Dierenwereld
raakt van slag door snel afnemende magnetische veld aarde Xandernieuws -
30/6/2021
Duizenden postduiven in Groot Brittannië, België en
Portugal zijn nooit op hun bestemming aangekomen. De aantallen verdwenen
postduiven in Groot Brittannië zijn dermate hoog, dat een externe oorzaak wordt
gezocht, zoals een zonnestorm die het ‘kompas' van de vogels in de war moet
hebben gestuurd. Er is de afgelopen weken echter geen enkele zonnestorm
geweest. De zon is juist erg stil. De
werkelijke oorzaak is hoogstwaarschijnlijk het in zorgwekkend snel tempo
afnemende magnetische veld van de aarde, waar dieren als eerste last van
beginnen te krijgen. Nu de magnetische Noord- en Zuidpool naar elkaar toe
bewegen, zullen de verschijnselen almaar erger worden, wat mogelijk – maar niet
zeker – op een wereldwijde catastrofe kan uitlopen.
Afgelopen zaterdag vertrokken zo'n 9000 postduiven uit
Peterborough richting het noordoosten van Groot Brittannië. Dat had de vogels
niet meer dan 3 uur hoeven kosten, maar bij het vallen van de avond was meer
dan de helft (5000 stuks) nog steeds vermist. Duivensporters hadden het over
‘een van de ergste racedagen in onze geschiedenis'.
De race was één van de circa 50 die dat weekend in het land
werden gehouden. Van de in totaal 250.000 postduiven keerde slechts 10% op tijd
terug. Tienduizenden vogels zijn verdwenen. ‘We kregen snel in de gaten dat er
iets erg ongewoons aan de hand was,' reageerde Ian Evans van de Royal Pigeon
Racing Association. ‘Ik heb zoiets nog nooit eerder gehoord. Het weer was goed,
maar duizenden duiven keerden gewoon niet terug. Iets moet hun navigatie hebben
verstoord. Misschien heeft het iets met de zonnewind activiteit te maken.'
Magnetosfeer wordt zwakker, dieren in de war
Zonnestormen zijn er echter al weken niet geweest. Duiven
navigeren zoals veel andere dieren op het geomagnetische veld van onze planeet.
De magnetosfeer wordt echter in snel tempo zwakker, sinds begin deze eeuw zelfs
met 10% per jaar. Dat kan wijzen op een in gang gezette poolomkering. Dit
proces kan, gecombineerd met de historisch lage zonneactiviteit – we zitten in
een nieuw Solar Minimum -, in de eerste fase extreme weersomstandigheden en een
deels verstoorde dierenwereld veroorzaken.
De honderden walvissen die vorig jaar op de kust van Tasmanië
aanspoelden, waarvan er bijna 400 stierven, waren daar ook in historisch
perspectief een duidelijk teken van. In 1985, 1996, 2009 en 2017 spoelden
eveneens grote aantallen walvissen aan op de stranden van Australië en Nieuw
Zeeland. Dat gebeurde steeds tijdens de gebruikelijke ‘kleine' minima tijdens
de normale zonnecyclus van circa 11 jaar.
Sinds ongeveer 1850 begon het magnetische veld zwakker te
worden – eerst heel langzaam, maar geleidelijk aan steeds sneller. Vanaf het
begin van deze eeuw bedraagt de afname meer dan 10% per jaar. Dat is extreem en
zorgwekkend, want dit veld beschermt ons tegen schadelijke kosmische straling,
die een bedreiging kan vormen voor al het leven op onze planeet.
Noordpool en Zuidpool schuiven naar elkaar toe
De afgelopen circa 100 jaar zijn zowel de magnetische
Noord- als de Zuidpool gaan verschuiven, en ook dat proces verloopt in almaar
hoger tempo. Beide polen bewegen zich richting Indonesië (de Noordpool via
Siberië). Vorige eeuw dachten wetenschappers nog dat het duizenden jaren zou
gaan duren voordat beide polen met elkaar in botsing zouden komen, maar het
gaat nu zo snel dat het al over enkele decennia of zelfs enkele jaren zou
kunnen plaatsvinden.
Het is onduidelijk wat er gaat gebeuren als de Noord- en Zuidpool
elkaar ‘ontmoeten'. Een van de mogelijkheden is dat er een poolomkering komt,
dus dat de Noord- en Zuidpool van plaats verwisselen. Een andere optie is dat
de polen door de ‘botsing' worden teruggeduwd, en snel weer op hun eigen plek
terechtkomen.
Poolomkering mogelijk al dichtbij?
Zoÿn poolomkering hoeft niet per se tot grote problemen te
leiden, maar het afnemende magnetische veld, dat het gevolg is van een
ingezette poolomkering, zal dat zonder twijfel wèl doen. Alle vormen van
straling kunnen daardoor dieper in onze atmosfeer doordringen. Een zonneminimum
versterkt dat proces nog eens, en laten we nu nèt het grootste minimum van de
afgelopen 100+ jaar hebben gehad.
Uitleg
: Magnetisch veld (esa.int)
Het magnetisch veld van de
aarde is vitaal voor het leven op onze planeet. Het is een complexe en dynamische
kracht die ons beschermt tegen kosmische straling en geladen deeltjes van de
zon. Het magnetisch veld wordt voor een groot deel gegenereerd door een oceaan
van superheet, bewegend vloeibaar ijzer dat zich in de buitenste kern van de
aarde bevindt, 3000 km onder onze voeten.
aardlagen
Het reageert als een draaiende
geleider in een fietsdynamo. Het genereert elektrische stromen en doet dus
voortdurende het magnetisch veld bewegen. Andere bronnen van magnetische komen
uit mineralen in de Aardmantel en aardkorst, terwijl de ionosfeer, magnetosfeer
en oceanen ook een rol spelen. De drie Swarm satellieten van ESA identificeren
en meten deze verschillende magnetische signalen.
Swarm satellieten
Dit leidt tot nieuwe inzichten
in de vele natuurlijke processen, va deze die diep in de aarde zich afspelen
tot weerspatronen in de ruimte door zonne-activiteit.
Dit veld is ver van statisch
en varieert zowel in kracht en richting. Bewijs daarvan is de studie van de
magnetische noordpool waarvan de positie vlug verandert.
verschuiving van de magnetische noordpool
Over de laatste 200 jaar is
het magnetisch veld ongeveer 9% van zijn kracht verloren op wereldschaal. Er heeft
zich een groot gebied van verzwakte magnetische intensiteit ontwikkelt tussen
Afrika en Zuid-Amerika en wordt de Zuid-Atlantische
Anomalie genoemd. Van 1970 tot 2020 is de kracht gedaald van 24000
nanoteslas tot 22000, terwijl het gebied is uitgebreid en ongeveer 20 km per
jaar westwaarts zich uitbreidt.
Zuid-Atlantische Anomalie
Het
kompas van sommige dieren raakt in de war, en mensen kunnen ervaren dat slechts
een paar minuten in de zon al ‘stekend' kan aanvoelen. ‘Dat komt vanwege de
lage zonne-activiteit in combinatie met een verminderd magnetisch veld,' schrijft Cap Alon (Electroverse). ‘U voelt de effecten van de toevloed van
straling op uw huid. Helaas zal dat de rest van ons leven enkel gaan toenemen –
of totdat de (pool)omkering / -afwijking plaatsvindt.'
In de prehistorie zijn poolomkeringen en -afwijkingen
verantwoordelijk geweest voor diverse massa extincties. In het Jonge Dryas (de
laatste koude periode tussen ongeveer 11.000 en 9.950 vC) stierf tijdens de
‘Big Freeze' circa 65% van alle megafauna uit. In Engeland bedroeg de
gemiddelde temperatuur toen ongeveer -5 graden C..
Bovendien
wijzen alle signalen (o.a. extreme weersomstandigheden en -omslagen) erop dat
er een nieuw Groot Solar Minimum is begonnen, dat tientallen
jaren kan gaan duren. Dit minimum veroorzaakt Global Cooling en valt
dus samen met de poolverschuiving/omkering.
Waarschijnlijk is dat niet toevallig. ‘Het benadrukt de toeloop naar de
volgende ijstijd… Allerlei cyclussen komen nu bij elkaar. We lijken allemaal de
vorming van de volgende kosmische catastrofe op aarde mee te maken. ‘Termination
Event'
Uitleg
: Grote solar minimum (climategate.nl artikel Ap Cloosterman)
De Nieuwsbrief ‘The Watchers' van 1 juli 2019 behandelt een deel van het artikel van prof. Valentina
Zharkova, ‘Oscillations of the baseline of solar magnetic field and solar
irradiance on a millennial timescale', onder de titel: ‘Grand Solar Minimum is coming'.
Prof. dr. Valentina Zharkova
is hoogleraar Wiskunde aan de universiteit van Northumbrie (Newcastle UK). Zij
heeft ‘toegepaste wiskunde en natuurkunde' gestudeerd aan de Nationale
Universiteit van Kiev, Oekraïne. Haar doctoraat heeft ze behaald met het
onderwerp ‘Toegepaste wiskunde in de zonnetheorie'.
De Zon is een gasbol. In het
centrum van de Zon, waar door kernfusie Waterstof wordt omgezet in Helium
heerst een temperatuur van 15 miljoen °K. en deze kern bestaat uit plasma. Het
oppervlak van die gasbol (de fotosfeer) heeft op de meeste plaatsen een temperatuur
van circa 6000°K.
zonnelagen
De fotosfeer verkrijgt haar
warmte doordat heet plasma uit het binnenste van de Zon opstijgt en de warmte
aan het oppervlak afgeeft (= convectie). De verschillende plasmastromingen zijn
aanleiding voor het ontstaan van sterke magnetische velden. Wanneer er
storingen in het sterke magnetische veld van de Zon optreden, kan het gebeuren
dat lokaal de hete gasbellen de fotosfeer niet kunnen bereiken, waardoor deze
afkoelt. Op die manier ontstaat een koeler gebied op het zonsoppervlak, dat wij
zien als een zwarte zonnevlek. Op de plaats van zo'n zonnevlek is de
temperatuur lager: 4000°K. Deze storingen veroorzaken ook uitbarstingen op de
Zon, waarbij een stroom geladen deeltjes in de vorm van bogen door de Zon
worden uitgestoten.
Over
zonnevlekken:
Zonnevlek: Grootte: 1000 tot 200.000 km.
Zonnevlekken op de Zon.
Vlekken worden genummerd en in klassen ingedeeld.
De uittredende magnetische
veldlijnen met tegengestelde ladingen vormen bogen, die elkaar raken, waardoor
kortsluiting ontstaat, met als gevolg een zonnevlam met heel veel warmte.
De magnetische veldlijnen
raken elkaar en er ontstaat een zonnevlam.
Een zonnevlam, die van de
Aarde is afgekeerd. Temperatuur van de vlam: 15 miljoen °K.
Zonnevlekken komen en gaan en
het aantal zonnevlekken is niet constant. Het aantal zonnevlekken wordt
uitgedrukt in het Sunspot Number (zonnevlekkengetal). De Zon
heeft gemiddeld eens per 11 jaar een actieve periode (maximaal aantal
zonnevlekken) en een meer passieve periode (minimaal aantal zonnevlekken).
aantal zonnevlekken
Uitleg: zonnevlekken (hemel.waarnemen.com)
De zon is inderdaad
een gasbol, en het oppervlak van die gasbol (de fotosfeer) heeft op de
meeste plaatsen een temperatuur van circa 5500°C. Op de plaats van zo'n zonnevlek is
de temperatuur lager, tot circa 4000°C. Dat temperatuurverschil bedraagt
slechts zo'n 35%, maar de hoeveelheid licht die per seconde wordt uitgezonden
door een vierkante meter zonne-oppervlak neemt zeer snel toe met de temperatuur,
waardoor er van de omliggende gebieden circa 3,5 keer zoveel licht af komt dan
van (het centrum van) een zonnevlek. Hierdoor steekt een zonnevlek donker af
tegen de heldere achtergrond.

Het zonne-oppervlak verkrijgt
zijn warmte doordat hete gasbellen uit het binnenste van de Zon opstijgen en
hun warmte aan het oppervlak afgeven (convectie). Wanneer er storingen in het
sterke magnetische veld van de Zon optreden, kan het gebeuren dat lokaal de
hete gasbellen de fotosfeer niet kunnen bereiken, waardoor deze afkoelt. Op die
manier ontstaat een koeler gebied op het zonne-oppervlak, dat wij zien als een
zonnevlek.
Zonnevlekken komen voor in
vele maten. Kleine zonnevlekken zijn enkele honderden tot enkele duizenden
kilometers groot en kunnen enkele uren tot dagen bestaan. Grotere zonnevlekken
zijn duizenden tot tienduizenden kilometers groot en zijn dagen tot weken te
zien voordat ze weer verdwijnen. Een typische zonnevlek is ongeveer zo groot
als de Aarde. Zonnevlekken komen vaak voor in groepen. Doordat de Zon in
ongeveer 27 dagen eenmaal om haar as draait lijken de zonnevlekken over de
zonneschijf te bewegen. Grote vlekken kunnen soms achter de rand van de Zon
verdwijnen om twee weken later weer aan de tegenoverliggende rand tevoorschijn
te komen.
Zonnevlekken komen en gaan, en
het aantal zonnevlekken is niet constant. Om bij te houden hoeveel vlekken er
op de Zon te zien zijn, is het zonnevlekkengetal bedacht. Deze
formule houdt niet alleen rekening met het aantal vlekken, maar ook met het
aantal groepen waarin de vlekken voorkomen. Het zonnevlekkengetal wordt al een
aantal eeuwen bijgehouden, en, wanneer uitgezet in een grafiek, vertoont een
periodiciteit van ongeveer 11 jaar (zie Figuur 3). In 2008 was een minimum
te zien in het aantal zonnevlekken, rond 2014 vindt een maximum plaats, dat
echter beduidend minder hoog is dan de afgelopen maxima. Wat de oorzaak hiervan
is, is nog onduidelijk.
Maunder Minimum
vermindering van aantal zonnevlekken
In de periode 1650–1700, vlak
nadat Galileϊ en Scheiner waren begonnen met de eerste sporadische
waarnemingen van de Zon, kwamen er relatief weinig zonnevlekken voor. Dit wordt
het Mauner-minimum genoemd, en valt samen met een periode waarin er
in West-Europa relatief strenge winters voorkwamen, ook wel de Kleine
IJstijd genoemd.
Zonnevlekken worden dus
veroorzaakt door magnetische storingen. Diezelfde storingen veroorzaken ook
uitbarstingen op de Zon, waarbij vaak een stroom geladen deeltjes van het
oppervlak van de Zon af wordt geschoten. Wanneer zo'n wolk deeltjes in de
richting van de Aarde komt, kan deze na een paar dagen botsen met het
magnetisch veld van de Aarde. Het gevolg is dat de deeltjes met name in de
buurt van de Noordpool en Zuidpool in de aardatmosfeer terecht kunnen
komen, en het poollicht (aurora; noorderlicht of zuiderlicht)
kunnen veroorzaken. De elfjarige cyclus van de zonnevlekken duidt op een cyclus
in de activiteit van de Zon, en op een cyclus in het voorkomen van poollicht:
wanneer er meer zonnevlekken zijn, is er een grotere kans op aurora.
|