Nu zie ik ook de twee engelen, die elk uit een bol
tevoorschijn komen in prachtige, witte, stralende gewaden. Ik heb hun altijd
beschreven. Ze hebben schouderlang donkerblond haar. Ik kan niet zien of het
een man of een vrouw is. De engelen hebben geen geslacht.
Het Kindje Jezus zegent ons: In naam van de Vader en de Zoon - dat ben Ik - en van de Heilige Geest.
Amen. Ik ben Jezus Christus, jullie Heer, de Zoon van David. Ik kom naar je toe
als Kind. En Ik heb al uitgelegd waarom Ik dit doe. Ben je Mijn Psalm vergeten?
Manuela: O Heer, ik ben het vergeten. We wilden de psalm
uit de Bijbel bidden, ja. Misschien kunnen we dat meteen doen. Excuseer mij
alstublieft. (Noot: psalm 123: zie onderaan)
De Hemelse Koning zegt: Zeg tegen de hopelozen dat Ik Mijn Kerk zal vernieuwen. Wees blij, heb
hoop en blijf trouw aan Mijn Woord. Wat je meemaakt duurt maar een korte aardse
tijd.
Manuela: Hoe noemt U dat? Apostasie (geloofsafval), wat is
dat? Is dit wat we nu meemaken en dat het maar een korte tijd zal duren, Heer?
Ja?
De Heer antwoordt: Zo
is het. Blijf Mij trouw!
De Heer wenst het Jezus-monogram "IHS" op het Huis
van Jeruzalem en in onze huizen als een beschermend schild. Het Kindje Jezus
zegt: En nu kijk Ik naar je bekommernissen.
Manuela: O Heer, besprenkel ons met Uw Kostbaar Bloed. Ik
vraag U er zo naar. Allen die hier zijn, de harten, de biddende harten en de
harten die hier niet kunnen zijn.
De Heer besprenkelt ons met het Kostbaar Bloed en zegent
ons: In naam van de Vader en de Zoon -
dat ben Ik en de Heilige Geest. Amen.
Manuela: Allerkostbaarste bloed van Jezus Christus, red ons
en de hele wereld. Amen.
Het Kindje Jezus zegt: Ik
zal hetzelfde doen in het Huis van Jeruzalem. Het gaat over het aanbrengen
van het monogram "IHS".
Manuela: Ik dank U met heel mijn hart Heer, ik dank U met
heel mijn hart, ik dank U eeuwig met heel mijn hart. Serviam! Adieu! In naam
van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. Amen. Alle lof zij Jezus Christus in
eeuwigheid. Amen. U zij alle dank, O Heer, in alle eeuwigheid. Amen.
Psalm
123
Naar U sla ik mijn ogen op, naar U die in de Hemel troont,
zoals de ogen van een slaaf de handen van zijn heer volgen, en de ogen van een
slavin de hand van haar meesteres, zo volgen onze ogen de Heer, onze God, tot
Hij ons genadig wil zijn.
Wees genadig, Heer, wees ons genadig, wij worden veracht,
meer dan te dragen is. Meer dan onze ziel kan dragen raakt ons achteloze spot,
de hoogmoed van onverschilligen.