Boodschappen
van OLVrouw van Zaro:
8/6: Jezus
kwam om te dienen (boodschap aan Angela)
Maria:
Deze
avond verscheen onze Moeder als de Moeder en Koningin van alle Volkeren. Ze
droeg een roze gewaad en was gehuld in een grote blauwgroene mantel; haar hoofd
was gekroond met 12 stralende sterren; ze had haar handen gevouwen in gebed; in
haar handen had ze een lange witte H. Rozenkrans vast, als van licht gemaakt. Ze
was blootvoets en stond op de wereld. Daarop bevond zich de slang die hard met
zijn staart schudde, maar onze Moeder hield hem stevig vast onder haar
rechtervoet. Moge Jezus Christus geprezen worden...
Lieve
kinderen, hier ben ik weer onder jullie in mijn gezegende bosen, door Gods oneindige
Barmhartigheid. Geliefde kinderen, er wachten jullie moeilijke tijden. Dit zijn
reeds tijden van pijn en beproeving. Mijn kinderen, vanavond kom ik hier opnieuw
om gebed te vragen voor mijn geliefde Kerk. Bid veel voor de Kerk, niet alleen
voor de universele Kerk maar [ook] voor uw plaatselijke Kerk. Mijn kinderen, in
je kerk is er teveel verdeeldheid, teveel facties. God is Liefde, God is
eenheid.
Mijn kinderen,
wanneer zullen jullie je (echt, vanuit het hart) bekeren en begrijpen dat het
belangrijk is dat ieder van jullie een ´onnuttige dienaar¡ is [vgl. Lc 17:10,
dwz. iemand die gewoon trouw is aan het Woord van God omdat het zijn plicht
is]? Jezus kwam om te dienen, niet om gediend te worden, terwijl veel Priesters
de bediening gebruiken om gediend te worden.
Toen stak onze Moeder haar hand naar me uit en zei: "Kom met me mee." Ik voelde
mezelf opstaan en had het gevoel dat ik samen met haar werd opgetild. Beneden
me was het alsof er een grote glasplaat lag. Ze gaf met haar wijsvinger aan dat
ik moest kijken. "Kijk,
dochter." Ik keek naar deze grote transparante plaat, waar ik scènes
van oorlogen, verschillende schandelijke gebeurtenissen, scènes van geweld en
prostitutie zag. Alles gewelddadig en boosaardig. Toen zei onze Moeder tegen
me: "Kom nu met me mee."
Ik bevond me op het Sint-Pietersplein, op het grote
voorplein; er was een Eucharistieviering aan de gang. Aan de rechterkant zaten
Bisschoppen en Kardinalen, aan de linkerkant Priesters en veel verschillende Religieuze
ordes. De Mis werd gevierd en voorgezeten door Paus Franciscus. Op een gegeven
moment verlichtte een grote bliksemschicht het hele plein en stond op het punt
het kruisbeeld te raken, maar ondanks het feit dat er zeer hoge vlammen waren
ontstaan, was het Kruisbeeld niet beschadigd.
De grond begon hevig te beven en er verscheen een grote
barst voor het altaar; alles bleef schudden. Veel Bisschoppen, Priesters en de
andere ordes die daar aanwezig waren, gingen op hun knieën, sommigen met hun
gezicht naar beneden, terwijl anderen onbewogen bleven staan. De Paus ging naar
het Kruisbeeld en kuste Zijn voet. Op dat moment spreidde onze Moeder haar
grote mantel uit en bedekte alles. Geleidelijk sloot de aarde zich weer. Ze sprak:
Kinderen,
wees niet bang, de krachten van het kwaad zullen niet zegevieren en
uiteindelijk zal mijn Onbevlekt Hart zegevieren. Geliefde kinderen, wees
levende vlammen: doof jullie Geloof niet en bid dat het ware leergezag van de
Kerk niet verloren gaat. Kinderen, deze bossen zijn mijn gezegende bossen: hier
komt een kleine kerk en dan een grote kerk. Alsjeblieft, laat er geen
verdeeldheid onder jullie zijn, maar wees verenigd.
Daarna bad ik met onze Moeder voor de Kerk, en ten slotte
vroeg ik haar om al diegenen te zegenen die zich in mijn gebeden hadden
aanbevolen.
In naam
van de Vader, de Zoon en de Heilige Geest. Amen.
8/6
Vorm gebedscenakels (boodschap aan Simona)
Maria: Ik
zag onze Moeder; ze was helemaal in het wit gekleed. Op haar hoofd droeg ze een
delicate sluier bezaaid met gouden stippen en de kroon van een Koningin, op
haar schouders droeg ze een grote witte mantel die tot aan haar blote voeten reikte.
Ze stond op de wereld. Onze Moeder hield een boekrol in haar rechterhand, die
ze vervolgens met beide handen opende. Moge Jezus Christus geprezen worden...
Hier
ben ik voor jullie, mijn kinderen. Ik ben de Koningin en Moeder van alle
volkeren, ik kom om je de weg te tonen die leidt naar mijn en jullie geliefde
Jezus. Ik kom je bij de hand nemen en je op weg helpen. Mijn kinderen, ik ben
de deur - het middel, niet het doel: ik leid jullie naar de Heer, ik hou van
jullie en wil dat jullie allemaal gered worden. Alleen de Heer redt, sticht,
geneest; alleen in Hem is het ware leven! Mijn kinderen, ik hou van jullie: leer
kinderen bidden - zij zijn de toekomst. Vorm steeds meer cenakels van gebed;
moge elk huis geparfumeerd zijn met gebed.
Mijn
kinderen, wees niet ontmoedigd in momenten van pijn en beproeving: keer je tot
de Heer en Hij zal niet wachten om je te hulp te komen. Ik hou enorm veel van
jullie, mijn kinderen. Nu geef ik jullie mijn Heilige zegen. Bedankt dat je je
naar mij toe hebt gehaast.
|