Ga weg
nu je nog kan en neem anderen mee - Droom van Dana Coverstone 24/8/2021
Ik stond voor een ziekenhuis en keek rond: er waren zware
stormen rond mij te zien. Ik zag veel mensen in het ziekenhuis binnengaan met
bagage, zakken (net zoals om op hotel te gaan). Er kwam een ambulance voor
gereden en mensen kwamen eruit vol met boodschappenzakken. Er was een man met
een bruine boodschappenzak vol met brood (brood van 1 dag oud stond op de zak).
Mensen waren gehaast omdat er bliksem te zien was. Het was bliksem, met precies
vuur erin. Het raakte de grond en het was vurig oranje. De stormen waren te
zien rond het ziekenhuis. Maar er was geen regen. De man riep tot mij om binnen
te gaan, waar het veilig was. Hij had brood voor iedereen. Ik ging ook binnen,
samen met gehaaste mensen. Ze hadden sleutels bij zich, maar lieten ze in hun haast vallen. Ze botsten tegen mij, omdat ze zo gehaast waren. Ze
waren duidelijk in paniek en renden alsof hun leven ervan afhing. Iedereen
probeerde binnen te geraken. Ik ging binnen. Er was een lift maar ze werkte niet en je moest via de trap naar boven. Het was een grote donkere, bijna surreële
trap.
Vervolgens stond ik in een open deurgat van een
ziekenhuiskamer. Er was een groot raam en van daaruit zag ik dreigende
stormwolken. Het was een dikke vuurbliksem dat ik zag. De donder was zeer hevig
en deed het gebouw daveren. Op het bed zag ik een vrouw met haar handen voor
haar gezicht. Ik herkende de vrouw uit een vorige droom, als de magere vrouw,
die te horen kreeg dat ze eerst moest genezen vooraleer ze mocht uit haar bed
komen. Ze was aan het bidden en snikken. Haar gebeden gingen over hoe verloren
de Kerk was en dat de mensen niet luisterden en dat de mensen niet klaar waren
om Jezus te ontmoeten. Ze stond toch recht en keek uit het raam. Ze werd bang,
en de angst stond op haar gezicht te lezen door wat ze zag. Ze ging
onmiddellijk op de grond zitten en beefde, terwijl het gebouw daverde. Ze zei: "Heer,
ik moet hier weg!" En onmiddellijk zag ik de man, de Christusfiguur,
verschijnen naast het raam en Hij zei: "Ik wil dat je werkt." Ze hield haar
hoofd naar beneden en ze zei: "Maar de dingen storten in."
De man boog zich en hield haar gezicht in Zijn handen. Hij
zei: "Ik ga door het vuur met jou, maar je moet nu werken." De nadruk lag op NU
werken. Hij legde Zijn handen op haar hoofd en olie stroomde over haar. Ze
vroeg Hem: "Heer, hoe kan ik dit doen?" Hij zei: "Ik heb je gezalfd, en Ik zal
je leiden en Ik zal je bewaren." Ik stond in de deuropening als een onzichtbare
waarnemer. Ik bemerkte dat rook tussen mijn benen naar boven kwam en rond mij
in de ziekenhuiskamer kwam. De man sprak en zei: "Ga weg nu je nog kan en neem
mee wie je kan." Hij herhaalde het nog eens tegen haar. Hij hielp haar
rechtstaan en verdween toen. Ze ging naar de deur, bedekte haar mond met haar
mouw en de hele ziekenhuisgang was in vlammen. Er stond 5de
verdieping op de muur. Er waren deuren waar ze op bonsde en ze zei de mensen om
weg te gaan.
De meeste deuren bleven gesloten, en de mensen binnen
schreeuwden hun gerust te laten. Eén deur ging open en ze schreeuwden tegen haar
om hun gerust te laten en voor haar eigen goed niet binnen te komen. De man zei
haar: "vertrouw in de mensen en blijf" en hij sloeg de deur dicht. De vrouw
ging langs de trap naar de 4e verdieping en begon ook daar op deuren
te bonzen. Ze smeekte de mensen weg te gaan en haar te volgen. Er waren delen
van het plafond die naar beneden kwamen rond haar en sommige stukken brandden.
Het was zelfs zo dat er stukken haar troffen en een stukje van haar haren in
brand stonden. Ze moest soms stoppen om het vuur dat haar trof uit te doven
door erop te slaan. Een paar deuren gingen open toen ze erop bonsde. En een
paar mensen aarzelden en keken rond hun deur wat er gaande was.
Ze aarzelden, maar bedekten toch hun hoofd en gingen mee.
Ze hoestten door de rook. De vrouw zei hen op de deuren te bonzen en mensen
eruit te trekken indien nodig. Ze zei hen dat ze de mensen moesten waarschuwen
en ze eruit sleuren. Weinig mensen reageerden. De groep bestond uit ongeveer 6
personen en ze gingen de trap naar beneden, naar de 3e en 2e
verdieping. Toen ze op de 1e verdieping waren gekomen waren er
ongeveer 45 tot 50 mensen. Hun kleren zagen er gehavend uit door over puin te
stappen dat brandde in de ziekenhuisgangen. Ze zweetten en waren zeer gehaast,
ze liepen zo vlug ze konden, bonsden op deuren. Ze smeekten de mensen om uit
het gebouw weg te gaan, omdat het onveilig was. De hele groep ging naar de
hoofduitgang en het gebouw werd getroffen door bliksem en daverde.
Een plafondplaat viel op sommigen van de groep, en van
sommigen stond hun kledij in brand. Er waren nog stukken van het plafond dat
naar beneden kwamen en sommigen van de groep moesten naar de uitgangsdeur
gedragen worden. Mensen tilden het puin op en de mensen werden van onder het
puin gehaald en naar de uitgangsdeur gedragen. Sommigen werden op de schouders
door anderen meegenomen. Ondertussen bleven ze schreeuwen en op deuren bonzen
voor degenen die nog aanwezig waren. Het gebouw daverde en de vrouw schreeuwde
dat allen moesten vluchten, nu het nog ging. Ze renden allen naar de glazen deuren,
de trappen naar beneden tot ze in een open plaats stonden voor het gebouw. De
groep was gewond, vuil en uitgeput en de wolken leken als dreigend en
boosaardig. Het leek dat uit de wolken demonisch grijnsgelach kwam voor de groep
die buiten in veiligheid was.
Ze keken met de hele groep naar het gebouw toen het daverde
van boven naar beneden. Het was geen aardbeving, maar alles beefde. Je kon door
de ramen zien, en sommige mensen waren rustig aan het lezen, naar de tv aan het
kijken terwijl het vol rook hing in hun kamers. Ze waren zich gewoon niet
bewust van wat er gaande was. Ze leken niet bang te zijn omdat ze zich niet
bewust waren van wat er gaande was. Anderen waren op de ramen aan het kloppen
en schreeuwden dat de groep zou terugkomen naar binnen om hen naar buiten te
helpen. Maar ze kwamen niet naar uit hun kamers en de groep buiten wachtte. De
hele groep die geleid werd door de vrouw begon enkel te wenen en snikken voor
de mensen die zich binnen bevonden.
Nog zeven mensen, volwassenen en tieners kwamen naar buiten
en omhelsden degenen die hun aandacht hadden getrokken. Deze mensen waren niet
onmiddellijk gevlucht maar toen het gebouw begon te daveren. De groep bestond
nu uit ongeveer 50 tot 60 mensen en de hele groep omhelsde elkaar. Toen klonk
er een extreem luide donder en het ziekenhuis stortte in. Het leek op de
instorting van de Twin Towers. Toen het stof van de instorting weg was, was ook
de groep met 60 mensen verdwenen. Waar de groep had gestaan stond de
Christusfiguur en Hij zei: "De zonsondergang komt spoedig en het opzij zetten
van de Bruid zal eindigen. Ga naar de hoofdwegen en zijwegen, klop vlug op elke
deur, want Ik kom spoedig!"
Uitleg:
Bagage
en huishoudgerief naar een ziekenhuis brengen: ze zijn niet ziek omdat ze de
trappen oprennen om in het ziekenhuis te geraken. Ze
willen gewoon in deze structuur zitten. Het vertegenwoordigt de ziekte en het
probleem van iets. Het is geen gezonde structuur.
De
brood dat een dag oud is: de mensen hebben geen persoonlijke relatie ermee. Het
gaat over wat men over de Bijbel weet, oude kennis. We bidden in het Onze
Vader: Geef ons vandaag ons dagelijks brood. Dat wil zeggen dat we voortdurend
met Jezus moeten communiceren. Het gaat niet over werkelijk Jezus kennen.
De
mensen zien de dreiging en de waarschuwingen komen en rennen weg door de
bliksem en stormen. Maar er is geen regen. Spreuken
25:14: Wie prat gaat op een geschenk zonder waarde, is als wind
en wolken zonder regen. Hebben we echt wat we bewerend te hebben?
Mensen
zijn bang, rennen uit angst en proberen binnen te komen. Ze laten sleutels vallen.
Ze
proberen deuren binnen te geraken. Er is chaos. Sleutels zijn waarheden die
zaken ontsluiten. Ze laten hetgeen vallen wat ze echt zou kunnen helpen.
Openbaring
21:7-8: Wie
overwint komen al deze dingen toe. Ik zal zijn God zijn en hij zal Mijn kind
zijn. Maar voor hen die laf en trouweloos zijn geweest, die zich hebben
ingelaten met gruwelijke dingen, met moord, ontucht, toverij of afgodendienst,
voor allen die de leugen hebben gediend: hun deel is de vuurpoel met brandende
zwavel, dat is de tweede dood.
Er komen harde tijden en degenen die dit overwinnen zullen
het halen, maar degenen met angst en ongelovigen zullen het niet halen. Dit
zijn degenen die terugdraaien en niet verder komen. Ze zijn te bang (laf) en de
ongelovigen (trouwelozen). Het is niet erg om bang te zijn, maar wel niet
verder te gaan en te doen waartoe God je heeft toe geroepen. Jezus zegt: Als je
de Mijne bent, neem dan je kruis op en volg Mij. Dat is de moraal van deze
droom: kom uit je ziekbed en doe de grote Missie die God je heeft toevertrouwd.
Er was
een lift waarop een bord stond: werkt niet vandaag. Gebruik de trappen. De
lift zou kracht hebben om naar boven te gaan, maar nu moet je naar boven met
eigen inspanning, met je eigen werken.
Er is
een groot raam waar de vuurbliksem zichtbaar is. Een
raam is iets profetisch zien. Als we zouden weten hoe het eruit zal zien,
vooraleer we verder gaan, zouden we niet aarzelen. De H. Geest openbaart de
dingen die zullen gebeuren.
1 Korintiërs
2:9, 16: Maar
het is zoals geschreven staat: Wat het oog niet heeft gezien en het oor niet
heeft gehoord, wat in geen mensenhart is opgekomen, dat heeft God bestemd voor
wie Hem liefheeft. Er staat immers geschreven: Wie kent de gedachten van de
Heer, zodat Hij hem zou kunnen onderwijzen? Welnu, onze gedachten zijn die van
Christus.
Lucas
1:67-79: Zijn
vader Zacharias werd vervuld van de H. Geest en sprak deze profetie: Geprezen
zij de Heer, de God van Israël, Hij heeft zich om Zijn volk bekommerd en het
verlost. Een reddende kracht heeft Hij voor ons opgewekt uit het huis van
David, Zijn dienaar, zoals Hij van oudsher heeft beloofd bij monde van Zijn
Heilige Profeten: bevrijd zouden we worden van onze vijanden, gered uit de
greep van allen die ons haten. Zo toont Hij zich barmhartig jegens onze
voorouders en herinnert Hij zich Zijn Heilige Verbond: de eed die Hij gezworen
had aan Abraham, onze vader, dat wij, ontkomen aan onze vijanden, Hem zonder
angst zouden dienen, toegewijd en oprecht, altijd levend in Zijn nabijheid. En
jij, kind , jij zult genoemd worden: Profeet van de Allerhoogste, want voor de
Heer zul je uit gaan om de weg voor Hem gereed te maken, en om Zijn volk bekend
te maken met hun redding voor de vergeving van hun zonden. Dankzij de liefdevolle
Barmhartigheid van onze God zal het stralende licht uit de Hemel over ons
opgaan en verschijnen aan allen die leven in de duisternis en verkeren in de
schaduw van de dood.
Hoe
ziet de toekomst eruit: Openbaring
22:1-7: Hij liet me een rivier zijn met water dat leven geeft. De rivier
was helder als kristal en ontsprong aan de troon van God en van het Lam. In het
midden van het plein van de stad en aan de weerskanten van de rivier stond een
levensboom, die 12 vruchten gaf, elke maand zijn eigen vrucht. De bladeren van
de boom brachten de volken genezing. Er zal niets meer zijn waarop nog een vloek
rust. De troon van God en van het Lam zal daar in de stad staan. Zijn dienaren
zullen Hem vereren en Hem met eigen ogen zien, en Zijn Naam staat op hun
voorhoofd. Het zal er geen nacht meer zijn en het licht van een lam p of het
licht van de zon hebben ze niet nodig, want God, de Heer, zal hun licht zijn.
En zij zullen als koningen heersen tot in eeuwigheid. Toen zei hij tegen mij: Wat
hier gezegd is, is betrouwbaar en waar. De Heer, de God die Profeten bezielt,
heeft Zijn engel gestuurd om aan Zijn dienaren te laten zien wat er binnenkort
moet gebeuren. Ik kom spoedig! Gelukkig is wie zich houdt aan de Profetie
van dit boek.
Amos
3:6-7: Klinkt ooit in een stad de ramshoorn zonder dat haar
inwoners bang worden? En geschiedt er ooit onheil in een stad zonder toedoen
van de Heer? Zo doet God, de Heer, niets zonder dat Hij Zijn plan heeft onthuld
aan Zijn dienaren, de Profeten.
God doet niets vooraleer Hij Zijn Profeten zendt om de
toekomst te openbaren en te waarschuwen. De Kerk heeft haar ogen op Jezus
gericht en wordt niet door angst gegrepen.
Psalm
23: In
deze psalm moet je kijken wat deel God doet en wat jij doet. Als je weet wat
Hij doet voor ons, hebben we niets te vrezen. Ook niet de dood. Te midden dit
alles bereidt de Heer een tafel voor ons voor. Het is meer als een slagveld,
want het is voor het oog van onze vijand. We moeten als Kerk handelen en doen
wat God ons vraagt te doen. We moeten op deuren kloppen en het zal zwaar zijn
omdat de vijand hiertegen zal vechten. De duivel zal vechten tegen degenen die
niet bij de pakken blijven zitten en mensen oproepen zich tot God te richten en
zich te bekeren. Het is de bedoeling dat je angst, een adrenaline-stoot geeft
en je jouw doel voor ogen houdt. Gods doel is zoveel mogelijk zielen redden.
Mijn Herder is Jahweh! het
ontbreekt mij aan niets: Hij laat mij rusten in groene beemden; Hij voert mij
naar vredige wateren, verkwikt mijn ziel, En leidt mij in het rechte spoor, om
wille van zijn Naam. Al moet ik door donkere krochten heen, ik ben voor geen
onheil bevreesd: Want Gij staat me bij, Uw staf en stok zijn mijn stut! Gij
bereidt mij een dis voor het oog van mijn vijand; Met olie zalft Gij mijn
hoofd, En mijn beker vloeit over. Voorspoed en zegen zullen mij volgen mijn
leven lang; In het huis van Jahweh mag ik wonen In lengte van dagen!
De vuurbliksem:
het was net als een militaire actie, militair vuur van de vijand. Het is de
strategie van de vijand om de Kerk onderuit te halen. De vijand had een
strategie bij Jezus om Hem te kruisigen. Maar het draaide helemaal anders uit.
Daarom moeten we niet bang zijn, de strategie van de vijand zal in zijn gezicht
ontploffen.
1 Petrus 4:12-14: Geliefde broeders en zusters, wees niet verbaasd over de
vuurproef die u ondergaat; er overkomt u niets uitzonderlijks. Hoe meer u deel
hebt aan Christus lijden, des te meer moet u zich verheugen, en des te
uitbundiger zal uw vreugde zijn wanneer Zijn luister geopenbaard wordt. Als u
gehoond wordt omdat u de naam van Christus draagt, prijs u dan gelukkig, want
dat betekent dat de Geest van God in al Zijn luister op u rust.
De demonische gezichten in de wolken: dat is de vuurproef dat van de vijand komt. Het komt
niet van de Heer, maar de Heer laat het toe om de zuivering te voltrekken. Het
is de bedoeling dat iedereen berouw heeft en zich bekeerd, dat is Gods doel. In
het Oude Testament waren het de heidense naties die het volk Israël meevoerden,
maar eens het volk Israël hun les hadden geleerd en zich bekeerden, dan
vernietigde God deze heidense naties omdat ze Zijn volk hadden getroffen.
De vrouw: In de vorige droom van Dana was de vrouw
uitgemergeld: Het is de Kerk die doodziek is, maar Jezus omhelst haar en het
leven komt in haar terug. Jezus zegt: Sta nog niet recht, wacht tot je jouw
volle kracht terug hebt. Ga dan vooruit. Nu in deze droom zien we dat de vrouw
er gezond uit ziet, niet zwak: De Kerk heeft de kracht om verder te gaan. Ze is
gemotiveerd. De Kerk heeft de genezing van God ontvangen en is klaar.
De vrouw zegt dat ze daar weg wil geraken omdat ze de hopeloze situatie ziet. Dat zijn de
mensen die vragen om nu al opgenomen te worden uit deze miserabele wereld. Maar
Jezus vraagt haar te werken. Nu is het tijd om te werken, omdat mensen sterven
en naar de Hel gaan. Pandemie of niet, ze gaan naar de Hel omdat ze nooit
berouw hadden en zich nooit hebben bekeerd.
Ze zegt dat alles rond haar instort: ze uit haar verdriet en zorgen. De man wijst haar
hiervoor niet terecht, integendeel, hij neemt haar gezicht vast, als een
geliefde dochter, en zegt dat Hij bij haar zal zijn in de moeilijke periode.
Haar gezicht is altijd voor de Heer en Jezus verliest haar nooit uit het oog.
Maar ze moet nu werken om mensen te waarschuwen en te verzamelen voor de Heer.
De Kerk moet dus door het vuur.
|