10/9 De
waarheid, het licht - Dana Coverstone
Ik zag een heldere zonnige lucht en ik zag de man die ik
dikwijls zie in mijn dromen, de Christusfiguur, in de straten van NY lopen. Ik
zag de skyline en de Empire State builing. Hij had Joodse gewaden van de eerste
eeuw aan met een Joodse gebedssjaal op zijn hoofd. Hij hield een stevige pas
aan en de mensen gingen hem voorbij zonder op hem te letten. Hij had een touw
in zijn handen en het hing bijna tot op de grond en eraan hing een traditionele
stenen tafel, zoals deze van de 10 geboden en het touw bewoog niet, zelfs niet
toen Hij liep. In de droom liep ik naast Hem. Ik vroeg Hem waarom het touw en
de stenen tafel eraan, niet bewoog. Hij zei duidelijk: Mijn schietlood beweegt
nooit. Ik vroeg Hem waar we heen gingen en Hij zei: Zaken afhandelen.
We gingen voorbij een straatbord waarop stond Wall Street.
We gingen verder de straat in. Toen stopte hij en keek naar een groot Wall
Street-gebouw. Hij hield het schietlood naast het gebouw. Ik zag dat het gebouw
afweek van het touw dat Hij vasthield. Hij zette zijn beide handen tegen het
gebouw en begon te duwen en het gebouw werd dooreen geschud. Het gebouw bleef
wankelen, zelfs nadat Hij zijn handen had teruggetrokken. Ik zag dat de ramen
van het wankelende gebouw open gingen en ik zag bureaumateriaal en mensen die
uit de ramen vielen. Ik zag geld, biljetten en muntstukken van alle soort munteenheden,
niet alleen Amerikaans geld, eruit vallen.
Ik zag edelmetalen, waardevolle zaken eruit vallen. Maar
het waren vooral geldbiljetten en munten. Van zodra ze de grond raakten begon
een hevige windhoos ze in de lucht te tillen en ze kwamen niet meer naar
beneden. De mensen op de grond waren gewond en hadden het moeilijk om te lopen.
Deze mensen waren allen in maatpakken gekleed, zowel mannen als vrouwen. Ze
waren bedekt met wat leek op pek en teer. Het zag er als een dikke brij uit.
Het leek hen aan de grond te kleven. Ze konden bewegen, maar niet opstaan. De
pek zag er olie-achtig uit.
De man zei mij Hem te volgen. We gingen met stevig pas verder
naar een andere plaats en ik kon het Capitool zien aan de horizon. Hij stond
aan de trap van het Capitool. Hij hield het schietlood vast met zijn
rechterhand. Het Capitool week af van het schietlood. De man stak Zijn
rechtervoet in de lucht en deed Zijn sandaal af. Hij stampte hard op de eerste
trede van de trap van het Capitool. Het gebouw begon te wankelen. Mensen vielen
uit de ramen en deuren, ook documenten en naamplaatjes van de bureaus
De mensen
vielen hard met hun knieën op de grond. Je kon hun knieën horen kraken. Ze
schreeuwden het uit van pijn. Deze mensen werden bedekt met een dikke donkerpaarse
siroop. Ze probeerden recht te staan maar het was een kleverige brij en ze
slaagden er niet in recht te staan.
De helft van de groep mensen weenden. Sommigen lagen op de
grond in foetuspositie en kreunden. De andere helft hielden hun hoofd naar
beneden, en schudden hun vuist naar de man, maar zeiden niets. Toen zei de man opnieuw
Hem te volgen.
Toen ging de zon onder en het was donker. Het was nacht.
Toen zag ik een kerkgebouw. Het was van moderne architectuur en het had een
groen neonlicht kruis op de top. Het flikkerde licht van wit naar groen. De man
ging naar het gebouw en deed zijn bovenste gewaad af en zijn gebedssjaal. Hij
werd beduidend groter dan de kerk. Hij plaatste beide handen tegen de kerk en
tilde het gebouw op in de lucht. Hij nam geen schietlood. Hij keek naar mij en
zei: Ik heb hen gewaarschuwd. Hij schudde de kerk met geweld dooreen. Hij
schudde het voor verschillende momenten. De lichten van het gebouw gingen uit,
de buitenmuren barstten. En toen zette Hij de kerk hevig op de grond neer. De
voordeuren braken open. De deuren vielen van hun hengsels. Ik zag mensen uit de
kerk strompelen. Ze leken te duizelen, en liepen dan weg, zo snel ze konden. Ze
gooiden bijbels op de grond en keken zelfs niet om. Ze probeerden er weg te
geraken, zo snel ze konden.
Ik zag gewone mensen en predikanten, die evengoed wegliepen,
en hun gezicht bedekten met hun vest. Velen van hen schudden hun hoofd. Er was
een groep mensen, waarvan ik hun gezicht niet kon herkennen, die buiten liepen
en die zelfs ontkenden dat ze Jezus kenden. Ze zeiden: Ik heb Hem nooit gekend,
Ik ken Hem niet, dat is niet mijn kerk. Ze waren er zelfs verlegen om dat ze in
de kerk waren geweest. Toen kon ik de binnenkant van de kerk zien en ik zag
schade. Ik zag houten kerkbanken omvergeworpen en gebroken. Ik zag kandelaars
die op de grond lagen. Ik zag een eiken preekstoel die nog intact was, vooraan
in de kerk. De preekstoel was bedekt met puin en leek een beetje te schuin te
staan. Je kon zien dat de man deze schade had veroorzaakt door het schudden. Er
was elektrische schade, schade aan de muren, structurele schade.
Toen zag ik de plaats van het altaar. En waren honderden,
honderden mensen. Ze waren aan elkaar verbonden met touwen en zelfs ketenen. De
waren met elkaar verbonden, maar in de eerste plaats met de altaren aan beide
kanten vooraan in de kerk. Ze hielden bijbels tegen hun borst. Ze hielden hun
bijbel zo stevig vast dat hun vingerafdrukken in hun bijbel te zien was. Ze
hielden hun bijbel stevig vast zodat bij het dooreen schudden van het gebouw
hun bijbel niet uit hun hand zou vallen. Ze zagen er verward uit en sommigen hadden
getroffen, maar ze hadden blije gezichten. Ze hadden een glimlach op hun
gezicht omdat het schudden gedaan was.
Enkelen in de groep waren overleden omdat ze door het puin waren
getroffen. Degenen die leefden weenden om hen. Ze stonden recht, en deden niet
noodzakelijk hun touwen of ketenen af. Ze ruimden de plaats op en deden het puin
weg. Toen ging de man binnen en stelde de schade vast. Hij zei: Je hebt de
waarschuwing niet in de wind geslagen en je hebt geluisterd. Je gehoorzaamheid werd
opgemerkt en het zal vrucht dragen zowel hier als in de Hemel. Hoewel geschud
en gebroken, zal je verrijzen, mijn Bruid, en werken tot Ik kom.
|