20/9 Verschijning van het genadevolle Kindje
Jezus in Sievernich
Ik zie drie gouden bollen, een
grote gouden bol in het midden en één rechts en links, boven ons zwevend, en nu
boven de kastanjeboom. En er komt reeds een prachtig licht uit de bollen naar
ons toe. De grote bol in het midden gaat nu open en er komt een wonderbaar
licht uit.
Nu zie ik het Kindje Jezus uit
dit licht tevoorschijn komen in de gestalte van Praag. Het draagt een grote
gouden kroon, een gouden gewaad en op de borst een witte Hostie met de gouden
inscriptie van Zijn Allerheiligste Naam, het monogram "IHS", met de
eerste streep van H die een kruis vormt, Zijn Kruis. En Hij draagt de mantel
van Zijn Kostbaar Bloed waarop gouden lelies zijn geborduurd. Nu komt Hij dichterbij.

Dan openen de andere twee bollen
zich. En uit de andere twee bollen komen twee engelen, die donkerblond haar
hebben tot op hun schouders en gekleed zijn in een mooi, maar eenvoudig wit,
stralend. En ze spreidden de wonderbare Koninklijke mantel op hun knieën over
ons uit.
We zijn volledig bedekt met de
Koningsmantel van het Kindje Jezus. De mantel wordt bovenaan bijeen gehouden
met een gesp, een gouden gesp versierd met rode stenen. Op deze gesp staat ook
weer "IHS". Het Kindje Jezus draagt een grote gouden scepter in
Zijn rechterhand. Het houdt de wereldbol in Zijn linkerhand. Hij heeft kort
haar met donkerbruine krullen, blauwe ogen en Hij komt dichterbij.
Hij spreekt: In naam van
de Vader en de Zoon - dat ben Ik - en van de Heilige Geest. Amen. Ik ben Jezus
Christus, de Zoon van God, de Zoon van David. Ik kom om jullie te troosten, om
jullie door deze tijd te leiden.
Ik heb jullie gesproken dat er een offer zal
zijn van Abel en een offer van Kaïn. Het offer van Abel is van God, maar het
offer van Kaïn is wat de mens heeft gebracht. Blijf trouw aan de leer van de Apostelen;
omdat dit van Mij komt. Ze hebben de leer getrouw doorgegeven in de H. Schrift.
De Heilige Schrift is het woord van de Eeuwige Vader in de Hemel. Het kan niet
worden gewijzigd. Gods Woord leeft eeuwig, het is levend. Blijf het Woord trouw.
De aanwezige Priester besprenkelt
de verschijning van het Kindje Jezus meerdere malen met ge-exorciseerd
doopwater.
De Hemelse Koning glimlacht en
zegt: Als ik besprenkeld word, zal Ik nog dichter komen. Hij komt
dichter naar ons toe.
Manuela: Dat is geen wantrouwen,
nee. De Hemelse Koning zegt: Ook het water komt van de Eeuwige Vader. Hij
heeft alles geschapen. Serviam, zeg Ik jullie. Dien de Eeuwige Vader in de
Hemel. Jullie zijn niet ´Heer¡! Ik ben de Heer, Ik ben Gods Zoon, Jezus
Christus. Ik kom naar jullie als Kind.
Manuela: En toch draagt U die
wondetekenen, Heer? Het Kindje Jezus antwoordt: Ja!
Manuela: Ze glanzen prachtig, als
robijnen. Nu worden ze verheerlijkt. De Heer zegt: Zie je, dit is Mijn
verheerlijkte mantel, Mijn Koninklijke mantel, eens Mijn mantel van spot. Serviam,
Serviam, Serviam! Wie van Mij houdt, bevrijdt zijn hart van de wil om te willen
heersen. Wie Mij liefheeft, dient de Hemelse Vader.
Manuela: Heer, hoe doen we dat
met de zon? Het IHS-monogram? Wat moeten we daarmee doen? Moeten we het zo openbaren?
Moeten we uw Heilige Kruis van Bescherming openbaren? Wat moeten we doen?
Het genadevolle Kindje Jezus
antwoordt: Versier Mijn Naam als de zon. Je mag het ook zo verspreiden. De Priester
zegent het in Mijn Naam met Mijn kracht. En je kunt het ook zo in de woningen
aanbrengen. Als je het met de zon versiert, schep Ik er vreugde in.

Manuela: Met stenen, Heer, die
hier liggen? Vind U dat oke?
De Heer antwoordt: Breng ook
mijn beschermend kruis in jullie huizen. Het is bedrukt met Mijn Allerheiligste
Naam.

Manuela: We hebben de houten kruisen en rozenkransen op Uw
aanwijzing gemaakt. Dit klopt dus ook. De beschermende kruisen horen er niet op,
de houten kruisen wel. Ja, ja, ik heb het begrepen.
Wat is er? Nu komt de wereldbol dichter. Boven Duitsland
ligt de doornenkroon. Boven Amerika, de VS, ligt een Kruis. Boven Italië zie ik
martelwerktuigen liggen, die onze Heer aan het kruis hebben bevestigd. Boven
Frankrijk ligt de Mantel van spot. De kelk neigt over Afghanistan. Boven Israël
zie ik het bord dat men boven de Heer op het Kruis bevestigd had met het
opschrift INRI.
Manuela: O Jezus, Zoon van David, heb medelijden met ons en
de hele wereld! Het Jezuskindje zegt: Nog
begrijp je dit niet.
Manuela: Heer, U moet mij dit laten zien wanneer het zover
is, als het Uw Wil is. Serviam.
Nu neemt Hij Zijn grote Scepter naar Zijn Hart, en dat
wordt de aspergil (wijdingskwast) van Zijn Heilig Hart. En Hij besprenkelt ons
met het Kostbare Bloed. De Heer zegt: In
naam van de Vader en de Zoon en de Heilige Geest. Amen. De Zoon, dat ben Ik. Ik
kijk in jullie hart. Mijn Woord blijf in jullie hart. Mijn zegeningen blijven
in jullie hart. Adieu!
Manuela: Adieu, adieu, mijn Heer en Redder. Ik plaats alle
zieken in Uw Heilig Hart. Al het lijden, allen die hier zijn en in de
livestream leg ik met al hun zorgen in Uw Heilig Hart. Deo Gratias! Adieu!
De Heer gaat terug in het licht en in de bol van licht. De
bol van licht sluit zich; en de twee engelen gaan ook terug in hun bollen. Ook
deze sluiten zich en verdwijnen. Deo Gratias! We bidden: O mijn Jezus, vergeef
ons onze zonden, behoed ons voor het vuur van de Hel, breng alle zielen naar de
Hemel, vooral degenen die Uw Barmhartigheid het meest nodig hebben. Jezus, Maria, Jozef! Jezus, Maria, Jozef! Jezus,
Maria, Jozef!
Opmerking: Serviam (= ik zal dienen!)
|