We moeten ons ook realiseren dat
bepaalde bewegingen die ogenschijnlijk goed zijn (omdat hun doel goed lijkt in
werkelijkheid misschien niet zo zijn, maar in feite afkomstig kunnen zijn van
de duivel, die sluw is en ons soms dwingt om iets te doen dat, hoewel het goed
lijkt, in strijd is met Gods Wil voor ons en schadelijke gevolgen in ons leven heeft.
Het hierboven beschreven innerlijkheid
helpt ons om het andere karakter te realiseren van deze bewegingen, hun
oorsprong en hun effecten: bijvoorbeeld deze die vreugde en vrede in ons hart laten,
en degenen die het tegenovergestelde doen, angst en verdriet opwekken.
Dit onderzoek van ons hart zal
ons vooral helpen om bepaalde bewegingen op te merken die van tijd tot tijd in
ons opduiken, en dat we met een beetje ervaring leren identificeren als uitnodigingen van de H.
Geest om bepaalde dingen te doen (of niet te doen). Dit zijn inspiraties van
genade die reeds eerder werden genoemd en die belangrijk zijn om te volgen,
omdat ze zijn zeer vruchtbaar zijn voor onze spirituele vooruitgang en uiterst
waardevol om ons te helpen in onze dienst aan God en onze naaste. Het kunnen er
veel of weinig zijn - dat is aan God. Maar hoe meer we ze opmerken, hoe beter,
omdat ze ons openstellen voor de werking van de Geest, die ‘ons helpt in onze
zwakheidÿ.
10 Open je hart voor een Geestelijke Raadsman
We zullen het veel gemakkelijker
vinden om de werking van de H. Geest te onderscheiden als we de mogelijkheid hebben
om ons hart te openen voor iemand die ons spirituele leiding kan geven. Dikwijls
kunnen we niet helder in onszelf kijken, of onze beweegredenen niet onderscheiden,
en er zal duidelijkheid komen wanneer we wat we doormaken onder woorden kunnen
brengen en praten met iemand die ervaring heeft met het spiritueel leven.
We moeten weten dat het openen
van ons hart iets is dat God zegent, want het toont nederigheid - we erkennen
dat we niet alles op onszelf kunnen. Het toont ook vertrouwen in de ander, en
het toont een oprecht verlangen om helder te zien om Gods Wil te doen, want we
doen er iets aan. Deze dispositie is God aangenaam en Hij faalt nooit om deze
dispositie te belonen met Zijn genaden. We moeten daarom bidden dat onze Heer iemand
op ons pad stuurt voor wie we ons hart kunnen openen, en we moeten gebruik
maken van de kansen die Hij ons daartoe biedt. We moeten echter niet wanhopen
als we zoÿn kans nog niet hebben gekregen. Als we oprecht naar een geestelijk
leidsman verlangen, maar er geen kunnen vinden, zal God iets anders voorzien.
Ten slotte mag een frequente
Biecht nooit worden verwaarloosd, zelfs als dit niet leidt tot spirituele
leiding, omdat het een bron van zuivering van het hart is en licht werpt om te begrijpen wat er in onze ziel gebeurt.
3 Hoe kunnen we weten of een inspiratie van God
komt?
We komen nu bij de meest delicate
vraag. Hoe kunnen we in de soms verwarde massa van gedachten, emoties en
gevoelens die ons overspoelen inspiraties herkennen die van God komen? Hoe
kunnen we identificeren wat van de H. Geest komt, en ze niet verwarren met wat de
vrucht kan zijn van onze verbeelding, van wat we wensen of de bekoringen van de
duivel? Uiteraard zijn er geen pasklare antwoorden. Wij worden aan
verschillende invloeden onderworpen, hetzij psychologisch of spiritueel, en het
is zo'n complex domein dat het onmogelijk is om de onderscheiding van de
bewegingen van de H. Geest terug te brengen tot een paar vuistregels.
Er zijn echter bepaalde
opmerkingen en criteria die ons kunnen helpen om ons hier te oriënteren. Ze
bieden geen manier om met zekerheid ze te onderscheiden, want er is geen keiharde
zekerheid te krijgen over deze kwestie, maar ze zijn voldoende om de weg
vooruit te wijzen en ons steeds meer in
staat te stellen nauw samen te werken met Gods genade.
1 Verwerf geleidelijk een “spiritueel zintuig”
Voordat we de criteria bespreken
die ons in staat stellen de bewegingen van de H. Geest te onderscheiden, is er
een belangrijk punt dat we willen benadrukken. Wat ons uiteindelijk zal helpen bij
de herkenning en het gemakkelijkst en snelst te kunnen reageren op Gods
bewegingen is de innerlijke ontwikkeling van een soort ‘spiritueel zintuig’,
die we om te beginnen misschien helemaal niet hebben of slechts in ruwe vorm.
We kunnen dit gevoel ontwikkelen door ervaring, en vooral door trouw en
resoluut onze Heer te volgen.
Dit “spiritueel zintuig” is een
soort vermogen om tussen de vele, dissonante stemmen die we in ons opmerken, de unieke, onmiskenbare stem van
Jezus te horen. Dit zintuig is als een liefdevol instinct dat het ons steeds
gemakkelijker maakt om de stem Jezus, onze Redder, te onderscheiden, in de
massa van geluiden die ons overspoelen. De H. Geest gebruikt voor ieder van ons
een “toon van stem” die hij alleen voor hem bestemt is.
Het heeft een bijzondere zachtheid
en kracht, zuiverheid en helderheid, die, als we eraan gewend zijn, ons bijna
zekerheid geeft om ze uit te kiezen. Natuurlijk is er ook de duivel, die alles na-aapt
wat hij kan van Gods manieren, en hij kan soms proberen om de stem van onze
Redder te imiteren.
Maar als we de stem van de Geest gewoon
zijn door liefdevolle vertrouwdheid en door een constant, puur zoeken naar Gods
Wil, zullen we gemakkelijk een stem onderscheiden, zelfs als het een goede
imitatie is, die op een of andere manier vervormd klinkt en niet de stem van
Jezus is.
In het Johannesevangelie belooft
Jezus ons dat de H. Geest geleidelijk dit spiritueel zintuig aan ons zal geven.
Over Zichzelf sprekend als de Goede Herder, zegt Hij: Wanneer hij al zijn
schapen naar buiten gebracht heeft, loopt hij voor ze uit en de schapen volgen
hem omdat ze zijn stem kennen. Iemand anders volgen ze niet, ze lopen juist van
hem weg omdat ze de stem van een vreemde niet kennen. (Joh 10:4-5)
2 Criteria die bevestigen dat een inspiratie
van God komt
Om dit spiritueel zintuig in ons
gestalte te laten vormen, moet dit spirituele zintuig gebaseerd zijn op
degelijke beoordelingsmethoden en onderscheidend zijn. De belangrijkste zijn de
volgende:
A Externe criteria:
God is niet tegenstrijdig aan Zichzelf
Er zijn een aantal criteria die
men 'extern' zou kunnen noemen, welke inspiraties moeten overeenkomen als ze
van God komen; deze criteria stellen ons vooral in staat om bepaalde pseudo-inspiraties
die zich aandienen te ontmaskeren. Deze criteria zijn een noodzakelijk
resultaat van Gods zelfconsistentie. De H. Geest kan ons in zijn inspiraties
niet om iets vragen dat in tegenspraak is met Zijn Wil zoals uitgedrukt door de
meer gebruikelijke middelen: het Woord van God, de leer van de Kerk en de vereisten
van onze roeping.
Consistentie met de H. Schrift en de Leer van
de Kerk
Een Goddelijke inspiratie kan ons
niet vragen om iets te doen dat in tegenspraak is met wat Gods Woord ons leert en van ons verlangt. Dit betekent niet onze
eigen interpretatie van Gods Woord, maar de H. Schrift zoals overgebracht en
uitgelegd door het de leergezag van de Kerk. Een Goddelijke inspiratie kan mij
bijvoorbeeld niet vragen om handelingen te verrichten die de Kerk als immoreel
beschouwt.
Op dezelfde manier liggen ware
inspiraties altijd in de richting van een geest van gehoorzaamheid aan de Kerk.
Een Religieuze die zijn superieuren niet gehoorzaamde, of een Bisschop die de H.
Vader niet gehoorzaamde zou, zelfs met een doel dat op zichzelf lovenswaardig
was, beslist niet handelen onder ‘goddelijke’ inspiratie. De H. Franciscus van Sales zegt: Als God
inspiraties in een hart legt, is de eerste dat Hij geeft "gehoorzaamheid'.
Consistentie met de vereisten van onze roeping
Een hele pak eisen komt voort uit
onze eigen roeping als gehuwde, ouder, Priester, Religieuze, enz. en vanuit
onze situatie in het leven (onze professionele taken, enz.); en deze eisen zijn
Gods Wil voor ons. Een Goddelijke inspiratie kan ons niet vragen om iets te
doen wat duidelijk in tegenspraak is met onze levensstaat. De H. Geest kan een
moeder aanmoedigen om wat minder te zijn bezig met haar huishoudelijke taken,
zodat ze wat tijd aan gebed kan besteden. Maar als Hij zou suggereren dat ze
zoveel tijd in contemplatie moet doorbrengen dat haar man en kinderen eronder
lijden, is er goede reden toe om de bron van deze inspiratie in twijfel te
trekken.
Inspiraties liggen in dezelfde
richting als onze levensstaat en leiden er ons niet van af, integendeel, ze helpen
onze levensstaat te vervullen. De toepassing van dit criterium kan soms een
beetje delicaat zijn. De grenzen van onze plichten zijn niet per se duidelijk
omlijnd, en een tegenstrijdigheid tussen hen en bepaalde Goddelijke inspiraties
kunnen meer schijn zijn dan echt. In de geschiedenis van de Kerk zijn enkele
extreme voorbeelden te vinden op dit gebied: er was de H. Nicolaas van Flüe die
zijn vrouw en kinderen verliet (met hun toestemming) om kluizenaar te worden,
of de H. Jane Frances de Chantal die over één van haar zonen stapte, die sliep
aan een deuropening om te voorkomen dat ze gehoor zou geven aan haar oproep om
de Orde van Visitatie op te richten.
Maar deze beslissingen waren geen
plotselinge impulsen; ze waren lange tijd gerijpt in gebed en reflectie, en
onderworpen aan het onderscheidingsvermogen van een geestelijk leidsman. Het
komt wel eens voor dat we van onze gezins- of professionele taken een
comfortabele excuus maken om niet te doen wat de H. Geest vraagt. Maar het
blijft waar dat dit criterium van consistentie tussen Goddelijke inspiraties en
de eisen van onze levensstaat belangrijk is, en we zouden veel spirituele
illusies kunnen vermijden door er simpelweg rekening mee te houden.
B Interne criteria:
Een boom kent men aan zijn vruchten
Het belangrijkste criterium voor
het onderscheiden van Goddelijke inspiraties is datgene dat Jezus Zelf ons geeft
in het Evangelie:
Matteüs 12:33: Wanneer een boom goed is, dan zijn ook zijn
vruchten goed. Is een boom daarentegen slecht, dan zijn ook zijn vruchten
slecht. Want aan de vruchten herkent men de boom.
Als we een Goddelijke inspiratie
volgen, zal deze goede vruchten voortbrengen: vruchten van vrede, vreugde,
naastenliefde, eenheid en nederigheid. Een inspiratie die van ons vlees of van
de duivel komt, zal daarentegen geen vruchten voortbrengen of zelfs slechte
vruchten: verdriet, bitterheid, trots en dergelijke.
Dit criterium is belangrijk, maar
het grote nadeel is dat het alleen kan worden toegepast achteraf gezien. Als
het eenmaal is gevolgd, kunnen de gevolgen ervan worden gemeten. Maar in de
praktijk zouden we natuurlijk liever een manier van beoordeling hebben die ons
in staat stelt om fouten te voorkomen en te weten of een inspiratie van God komt
of niet, voordat we ze in praktijk brengen!
Ondanks zijn nadeel is dit
criterium helemaal niet nutteloos. Ten eerste laat het ons ervaring opdoen. En
ten tweede kunnen bepaalde vruchten, zelfs voordat de beslissing van kracht
wordt, zich al in ons manifesteren - vruchten van vrede, vreugde, enzovoort.
Leren uit onze ervaringen
Zoals hierboven vermeld, komt ons
vermogen om de bewegingen van de H. Geest te herkennen voort uit de het
verwerven van een soort “spiritueel zintuig”. Dit spirituele zintuig is een
gave van God, maar het wordt ook door ervaring ontwikkeld en versterkt.
Wanneer we de resultaten zien van
beslissingen die we hebben genomen in navolging van wat we dachten dat het inspiraties
waren, kunnen we dikwijls zien of onze gedachte inderdaad van God kwam of dat
het een product van onze geest was. Het is niet altijd prettig omdat we er niet
van houden om toe te geven dat we ons vergist hebben. Maar we moeten deze
ervaring meemaken.
We moeten in het spirituele leven
zeker weten dat God ons getrouw helpt, zelfs als we vol goede wil zijn. We
worden nooit verlost van een leerproces, dat vallen en opstaan, successen en
mislukkingen inhoudt. God wil dat de dingen zo zijn. Het is een menselijke wet
dat niemand, zelfs niet de meest spirituele persoon ter wereld, ervan vrijgesteld
is.
Als we de lessen van ervaring
nederig leren en vooruit gaan zonder ontmoedigd zijn, erop vertrouwend dat
"alles genade is", dan zullen we een grotere zekerheid van oordeel opbouwen.
Deze zekerheid zal echter nooit onfeilbaar worden, want de enige onfeilbaarheid
die in deze wereld bestaat is het charisma dat de Paus bezit, en de Oecumenische
concilies in gemeenschap met hem, wanneer hij ex cathedra een zaak van geloof of moraal definieert om door de
hele Kerk te worden gehouden.
Maar de ervaringen van objectieve
resultaten, de verstrekte bevestigingen of weerleggingen door feiten, en ook
door de innerlijke toestand die we overhouden door onze beslissingen (het feit
of ze ons vrede, nederigheid en blijheid, of verdriet, gespannenheid en
verwarring brengen) zullen ons alle helpen om te leren wat van God komt en wat
van de duivel komt of van onszelf, onze karaktertrekken, neigingen, enzovoort.