8/8 De tijd is kort
Ik: Heer, U kent mijn hart. U kent mijn angsten. Help me
alstublieft. Is er iets voor mij om te schrijven vanavond?
God: De tijd is kort, kleine. Vast en bid. Zoek Mij op in
de Eucharistie. Je moet in je hart weten wat van belang is, (en) wat niet. Wat
van je dag breng je met Mij door? Door Mij te prijzen? Mij te eren? Mij te
danken? Een smeekbede aan Mij te doen? Mij te zoeken? Welk deel van jou is
vernederd in Mijn Grote Tegenwoordigheid? Waarom blijf je koppig in je roeping?
Ik: Heer, ik ben bang. Ik probeer mezelf af te leiden, denk
ik. Als ik het slechte nieuws, de waarschuwingen niet kan horen... ben ik
misschien ook lui? Echt, ik ben rusteloos. Dat kan ik U vertellen. Ik ben
rusteloos en ik probeer afgeleid te worden. Ik ben boos en nerveus en
gespannen. Ik zou niet zo moeten zijn. Vergeef me opnieuw.
God de Almachtige Vader: Kleintje, kleintje. Je maakt veel
fouten. Maar betekent dat dat Mijn Liefde voor jou koud wordt? Denk aan de
verloren zoon. Hij werd thuis welkom geheten. Maar hij moest naar huis komen.
Zie je? Ik kan je niet vergeven als je Mij niet zoekt. De duivel is sterk. Hij
werkt op je. Hij wil dat je je werk, je plaats, je missie vergeet.
Ik: Heer? Een missie? Ik dacht dat ik alleen maar moest opschrijven
wat ik hoor.
God: Een missie kan veel dingen zijn. Het kan een reeks
woorden op een pagina zijn, in plaats van een (strijdende) ridder op een paard.
Ik kan inderdaad alles, en je kunt Mijn oproep beantwoorden. Ja?
Ik: Ja. Je hebt mijn ja.
God: Ik heb je gevraagd Mij te zoeken in de Eucharistie. Het
werd niet gedaan. Blijf het niet uitstellen, mijn dochter. Laat je zorgen
achter en kom Mij zoeken. Waarom is dit zo moeilijk? Ja, je bent heel bang.
Maar die angst komt niet van Mij. Laat het gaan. Het is geen goede metgezel.
Je kinderen? Je maakt je zorgen over morgen... maar zeg
dank voor vandaag! Jij mag de toekomst niet kennen, kleintje. Maar bid voor hun
redding en die van jezelf. Bid dat ze niet van je zijde wijken zoals de
verloren zoon. De Moeder van Smarten is een goede metgezel. Zoek haar op als je
je zorgen maakt om je kinderen. Zorgen en verdriet zijn niet hetzelfde. Tranen
en bloed ook niet. Maar troost Mijn gewonde hart, kleintje door dat van haar te
troosten. Door haar verdriet voor Mij aan het Kruis te delen, zullen jullie de
kracht vinden om nu onophoudelijk de nodige gebeden te bidden voor zovele
zielen.
Denk eraan om Mijn Wonden te overwegen, maar ook haar
verdriet. Het verbindt ons, zie je? Hoe moeder en kind verbonden zijn in
verdriet en dood, in vreugde en troost, en in een nieuw glorierijk leven.
De cirkels die je zag, zien eruit als kronen, als halo's,
als de zon. Het zijn schakels als in een ketting, als kralen in een rozenkrans,
als bloemblaadjes rond een roos, als de planeten op één lijn, als vijf ringen
aan vingers. We zijn verbonden. Wij zijn Liefde en het licht van de Liefde weerspiegelt.
Wees een spiegelbeeld. Wees Licht. Wees gerust, kleintje. Je moet je plaats
kennen. Jij bent belangrijk als Mijn kind. Al Mijn kinderen zijn geliefd en
belangrijk voor Mij, de Vader.
Ik ben Liefde en ontzeg die Liefde niet aan Mijn kinderen.
Alleen, Mijn kinderen blijven weg. Daarom zoek Mij op. Ik verlang naar jullie.
Ik verlang naar al Mijn kinderen. Laat Mij niet alleen in het Tabernakel. Open
je hart voor Mijn oproepen. Ik roep velen. Ik roep allen. Slechts enkelen horen
Mij. Slechts enkelen reageren. Horen maakt het Geloof gemakkelijker.
Gezegend zijn zij die Mij niet horen en toch reageren. Wees
als kleine kinderen. Vergroot je Geloof in Mij. Verenig jullie met Mij in het
Eucharistisch Feest. Wees niet bang. Alleen de tijd (dat je van Mij weg bent)
zorgt dat angst groeit in je hart. Dus blijf niet weg! Zo simpel is het. Ik
weet wat het beste voor jullie is. En wat het beste voor jullie is, is om hier
bij Mij te zijn. Zo simpel. Haast je nu.
Ik: Dank U. Help me alsjeblieft om door te gaan. Ik houd
van U.
God: Wees gerust, kleintje.
Noot: Deze cirkels of ringen die ik zag waren in een vorig
visioen. Het was van Jezus en Maria buiten de aarde in de ruimte, die erop
neerkeken. Ze waren enorm en koninklijk. En overal om hen heen waren gouden
cirkels of halo's van licht.
|