputtelijke schat ter beschikking die door de overvloedige genoegdoeningen van
de Heiligen van tijdperk tot tijdperk werd verzameld, samengevoegd met deze van
de martelaren, en verenigd met deze van OLVrouw en het oneindige overblijfsel van
het Lijden van Onze Heer.
Deze kwijtschelding van straf verleent zij aan de levenden door haar
eigen directe macht; maar ze keurt bijna altijd hun toepassing op de doden goed
door middel van smeekbede, dat wil zeggen op de manier waarop elk van de
gelovigen kan aanbieden aan God die het aanneemt, voor een ander, of bijstand
van Zijn eigen bevrediging. Het liturgisch jaar, Abt
Gueranger O.S.B.
Een aflaat is de kwijtschelding voor God van
tijdelijke straffen (penitentie) voor zonden die, wat de schuld
betreft, reeds vergeven werden. Volgens de Katholieke leer moet elke
zondaar namelijk een straf ondergaan voor zijn zonden, om de ziel te zuiveren
en de morele orde en de eer van God te herstellen. Door het geloof in de
verbondenheid van de gelovigen in Jezus, wordt het door de Kerk ook
mogelijk geacht dat een ander deze straf voldoet. De aflaat houdt in dat de
kerk in naam van de verdiensten van Jezus en de Heiligen deze straf laat
opheffen.
Het is een praktijk in de Kerk die nauw verbonden is met het Sacrament
van de Biecht. De zonde moet namelijk eerst zijn opgebiecht, er moet berouw
zijn voor de zonde en een vast voornemen deze niet meer te begaan. Een gelovige
kan deze kwijtschelding onder bepaalde welomschreven voorwaarden verwerven door
toedoen van de Kerk.
De aflaat is gedeeltelijk of vol, naargelang hij iemand
geheel of gedeeltelijk verlost van de tijdelijke straffen die voor de zonde
verschuldigd zijn. Gelovigen kunnen ook aflaten bekomen voor gestorvenen om hen
te helpen bij het uitboeten van hun tijdelijke zondestraffen in het Vagevuur.
- wikipedia
De genoegdoening, gewoonlijk "boetedoening" genoemd, opgelegd
door de Biechtvader wanneer hij absolutie geeft, is een integraal onderdeel van
het sacrament van de boete; een aflaat is extra-sacramenteel; het veronderstelt
de effecten die worden verkregen door biecht, berouw en sacramentele genoegdoening.
Het verschilt ook van de boetewerken die de berouwvolle zondaar uit eigen
beweging verricht - bidden, vasten, het geven van aalmoezen - in die zin dat
deze persoonlijk zijn en hun waarde ontlenen aan de verdienste van hem die ze
verricht, terwijl een aflaat de verdiensten van Christus en van de Heiligen ter
beschikking stelt, die de "Schatkamer" van de Kerk vormen.
Een aflaat is geldig zowel in de gerechtigheid van de Kerk als in Gods
gerechtigheid. Dit betekent dat het de boeteling niet alleen bevrijdt van zijn
schuld aan de Kerk of van de verplichting om canonieke boete te doen, maar ook
van de tijdelijke straf die hij heeft ondergaan in Gods ogen en die hij zonder
de aflaat zou moeten ondergaan om de Goddelijke gerechtigheid te bevredigen.
Dit betekent echter niet dat de Kerk pretendeert de aanspraak van Gods
gerechtigheid opzij te zetten of dat zij de zondaar zijn schuld kwijtscheld.
Zoals de H. Thomas zegt: "Hij die aflaten verkrijgt, wordt daardoor niet
regelrecht vrijgesteld van wat hij als boete verschuldigd is, maar krijgt de
middelen om het te betalen." - newadvent.org
1. Vereiste
voorwaarden
- Om
aflaten te kunnen verdienen moet men in staat van genade zijn en
- de intentie hebben
om de aflaat te verdienen.
- Algemeen
beginsel is: men kan slechts eenmaal per dag een volle aflaat verdienen,
met uitzondering alleen van stervensgevaar (zie §2, nr.6).
Het is vereist dat alle gehechtheid aan zonde, zelfs kleine
dagelijkse zonde, afwezig is. Indien aan de laatste voorwaarde minder perfect
wordt voldaan of wanneer de drie voorgeschreven voorwaarden (d) niet vervuld
zijn, zal de aflaat slechts een gedeeltelijke zijn
- De drie
gewone voorwaarden om een volle aflaat te verdienen zijn: biecht,
communie en mondgebed (mondeling gebed, niet inwendig alleen) tot
intentie van de paus.
Voor het gebed tot intentie van de paus volstaat men met een Onze
Vader en een Weesgegroet, of een gebed van gelijke duur.
Is voor het verdienen van een aflaat bovendien het bezoek van een kerk of
kapel voorgeschreven, dan moet men bij dat bezoek bidden een Onze Vader en
de Geloofsbelijdenis. Hierdoor vervalt echter niet het gebed tot intentie
van de paus.
Over de drie gewone voorwaarden (biecht, communie en gebed tot intentie
van de paus): de biecht kan meerdere dagen vóór of na het voorgeschreven werk
voldaan worden; maar de communie en het gebed tot intentie van de paus horen op
dezelfde dag te geschieden als het voorgeschreven werk. Voor de biecht is tot
acht dagen voor of na een gebruikelijke termijn. Het kerkbezoek met de vereiste
gebeden kan vanaf 's middags 12 uur daags vóór de aflaatdag plaats hebben. Eén
enkele sacramentele biecht volstaat om verschillende volle aflaten te
verdienen; maar de communie moet ontvangen worden en het gebed voor de intentie
van de paus moet herhaald worden telkens wanneer men een volle aflaat wil
verkrijgen.
Gedeeltelijke
en volle aflaten kunnen altijd worden toegepast op de overledenen door
een smeekgebed. Om een aflaat verbonden aan een gebed te verdienen,
volstaat het dat gebed op te zeggen al of niet afwisselend met een andere
persoon, of het mentaal te volgen terwijl het door een ander wordt opgezegd. Het
gebed moet dus door iemand opgezegd worden, uitsluitend stil mentaal bidden
volstaat niet, tenzij het tegendeel uitdrukkelijk is vermeld. Sommige kerken
bieden gelegenheid in een bepaald tijdsbestek aflaten voor overledenen te
verdienen.
Een aflaat gehecht aan het gebruik van een godsvruchtig voorwerp
verdwijnt enkel, wanneer dat sacramentale volledig vernield of
verkocht is.
2. Lijst van
de belangrijkste volle aflaten
Een volle aflaat is te verdienen voor de volgende gebeden of oefeningen:
- Gebedje
"En ego" (Gebed tot de gekruisigde Jezus) na de communie, maar
alleen op de vrijdagen van vasten- en passietijd.
- Een
geestelijke oefening van ten minste drie dagen.
- Oefening
van eerherstel op het feest van het H. Hart, publiek gebeden.
- Gebed van
toewijding op het feest van Christus Koning.
- Bezoek en
aanbidding van het Heilig Sacrament gedurende een half uur.
- De Pauselijke
zegen, verleend door de paus, bijvoorbeeld tijdens het Urbi et Orbi,
door een bisschop, of in het stervensuur door een priester. Bij afwezigheid
van een priester verleent de Kerk automatisch deze volle aflaat.
- Bij
eerste Mis, eerste communie: de betreffende persoon en alle aanwezige
gelovigen.
- Rozenhoedje:
gebeden in kerk, kapel, familieverband of religieuze communiteit.
- Lezing
van de H. Schrift gedurende een half uur.
- Het
publiek bidden van het ´Te Deum¡ op de laatste dag van het jaar.
- Veni
Creator Spiritus op 1 januari en op Pinksteren, mits publiek
gebeden.
- Op 2
augustus (Portiuncula-aflaat) bij bezoek aan een kerk, en volgens eigen
Directorium van het Bisdom.
- Kruiswegoefening.
Voor wie echter de oefeningen niet kunnen verrichten volstaat een lezing
of meditatie over het lijden van Christus gedurende een half uur.
- Bezoek
van kerk of kapel op Allerzielen; alsook bezoek van het kerkhof elke
dag van het octaaf (1 tot 8 november).
- Godvruchtig
bezoek van de parochiekerk, op een patroonsfeest of op 2
augustus (Portiuncula-aflaat). De ordinarius kan de dag
veranderen. Bij het bezoek is vereist één Onze Vader en de
geloofsbelijdenis te bidden.
- Hernieuwing
van de doopbeloften op de Vigilie van Pasen en op de verjaardag
van het doopsel.
- Het
gebruik van een godvruchtig voorwerp (kruisje, kroontje,
medaille e.a.) door paus of bisschop gewijd, maar alleen op het Hoogfeest
van de HH. Petrus en Paulus, als men de geloofsbelijdenis bidt.
- Het
volledig uitlopen van de precies voorgeschreven route van de Stille
Omgang te Amsterdam.
3.
Commutatie en dispensatie
De biechtvaders zijn bevoegd voor hen die ze niet kunnen vervullen, zowel
het voorgeschreven werk als de vereiste voorwaarden in andere te commuteren. De
plaatselijke Ordinarissen kunnen bovendien hun eigen gelovigen op plaatsen,
waar dit heel moeilijk voor hen is, dispenseren van de biecht en het ontvangen
van de communie. Zij moeten echter berouw hebben over hun zonden en voornemens
zijn, zodra mogelijk aan die verplichting te voldoen.
4. Over de
gedeeltelijke aflaten
Bij gedeeltelijke aflaten wordt niet meer gesproken over jaren en dagen.
Als maatstaf geldt, dat de Kerk zoveel kwijtschelding van kerkelijke straffen
toevoegt als de gelovige reeds verkrijgt overeenkomstig de voortreffelijkheid
van het werk en de liefde, waarmede het verricht wordt. Gedeeltelijke aflaten
zijn aan veel gebedsoefeningen en schietgebeden verbonden, te veel om te
vermelden. Maar iets nieuws in de nieuwe aflatencodex is, dat daar
vier algemene concessies van gedeeltelijke aflaten worden gedaan voor
verschillende soorten van godvruchtige werken, zonder verdere voorwaarden. De
vier concessies zijn de volgende:
- Een
gedeeltelijke aflaat wordt verleend aan elke gelovige die in het vervullen
van zijn plichten en in het dragen van de lasten van het leven met nederig
vertrouwen zijn geest tot God verheft met toevoeging, al is het ook alleen
inwendig, van een of andere godvruchtige aanroeping.
- Een
gedeeltelijke aflaat wordt verleend aan alle gelovigen die door de geest
van geloof geleid, zichzelf of hun goederen prijsgeven ten dienste van hun
medemensen die in nood verkeren.
- Een
gedeeltelijke aflaat wordt verleend aan elke gelovige die zich in de geest
van boetvaardigheid uit vrije wil onthoudt van iets dat geoorloofd en
aangenaam is.
- Een
gedeeltelijke aflaat wordt toegekend aan de gelovige die voor anderen op
spontane wijze openlijk getuigenis aflegt van zijn geloof in de concrete
omstandigheden van zijn dagelijks leven (Deze vierde concessie kwam erbij
sinds 1999).
Verder kan elke gelovige die een godvruchtig voorwerp (kruisje, rozenkrans,
scapulier, medaille), dat door een Priester gewijd is, in vrome gezindheid
gebruikt, een gedeeltelijke aflaat verdienen.
Eeuwige rust, schenk hun, o Heer, en laat eeuwig licht op hen schijnen.
Mogen de zielen van de overleden gelovigen, door de genade van God, rusten in
vrede. Amen.
De maand november is gewijd aan de zielen in het vagevuur, wiens feest
wordt gevierd op 2 november. De maand november valt grotendeels nog tijdens het
liturgische seizoen dat bekend staat als de gewone tijd, die wordt
vertegenwoordigd door de liturgische kleur groen. Het laatste deel van het
liturgisch jaar vertegenwoordigt de tijd van onze pelgrimstocht naar de Hemel
waarin we hopen op beloning. Daarna begint de Advent en de liturgische kleur wordt
paars, wat staat voor een tijd van boetedoening.
Intentie: De missie van leken in de Kerk: we bidden dat
door de deugd van het Doopsel de leken, vooral vrouwen hun rol als steun bij de
zielszorg van de Kerk met ijver uitoefenen. Dat ze mee een magneet zijn die
mensen aanzet om terug te keren naar God, de Kerk en de Sacramenten.
Feesten in November
1 ALLERHEILIGEN, OOK HEILIGEN ZONDER FEESTDAG OF WAARVAN DE STERFDAG ONBEKEND IS ZOALS MARIA CRUCIFIXA VAN JEZUS (+1787) FLORIBERT VAN GENT (+660)
2 ALLERZIELEN TOBIAS van Nineve (-5e eeuw)
3 MARTIN DE PORRES (+1639) HUBERTUS VAN LUIK (+727)
4 CAROLUS BORROMEUS, BISSCHOP (+1584) ISAI (of Jesse) VAN BETHLEHEM
(ong -1050)
5 ODRADA VAN ALEM (8E eeuw) ZACHARIAS EN ELISABETH VAN JERUZALEM
6 ALLE GELOOFSVERKONDIGERS IN NEDERLAND (VOOR 1000)
7 WILLIBRORD VAN UTRECHT (+739)
8 WILLEHAD VAN BREMEN (+789) BISSCHOPPEN VAN UTRECHT (739-1054) JOHANNES DUNS SCOTUS (+1308)
9 WIJDING VAN DE AARTSBASILIEK VAN ST JAN VAN LATERANEN (324) ELISABETH DE LA TRINITE (+1906)
10 LEO I, PAUS (+461) - NOACH, AARTSVADER (ong. -3000)
11 MARTINUS VAN TOURS (+397)
12 JOSAFAT KUNCEWYCZ VAN POLOTSK (+1623) - LIEVEN VAN GENT MET BRICTIUS EN KRAIFAILDIS (eind 7e eeuw) MARIA ICOON BARMHARTIGE MOEDER GODS
(1600)
13 STANISLAS KOSTKA (+1568) - FRANCES XAVIER CABRINI, MAAGD (+1946)
14 ALBERICUS VAN UTRECHT (+784)
15 ALBERTUS DE GROTE, BISSCHOP (+1280)
16 MARGARETA VAN SCHOTLAND (+1093) GEERTRUIDA DE GROTE (ong. +1302)
17 ELISABETH VAN HONGARIJE (+1231)
18 WIJDING VAN DE BASILIEKEN ST PETRUS (1626) EN ST PAULUS (1854)
19 MECHTHILDIS VAN HACKEBORN (+1299) - OBADJA, PROFEET (- 5de eeuw)
20 BERNWARD VAN HILDESHEIM (+1022)
21 PRESENTATIE VAN DE H. MAAGD MARIA
22 CECILIA VAN ROME MET VALERIANUS EN TIBURTIUS (na 229) FILEMON, APOSTEL MET APPIA EN ARCHIPPUS (ong. 70)
23 CLEMENT I, PAUS EN MARTELAAR (+97) COLUMBANUS VAN LUXEUIL (+615) MIGUEL PRO (+1927) TRUDO
VAN ST-TRUIDEN (ong. +695)
24 MARTELAREN VAN VIETNAM (1745-1862) ALBERTUS VAN LEUVEN (+1192)
25 CATHARINA VAN ALEXANDRIE (+310)
26 JAN BERCHMANS (+1621) LEONARDO VAN PORTO MAURIZIO (+1751)
27 ACHARIUS VAN DOORNIK (ong. +640) CLOVIS I VAN GALLIE (+511) MARIA
VAN DE WONDERDADIG MEDAILLE (1830) - MARIA ICOON VAN HET TEKEN (1169)
28 CATHARINE LABOURE (+1876)
29 RADBOUD VAN UTRECHT (+917)
30 ANDREAS, APOSTEL
Hoogtepunten
in november:
Hoogfeest van
Christus Koning: Het hoogfeest Christus, Koning van het heelal
wordt gevierd op de laatste zondag van het kerkelijk jaar. Het viert de
universele heerschappij van Jezus, het geïncarneerde Woord van God. Christus
Koning is de plechtige afsluiting van het kerkelijk jaar in de Romeinse Ritus
van de Katholieke Kerk. De officiële Latijnse naam voor dit hoogfeest
luidt: Dominus Noster Iesus Christus Universorum Rex.
Het werd ingesteld door paus Pius XI in 1925 bij het zestiende eeuwfeest
van het Concilie van Nicea. De encycliek die hij daartoe schreef was Quas
Primas. Op genoemd Concilie werd plechtig uitgesproken dat Jezus de Zoon
van God is en "één in wezen met de Vader": Deum de Deo, Lumen
de Lumine, Deum verum de Deo vero ('God uit God, Licht uit Licht, ware
God uit de ware God') uit het Credo.
Vóór het Tweede Vaticaans Concilie vond Christus Koning plaats op de
laatste zondag van oktober. Bij die viering hoorde ook de plechtige toewijding
van de gehele mensheid aan het Goddelijk Hart. Op heden vindt het plaats op de
vijfde zondag vóór Kerstmis.
De liturgie van 'Christus, Koning van het heelal' benadrukt de rol van
Jezus als Heerser van de Schepping in het nieuwe heilsbestel, in de Bijbel
aangeduid als Rijk Gods. Door zijn Dood en Verrijzenis is er een eind gekomen
aan de oude orde, waarin de mens onderworpen was aan de macht van de dood. Al
wie in Christus gelooft zal worden verheven tot een schepsel dat de eeuwige
heerlijkheid zal mogen genieten.
Paus Benedictus XVI drukte het wezen van Christus' Koningschap als volgt
uit. "Het Koninkrijk van Christus volgt de criteria van deze wereld niet.
Zijn maatstaf is de liefde, de toewijding, de inzet voor de behoeftigen naar
lichaam en ziel. Als we in het Onze Vader bidden dat Zijn Rijk kome, dan
vereist dat van ons dat we de bereidheid hebben de wil van onze Koning in ons
eigen leven om te zetten. De Heer zal ons laten zien waarmee we onze medemensen
kunnen helpen¡ - Feest van Christus
Koning, 23/11/2008 (uit:kro-ncrv)
Einde van
het Kerkelijk jaar
Als we aan het einde van het kerkelijk jaar komen, wordt ons gevraagd om
de eindtijd in overweging te nemen, zowel die van onszelf als die van de
wereld. Het hoogtepunt van het liturgisch jaar is het feest van Christus
Koning. "Dit feest bevestigt het hoogste gezag van Christus over mensen en
hun instellingen. Daarna breekt de Advent aan met het perspectief van de Komst
van de Heer in heerlijkheid." - A.G.
Mortimort
Symbolen
Allerheiligen
De Kroon verwijst naar heiligheid, de rollen met het opschrift Sanctus
zinspelen op het gezang van de verlosten: Heilig, Heilig, Heilig. De
linkerhelft van het schild geeft de helderheid van het Hemelse leven weer in
tegenstelling tot de zwarte rechterhelft en de beproevingen van het aardse
leven.
H. Andreas
De Patroon van Rusland, Schotland en het Oecumenisch Patriarchaat.
Volgens de overlevering werd de H. Andreas gekruisigd op een X-vormig kruis.
Het is het teken op de Schotse vlag, bekend als de Saltire.
Opdracht
van Jezus in de tempel
Dit embleem, een hart met vleugels en doorboord door een zwaard doet
denken aan de Moeder van Smarten en is een verwijzing naar de woorden van
Simeon: Een zwaard zal uw hart doorboren.
H.
Catharina van Alexandrië
Patrones van kuisheid en studie. Het wiel met spijkers verwijst naar de
wielen met spijkers die in de legende worden genoemd om haar erop te bevestigen
en te breken. Maar door Goddelijke tussenkomst werden de wielen vernietigd.
H. Cecilia
De enige duidelijke reden waarom ze bekend staat als Patrones van muziek,
is dat de H. Cecilia bedreven zou zijn geweest in het zingen van Goddelijk lof,
vaak vergezeld van een instrument.

Maria, Moeder Gods, vol van genade, kom en help de arme Zielen door Uw
krachtige tussenkomst!
12 stappen
om het Vagevuur te vermijden
1. In elk
gebed, elke Mis die je hoort, elke Communie die je ontvangt, elk goed werk dat
je verricht, smeek God om je een Heilige en gelukkige dood te schenken en geen Vagevuur.
God zal een gebed met zoveel vertrouwen en volharding verhoren.
2. Doe altijd
Gods Wil. Je eigen wil doen leidt tot ongeluk, God weet wat het beste voor je
is. Bid in het Onze Vader daarom vurig:
Uw Wil geschiede.
3. Accepteer al
het lijden, verdriet, pijn en teleurstellingen van het leven, of ze nu groot of
klein zijn, een slechte gezondheid, verlies van goederen, de dood van je
geliefden, hitte of kou, regen of zonneschijn als afkomstig van God. Verdraag
het sereen en geduldig uit liefde voor Hem en als boetedoening voor je zonden.
Natuurlijk kan men al zijn inspanningen gebruiken om problemen en pijn af te
weren, maar als men het niet kan vermijden, verdraag het dan geduldig. Ongeduld
en opstandigheid maken het lijden veel groter en moeilijker te dragen.
4. De grootste
daad in het leven van Christus was Zijn Lijden. Zoals Hij een Lijdensweg had,
zo heeft ieder van ons een Lijdensweg. Onze Lijdensweg bestaat uit dagelijkse
plichten doen, werken, teleurstellingen, ontberingen, tegenslag, pijn, verdriet
aanvaarden en het verenigen met het Lijden van Christus als offer. We krijgen
meer verdiensten door een beetje pijn dan door jaren van plezier.
5. Vergeef alle
verwondingen en overtredingen, want zoals wij anderen vergeven, vergeeft God
ons. Ga naar het Sacrament van de Biecht. Dit Sacrament doet meer dan ons
'slechts' van onze zonden verlossen; het geeft ons een geweldige toename van Heiligmakende
genade. Het wint voor ons een hogere plaats in de Hemel, met een grotere
vereniging met God. Elke keer dat we gaan biechten, worden we behoed voor vele
gevaren en tegenslagen die ons anders zouden zijn overkomen. Een goede biecht
helpt ons om de inspiraties van de Heilige Geest te horen, en om het advies van
onze Beschermengelen te horen en op te volgen.
6. Vermijd
doodzonden, opzettelijke dagelijkse zonden en breek met slechte gewoonten. Dan
zal het relatief gemakkelijk zijn om aan Gods gerechtigheid te voldoen voor de
zonden van zwakheid. Vermijd vooral zonden tegen naastenliefde en kuisheid, in
gedachte, woord en daad want deze zonden zijn de reden waarom vele zielen lange
tijd in het Vagevuur worden vastgehouden.
7. Het zit hem
niet in het doen van grootse daden, maar veel kleine dingen, daden van
vriendelijkheid en liefdadigheid, geef de aalmoezen die je kunt, mopper niet als
dingen niet naar wens zijn, klaag niet over anderen, weiger nooit om anderen te
helpen als het mogelijk is. Dergelijke daden zijn een prachtige boetedoening.
8. Doe alles
wat in je macht ligt om de Heilige Zielen in het Vagevuur te helpen. Bid
voortdurend voor hen, zorg dat anderen dat ook doen. De Heilige Zielen zullen
je royaal terugbetalen.
9. Er is geen
krachtiger manier om van God een Heilige en gelukkige dood te verkrijgen dan
door wekelijkse Biecht, dagelijkse H. Mis en Communie. Laat H. Missen opdragen
voor overledenen om hun tijd in het Vagevuur te verkorten.
10. Een bezoek
aan het Heilig Sacrament tijdens de H. Aanbidding al is het maar een
kwartiertje is een gemakkelijke manier om dezelfde genade te verkrijgen.
Kniel in aanwezigheid van Jezus met de ogen gericht op het Tabernakel of
Monstrans, in de zekerheid dat Hij naar je kijkt, en herhaal dan schietgebedjes
zoals deze: Mijn Jezus, Barmhartigheid. Mijn Jezus, heb medelijden met mij,
zondaar. Mijn Jezus, ik hou van U. Mijn Jezus, geef mij een gelukkige dood.
11. Draag het
bruine scapulier van OLVrouw van de berg Karmel, opgelegd door een Priester.
"Wie sterft, gekleed in dit scapulier, zal het eeuwige vuur niet
ondergaan." Dit is de belofte van de H. Maagd Maria, gedaan op 16 juli
1251 aan de H. Simon Stock. Het Sabbatijns voorrecht is de belofte van Maria om
spoedig na de dood al diegenen uit het Vagevuur te bevrijden die: 1) het bruine
scapulier dragen 2) de kuisheid in acht nemen in overeenstemming met hun
levensstaat en 3) elke dag het kleine Officie van de Heilige Maagd Maria bidden.
Maria's Moederschap is niet beperkt tot Katholieken. Het wordt uitgebreid tot alle
mensen. Er zijn vele wonderen van bekering verricht ten gunste van niet-Katholieken
die de devotie van het scapulier hebben beoefend.
12. Gebruik
wijwater. Wijwater is een sacramentalie dat dagelijkse zonden vergeeft. Vanwege
de zegen die eraan verbonden is, moedigt de Kerk het gebruik ervan op haar
kinderen sterk aan, vooral wanneer er gevaar dreigt, zoals brand, stormen,
ziekte en andere calamiteiten. Elk Katholiek huis zou een voorraad wijwater
moeten hebben. Hou je ziel zuiver in Gods ogen door zorgvuldig het Kruisteken
te maken terwijl je zegt: Was al mijn
zonden en de zonden van de arme Zielen in het Vagevuur weg, O Heer, door dit wijwater
en door Uw Kostbaar Bloed.
|